• No results found

Eindexamen economie 1-2 vwo 2009 - II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen economie 1-2 vwo 2009 - II"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen economie 1-2 vwo 2009 - II

havovwo.nl

▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬

Vraag Antwoord Scores

Opgave 2

6 maximumscore 2

Een voorbeeld van een juist antwoord is:

Het aantal verkochte kaartjes heeft geen invloed op het aantal

televisiekijkers en dat is het publiek dat de sponsor vooral wil bereiken.

7 maximumscore 2

Een voorbeeld van een juiste berekening is:

totale opbrengst: 30.000 × € 30 + € 120.000 = € 1.020.000 totale kosten: 30.000 × € 5 + € 650.000 = € 800.000

totale winst bedraagt € 1.020.000 − € 800.000 = € 220.000

8 maximumscore 2

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:

− Een antwoord waaruit blijkt dat de maximale totale winst wordt behaald bij een prijs van € 32,50 en een afzet van 27.500 kaartjes, omdat bij die prijs en afzet geldt dat MO = MK (MK = € 5).

− Een antwoord waaruit blijkt dat bij een prijs van € 30 en een afzet van 30.000 kaartjes geldt MO = 0 en dat dus bij die prijs en afzet niet kan gelden MO = MK (MK = € 5).

9 maximumscore 2

Een voorbeeld van een juiste berekening is:

totale opbrengst: 15.000 × € 30 + X totale kosten: 15.000 × € 5 + € 435.000

totale opbrengst = totale kosten dus X = € 60.000

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

− Een antwoord waaruit blijkt dat een verhoging / verlaging van de overheidsinvesteringen een ‘dubbel’ effect heeft op de omvang van de effectieve vraag, doordat een verhoging

− Te denken valt aan een algemene verhoging van de kwaliteit van de hoger opgeleiden, waardoor de arbeidsmarktperspectieven en daarmee de mogelijkheden tot het verwerven van

Producenten denken door productinnovatie straks bromscooters aan te bieden die zuiniger zijn in brandstofverbruik, hetgeen het rijden van bromscooters relatief goedkoper

Een antwoord waaruit blijkt dat door dalende inflatie de reële waarde van het uitgeleende vermogen minder sterk afneemt, hetgeen voor de. aanbieders van krediet aanleiding kan zijn

Een antwoord waaruit blijkt dat de consumenten voor de gestegen prijs, die (volledig) meegenomen wordt in een niet-gecorrigeerd CPI, een betere kwaliteit hebben gekregen en dus

− Een antwoord waaruit blijkt dat het concurrentievoordeel ten opzichte van Duitsland kan leiden tot een grotere vraag naar Nederlandse producten en meer vraag naar arbeid

Te denken valt aan een sterkere mate van nivellering in stelsel 1 in verhouding tot stelsel 2 doordat in stelsel 1 de belastingkorting ook geldt voor de doorgaans lagere inkomens

Een antwoord waaruit blijkt dat voor groep 1 de financiële voordelen van het overstappen op een auto op benzine kleiner zijn dan bij groep 2 terwijl vergelijkbare kosten