Chambre des représentants Kamer van volksvertegenwoordigers
Question parlementaire Parlementaire vraag
Vraagnummer : 55-2-000915 Parlementslid : DILLEN Marijke Geregistreerd : 20/12/2021 Einde termijn : 25/01/2022
Titel : COL 10/2017. - Geweld tegen de politiediensten. - Evaluatie uitvoering.
De omzendbrief COL/2017 regelt de gerechtelijke afhandeling van de gevallen waarin er geweld werd gebruikt tegen de politiediensten enerzijds, en waarin anderzijds de politiediensten zelf geweld gebruikten met de dood of een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit als gevolg.
1. Werd de uitvoering van omzendbrief COL/2017 reeds volledig geëvalueerd? Wat zijn de resultaten?
2. Kan u een overzicht geven van het aantal dossiers waarbij een lid van de politiediensten een arbeidsongeschiktheid van meer dan vier maanden heeft opgelopen of die hebben geleid tot diens overlijden en die voor de rechtbank werden gebracht? Graag een opsplitsing op jaarbasis en per gerechtelijk arrondissement.
3. Feiten van fysiek geweld die hebben geleid tot een arbeidsongeschiktheid van vier maanden of minder, of fysiek geweld zonder arbeidsongeschiktheid, of weerspannigheid, smaad en bedreigingen, worden vervolgd in functie van de zwaarwichtigheid.
a) Hoeveel feiten werden hier geregistreerd?
b) Hoeveel dossiers hiervan hebben op basis van deze richtlijn aanleiding gegeven tot een vervolging? Graag een opsplitsing op jaarbasis en per gerechtelijk arrondissement.
4. Voor ernstige feiten of herhaalde feiten of wanneer de dader geen medewerking verleent aan de maatregel die aanvankelijk door de magistraat werd vooropgesteld, wordt de verdachte gedagvaard.
Kan u een overzicht geven van het aantal dossiers die geleid hebben tot een dagvaarding? Graag een opsplitsing op jaarbasis en per gerechtelijk arrondissement.
5. De mogelijkheid bestaat ook dat voor de feiten zoals omschreven in punt 3 kan worden geopteerd voor een alternatieve afhandelingswijze zoals bemiddeling en het opleggen van maatregelen, een minnelijke schikking, pretoriaanse probatie, enz. doch enkel in zoverre deze een ernstig, efficiënt en passend antwoord bieden op de gepleegde feiten.
Kan u een overzicht geven van het aantal dossiers die op deze wijze werd opgelost?
Graag een opsplitsing op jaarbasis en per gerechtelijk arrondissement.
Question n° 55-2-000915 de madame la députée Marijke DILLEN du 20/12/2021 au Vice-Premier ministre et ministre de la Justice et de la Mer du Nord.
Vraag nr. 55-2-000915 van mevrouw de volksvertegenwoordiger Marijke DILLEN van 20/12/2021 aan de Vice- eersteminister en minister van Justitie en Noordzee.
1) Le Collège des procureurs généraux a décidé, lors de sa réunion du 13 janvier 2022, de constituer un groupe de travail chargé de procéder à une évaluation.
2) La banque de données MaCH ne permet pas actuellement de distinguer les affaires de violences ayant entraîné une incapacité de travail de celles qui n’ont pas entraîné d’incapacité de travail. Les chiffres annexés englobent donc l’ensemble des affaires de violences envers les policiers, sans cette distinction.
De 2018 et 2021, 4.506 affaires de violences envers les policiers ont été portées à la connaissance des parquets et ont été enregistrées en tant que telles par les parquets. Les graphiques 1 et 2 illustrent l’évolution du nombre de ces affaires respectivement par année et période ( avant et après révision de la COL 10/2017 ). On y observe une augmentation du nombre d’affaires enregistrées depuis 2018, augmentation probablement due à une meilleure et progressive utilisation du code contexte
« Violences envers un membre des services de police » par les parquets comme cela peut être observé dans le tableau 1 (voir annexe) qui ventile les données par année et par parquet. Les graphiques 3 et les tableaux 2 et 3 (voir annexe) détaillent les différents types d’infractions encodées dans ces affaires.
1) Het College van procureurs-generaal heeft op de vergadering van 13 januari 2022 besloten een werkgroep samen te stellen die ermee belast is over te gaan tot evaluatie.
