d o c u m e n ta t i e c e n t r u m
NEDERLANDSE POUTIEKB
__ PARTIJEN •«*—
Europese drugsbestrijding
Afgelopen week is de Tweede Kamer akkoord gegaan met de tekst van een Europees actieplan voor harmonisatie van het drugsbeleid binnen de Europese Unie. Deze zogenoemde "Action Commune" is gericht op de bestrijding van illegale drugshandel en drugsverslaving. De VVD-fractie steunt deze
■ jA
De commotie, die afgelopen weken ontstond, had niet zozeer te maken met de bestrijding van drugscriminaliteit, maar met de vraag of Nederland zijn eigen drugsbeleid kan handhaven. Dit beleid is onlangs aangescherpt en moet nu zijn vruchten gaan afwerpen. Maar de rege ring vreesde dat door het oorspronkelijke Europese voorstel het Nederlands beleid teveel zou moeten worden biigesteld. Dit beeld werd versterkt door de Franse president Jacques Chirac die in het openbaar de indruk wekte dat Nederland daarmee zijn coffeeshop- beleid zou moeten opgeven. De huidige ‘Action Commune' is op verzoek van Nederland nu zo geformuleerd dat wij het beleid van scheiding van de soft- en harddrugs kunnen voortzetten.
Maar dit neemt niet weg dat er fors strafrechtelijk moet worden opgetreden tegen de handel in harddrugs. Ook het bestrijden van de drugscriminaliteit verdient een hoge prioriteit. De aangescherpte drugsnota biedt ook mogelijkheden om de overlast van drugsgebruikers aan te pakken. In een recent initiatiefwetsvoorstel van Benk Korthals en Van Heemst (PvdA) wordt geregeld dat drugspanden die overlast geven, kunnen worden gesloten. Theo van den Doel deed onlangs het voorstel het Mobiel Toezicht Vreemdelingen aat bij de grenzen opereert ook in te zetten ter bestrijding van het drugstoerisme.
Nederland kan instemmen met deze 'Action Commune' tijdens de Europese Top in Dublin. Als de Franse president niet akkoord gaat met het door de Nederlandse regering bereikte compromis, moet hij dat maar zeggen. De bal ligt nu dus bij Frankrijk.
Frits Bolkestein
Cultuurnota 1997-2000
Deze week vond er een overleg met staats secretaris Nuis plaats over het onderdeel cultuurbehoud van de Cultuurnota 1997- 2000, Pantser of Ruggengraat. De VV D acht het van groot belang dat er voldoende aandacht is, en dus ook financiën, voor het behoud van ons culturele erfgoed. VVD - woordvoerder Sari van Heemskerck sugge reerde eens te kijken naar de opbrengsten van de loterijen. Er zou uit dat budget, net zoals in Engeland, structureel meer geld naar de cultuursector moeten gaan. Niet alles naar sport, maar meer evenwicht tussen cultuur en sport. Zij vroeg de staats secretaris in het kader van de Voorjaarsnota met plan hierover te komen.
In het algemeen was de woordvoerder kritisch over het gebrek aan een integrale visie op de problematiek van de monumen tenzorg en de archeologie. Zij miste een duidelijke visie op selectie en toegankelijk heid. Positief was zij over de 275 miljoen gulden die nu extra beschikbaar is gekomen voor de monumentenzorg. Zij steunde een zo decentraal mogelijke verdeling van dit budget. De verantwoordelijkheid voor de monumentenzorg is, indien mogelijk, het beste op gemeentelijk niveau te leggen. Daarnaast vroeg zij om meer aandacht voor het onderhoud van monumenten. Er zou een geïntegreerde regeling voor onderhoud en restauratie moeten komen. Daarnaast suggereerde zij gemeentelijke monumenten- wachten.
Voor w at betreft de musea vroeg Sari van Heemskerck om het aankoopbudget te verhogen. Zij stelde voor een apart potje in te stellen voor de aankoop van belangrijk kunstwerken die te koop worden aangebo den. Daarnaast vroeg ze de blijvende aandacht voor de conservering nu de Deltaplanperiode afloopt, en dan ook voor de niet-rijksmusea.
Tot slot gaf zij haar steun aan het initiatief van de gemeente Rotterdam om zich voor het jaar 2001 kandidaat te stellen voor Europese culturele hoofdstad.
