• No results found

Ecologie voor het laboratorium

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ecologie voor het laboratorium"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ecologie voor het laboratorium

Mother Nature

(2)

In ons landje..

wordt het bezitten van ecologische kennis steeds belangrijker

Landelijke trend

In de biobased economy wordt biomassa afkomstig van planten, algen en resten uit natuur en industrie gebruikt als een groene grondstof voor chemie, materialen en energie. Daarbij vermindert onze afhankelijkheid van aardolie.

Ook de CO2 uitstoot gaat omlaag. Duurzaamheid is een voorwaarde bij de ontwikkeling van biobased economy. Talrijke technieken voor de beheersing van milieuvriendelijke en milieusparende processen zijn van biologische aard.

Wat moet gespaard worden is in eerste instantie elke vorm van leven op aarde, een biologisch proces per definitie.

Regionale trend

In het milieu gerelateerde laboratoria staan stoffen en organismen centraal:

hoe functioneren zij, wat is het effect van stoffen op organismen en hoe gedragen zij zich in interactie met hun omgeving? Grote thema’s zijn onder meer microverontreinigingen, effecten van opwarming, ongewervelde dieren, nutriënten, blauwalgen, mariene plastics en nano materialen. In zeeland is een opkomende sector aquatische ecologische bedrijven

Kleurstoffen uit algen, zeewier, bonen

kweek tapijtschelpen

(3)

Waar heb je een voordeeltje..

 Bedrijven

 Laboratoria van afvalwaterzuiveringen van chemische fabrieken, oppervlakte en drinkwater zuiveringsbedrijven

 Milieu gerelateerde onderzoekslaboratoria in de natuurbeheer, land- en tuinbouw en water sector

 Doorstroom HBO

 http://www.appliedscience.nl/opleidingen.php

Biobased economy

Aquatische ecotechnologie, JRC Middelburg

Docenten opleiding biologie 2

de

graads

Milieukunde

https://www.nioz.nl/en https://www.limagrain.nl/

https://www.eurofins.nl/nl/

JRC Middelburg

(4)

Op het lab..

 In het eerste jaar

 Bepaling van Bladpigmenten - chromatografisch (papier) + spectrofotometrisch

 Invloed van toxische stoffen op de kieming van bonen

 In de komende perioden

 Wateranalyses

 Chlorofyl bepaling op de HPLC en de spectrofotometer

 In het tweede jaar

 Chemische Analyses (vaak wateranalyses)

 Nitraat bepalingen

 Fosfaatbepaling

 Stikstofbepalingen - Kjehldal

 Zuurstofbepalingen - CZV

 Microbiologische analyses

 Bacterieel wateronderzoek

(5)

Keuzedeel

Ecologie voor het laboratorium

 Periode 9:

 2 lesuren in de week

 Gerelateerde practica

 Opdrachten in de theorie

 Cumlaude opdracht

 Voortgangstoets 9.2

 Periode 10:

 2 lesuren in de week

 Gerelateerde practica

 Opdrachten in de theorie

 Cumlaude opdracht

 Examen

 Examen in periode 10:

 1 dag praktijk diverse analyses

 Schrijven van een adviesrapport (2 dagen)

(6)

Wat is ecologie?

De ecologie onderzoekt de samenhang van levende wezens met elkaar en hun omgeving.

De omgeving van een organisme houdt zowel de fysische aspecten (abiotische factoren) in,

evenals alle andere organismen die in hetzelfde habitat bewonen (biotische factoren).

(7)

Even kennis terughalen en activeren..

 Maak de volgende oefeningen op de Start.me pagina.

 Oefening heterotroof / autotroof

(8)

Ecosystemen

 Wat is een ecosysteem?

 Biosfeer I – grootste (bijna) gesloten ecosysteem

 Biosfeer II

(9)

Ecosysteem

 De omgeving van elk organisme omvat:

abiotische, of niet-levende factoren

biotische, of levende factoren (= alle organismen die in de omgeving leven, de biota)

Interacties tussen organismen en hun omgeving beperken de verspreiding van de soort

Test je kennis met de volgende oefening op de scalda.start.me pagina.

 Oefening abiotisch / biotisch

Opdracht

 Maak de vragen 1 t/m 5 van hfdst 17 Ecosystemen en milieu van het boek

“Biologie voor het MLO”

(10)

Door klimaatpatronen wordt de natuur en lokatie van grote

leefgebieden (Biomen) gevormd.

Deze worden op het land

(terrestrische biomen) bepaald door vegetatie.

Biomen -

Grote Leefgebieden

Vraag: In welke bioom leven wij?

