• No results found

Een Romeins legerkamp op het Kops Plateau te Nijmegen / Ein römisches Militärlager auf dem Kops Plateau in Nijmegen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een Romeins legerkamp op het Kops Plateau te Nijmegen / Ein römisches Militärlager auf dem Kops Plateau in Nijmegen"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EEN LEVEN REITEN FÜR ROM

T E P A A R D Ruiters Uit de Berittene Truppen

Lage Landen in het an der römischen

Romeinse leger Rheingrenze

l'roviiui.ial Museum G.M. K a m / Nijmegen P r o v i n c i e G e l d e r l a n d

29.8.1995 - 7.1.1996

(2)

INHOUD / INHALT

4 Woord voonif / Vorwort

5 Inleiding / Einleitung

6 Krijgers te paard / Krieger zu Pferde

8 Oe lijfwacht van de keizers / Die Leibwache der Kaiser

14 Hulptroepen / Hilfstruppen

16 Uitrusting van ruiter en paard / Ausrüstung von Reiter und Pferd

20 Hct \'(>iht\ti<>iiiplc.\ riin \iintcii-\\'iinlt / Der Fundkomplex von Xanten-Wardt

(H.-|. Schalles)

24 Ruiterspelen en parades / Reiterspiele und Paraden

28 Ecu Romeins Ic^cikiiiui' oj> Ih't Ko/'s l'liitctiu te Nijnnycn /Ein römisches

Militärlager auf dem Kops Plateau in Nijmegen (W.|.H. Willems)

34 Bataven te water / Die Bataver und das Wasser

36 LegioetlSVCStingen op </r Huncilu'i^ u' Nijmegen / Die Legionslager auf

dem Hunerberg in Nijmegen (|.K Haalebos)

38 Het einde van de diensttijd / Das Ende der Dienstzeit

40 Ecu inlicciu\ licili^iloin hij /•'/»/)('/ / Ein einheimisches Heiligtum bei impel

42 Na de militaire loopbaan / Nach der militärischen Laufbahn

44 l-'cii hc^i'iiiif'pliiiit.'i te Nijmegen / Ein Gräberfeld in Nijmegen (A. Koster)

46 Ruiters te kijk / Reiterdarstellungen

48 Literatuur / Literatur

(3)

z

o

LU

u

c.

•J

UJ

z

2

</l

o

u u_ D J r U fl

i

o

Z

U4

s

z

z

u

H

O

-i

H

£

ft.

O

Ca

w

O

u

Z

w

S

O

Bi

z

w

w

Hron/cn In sl.ixslukkrn van Iwcr /.ulrlhorrnv XfVdtHlcn op In t kops H.tti -ui in \I|IIM m ii

l su ( t uw n.i ( lir III l'» l < n 20 t i ml Bronzebeschläge von zwei Sattelhornern eines Sattels, gefunden auf dem Kops Plateau in Nijmegen, l Jahr hundert n. Chr. (H 19,3 und 20. J cm)

Van 1986 tot 1995 zijn door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek opgravingen uitgevoerd van een vroeg-komeins legerkamp op het Kops Plateau in Nijmegen. Dit belangrijke monument kon niet volledig beschermd blijven onder de Monumentenwet.

KI l hel onder/oek is vastgesteld dat het kamp rond K) voor ( hr. is aangelegd en tweemaal herbouwd. Met had een maximale omvang van 4,5 ha en omvatte een grote en luxueuze commandantswoning (practorium) en een flink aantal hui/en van oil kieren. Waarschijnlijk was het de commandopost van een belangrijke Romeinse bevelhebber tijdens de veldtochten in dermanie (12 voor Chr. - 16 na Chr.). De be/eltmg werd gevormd door legioensoldaten. Na twee decennia, rond 10 na (,hr., is het kamp her-bouwd, vermoedelijk in verband met maat-regelen na de nederlaag van Varus m het Teutoburger Woud (9 na Chr.). In de jaren daarna werden rond het kamp kleinere annexen voor hulptroepen aangelegd. De annex ten zuiden van het kamp, ca. 0,75 ha groot, is volledig opgegraven. Daarbij wer-den onder meer sporen van s t a l l e n ontdekt, die voor een deel nog goed bewaard waren. Rond 40, toen de veroveringspolitiek defini-tief was verlaten en langs de Rijn als rijks-grens (//mes) forten werden gebouwd, werd ook het kamp op het plateau weer veran-derd. Het oppervlak werd verkleind en het grote practoriiitn afgebroken Sporen en vondsten suggereren dat in het kamp bere-den hulptroepen waren gelegerd. Misschien was dit de basis van de rocrnnu hte Bataafse ruiterij, de <il<i Ratuvimun.