2) De MaCH-gegevensbank biedt thans niet de mogelijkheid om de zaken van geweld met arbeidsongeschiktheid tot gevolg te onderscheiden van die zonder arbeidsongeschiktheid tot gevolg. De cijfers in de bijlage omvatten dus alle zaken van geweld tegen politieagenten, zonder dat onderscheid.
Van 2018 tot 2021 werden 4.506 zaken van geweld tegen politieagenten ter kennis gebracht van de parketten en als dusdanig door de parketten geregistreerd. De grafieken 1 en 2 illustreren de evolutie van het aantal dergelijke zaken, respectievelijk per jaar en per periode (vóór en na de herziening van COL 10/2017). Daarin kan een stijging worden waargenomen van het aantal zaken dat sinds 2018 is geregistreerd, wat waarschijnlijk valt toe te schrijven aan het gegeven dat de parketten de contextcode ‘Geweld tegen een lid van de politiediensten’ beter en alsmaar vaker gebruiken, zoals kan worden vastgesteld in tabel 1 (zie bijlage), waarin de gegevens per jaar en per parket worden uitgesplitst. Grafiek 3 en de tabellen 2 en 3 (zie bijlage) geven een overzicht van de verschillende soorten misdrijven die in die zaken worden ingevoerd.
En ce qui concerne les suites données par les parquets dans ces affaires, cette information figure dans les graphiques 4 et 5 et les tableaux 4 et 5 (voir annexe) : sur les 4.506 affaires entrées dans les parquets entre le 1er janvier 2018 et le 31 décembre 2021, 1.201 affaires (26,65%) ont été citées devant le tribunal correctionnel ou se trouvent plus loin dans la procédure en date du 8 janvier 2022 ; les affaires entrées plus récemment pourraient encore évoluer vers ce stade.
3a) Réponse reçue de la police fédérale :
La Banque de données nationale générale (BNG) est une base de données policières dans laquelle sont enregistrés les faits sur base de procès- verbaux résultant des missions de police judiciaire et administrative. Elle permet de réaliser des comptages sur différentes variables statistiques telles que le nombre de faits enregistrés, les modus operandi, les objets utilisés lors de l’infraction, les moyens de transport utilisés, les destinations de lieu, etc.
Sur la base des informations contenues dans la BNG, il est possible de rendre compte du nombre d'infractions enregistrées en matière de
"diffamation", de "coups portés à un agent de police" et de "rébellion".
Cependant, dans le cadre de la violence contre la police, il convient de se référer au flux de données MISI, (Melding Incidenten Signalement Incidents).
Dans les outils de saisie utilisés pour établir un procès-verbal, trois cases à cocher ont été créées, lesquelles, si elles sont correctement validées par
Het gevolg dat de parketten in die zaken geven, wordt weergegeven in de grafieken 4 en 5 en in de tabellen 4 en 5 (zie bijlage): van de 4.506 zaken die tussen 1 januari 2018 en 31 december 2021 bij de parketten zijn ingestroomd, bevonden 1.201 zaken (26,65 %) zich op 8 januari 2022 in het stadium van de dagvaarding voor de correctionele rechtbank of in een verder stadium van de rechtspleging; recent ingestroomde zaken zouden nog naar dat stadium kunnen evolueren.
3a) Antwoord van de federale politie:
De Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) is een politiële gegevensbank waarin feiten worden geregistreerd op basis van processen-verbaal die voortvloeien uit de opdrachten van de gerechtelijke en bestuurlijke politie. Met behulp van die gegevensbank kunnen tellingen worden verricht op verschillende statistische variabelen, zoals het aantal geregistreerde feiten, de modi operandi, de bij het misdrijf gehanteerde
voorwerpen, de gebruikte
vervoermiddelen, de
plaatsbestemmingen enz.
Op basis van de informatie in de ANG is het mogelijk om te rapporteren over het aantal geregistreerde feiten inzake
‘smaad’, ‘slagen aan een politieambtenaar’ en ‘weerspannigheid’.
In het kader van geweld tegen de politie moet echter worden verwezen naar de gegevensstroom in MISI (Melding Incidenten Signalement Incidents). In de invoertools om een proces-verbaal op te stellen zijn drie aanvinkvakjes aangemaakt waarmee, mits de gebruiker ze correct bevestigt, geweld tegen de politie en (wettig) geweld door de politie
l'utilisateur, enregistrent les violences contre la police et l’usage (légal) de la force par la police ainsi que le vol et la perte d'équipement. Ces cases sont soit cochées automatiquement en fonction de la nature de l'infraction enregistrée, soit cochées manuellement par le fonctionnaire de police.
Depuis le 1er août 2017, ce système d'enregistrement permet d'établir des statistiques générales qui sont publiées en interne tous les mois au sein de la Police Intégrée. En outre, MISI permet aux zones de police de fournir leurs propres statistiques sur la violence contre la police et l’usage (légal) de la force par celle-ci. En outre, depuis octobre 2017, le système d'enregistrement fournit des données quotidiennes aux partenaires GPI62 pour leur permettre de réaliser leurs propres analyses quantitatives et qualitatives.
La notion de « Violence contre la police
» renvoie à l’article 32ter de la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l’exécution de leur travail. Elle concerne également des formes plus légères de violence à laquelle les policiers sont confrontés dans l’exercice de leur fonction.
Le tableau 1, en annexe, reprend le nombre de procès-verbaux et de faits enregistrés ainsi que le nombre de faits par procès-verbal pour le volet
«Violence contre la police» au niveau national, par province, pour la période 2017-2021. Ces chiffres proviennent de l’extraction des données effectuée le 5 janvier 2022.
Le tableau 2, en annexe, reprend le nombre de faits de rébellion, diffamation, menaces et d’infractions contre l’intégrité physique enregistrés.
alsook diefstal en verlies van uitrustingsstukken worden geregistreerd.
Die vakjes worden ofwel automatisch aangevinkt afhankelijk van de aard van het geregistreerde misdrijf, ofwel manueel door de politieambtenaar aangevinkt.
Sinds 1 augustus 2017 is het met dit registratiesysteem mogelijk algemene statistieken op te maken, die maandelijks intern binnen de geïntegreerde politie worden gepubliceerd. Daarnaast kunnen de politiezones met MISI hun eigen statistieken rond geweld tegen de politie en (wettig) geweld door de politie verstrekken. Verder levert het registratiesysteem sinds oktober 2017 dagelijks gegevens aan de GPI62- partners, waarmee ze hun eigen kwantitatieve en kwalitatieve analyses kunnen uitvoeren.
Het begrip ‘geweld tegen de politie’
verwijst naar artikel 32ter van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Ook lichtere vormen van geweld waarmee politieagenten tijdens de uitoefening van hun ambt worden geconfronteerd, vallen daaronder.
Tabel 1 in de bijlage bevat het aantal geregistreerde processen-verbaal en feiten alsook het aantal feiten per proces- verbaal voor het onderdeel ‘Geweld tegen politie’, op nationaal niveau, per provincie, voor de periode van 2017- 2021. Die cijfers komen voort uit de gegevensextractie van 5 januari 2022.
Tabel 2 in de bijlage bevat het aantal misdrijven inzake weerspannigheid, smaad en bedreigingen alsook de misdrijven tegen de lichamelijke integriteit, op nationaal niveau voor de periode van 2017-2021. Die cijfers
Ceci au niveau national, pour la période 2017-2021. Ces chiffres proviennent de l’extraction des données effectuée le 5 janvier 2022.
Il n’est pas possible, sur base des informations du flux MISI, de se prononcer sur une incapacité de travail entrainée par les infractions susmentionnées.
Les données chiffrées relatives aux incapacités de travail des policiers fédéraux, suite à des faits de violence portés par des tiers en 2019 et 2020 sont connues via les déclarations d’accident de travail introduites par les membres du personnel.
Le tableau 3 donne - par province - le nombre d’accidents avec plus ou moins de quatre mois d’arrêt de travail (et le nombre de jours d’arrêt communiqués) pour les années 2019 et 2020.
3b) Réponse reçue du Ministère Public :
Distinguer les affaires de violences ayant entraîné une incapacité de travail de celles qui n’ont pas entraîné d’incapacité de travail étant actuellement impossible, seuls les chiffres concernant les rébellions, outrages et menaces sont donc disponibles. Sur ces quatre dernières années, 2.196 affaires de rébellion, 1.235 affaires d’outrage et 542 affaires de menaces sont ainsi entrées dans les parquets (voir graphique 3 de l’annexe).
Leur répartition par parquet figure au tableau 2, leur évolution par année au tableau 3 et les suites qui leur ont été données au tableau 4.
4) Comme déjà mentionné en réponse à votre deuxième question, sur les 4.506 affaires entrées dans les parquets entre le 1er janvier 2018 et le 31 décembre
komen voort uit de gegevensextractie van 5 januari 2022.
