• No results found

Samenvatting Geschiedenis Met de loep op Lancashire (Examen 2004)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samenvatting Geschiedenis Met de loep op Lancashire (Examen 2004)"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting Geschiedenis Met de loep op Lancashire (Examen 2004)

Samenvatting door een scholier 5e klas havo

2133 woorden 16 jaar geleden

6,5

30 keer beoordeeld

Vak Geschiedenis

Methode Centraal examen

Geschiedenis, Met de loep op Lancashire.

Hoofdvraag: Welke invloed had de ontwikkeling van de katoennijverheid op landschap, economie en samenleving in Lancashire?

Historisch kader.

Wie waren de vonk die de industriële revolutie liet ontbranden? De fabrieken.

Er kwamen fabrieken arbeiders gingen daar aan de slag in de omgeving van de fabriek werden huizen gebouwd want transportmiddelen ontbraken bevolkingsgroei explodeerde.

Waar kwam de katoen die in de fabrieken werd verwerkt oorspronkelijk vandaan? West-Indië

Waarom is de industriële revolutie enerzijds wel een revolutie en anderzijds niet een revolutie te noemen?

- wel omdat de samenleving en de natuurlijke omgeving onherkenbaar en onomkeerbaar veranderden.

- Niet omdat het proces zich geleidelijk ontwikkelde en niet plots was.

Voor wat had de komst van de fabrieken vooral ingrijpende gevolgen? Voor de traditionele nijverheid.

En waarom?

- Het gebruik van steeds betere weefmachines resulteerde in steeds lage textielprijzen waardoor de handwevers in grote financiële problemen kwamen.

- Fabrieksarbeid was niet met handwerk te vergelijken.

Het werk in een fabriek was eenvoudig en eentonig en werd vaak door ongeschoolde vrouwen en kinderen verricht.

(2)

Wat gebeurde er toen de vrije markt een grote rol ging spelen? Er kwamen steeds lagere prijzen van fabriekskatoen waardoor steeds meer mensen het konden kopen de vraag naar fabriekskatoen steeg en dus ook de vraag naar fabrieksarbeiders naar het dure handwerk van de handarbeiders was nog

nauwelijks vraag.

Hoe is de komst van de eerste Engelse machines te verklaren, dus wat heeft nou precies de industriële revolutie veroorzaakt? Engeland had rond 1650 een gunstig ondernemersklimaat. Het was de grootste koloniale macht en had als voordeel dat grondstoffen makkelijk konden worden aangevoerd via zee.

Sommige ondernemers waren door de koloniale handel rijk geworden zodat er behoorlijk wat kapitaal beschikbaar was. Het liberalisme kreeg steeds meer aanhang kooplieden beweerden dat het goed was als zij in vrijheid hun ondernemingen tot bloei konden brengen.

Welke andere factoren hebben ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de industriële revolutie?

- Veel moderne boeren gingen al vroeg over op specialisatie en ze werkten graag met moderne

landbouwwerktuigen. Zij waren in feite op winst gerichte ondernemers die produceerden wat de markt vroeg.

 door specialisatie steeg de landbouwproductie daardoor kon de bevolking groeien vraag naar goedkope kleding nam toe.

- Engelsen kregen te maken met een tekort aan hout als brandstof. Steenkool werd geschikt gemaakt als brandstof voor de productie van ijzer en gingen ze bij het delven van steenkool gebruik maken van stoommachines.

Waarom was Lancashire juist voor de verwerking van katoen ideaal?

- Veel textielwerkers hadden al ervaring met linnen

- Er was al een complex handelsnetwerk van productie, opslag, en verkoop. ( doordat in de 16de eeuw Vlaamse vluchtelingen een bloeiende lakenhandel naar de regio brachten, eind 16de eeuw ging Lancashire zich al concentreren op bombazijn)

- Lancashire had een gunstige ligging ( Amerika -Ierland) - De lonen waren niet hoog

- Het vochtige klimaat was zeer geschikt om katoen tot draden te spinnen

Hoofdstuk 1.

Wat waren de belangrijkste kenmerken van de samenleving in Lancashire rond 1750?

Lancashire werd in 1750 vooral bevolkt door kleine boeren. Sommige boeren hadden zich toegelegd op veeteelt omdat hun grond voor akkerbouw te nat was. De boeren in Lancashire kregen te maken met de enclosure-wetten: deze wetten maakten het mogelijk dat woeste grond of door boeren gemeenschappelijk gebruikte gronden privé-bezit werden. Door deze enclosures moesten de boeren op zoek naar andere middelen van bestaan.