Inlichtingen:
Sari van Heemskerck Pillis-Duvekot, 070-3182888
Verder in dit nummer
• Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid
. O KF/BVE
• Begroting Verkeer en W aterstaat • Cultuurnota
• Europa van de Burger
1
Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1997
Tijdens de behandeling van de begro ting van Sociale Zaken en W erk gelegenheid op 5 december speelden ae coalitiepartijen PvdA en D66 voor Sinterklaas. Zij pleitten voor extra inkomenssteun voor huishoudens met een minimuminkomen. Voor dit plan, dat zo'n 160 miljoen zou kosten, werd geen financiële dekking aangegeven. De VVD steunde het daarom ook niet. De suggestie om groeimeevallers op de rijksbegroting als dekking te gebruiken is voor de VVD niet aan vaardbaar. Het regeerakkoord stelt duidelijk dat groeimeevallers dienen te worden gebruikt voor de terugdrin ging van het financieringstekort en voor lastenverlichting.
De wens van de PvdA om de invoe ring van de zogenoemde ouderenaf trek te vervroegen naar 1997 kon wel rekenen op de steun van de VV D . Dit betekent een lastenverlichting voor ouderen, die vaak van een gering inkomen moeten rondkomen. F in a n c ië le dekkin g
Eerder dit jaar presenteerde de PvdA en D66 elk een plan, respectievelijk "Sociale Zekerheid bij de tijd" (plan- Adelmund) en "Niet bij brood alleen" (over de bestrijding van armoede). VVD-woordvoerder Jan Hendrik Klein Molekamp hekelde deze plannen van PvdA en D66 die zich richten op de langere termijn. Maatregelen die hierin worden voorgesteld kosten vele tientallen miljarden guldens en wederom is er hierbij geen sprake van enige financiële dekking. Met deze
lannen zouden PvdA en D66 de ezuinigingen uit de afgelopen periode in één klap meer dan teniet doen. Daarmee lijkt voor deze partijen het praten over meevallers steeds meer de politieke agenda te gaan bepalen en lijkt het tnema
"werk, werk en nog eens werk" minder prioriteit te Krijgen.
De VVD deelt die lijn niet en steunt het kabinet in de lijn die zij tot nu toe heeft gevolgd. De nadruk moet blij ven liggen op het creëren van arbeidsplaatsen. Op dit moment bedraagt de banengroei meer dan 100.000 per jaar. Dat is een goede prestatie van het kabinet. Als echter
Tijdens de behandeling van het w ets voorstel O KF/BVE is opnieuw gespro ken over de financiële positie van de Beroeps- en Volwasseneneducatie (BVE)-sector. In mei 1996 kwam een rapport uit van Moret, Ernst en Young waaruit bleek dat eenderde van de MBO-instellingen (BVE-sector) failliet dreigde te gaan. VVD-woord voerder Clemens Cornielje heeft de
wordt bedacht dat het aantal instro- mers op de arbeidsmarkt jaarlijks zo'n 70.000 bedraagt, dan betekent dit dat de werkloosheid afneemt met 30.000 op jaarbasis. De VVD wil deze werkloosheid verder aanpakken. Dat is de beste en meest effectieve vorm van sociaal beleid.
W erk g eleg e n h eid
Voor de VVD betekent dit in de eerste plaats dat het beleid van een versterkte economische groei moet worden voortgezet en zij pleit voor een verdere verkleining van het verschil tussen lonen en loonkosten, de zogenoemde wig. Lastenver lichting, vermindering van de staats schuld en versterking van de fysieke infrastructuur, onderwijs en technolo gie zijn de belangrijkste prioriteiten voor de komende kabinetsperiode. De afgelopen jaren hebben geleerd dat de nieuwe banen vanzelf volgen. In de tweede plaats zullen nieuwe markten moeten worden aangeboord, met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau maakt duidelijk dat er in de sfeer van persoonlijke dienstverlening zeer veel groei mogelijk is. Mensen kunnen dit werk vaak niet meer zelf doen, bijvoorbeeld door ouderdom of door tijdgebrek. Veel van deze activiteiten vinden op dit moment plaats in het grijze of zwarte circuit. De VVD wil deze markt tot ontwikkeling brengen. Dat kan door een verlaging van het minimumloon, door vrijstelling van werkgeverslasten of door een voucnersysteem. Wellicht is een combinatie noodzakelijk, maar in ieder geval is het belangrijk om mogelijkheden te scheppen voor werklozen met geringe werkervaring, kennis en taalvaardigheid.
