• No results found

Vandaag is men echter tot de bevinding gekomen dat het milieu niet alleen een kost is waarop je kan besparen, maar het kan ook geld opbréngen!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vandaag is men echter tot de bevinding gekomen dat het milieu niet alleen een kost is waarop je kan besparen, maar het kan ook geld opbréngen!"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GROENE MARKETING Walter Dermul – BrandCoach

Kan u het zich voorstellen dat een van de populairste weekbladen van het land als extra kadootje aan z’n lezers een dvd meegeeft, met daarop een lezing van een Nobelprijswinnaar ?

Humo deed het met The inconvenient truth.

Is het geen mooi voorbeeld van hoe ecologische thema’s tot de mainstream zijn gaan behoren ?

Of hoe Groene Marketing plots de gewoonste zaak van de wereld is geworden.

Het ‘groene geweten’ is een kind van de hippie-beweging in de late jaren 60. Sinds dan kennen we de slogan ‘terug naar de natuur’. In alle landen ter wereld onstonden toen ecologische actiegroepen en groene partijen.

In 1997 werden in Kyoto een aantal protocols afgesproken om global warming tegen te gaan. Sommige landen keurden ze goed, anderen niet. De economische impact van Kyoto is groot. Maar het grote publiek lag er niet wakker van. Uiteraard was het groot nieuws voor de eigen parochie – maar in de rest van de maatschappij was het hoogstens nieuws in de marge.

Maar dat is allemaal serieus aan ’t veranderen.

Alle Groen!’s, Greenpeace’s en Kyoto’s van deze wereld ten spijt, het is blijkbaar vooral Al Gore die een echte schokgolf op gang kon brengen.

Er is een hele omwenteling gebeurd. Van “couldn’t care less” tot de “gold rush”.

Kyoto bracht de businesswereld het besef bij dat milieuvervuiling niet alleen voor de planeet een kost is, maar ook voor de vervuiler. En waar kosten zijn, kan bespaard worden. Spaarzamer omspringen met energie is goed voor het milieu. Maar vooral : het kòst minder. En van milieuvriendelijke investeringen kan je uitrekenen hoelang het zal duren vooraleer je een Return of die Investment zal krijgen.

Makkelijk : economie en ecologie, één strijd.

Vandaag is men echter tot de bevinding gekomen dat het milieu niet alleen een kost is waarop je kan besparen, maar het kan ook geld opbréngen !

Het regent zowat publicaties en congressen over ‘sustainable business’. Groen is geëvolueerd van een gespreksonderwerp voor geitewollesokken in de VZW naar een issue voor Armani- en Gucci-pakken in de boardroom.

Groen is Goud geworden.

Niet alleen voor ondernemers – ook voor marketeers, voor consultants en voor bureaus.

Jahn Grant was strategisch planner in de Londense reclamewereld. Enkele jaren geleden schreef hij het boek ‘New Marketing Manifesto’. