• No results found

DE BELANGRIJKSTE STAPPEN ZIJN NU GEZET

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE BELANGRIJKSTE STAPPEN ZIJN NU GEZET"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VERF& INKT #45/2017 14

14

#VVVF/DUURZAAM

RUUD MAAS ONDERHOUD.NL

‘DE BELANGRIJKSTE

STAPPEN ZIJN NU GEZET’

(2)

E S K E N S , MO R E T H A N J US T M AC H I N E S …

M I X

G R I N D F I L L

Of u nu verf maakt, inkt of coating… in uw bedrijf gebruikt u ongetwijfeld mengers, dissolvers, een maalmolen, maalparels, afvulmachines en pompen. Bij Eskens Process Solutions kunt u terecht voor advies, nieuwe machines, gereviseerde machines, onderhoud en herstellingen. Neem contact met ons op via info@eskens.com,

+31 172-430181 (NL) of +32 15-451500 (BE)

A L L E S V O O R H E T P R O D U C T I E P R O C E S VA N D E V E R F FA B R I K A N T

www.eskens.com

Onze partners:

37682 Adv. Eskens Verf & Inkt.indd 1 02-09-16 17:16

(3)

#45/2017 VERF& INKT 15

#VVVF/DUURZAAM

OPDRACHTGEVERS KRIJGEN INZICHT IN CO 2 -VOETAFDRUK SCHILDERPROJECT

WAT MOETEN VERFPRODUCENTEN DE KOMENDE MAANDEN NOG DOEN VOOR DE INVOERING VAN HET MILIEULABEL SCHILDERPROJECT EEN FEIT IS?

MYLANUS: “Ik adviseer verfproducenten hun producten vrij te geven, zodat ze in de berekeningen van het milieulabel kunnen worden meegenomen. De producenten kunnen nu vanaf 1 februari 2018 in een afgeschermde omgeving zien in welke categorie van het milieulabel, A tot en met G, hun product valt. Als verfproducenten op basis van eigen gegevens concluderen dat hun product er onjuist uitkomt, raad ik ze aan om contact op te nemen met CEPE. Wanneer de grondstoffenleverancier aanvullende gegevens aanlevert voor de CEPE-database, kunnen ze wellicht alsnog besluiten om hun product wel in het milieulabel mee te laten draaien.”

De afgelopen jaren werkten de VVVF en OnderhoudNL aan de ontwikkeling van het milieulabel om de CO2-voetafdruk van een schilderproject voor opdrachtgevers inzichtelijk te maken. Het mili- eulabel baseert zich op de CO2-voetafdruk van schilderbedrijven en verfingrediënten. Dit uit zich in een labelscore (van A tot G) van het schilderproject gedurende de levensduur van het schilderwerk. De impact van het project wordt bepaald voor de gehele waardeketen:

van het ontginnen van grondstoffen voor verf en de productie ervan tot en met de kilometers die de schilder aflegt in de bedrijfswagen en het gebruik van rollers en kwasten. Ook de afvalverwerking wordt in de score voor het milieulabel meegenomen. Door de totale CO2-voetafdruk te vergelijken met die van een gemiddeld schilder- project, zien schilders en opdrachtgevers of het schilderproject beter (A) of slechter (G) scoort dan het gemiddelde (D).

Convenant

De ontwikkeling van het milieulabel is het resultaat van het conve- nant ‘Duurzaam onderhoud’ dat beide partijen in 2012 met elkaar sloten. De VVVF en OnderhoudNL spraken af om tot een algemeen erkende definitie van duurzaam onderhoud te komen. Hun belang- rijkste doel: de markt dezelfde definitie van duurzame verf laten hanteren en partijen gebruik laten maken van dezelfde methodiek om duurzaam onderhoud aan te tonen en te communiceren.

Een belangrijk element om tot het milieulabel te komen, is de door CEPE (de Europese brancheorganisatie van de verfindustrie) en ad- viesbureau Ecomatters ontwikkelde database. Die bevat informatie over de milieueffecten (waaronder de CO2-uitstoot) van een repre- sentatieve doorsnede van grondstoffen die de verfindustrie gebruikt.