C A O
Als het gaat om de onderkant van de arbeidsmarkt heeft de VVD al meer malen gewezen op het belang van de laagste CAO-loonschalen. In net regeerakkoord is afgesproken dat CAO's niet langer algemeen verbin dend zullen worden verklaard. Minister Melkert heeft vervolgens
minister hierover onmiddellijk om opheldering gevraagd (zie ook VVD-expresse 208). Ook tijdens de Begroting Onderwijs 1997 vroeg Cornielje de minister de Kamer te informeren over passende maatrege len, die er voor zorgen dat de finan ciële risico's binnen de perken
Vervolg op pagina 3
ruimte gevraagd en gekregen om te zorgen voor het creëren en daadwer kelijk invullen van deze laagste loon schalen. De resultaten hiervan lijken echter niet hoopgevend. VVD- woordvoerder Jan Hendrik Klein Molekamp heeft daarom de minister gevraagd om voor 1 juli 1997 de Kamer opnieuw te informeren. De VVD zal die informatie op drie punten toetsen:
1. het aantal CAO's met lage loon schalen;
2. het niveau van de gemiddelde laagste reguliere schaal; 3. het aantal mensen dat in deze
schalen is opgenomen. Wanneer de resultaten opnieuw onbevredigend zijn, zal de VVD teruggrijpen op het regeerakkoord en pleiten voor het niet langer algemeen verbindend verklaren van CAO's. Alleen dan kan de huidige banen groei, met name die voor laagge schoolden, worden voortgezet. Nogmaals, voor de VVD is werk de beste vorm van sociaal beleid. O v e rh e id sb e le m m e rin g e n Ondanks de banengroei staan toch nog veel mensen aan de kant. VVD- woordvoerder Anne Lize van der Stoel schrijft dat toe aan een aantal belem meringen die de overheid zelf opwerkt. De sociale zekerheid fungeert nog te weinig als trampoline (naar werk), maar teveel als vangnet. Zij noemde een aantal voorbeelden, waaronder: • De sociale werkvoorziening houdt
te veel mensen, die niet tot de doelgroep behoren, binnen de beschutte werkplek. Van doorstro ming naar marktplaatsen is nauwelijks sprake. De uitstroom uit de W et Sociale W erkvoor ziening kan gestimuleerd worden door de reïntegratiemaatregelen uit de Pemba in te zetten en de sociale werkvoorziening zelf de begeleiding op de werkvloer bij uitplaatsing te laten doen. • Aan kinderopvang bestaat nog
steeds een tekort. Flexibele werku ren bestaan nauwelijks. Inflexibele regels in CAO's remmen toetreding tot de arbeidsmarkt af. Zij vroeg o f het kabinet bereid is de sociale partners te bewegen tot flexibeler CAO's opdat overwerk en flexibe ler werktijden geen belemmering zijn voor Kinderopvang.
• Gesubsidieerde banen blijken in de meeste gevallen een eindstation. Er moeten afspraken worden gemaakt met bedrijven over door stroom, zoals bijvoorbeeld de beveiligingsbranche dat doet. Inlichtingen:
J.H. Klein Molekamp, 070 3182884 Anne Lize van der Stoel, 070-3182906
Begroting Verkeer en Waterstaat 1997
Deze week heeft de behandeling van de Begroting Verkeer en Waterstaat 1997 in de Tweede Kamer plaatsge vonden.
In fra stru c tu u r
De regering heeft twee miljard gulden extra ter beschikking gesteld om een aanzet te geven voor de uitvoering van infrastructuurprojecten die noodzakelijk zijn om het mobili teitsprobleem in Nederland op te lossen. Het beleidsplan Samenwerken aan bereikbaarheid (SW A B), dat een tussenoplossing is, richt zich met name op de aanleg van Openbaar Vervoer infrastructuur. Het is duide lijk dat 2 miljard slechts het begin is. In de volgende kabinetsperiode zullen er per jaar miljarden meer beschik baar moeten komen voor infrastruc tuur.