Onder de grote hoeveelheid vondstmateriaal die in de 10 jaar durende opgraving werd geborgen, zijn ruim 1.000 metalen onderde-len van paardetuig en ook andere uitrusting van de cavalerie. Het meeste materiaal stamt uit de laatste fase van de bcvettlng van het kamp, dat na de Bataafse opstand van 69-70 niet meer in gebruik bleef. Maar in de beide eerdere fasen moet in ieder geval ook c a v a l e -rie op het plateau gelegerd / i j n geweest. Onder het materiaal / i j n hij/ondere stukken. Zo zijn er talrijke versierde bron/en hangers, deels ver/ilverd (zie p.2.3), en een grote col-lei de bron/en en i|/eren hitten. Daaronder is een flink aantal Iniikaniorcn, een bi|/onder soort bit dat onder andere bij paarden met een gevoelige mond gebruikt kan worden. Van groot belang, ge/ien de /eld/aamheid van dergelijke vondsten, zijn ook de bron-zen zadelhorens, in totaal l l stuks, waarvan t e n m i n s t e een complete set van vier versier-de1 horens, en twee die samen bij de

linker-Zwischen 1986 und 1995 wurde vom 'Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek' ein fruhromisches Militärlager auf dem Gelände Kops Plateau in Nijmegen ausgegraben. Dieses bedeutende Bodendenkmal konnte nicht in vollem Umfang unter Denkmalschutz gestellt werden. Wahrend der Untersuchungen ergab sich, daß das Lager um 10 v. Chr. erbaut und zweimal erneuert worden war. Auf seinem Höhepunkt hatte es eine Fläche von 4,5 ha und besaß ein großes, luxuriöses Kommandantenwohnhaus

(praetorium) sowie mehrere

Offiziers-wohnhäuser. Wahrscheinlich war es die Kommandostelle eines wichtigen römischen Befehlshabers bei den Feldzugen in Germanien (12 v. Chr. - 16 n. Chr.). Die Besatzung bestand aus Legionssoldaten. Nach zwei Jahrzehnten, um 10 n. Chr., wurde das Lager erneuert, was vermutlich mit Maßnahmen nach der Niederlage des Varus im Teutoburger Wald (9 n. Chr.) zusammenhängt. In den jähren danach baute man um das Lager herum kleinere Annexe für Hilfstruppen. Der Annex südlich des Lagers hatte eine Fläche von etwa 0,75 ha und wurde vollständig ausgegra-ben. Dabei kamen Spuren von Stallungen ans Licht, die zum Teil noch gut erhalten waren. Um das Jahr 40 n. Chr., als die Politik der Eroberung endgültig aufgegeben worden war und am Rhein als der Reichsgrenze (limes) Kastelle erbaut wurden, nahm man auch bau-liche Veränderungen am Lager auf dem Kops Plateau vor. Die Flache wurde verkleinert und das große praetorium abgerissen. Spuren und Funde legen die Vermutung nahe, daß hier berittene Hilfstruppen stationiert waren. Vielleicht befand sich hier sogar der Haupt-stutzpunkt der ruhmreichen batavischen Reiterei, der o/o Batavorum.

Unter der großen Menge an Fundstucken, die innerhalb der zehnjährigen Grabungs-kampagne geborgen werden konnte, befinden sich mehr als 1000 Metallteile von Pferde-geschirr und auch andere Teile der Reiter-ausrüstung. Das meiste Material stammt aus der letzten Phase des Lagers, das nach dem Aufstand der Bataver (69-70) verlassen wurde. Aber auch in den beiden früheren Phasen muß Kavallerie auf dem Kops Plateau gelagert gewesen sein.

Das Fundmaterial weist außergewöhnliche Stücke auf, wie zahllose verzierte, teilweise versilberte Bronzeanhänger (Siehe S.23), und eine große Zahl Trensen aus Bronze und Eisen. Darunter gibt es eine recht große Anzahl

Hackamoren, die etwa bei Pferden mit

beson-ders empfind-lichem Maul gebraucht wurden. Von höchster Bedeutung, gemessen an der Seltenheit solcher Funde, sind die insgesamt

(4)

zijde van ren /.iilrl hebben behoord,

l H

1

incest in het oog springende vondsten

/ijn éditer een Ivv.i.illl.il (grotendeels)

com-plete ij/eren helmen: twee uit de tijd van

l'iberius (14-^7 n;i Chr.), de iindere uit de

periode v;m Claudius en Nero (41-(xS n.i

C'.hr.). Prie daarvan, waarvan er twee

te/a-men in één kuil werden aangetroffen, waren

tweedelige vi/.ierinasker- of ge/k htshelmen.