(11)

Terrestrische biomen

Algemene kenmerken

ontlenen vaak hun naam aan de

belangrijkste fysische- of klimaatfactoren en hun overheersende vegetatie (Planten)

gaan vaak geleidelijk in elkaar over

heeft een grote impact op de verspreiding van organismen

Verstoring (branden/storm/

begrazing ) is een essentieel onderdeel voor het bestaan

Woestijn Gematigd grasland Tropisch regenwoud

Gematigd loofbos

Naaldbos

Arctische en alpiene toendra

Jaarlijks neerslaggemiddelde (cm)

Jaarlijks temperatuurgemiddelde (ºC)

100 200 300 400

30

15

0

15

Vraag: Sommige toendra ecosystemen krijgen net zo weinig regenval als de woestijn, maar hebben meer vegetatie.

Wat kan dit verschil verklaren?

(12)

Terrestrische biomen -1

Tropisch regenwoud Savanne

Neerslag 200 – 400 cm/jaar 25 – 29 °C jaarrond

Epifyten

Competitie om licht

Neerslag seizoensgebonden regenval: 30 – 50 cm /jaar 24 – 29 oC jaarrond (beetje seizoensvariatie)

Weinig + kleine boompjes, gras Behoud door afbranden

(13)

Terrestrische biomen - 2

Gematigd grasland (pampas, steppe, prairie…) Woestijn

Neerslag : minder dan 30 cm/ jaar Varieert tussen – 30 en + 50oC

Aanpassing aan droogte (o.a. kleine bladeren, wateropslag) Veelal nachtdieren, Water is beperkend

Neerslag 30 – 100 cm/jaar (droge winters, natte zomers) -10 tot 30 oC door het jaar heen

Veelal gras, planten aangepast aan droogte en vuur

(14)

Terrestrische biomen - 3

Naaldbos Gematigd Loofbos

Neerslag 70 – 200 cm/jaar (jaarrond) Varieert van 0 - 35oC door het jaar heen Bladeren vallen in de winter af

Neerslag 30 – 70 cm/jaar (natte en droge periodes) Varieert van -50 tot 20oC door het jaar heen

Grootste terrestrische bioom Coniferen, naaldbomen

(15)

Toendra Chaparral

Terrestrische biomen - 4

Neerslag 30 – 50 cm/jaar (natte winters, droge zomers) 10 - 30oC door het jaar heen

Kleine struiken, gras: vaak aanpassingen aan vuur(zaden) Neerslag 20 – 60 cm/jaar (alpiene toendra 100 cm)

Varieert van -30 tot 10oC door het jaar heen Mos, gras

Permafrost

(16)

"Aardverschuiving door dooi permafrost"

Glacier Bay (Alaska/VS), 10 / 13 juli 2012 - Een reusachtige aardverschuiving heeft een kilometers lang deel van de Johns Hopkins gletsjer in het Glacier Bay National Park bedolven onder puin.

Hogere temperatuur versterkt methaanuitstoot uit moerassen

Utrecht, 29 / 30 juni 2012 - Als de temperatuur op aarde toeneemt, nemen methaan etende bacteriën minder methaan op uit de moerassen waarin zij leven. Deze

afnemende methaanrecycling betekent dat bij verdere opwarming van de aarde meer methaan uit de uitgestrekte veengebieden rond de Noordpool terecht zal komen in de atmosfeer. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben hiervoor bewijzen gevonden, die zij 29 juni publiceren in het wetenschappelijke tijdschrift PLoS ONE.

www.uu.nl: Hogere temperatuur versterkt methaanuitstoot uit moerassen

www.plosone.org: Temperature-Induced Increase in Methane Release from Peat Bogs

Het broeikaseffect van methaan is 25 keer zo sterk als van CO2.

Bron: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/klimaatverandering/minder-

broeikasgassen/overige-broeikasgassen (18 sept 2012)

(17)

Aquatische biomen

Nemen het grootste deel van de biosfeer in beslag in termen van oppervlakte Kunnen zoet of zout water bevatten

(18)

Aquatische biomen 1

Meren Stromen en rivieren

Stilstaand water

Oligotroof: veelal zuurstof-rijk, nutrient-arm Eutroof: veelal zuurstof-arm, nutrient-rijk

Stroming

Verschil bovenstrooms/benedenstrooms.

Dammen

(19)

Aquatische biomen 2

Estuaria Moerassen

Kan grote hoeveelheden water opslaan en weer afgeven Staan soms deel van het jaar droog

Weinig zuurstof door hoge turnover organisch materiaal 90% verwoest door drainage of vol laten

Uitloop rivier in zee Zout en zoet water

(20)

Aquatische biomen 3

Koraalriffen Getijden zones

Gebied tussen hoog- en laagwater Organismen aangepast aan eb/vloed

Skeletten koraaldiertjes basis rif Mutualisme tussen koralen en algen Grote diversiteit

(21)

“stijging zeespiegel"

Hogere temperatuur hogere koraalsterfte

 Chasing coral netflix documentaire (juli 2017)

(22)

Aquatische biomen -4

Voortdurende vermenging van de bovenste lagen 50% van alle fotosynthese-activiteit op aarde Bedekken ongeveer 75% van het aardoppervlak Hebben een enorme impact op de biosfeer

Op grote diepte

Aanpassingen aan temperatuur, druk en afwezigheid fotosynthese

Pelagiale (open water) oceaan biomen

Mariene benthische(bodem) zone

(23)

Veel aquatische biomen zijn verdeeld in zones of lagen, afgebakend door: lichtpenetratie,

temperatuur en diepte

Mariene zonering. Net als meren wordt het mariene milieu in het algemeen geclassificeerd op basis vanlichtpenetratie (fotische en afotische zones), afstand tot de kust en waterdiepte (getijden-, neritische en oceanische zones) en of het open water betreft (pelagiale zone) of bodem (benthische en abyssale zones).