P a a rse d ie s e l
Onderdeel van SW AB is ook de benzineaccijnsverhoging. Beneden de 13.000 km w ordt deze verhoging gecompenseerd door een verlaging van de m otorrijtuigenbelasting. Voor weggebruikers die meer rijden, bete kent het een lastenverzwaring. VVD-w oordvoerder Jan Dirk Blaauw heeft voorgesteld goedkopere diesel te introduceren voor het beroepsgoe- derenvervoer (en de zware vra ch tw a gens in het bijzonder). Om tot een
duidelijk onderscheid te komen zou de goedkopere brandstof voor deze sector een andere kleur moeten hebben. Naast de rode diesel voor de landbouw en binnenvaart en de witte diesel voor het gewone verkeer moet er paarse diesel komen voor het beroepsgoederenverkeer. Dit voorstel wordt onderzocht.
De woordvoerder heeft eveneens aandacht gevraagd voor de plezier vaart. Deze groep heeft onlangs al te maken gekregen met de verplichte overgang van rode naar de duurdere witte diesel. De huidige accijnsverho ging komt hier nog eens bij. Ter compensatie heeft de woordvoerder voorgesteld dat de overheid een bijdrage zal leveren aan de maatrege len die moeten worden genomen met betrekking tot de 'vuilwaterinzam e- ling recreatievaart', zoals het installe ren van uitpompinstallaties en het aanbrengen van aanpassingen op de vaartuigen. De minister staat hier niet onwelwillend tegenover.
A rb e id s k ra c h te n
In het kader van de bereikbaarheid van de verschillende regio's is extra wegenbouw onvermijdelijk. De sector grond-, weg- en w aterbouw voorziet een tekort aan arbeidskrachten, laag- en hooggeschoold, die de bouw van nieuwe wegen moeten realiseren. Er moeten, gezien de infrastructuurw er
ken die zijn gepland en het verwachte verloop door veroudering van het personeel, zo'n 30.000 nieuwe w erk krachten gevonden en opgeleid worden. Dit moet in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegheid worden opgelost. V e r k e e rs v e ilig h e id
Blaauw heeft een amendement inge diend waarin de bezuinigingen op verkeersveiligheidsorganisaties en projectsubsidies worden terugge draaid. De organisaties zitten momenteel in een overgangsfase waardoor er niet te veel op hun inkomsten gekort kan worden. D o o rla a tm id d e l V e e rse M eer M et de w aterkw aliteit van het Veerse M eer is het slecht gesteld. Zowel voor het waterbeheer en de recreatie is dit nadelig. Een gedeelte van de Deltawerken (het doorlaatmiddel voor het Veerse Meer) w ordt niet uitgevoerd. De woordvoerder heeft een motie ingediend waarin de rege ring wordt gevraagd het doorlaatm id del voor het Veerse M eer w eer op te nemen in de Meerjaren raming - en prioriteit te geven - zodat het toch kan worden uitgevoerd.
Inlichtingen.
Jan Dirk Blaauw, 070-3182887
Coördinatie drugsdossier
niet erg zorgvuldig
Afgelopen week vond het debat
met de regering plaats over de
harmonisatie van het drugsbeleid
binnen de Europese Unie (zie ook
column fractievoorzitter). Kan
Nederland wel of niet zijn eigen
drugsbeleid handhaven? Door uitla
tingen in de pers van verschillende
bewindslieden werd het onderhan
delingsproces ernstig verstoord.
Blijkbaar waren zij niet op de
hoogte dat Nederlandse ambtena
ren in Brussel nog steeds onderhan
delden over de definitieve tekst.
Doordat Nederland diplomatie met
een megafoon bedreef, voelde de
Franse president Chirac zich geroe
pen om vanuit het Elysée te reage
ren. In het debat werd door de
VVD-woordvoerder Theo van den
Doel de Nederlandse aanpak op dit
gevoelige dossier aan de kaak
esteld. Binnen het kabinet heeft
et aan coördinatie ontbroken.
Minister Sorgdrager heeft dat ook
toegegeven. Nu ae tekst volledig
voldoet aan de Nederlandse
wensen blijft de vraag, zo stelde de
woordvoerder of Nederland niet
heeft overvraagd. Met name
Frankrijk zou alsnog een veto
kunnen uitspreken waarmee het
geheel op losse schroeven komt te
staan.