Het is niet mogelijk om op basis van de informatie van de gegevensstroom in MISI te rapporteren over arbeidsongeschiktheid ten gevolge van de bovengenoemde misdrijven.
De cijfers inzake arbeidsongeschiktheid van de federale politieambtenaren als gevolg van geweld door derden in 2019 en 2020 zijn bekend via de door de personeelsleden ingediende aangiften van arbeidsongevallen.
Tabel 3 geeft – per provincie – het aantal ongevallen weer met meer of minder dan vier maanden arbeidsongeschiktheid (en het aantal gemelde dagen arbeidsongeschiktheid) voor 2019 en 2020.
3b) Antwoord van het openbaar ministerie:
Aangezien het thans niet mogelijk is de
zaken van geweld met
arbeidsongeschiktheid tot gevolg te onderscheiden van die zonder arbeidsongeschiktheid tot gevolg, zijn enkel de cijfers met betrekking tot weerspannigheid, smaad en bedreigingen beschikbaar. Aldus zijn er in de voorbije vier jaar 2.196 zaken van weerspannigheid, 1.235 zaken van smaad en 542 zaken van bedreigingen bij de parketten ingestroomd (zie grafiek 3 in de bijlage). Tabel 2 geeft de uitsplitsing ervan per parket weer, tabel 3 de evolutie ervan per jaar en tabel 4 het gevolg dat eraan is gegeven.
4) Zoals reeds vermeld in het antwoord op uw tweede vraag, bevonden 1.201 van de 4.506 zaken (26,65 %) die tussen 1 januari 2018 en 31 december 2021 bij de parketten zijn ingestroomd, zich op 8
2021, 1.201 affaires (26,65%) ont été citées devant le tribunal correctionnel ou se trouvent plus loin dans la procédure en date du 8 janvier 2022. Les affaires entrées plus récemment dans les parquets pourraient encore évoluer vers ce stade. Le tableau 4 ventile ces affaires par parquet et le graphique 4 témoigne de l’évolution des poursuites par année.
5) Les mesures alternatives (probation prétorienne, transaction, médiation…) constituent environ 24% des réponses données par les parquets dans les affaires entrées durant les quatre dernières années (1.065 affaires ayant reçu une telle orientation sur 4.506 au 8 janvier 2022). Certaines affaires entrées plus récemment dans les parquets pourraient encore évoluer dans cette voie. La proportion de ce type de décisions ne varie que très peu selon l’année étudiée ce qui laisse entrevoir une augmentation de leur utilisation au fil du temps. Les détails concernant ces types de décision se retrouvent en graphiques 4 et 5 respectivement pour une ventilation par année et par période (avant ou après révision de la COL10/2017), en tableau 4 pour une ventilation par parquet et en tableau 5 pour une ventilation par type d’infraction selon la période (avant ou après révision de la COL10/2017).
januari 2022 in het stadium van de dagvaarding voor de correctionele rechtbank of in een verder stadium van de rechtspleging. Zaken die onlangs bij de parketten zijn ingestroomd, zouden nog naar dat stadium kunnen evolueren.
In tabel 4 worden de zaken per parket uitgesplitst en grafiek 4 geeft de evolutie van de vervolgingen per jaar weer.
5) De alternatieve afhandelingswijzen (pretoriaanse probatie, minnelijke schikking, bemiddeling enz.) maken ongeveer 24 % uit van de reacties van de parketten in de zaken die in de voorbije vier jaar zijn ingestroomd (op 8 januari 2022 werd aan 1.065 zaken van de 4.506 een dergelijk gevolg gegeven). Bepaalde zaken die onlangs bij de parketten zijn ingestroomd, zouden nog in die richting kunnen evolueren. Het aandeel van dat soort beslissingen varieert amper naargelang het bestudeerde jaar, hetgeen laat uitschijnen dat het gebruik ervan mettertijd toeneemt. De grafieken 4 en 5 geven een gedetailleerd overzicht van die soorten beslissingen, respectievelijk in een uitsplitsing per jaar en per periode (vóór of na de herziening van COL 10/2017); in tabel 4 wordt een uitsplitsing per parket gegeven en in tabel 5 per soort misdrijf volgens de periode (vóór of na de herziening van COL 10/2017).
V. VAN QUICKENBORNE
Vice-Premier ministre et ministre de la Justice et de la Mer du Nord Vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee
Bijlage(n)/annexe(s) : 4