(3)

Het platteland werd ook gekenmerkt door kleine mijnen steenkool en ijzererts.

Sommige ondernemers leenden van familie en vrienden geld en openden een kleine mijn met een hoogoven.

Manchester en Liverpool waren de twee grootste steden in Lancashire. Manchester had al een verleden als textielstad en Liverpool was vooral een havenstad gericht op Ierland en Amerika.

Het spinnen en weven gebeurde vooral door boeren en landarbeiders op het platteland.

Putting-out-system: de ondernemers kochten wol, vlas en katoen en lieten tussenhandelaren die grondstoffen naar de boeren brengen en ze na bewerking weer ophalen.

Waarom deden de boeren dit graag?

In de wintermaanden was er op het land weinig te doen en extra inkomsten waren meer dan welkom.

Sommige ondernemers lieten grote hallen bouwen en plaatsten daar hun weefgetouwen in. Dat had voordelen:

- het heen en weer reizen hoefde niet meer

- de arbeiders konden beter worden opgeleid door gespecialiseerde leermeesters - er was meer controle op diefstal of knoeierij

Wat waren de voordelen van katoen boven bombazijn?

Katoen was soepeler en dus prettiger te dragen, kon goed worden gewassen, kon goed glad gestreken worden, kon makkelijk worden gekleurd en bedrukt.

Waardoor werd katoen steeds goedkoper en namen de arbeidskosten af?

- door het toenemende gebruik van spinmachines - er kwam een handel in tweedehands kleding

- het aanbod groeide omdat het aantal katoenplantage in Indie en Azie werd uitgebreid inkoopprijzen daalden.

Hoe kwam het dat de machinale productie enorme afzetmogelijkheden over zee bood voor Lancashire?

- Engelse katoen werd, in vergelijking met katoen die in andere landen op traditionele manier werden geproduceerd, steeds goedkoper

- De garens waren ook van steeds betere kwaliteit Hoofdstuk 2.

Hoe beïnvloedden de veranderingen in de katoennijverheid het platteland van lancashire?

Na 1770 namen de fabrieken in Lancashire in aantal en omvang sterk toe.

Hoe kwam het dat de bevolkingsgroei zoveel toenam?

Door groeiende bestaansmogelijkheden

(4)

De Royal Society of Arts loofde een beloning uit aan degene die een machine wist te ontwerpen die 6 draden tegelijk zou kunnen spinnen.

James Hargreaves was de eerste: hij ontwerpt een machine waar 16 draden tegelijk kunnen worden gesponnen spinning jenny. Wat was het nadeel van deze machine?

- De draad kon goed gebruikt worden als inslagdraad maar als schering hij te zwak.

- Het spinnen moest vaak onderbroken worden om op te klossen waardoor de draad grof werd en snel brak.

Richard Arkwright vind 4 jaar later het ‘waterframe’ uit:deze machine kloste zelf op en produceerde een grove maar sterkere draad. Waarom heet deze machine waterframe?

Hij moest door zijn omvang worden aangesloten op water of later op de stoomkracht.

Samuel Crompton ontwikkelt in 1779 de muilezel. Het was een soort kruising van de jenny en het

waterframe. Wat was het voordeel van deze machine? Hij spon een fijne maar toch sterke draad. In 1830 maakte Roberts de muilezel automatisch.

Wat was de nekslag voor de thuiswevers?

Toen een nieuwe generatie weefmachines werd aangesloten op stoommachines en zelfs in staat bleken fijne weefsels te maken.

Waarom werden arbeiders in slechte rug-tegen-rug arbeiderswoningen gedumpt? De ondernemers waren alleen op winst uit en bekommerden zich niet om de arbeiders, dit was lekker goedkoop zoveel mogelijk arbeiders in zulke klein mogelijke ruimtes.

Er waren ook ondernemers die wél om het lot hun arbeiders gaven.

- veel ondernemers waren strenggelovig en zagen naastenliefde als een belangrijke waarde

- andere ondernemers waren zelf afkomstig uit de arbeidersklasse en waren niet vergeten hoe ze zelf door hun baas werden behandeld

Bv: Thomas Bazley, Robert Gardner, Robert Owen.

Arbeiders die goed waren gehuisvest waren gezonder, werkten harder en lieten het minder vaak afweten.

Hoofdstuk 3.

Hoe beïnvloedde de katoennijverheid de leefomgeving in Manchester?

Waarom bleek de ligging van Manchester al snel een concurrentievoordeel te hebben? Direct ten zuiden van de stad lagen de steenkoolmijnen en door nieuw aangelegde kanalen was deze steenkool goedkoop naar de stad te transporteren.