Verfproducenten kunnen online op eenvoudige wijze hun recepturen inbrengen en met een paar muisklikken de ecologische voetafdruk aflezen. Om tot het milieulabel te komen, is het project uitgebreid met berekeningen uit database Ecoinvent om ook de CO2-uitstoot van het transport van schilderbedrijven in kaart te brengen.

Schilderbedrijven kunnen vanaf 1 februari 2018 de CO

2

-voetafdruk van hun schilderproject in kaart brengen via een makkelijk bruikbare webapplicatie. Het milieulabel dat dit oplevert kunnen zij meesturen met hun offertes. Kees Mylanus (voorzitter van de VVVF Themagroep Duurzaam

Ondernemen) en Ruud Maas (voorzitter van OnderhoudNL) zijn nauw betrokken bij

de ontwikkeling van het

milieulabel. “De belangrijkste stappen zijn nu gezet.”

TEKST: ADRIAAN VAN HOOIJDONK FOTO’S: NIEUWE BEELDEN MAKERS

KEES MYLANUS (VVVF) EN RUUD MAAS (ONDERHOUDNL) OVER MILIEULABEL SCHILDERPROJECT

(4)
(5)

VERF& INKT #45/2017 16

WAAROM ZOUDEN SCHILDERBEDRIJVEN VAN HET MILIEULABEL SCHILDERPROJECT GEBRUIKMAKEN?

MAAS: “De webapplicatie geeft schilderbedrijven inzicht aan welke knoppen ze kunnen draaien om de CO2-voetafdruk te verminderen.

Zo kunnen ze het gesprek met opdrachtgevers aangaan over de aard van hun schilderwerkzaamheden. Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen voor verf die meer milieubelastend is door de hogere CO2-uitstoot, maar wel langer meegaat dan een verf die een lagere CO2-uitstoot belooft. Hierdoor is de CO2-arme verf uiteindelijk minder duurzaam dan die wordt voorgespiegeld. Verf die langer meegaat, zorgt ervoor dat de schilder in de toekomst minder hoeft te schilderen en te rijden De webapplicatie maakt ook inzichtelijk wat de CO2-uitstoot van het vervoer is. Want het maakt een verschil of een schilder een voertuig rijdt op diesel-, benzine-, elektrisch of hybride.”

WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE DOELEN DIE DE VVVF EN ONDERHOUDNL MET HET MILIEULABEL SCHILDERPROJECT NASTREVEN?

MYLANUS: “Voor de VVVF gaat het vooral om bewustwording in de keten over de CO2-uitstoot en andere milieueffecten van verf.

Het begint bij de grondstoffenleverancier en de verfproducent en eindigt bij de schilder en de opdrachtgever. Schilderbedrijven kunnen zichzelf verbeteren door een ander verfproduct te kiezen of door op een andere manier van transport over te schakelen.”

MAAS: “Ook voor OnderhoudNL speelt die bewustwording een belangrijke rol. Meten is weten, en schilderbedrijven kunnen vanaf 1 februari 2018 op eenvoudige wijze online parameters invoeren om tot het milieulabel te komen. Hierbij gaat het om de hoeveelheid gebruikte verf, het totaal geschilderde oppervlak, het type vervoers- middel, de duur van het project in werkdagen, de verwachte levens- duur van de applicatie, de afstand van het bedrijf tot het project en het totaal aantal gereden kilometers.”

HOE BELANGRIJK IS HET MILIEULABEL SCHILDERPROJECT VOOR OPDRACHTGEVERS?

MYLANUS: “Alle sectoren in de economie zijn bezig om hun CO2-uitstoot inzichtelijk te maken. Voor schilderbedrijven is het Mili- eulabel Schilderproject een hulpmiddel om hoger op de ranking van opdrachtgevers te komen.”

MAAS: “Veel opdrachtgevers in de zakelijke markt, maar ook steeds meer particulieren, voelen zich verplicht om een bijdrage te leveren om de CO2-uitstoot te verminderen. Bovendien heeft de Nederland- se overheid het Klimaatakkoord van Parijs ondertekend. Daarnaast staan woningbouwcorporaties voor de opgave om hun woningbezit te verduurzamen. In het regeerakkoord is geld gereserveerd om de kosten van extra verduurzaming in mindering te brengen op hun verhuurdersheffing.”