Dat /ijn ruiterhelmen die horen bij een

parade-Uitrusting. Kr is trouwens ook nog

een fragment van een vi/iermasker

gevon-den en .il voor het hegin van de opgraving

was een v i j l d e exemplaar bij toeval

aange-troffen.

De voiidslomst.mdigheden van de meeste

helmen /ijn merkwaardig. Minstens H ervan

komen uit kuilen die niet als afvalkuilen

geïnterpreteerd kunnen worden en het is

hoogst onwaarschijnlijk dat het, /oals eertier

wel verondersteld, gaat om verborgen en

niet weer opgehaalde eigendommen. De

meeste helmen lijken bewust te /ijn

begra-ven. De aardewerksdierven in de kuilen /ijn

geen alval, maar blijken te behoren tot

enkele stukken compleet en ongetwijfeld

bewust gebroken vaatwerk. In één geval

wer-den ook de botten van een vogel gevonwer-den.

De voorlopige conclusie is dan ook, dat we

hier te maken hebben met offers.

Het offeren van wapens en uitrusting is een

11 Sattelhörner aus Bronze, von denen vier

Stück zusammengehörten und zwei weitere

zur linken Hälfte eines zweiten Sattels

gehör-ten. Die aufsehenerregendsten Funde sind

zweifellos die 12 größtenteils vollständig

erhal-tenen Eisenhelme: zwei aus der Regierungszeit

des Tiberius (14-37 n. Chr.), die restlichen aus

der Zeit des Claudius und Nero (41-68 n.

Chr.). Drei von ihnen, von denen zwei

zusam-men in einer Grube gefunden wurden, waren

zweiteilige Visiermasken- oder Cesichtshelme,

Reiterhelme die zur Prunkausrustung gehören.

Es wurde zudem noch ein weiteres Fragment

einer Visiermaske gefunden, und schon vor

Beginn der Grabungen entdeckte man rein

zufällig ein fünftes Exemplar.

Der Grabungsbefund ist bei den meisten

Helmen bemerkenswert. Mindestens 8

stam-men aus Gruben, die nicht als Abfallgruben

l ll/cri'ii w/iihts-lirlm xrvniulcn op Met Kops n.Mr.m in Nijim-Xfil, Islr rruw n.i ( hr. ill .'ti 4 im)

Eiserner Gesichtshelm, gefunden auf dem Kops Plateau in Nijmegen, 1 Jahrhundert n. Chr. (H 20,< cm)

2 IH'lail van tk- over-trek \.in hont rn Icx-th'l op ill' k.lp \ .111 ill', r ij/i-rrn xivii htvhrlm ( 1 : 1 ) .

(5)

Luchtfoto van het Kops

l ' l . i h .MI in Nijmegen,

1994.

Luftaufnahme des Kops Plateau in Nijmegen, 1994.

LU

I-00

U

Z

O

o

O

o.

O

g e b r u i k uit d t

1

lak' prehistorie dat doorloopt

in de Romeinse t i j d . De talloze vondsten

van /waarden en helmen uit rivieren zijn al

eerder als offers herkend. B l i j k b a a r gebeurde

h e t / e l f d e , misschien bij een andere

gelegen-heid en/of voor een andere godgelegen-heid, ook op

het droge. Die omstandigheid heeft

trou-wens voor nog een verrassende ontdekking

gezorgd. De d r i e v i z i e r m a s k e r h e l m e n bleken

voor/.ien te z i j n van een overtrek van

orga-nisch materiaal die (in één geval vrijwel

compleet) bewaard was gebleven in de

oxy-datielaag van het ijzer. De overtrek was

voorzien van een r i j k borduursel, bestaande

uit haren van beren en mensen of paarden.

W e l l i c h t waren dit soort overtrekken een

alternatief voor de ge/k h t s h e l m e n met

o r n a m e n t a a l , geheel in metaal u i t g e w e r k t

kapsel. Het kan ook een lokale N e d e r r i j n s e

traditie z i j n . De enige bekende parallel uit

het hele Romeinse imperium stamt uit

Xanten.