De urbanisatie van Manchester voltrok zich snel, ook de omvang van de stad nam flink toe. Er waren veel sloppenwijken.

(5)

Rond 1830 vond nog een revolutionaire verandering plaats: in Manchester worden de eerste spoorlijnen aangelegd zo kreeg de stoommachine ook vat op het transport.

Waarom was het voor een ondernemer economisch aantrekkelijk om in Manchester een fabriek neer te zetten?

Door de komst van hele families konden de lonen laag blijven en door de komst van de stoommachines.

Door kleine hongersnoden in Ierland kwamen veel Ieren naar Engeland toe, vooral naar Manchester, om te werken. De kans op terugkeer was klein en ze waren bereid tegen de allerlaagste lonen te werken. In 1846 mislukt de aardappeloogst in Ierland en er komen nog meer Ieren naar Manchester.

De ondernemers (rijken) en de arbeiders (armen) waren met het groter worden van de fabrieken steeds meer van elkaar vervreemd.

De middenklasse vond het belangrijk om zich te onderscheiden van het grauw (de arbeiders.

Wie mochten er stemmen?

Alleen de rijken.

Hoofdstuk 4.

Hoe beïnvloede de katoensector de verbondenheid van Lancashire met de rest van de wereld?

Waarom was katoen juist voor kleding ideaal?

Het was goedkoop, sterk en kon op hoge temperatuur gewassen worden. Het was ook voor combinatie geschikt en zeer geschikt om te bedrukken.

Eerst was vooral de Amerikaanse markt de grootste afnemer geweest maar als snel werd de Europese markt de grootste afnemer.

De fabrikanten van Lancashire wilden niet inzien dat Amerika een inhaalslag had gemaakt. Al snel zouden Frankrijk, Duitsland, Belgie en later Japan volgen.

Veel katoenfabrikanten weerden buitenlanders op hun moderne afdelingen uit vrees voor ‘industriele spionage’. Er kwamen wetten tegen de vlucht van moderne productietechnologie naar het buitenland.

Toch trokken de textielfabrikanten uiteindelijk aan het kortste eind, waarom?

- het verbod bleek weinig effectief

- het opkomende liberalisme propageerde vrijhandel boven protectie

Waarom was de groeiende overzeese handel behalve een uitdaging ook een risico? Katoenfabrikanten, kooplieden en arbeiders werden steeds meer afhankelijk van schommelingen in de vraag op de

(6)

wereldmarkt. Bv veranderingen in het modebeeld of uitbreken van een oorlog konden leiden tot flinke prijsdalingen en dus dalende winsten en lonen. Dit was het geval bij de Napoleontische oorlog en de Amerikaanse burgeroorlog in 1861 blokkade van de zuidelijke havens aanvoer van ruwe katoen bleef praktisch stilstaan.

Hoe probeerden de fabrikanten de groeiende onzekerheid te verkleinen?

- Ze richtten een katoenbeurs op eigen handelsagenten gingen in het buitenland zelf de ruwe katoen inkopen en lieten die vervolgens naar Engeland ervoeren.

- Door het bouwen van steeds meer pakhuizen: als de prijzen zakten, gingen de ondernemers minder verkopen en namen de voorraden in de pakhuizen toe, als de prijzen stegen werden de pakhuizen leeg gehaald om aan de vraag te kunnen voldoen.

Hoofdstuk 5.

Hoe beïnvloedde de katoennijverheid de arbeidsverhoudingen en bestaanszekerheid?

Na 1810 raakte ook het weven steeds meer gemechaniseerd en restte de thuiswerkers niet veel anders dan de gang naar de fabriek.

De fabrieken werden gehaat door de arbeiders. Ze vergeleken het met gevangenissen. Hoe lieten zij dit merken?

- zo gauw ze uitbetaald kregen bleven ze de volgende dag weg - op verjaardagen van belangrijke heiligen gingen ze niet werken

Arbeiders richtten verenigingen op om samen sterker te staan bij bv loonsonderhandelingen en stakingen.

In 1800 wordt er een wet aangenomen die dit verbiedt. Maar de wet hielp eigenlijk niets. Waarom niet?

Schoenmakers, drukkers, papiermakers, kleermakers en spinners hadden allemaal hun eigen organisaties opgericht. Ze zeiden elkaar alleen te steunen bij begrafenissen e.d maar iedereen wist beter.

De stakende arbeiders hadden veel meer te vrezen van hun werkgevers. Ze gebruikten bij staking vaak het machtige wapen van uitsluiting: werkwilligen werden uitgesloten van arbeid. De meeste arbeiders

mochten op verslechterde voorwaarden weer aan de slag maar de stakingsleiders waren op een zwarte lijst gezet: zij konden een baan in de textiel wel vergeten.