#VVVF/DUURZAAM

WAT MOET ER NOG GEBEUREN VOOR DE WEBAPPLICATIE OP 1 FEBRUARI 2018 ONLINE KAN GAAN EN

SCHILDERBEDRIJVEN EEN MILIEULABEL SCHILDERPROJECT MET HUN OFFERTE KUNNEN MEESTUREN?

MAAS: “De webapplicatie is ontwikkeld, maar nu moeten we hem ook echt laten bouwen. Daarna volgen testen om eventuele kinderziektes eruit te halen. Het zal nog wel even duren voor het milieulabel echt is ingeburgerd, maar de belangrijkste stappen zijn nu gezet.”

HOE GAAN JULLIE HET MILIEULABEL SCHILDERPROJECT ONDER DE AANDACHT BRENGEN VAN SCHILDERBEDRIJVEN, VERFPRODUCENTEN EN OPDRACHTGEVERS?

MYLANUS: “De VVVF heeft een paar jaar geleden voor tientallen R&D-medewerkers uit de verfindustrie een workshop gegeven over de CEPE-database. Daarnaast kwam het milieulabel aan de orde tij- dens de VVVF-jaardag op 16 maart van dit jaar. Ook op de besloten ledenvergadering op 23 november is het milieulabel gepresenteerd.

Verder besteedt de VVVF er op de website, in het magazine en in nieuwsbrieven aandacht aan.”

MAAS: “OnderhoudNL heeft achterbanraadplegingen gehouden en bedrijven input laten geven op de eerste versies van de webapplica- tie. De leden hebben hiermee gewerkt om zo de webapplicatie te verfijnen. Tijdens onze ledenvergadering op 16 november hebben wij het milieulabel officieel gelanceerd. Daarnaast introduceren wij het label bij koepelorganisaties van belangrijke opdrachtgevers, zoals de brancheorganisatie van woningbouwcorporaties Aedes en de brancheorganisatie van Verenigingen van Eigenaren. De komende maanden besteden wij er ook aandacht aan in onze nieuwsbrieven, op de website en in het magazine.”

IS DE WEBAPPLICATIE VANAF 1 FEBRUARI OOK VOOR NIET- LEDEN VAN ONDERHOUDNL BESCHIKBAAR?

MAAS: “Ja, de webapplicatie is ook voor niet-leden beschikbaar.

Maar omdat de ontwikkelingskosten door leden zijn gedragen, moe- ten niet-leden een vergoeding betalen.”

(6)

#45/2017 VERF& INKT 17

KEES MYLANUS VVVF

‘VOOR DE VVVF GAAT HET VOORAL OM

BEWUSTWORDING

IN DE KETEN OVER

DE CO

2

-UITSTOOT’

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het toepassen van dagelijks 16 uren licht en 8 uren donker (16L:8D), met een intensiteit van 150-200 lux heeft een positief effect op de melkproductie, groei en vruchtbaarheid

Daarbij kunnen ook extremere beelden zitten dan er nu zijn, bijvoorbeeld een technologisch natuurbeeld, waarin natuur alleen nog maar volledig door de mens wordt bepaald, onder

Hierin zijn minimaal een comfortabel ligbed met stro aanwezig, een wroetruimte, een schuurpaal of –borstel voor de lichaams- verzorging, een eet- en drinkruimte en een mestruimte.

Ook is onderzocht of deze prestatie-indicatoren door dit systeem geanalyseerd kunnen worden om te kijken of deze ook beheersbaar zijn.. Voor dit onderzoek is uitgegaan van

a) Bijstelling/aansluiting op basis van realisaties. b) Incidentele effecten die niet meegeboekt worden naar het volgende jaar. Hier is in bijvoorbeeld de overgang van de

De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te verzoeken om ervoor zorg te dragen dat voor 1 oktober 2020

(Voor uitleg kenmerken: zie de publicatie ‘Beter beleid met ervaringskennis van inwoners’.)2. Bereken de gemiddelde score per kenmerk en wissel uit over