Hoewel de opgravingen nog dit j a a r /.uilen

worden beëindigd, is het werk van de

con-servering en analyse van de vondsten amper

begonnen. De komende jaren zullen

onge-t w i j f e l d nieuwe i n z i c h onge-t e n brengen en ook

onder het vondstmateriaal k u n n e n zich nog

a l l e r l e i b i j / o n d e r e voorwerpen bevinden die

nu nog n i e t herkend z i j n .

gedeutet werden können, und es ist höchst

unwahrscheinlich, daß es sich um verborgenes

und nicht wieder abgeholtes Eigentum

han-delt, wie man früher angenommen hat. Die

meisten Helme scheinen bewußt vergraben

worden zu sein. Die Tonscherben in den

Gruben sind keine Abfälle, sondern gehören

nachweislich zu einigen kompletten und

zwei-fellos absichtlich zerbrochenen Gefäßen. In

einem Fall wurden auch Geflügelknochen

angetroffen. Die vorläufige Schlußfolgerung

muß denn auch lauten, daß man es hier mit

Opfergruben zu tun hat.

Das Opfern von Waffen und Ausrüstung ist ein

Brauch aus der vorrömischen Epoche, der in

römischer Zeit noch lebendig war. Die

zahl-losen Funde von Schwertern und Helmen in

Flüssen wurden bereits früher als Opfer

er-kannt. Offenbar liegt mit den Opfergruben ein

ähnlicher Brauch vor. Diese Funde haben

übri-gens zu noch einer überraschenden

Entdeckung geführt: Es stellte sich heraus, daß

die drei Visiermaskenhelme mit einem Überzug

aus organischem Material versehen waren.

Dieser Überzug war in der Oxydationsschicht

des Eisens noch teilweise und in einem Fall so

gut wie vollständig erhalten. Er bestand aus

einem reichen Flechtwerk von Bären- und

Menschen- oder Pferdehaar. Möglicherweise

bildete diese Art von Überzug eine Alternative

zu den Gesichtshelmen mit ornamentaler,

ganz in Metall gearbeiteter Frisur. Es kann sich

hier auch um eine örtliche niederrheinische

Tradition handeln. Der einzige bekannte

Parallelfall im gesamten römischen Imperium

stammt nämlich aus Xanten.

Obwohl die Grabungen noch in diesem Jahr

abgeschlossen werden sollen, haben die

Konservierungsarbeiten und die Analyse der

Fundstücke kaum begonnen. Die kommenden

Jahre werden zweifellos neue Erkenntnisse

bringen, und vielleicht befindet sich unter dem

Fundmaterial auch noch so manche bisher

unerkannte Besonderheit.

IK'fl v,m i'rn hron/i'n hoohlpantM-r van een paard, xt'vonck-n op de Hunerberx in N i j n i c Xfll, l sli' fctivv na Chr. (.12 X ^O ( nu / i c p. i 7 . Teil eines Pferdekopfpanzers aus Bronze, gefunden auf dem Hunerberg In Nijmegen, 1. Jahr-hundert n. Chr. (32 « 20 cm). Siehe S 37

(6)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de mate van virulentie van de Nederlandse Globodera pallida populaties ten opzichte van de voor de resistentietoetsing gebruikte

Op het praktijkbedrijf te Ysselsteyn (L) bleek dat enkele dagen na opleg (biggen van circa 30 kg) gemiddeld bijna 21% van de dieren zich op een van beide plateaus bevond. Op het

Journal of Roman Military Equipment Studies 3 1992 57 Roman face masks from the Kops.. Plateau, Nijmegen,

The Newstead pits Simon Clarke and Rick Jones 109 Roman cavalry helmets in ritual hoards from the Kops Plateau at Nijmegen, The

Ook is voor peuters die een grote onwikkelachterstand hebben niet duidelijk wat de vervolgacties zijn gedurende een langere periode en wat dit betekent voor het dagelijks

In deze pilot Herijken toezicht op voor- en vroegschoolse educatie (vve) en kinderopvang onderzoeken we onder andere of de gemeente en de schoolbesturen zicht hebben op de

The earliest camp (Fig. 36.3, I) is definitely Augustan, and a provisional analysis of the finds indicates that the dating corresponds well with that established for the lower levels

De korte vizicrmaskers zonder haardos komen voor vanaf de augusteische tijd tot in het begin van de tweede eeuw.'&#34; De twee al bekende Nijmeegse exemplaren (afb. 4 en 5) worden