Waarom waren de arbeiders ook in andere opzichten zwak?

- Door de komst van de machines waren hun ambachtelijke vaardigheden steeds minder belangrijk.

- Een ander middel van de fabrikant om de kosten te drukken was het aantrekken van migranten uit Ierland zij wilden voor een lage loon werken de Engelse arbeiders reageerden vijandig op hun komst.

In 1833 kwam de eerste serie Factory Acts de werktijden van vrouwen en kinderen werden beperkt en de

(7)

meest gevaarlijke toestanden in de fabriek werden verboden.

Hoofdstuk 6.

Welke reacties riepen de veranderingen op in de samenleving?

Voorstanders van machines:

- Het werk in fabrieken was veel eenvoudiger, minder inspannend, hygiënischer, en veel effectiever.

- Groeiende winsten uiteindelijk welvaart voor iedereen.

Theorie van Malthus bleek door de komst van de machines te zijn achterhaald hij beweerde dat een aanzienlijke groei van de welvaart onmogelijk was door:

- de combinatie van de beperkte groeimogelijkheden van de landbouw - de rampzalige neiging tot bevolkingsgroei in gunstige perioden

Tegenstanders van de mechanisering en de fabrieken:

- kinder- en vrouwen arbeid - lage lonen, lange werkdagen

- de mensen die het hardst werkten waren niet degenen die profiteerden van de winst

De vraag naar graan was sterk gegroeid maar invoer vanuit het buitenland werd tegengegaan door de Graanwetten van 1815.

- Door heffing van invoerrechten was de prijs van graan drie keer verdubbeld.

- De ondernemers moesten hierdoor noodgedwongen het loon van de werknemers verhogen die moesten brood kopen dat ook al weer duurder was geworden zo profiteerden de arbeiders nauwelijks van de verhoging

Gedurende de 19de eeuw nam het verzet van de textielarbeiders toe. De luddieten vernielden duizenden machines omdat dit weer leidde tot loonsverlaging.

Huurders van panden of fabrieken kregen ook actief kiesrecht en een eigen House of Commons.Voor de arbeiders was dit een grote teleurstelling want zij hadden nog steeds geen kiesrecht. Ze voelden zich helemaal verraden toen het House of Commons een nieuwe wet aannam tegen vakbonden en voor de bestraffing van stakingsleiders.

De textielarbeiders en de lagere middenklasse verenigden zich in 1830 in de charisten-beweging de vereniging stelde het people’s charter op dat 6 punten had:

• algemeen mannenkiesrecht

• jaarlijkse parlementsverkiezingen

• geheime stemming

• afschaffing van de vermogenseis voor parlementsleden

• betaling van parlementsleden

• verdere modernisering van het land in kiesdistricten

(8)

De ondernemers zagen in dat de nood onder de arbeiders hoog was en wilden een afschaffing van de gehate corn-laws. Hierdoor zouden de broodprijzen weer zakken en de koopkracht van de arbeiders toenemen. Een ondernemer uit Manchester vormde de Anti-corn-law league. De graanwetten werden ingetrokken. De ondernemers (lords of the loom) hadden eindelijk de macht van de grootgrondbezitters (lords of the soil) gebroken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(bijlage 2), dat later oogsten gemiddeld 21% meer spruiten oplevert (3,0 ton/ha) en dat dit verschil het grootst is bij de nauw geplante Topscore (33% = 4,1 ton/ha) en het kleinst

Ondanks alle aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kunnen noch de auteurs noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

6.3.3 Descriptive statistics and frequency analysis: Answers to Section C of the questionnaire – Perceptions regarding the case study and educational game as an educational tool

(2013) Drug-Associated Adverse Events and Their Relationship with Outcomes in Patients Receiving Treatment for Extensively Drug-Resistant Tuberculosis in South Africa.. This is

Het wereldverbruik van aardolie bedraagt 77 miljoen vaten per dag (zie www.bp.com). b) Aardolie heeft een gemiddelde verbrandingswaarde van 42 [MJ/kg] en een dichtheid van

Er zijn verschillende vaders aanwezig binnen de Marokkaanse gezinnen en daarom is het noodzakelijk om het verschil te kunnen maken tussen de 1 ste generatie gezinnen (ouders

Daarom zijn de onderwerpen zeer gevari- eerd: van moleculen en atomen tot Italiaanse taal en cultuur, van game development tot Noorse my- thologie.’ De bovenbouwleerlingen