Aangezien de kern van de kritiek
uit het buitenland voortvloeit uit
het drugstoerisme (van heinde en
ver komt men naar Nederland om
drugs te kopen) stelde Van den
Doel voor om de Koninklijke
Marechaussee die achter de gren
zen opereert in het kader van de
Vreemdelingenwet ook de
bevoegdheden te geven om op te
treden tegen 'drugstoeristen'.
Volgende week zal duidelijk
worden of de regering dit VVD-
voorstel overneemt.
Inlichtingen:
Theo van den Doel, 070-3182891
Vervolg van pagina 2
worden gehouden (VVD-expresse
221). Inmiddels hebben een contra-
expertise van Berenschot en een
expert-meeting de conclusies van
Moret, Ernst en Young nog eens
bevestigd.
Hier komt bij dat met de OKF/BVE-
operatie, die het gebouwenbeheer
onderbrengt bij de BVE-instellingen,
de financiële risico's voor deze sector
worden vergroot. De VVD-fractie is
niet tegen deze operatie, omdat deze
aanpak bijdraagt aan een doelmatiger
beheer van het gebouwenbestand.
Het kan echter niet zo zijn dat BVE-
instellingen door de overdracht van
de verantwoordelijkheid voor de huis
vesting, failliet dreigen te gaan of
nog verder moeten bezuinigen op
lessen, moderne apparatuur en inven
taris. De woordvoerder heeft daarom
een motie ingediend waarin de rege
ring wordt verzocht het aangekon-
digde plan van aanpak Beroeps
onderwijs (februari 1997) te voorzien
van een uitgewerkte financiële para
graaf, waardoor zicht wordt geboden
op een versterking van de financiële
positie van BVE-instellingen.
Inlichtingen:
Europese Unie
O ver het democratisch gehalte van de Europese Unie wordt al jaren gesproken. Meestal wordt gesproken over het democratisch tekort, net zogenaamde democratisch deficit van de Europese Unie. Dit vraagstuk wint aan belang naarmate de bevoegdhe den van de Europese Unie zich uits trekken over meer terreinen en de Unie besluiten neemt over vraagstuk ken die niet los kunnen worden gezien van de belangen, cultuur en tradities van een land.
Het begrip d e m o cratie
Voordat we spreken over het demo cratisch tekort van de Europese Unie, moet duidelijk zijn w at onder demo cratie wordt verstaan. Vaak is dat namelijk niet duidelijk.
Algemeen aanvaard is de gedachte dat in een democratie het laatste woord bij het parlement ligt. Maar wie hoort door zo'n parlement te worden vertegenwoordigd? De letter lijke betekenis van het woord demo cratie is volksregering. Is een parle ment pas een parlement indien het niet alleen een mechanisme voor vertegenwoordiging en meerder heidsbesluitvorming is, maar wanneer het ook een natie vertegenwoordigt? Indien de gemeenschap wordt uitge breid, nemen het politieke gewicht en de mate van controle van elk individu binnen de gewijzigde grenzen af. Daardoor vermindert niet alleen democratie in de zin van directe beïn vloeding, maar het voedt ook het probleem van de delegitimering. Deze verschijnselen worden versterkt indien de nieuw ontstane gemeen schap zeggenschap krijgt over terrei nen die worden gezien als behorend tot het eigene van de oude gemeen schappen.
Ik ben van mening dat, om als legi tiem te worden ervaren, het noo tza kelijk is dat op sommige terreinen het laatste woord berust bij een parle ment dat een vertegenwoordiging is van een natie. Een nationaal parle ment dus.
D em o cratie in de EU
Ik zet nu de stap naar de Europese Unie. Hierboven stelde ik dat net algemeen aanvaard is dat een parle ment het laatste woord heeft. In de Europese Unie is dit niet het geval. Op een aantal terreinen binnen de eerste pijler wordt besloten met gekwalificeerde meerderheid. Controle door het nationale parle ment blijft dan dus zonder effect en het Europees Parlement is slechts via de samenwerkingsprocedure betrok ken. Daarom pleit ik ervoor om in beginsel de samenwerkingsprocedure te vervangen door de co-decisiepro- cedure, In de co-decisieprocedure heeft het Europees Parlement
name-Bijdrage Frits Bolkestein, bijeenkomst Relations, zaterdag 7 december 1996 lijk wel het laatste woord.
Mijn tweede stelling is, dat het voor sommige terreinen noodzakelijk is dat het laatste woord hoort bij een natio naal parlement. Om de vraag te beantwoorden of dit in de Europese Unie het geval is, is het relevant te weten of er sprake is van een Europees volk. Er is geen Europees volk. Er is alleen een zwak ontwik kelde Europese identiteit. Omdat Europa geen gemeenschappelijk volk, taal of publieke opinie kent, is het zaak dat op sommige terreinen het laatste woord hoort bij een nationaal parlement. Dit betekent in de eerste plaats dat wij behoedzaam moeten zijn met het overdragen van taken naar Brussel. Ten tweede betekent het dat op sommige terreinen de besluitvorming intergouvernementeel moet blijven.
In de tweede en derde pijler zijn het buitenlands en veiligheidsbeleid, respectievelijk juridische en binnen landse aangelegenheden onderge bracht. Het beleid dat op zulke terrei nen wordt gevoerd kan niet los worden gezien van de belangen, de cultuur en de tradities die voor een land opgeld doen. In de afzonderlijke lidstaten van de Europese Unie zijn in de loop der geschiedenis verschil lende tradities ontstaan en binnen elke lidstaat is een eigen, kenmer kende cultuur gegroeid. De verschil lende cultuurpatronen zijn het resul taat van een proces dat eeuwen heeft geduurd: zulke patronen zijn niet in een paar vergaderingen in Brussel tot elkaar te buigen.
Deze beleidsterreinen zullen dan ook na de Top van Amsterdam in grote lijnen intergouvernementeel moeten blijven. Ik vrees dat anders besluiten zullen worden genomen die of niet worden uitgevoerd - de grote landen laten zich niet dwingen door een procedure - of niet als legitiem worden ervaren.
E ig e n b e le id
Hoezeer men in Nederland hecht aan behoud van een eigen beleid werd vorige week duidelijk in de discussie inzake het drugsbeleid. Behoud van ons gedoogbeleid staat voor de meeste partijen voorop. Niet in het minst voor D66. In hoeverre moeten federale aspiraties van D66 serieus genomen worden wanneer Minister Borst zegt "dat het eigen drugsbeleid zwaarder weegt dan een Verdrag van Amsterdam “ ?
Een ander beleidsterrein waar ik de aandacht op wil vestigen is de EMU. De overgang naar de EMU is een enorme stap. De Bondsdag heeft een resolutie aangenomen waarin wordt vastgesteld dat de overgang naar de derde fase van de monetaire unie, hoewel in het Verdrag daarvoor
crite-OPIN IE
Amsterdam School of International
ria worden gegeven, niet automatisch mag verlopen. Duitsland zou zijn toestemming voor die overgang moeten laten afhangen van de instemming van de Bondsdag. De Bondsregering heeft zich bereid verklaart dat te doen. Het lijkt mij niet voorstelbaar dat onze regering zou besluiten toe te treden tot de monetaire unie zonder de rugdekking van het parlement.
T ran sp aran tie
Voor een goede uitoefening van de controlerende en/of wetgevende functie van het nationale en het Europese Parlement is een meer transparante Unie vereist. Daarom steun ik het streven van de regering te komen tot een Europese W OB en een grotere openbaarheid van de beraadslagingen in de Raad. Maar of de Intergouvernementele Conferentie daartoe zal leiden is de vraag. Alleen Nederland en Denemarken onder steunden in 1995 het pleidooi van de Britse krant de Guardian voor een grotere openheid rond de besluiten in de Europese Raden. Ook stond Nederland geïsoleerd toen het zich in 1994 verzette tegen de in onze ogen veel te restrictieve gedragscode voor de Europese openbaarheid van bestuur.
Het argument dat besluitvorming in de Nederlandse ministerraad niet openbaar is en daarom ook in de Europese ministerraden niet openbaar behoeft te zijn, gaat niet op.
Beraadslaging en besluitvorming in de Europese ministerraad is niet gelijk te stellen met die in de nationale minis terraad, als het gaat om regelgeving. De nationale ministerraad pleegt immers niet finaal te besluiten. Het finale besluit ligt bij de medewetge ver, namelijk het parlement. Deze besluitvorming is openbaar. Niet omdat openbaarheid gegeven is, maar omdat openbaarheid instrument is voor legitimatie van overheidsop treden.