Zonering in een meer. Een meer wordt in het algemeen geclassificeerd op basis van drie fysische criteria: lichtpenetratie (fotische en afotische zones), afstand tot de oever en waterdiepte (litorale en limnetische zones) en of het open water betreft (pelagiale zone) of bodem (benthische zone).

(a)

Litorale

zone Limnetische

zone

Fotische zone

Benthische zone

Afotische zone

Pelagiale zone

Getijdenzone

Neritische zone Oceanische zone

0 200 m

Continentaal plat

Fotische zone

Pelagiale zone

Afotische zone Benthische

zone

2,500–6,000 m

Abyssale zone (diepste delen van oceaanbodem)

(b)

Gescheiden waterlagen in

aquatische biomen

worden vaak periodiek vermengd door

fysische factoren:

• Eb/vloed

• Wind

• Het zakken van

gekoeld water

(24)

Samenvatting

De hoeveelheid zonlicht, temperatuur, neerslag, geografische locatie en overlap van grote leefgebieden bepalen de verschillende biomen

Terrestrische (land) biomen zijn bepaald door abiotische factoren zoals

temperatuur en neerslag (het klimaat), maar ook door de dominante planten soorten van dat gebied, de biotische factoren.

Land biomen: Tropische regenwoud, Woestijn, Savanne, Grasland, Loofbos, Naald bos Chaparral, Toendra, Hoge bergen, Poolijs.

De mens veranderd de natuurlijke biomen van het land door ze te vervangen voor stedelijke en landbouw gebieden

Aquatische (water) biomen worden vooral bepaald door hun direct fysieke omgeving (niet door klimaat).De hoeveelheid invallende zonlicht in het water, temperatuur, de verschillende waterlagen, zoutconcentratie

Water biomen: Meren, Stromen en Rivieren, Moerassen, Getijden zones, Koraalriffen, Estuaria, Pelagiale oceaan, Mariene benthische zone

Belangrijke begrippen tot nu toe

• Ecologie

• Ecosysteem

• Biosfeer

• Heterotroof / Autotroof

• Abiotisch/ Biotisch

• Bioom

• Terrestrische biomen

• Aquatische biomen

• (a)Fotische zone

• Benthische zone

• Pelagiale zone

• Abysale zone

(25)

Ecologische niveaus

(26)

Ecologische niveaus

Individu

Een organisme van één bepaalde soort

Populatie

Een groep individuen van één soort in een bepaald gebied

Levensgemeenschap

Alle populaties van verschillende soorten in een bepaald gebied

Ecosysteem

verschillende levensgemeenschappen met elk een eigen soortensamenstelling in een bepaald gebied, maar zijn afhankelijk van/ of worden beïnvloed door bepaalde abiotische factoren

Bron : www.tienvoorbiologie.nl

(27)

Individu – populatie – levensgemeenschap - ecosysteem

Bron:

ww.biologiepagina.nl

(28)

Individu – populatie – levensgemeenschap - ecosysteem

Bron:

ww.biologiepagina.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wat die taal van die geloof en die religie en Skrif kenmerk en onderskei van ander tipe metaforiese taal is nie soseer die aanwesigheid van simbole en metafore nie of

The neural network with 50 input time delays and 20 neurons in the single hidden layer was trained, using normaliied data for inference of the power turbine inlet

In order to follow this practice-based model of intervention, the researcher makes use of the Myers-Briggs Type Indicator (MBTI) and/or Keirsey Temperament Sorter (for the parents) as

Nevertheless, three main adaptive hypotheses have emerged: (i) the hygric hypothesis suggests that DGCs reduce respiratory water loss; (ii) the chthonic hypothesis suggests that

In 2019 zijn nieuwe CSI-codes voor COPD geïntroduceerd, waarvan de behandeling tot en met 2018 onder CSI-code 001 viel.. Het gaat om CSI-codes 013 tot en met 017, waarvan uitsluitend

Varkens onder stress, zoals bij (sub)chronische ziekte, zijn gevoeliger voor deze nevenwerkingen.. Omwille van de anti-aggregerende eigenschappen is het risico op

Concreet verwijst de auteur hier naar evoluties in de materiële cultuur waarbij bijvoorbeeld glas- en aardewerk in toenemende mate tin- en koperwerk verving, of waarbij de con-

 Alle abiotische factoren die nodig zijn voor een levensgemeenschap worden biotoop genoemd.  Een ecosysteem is een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren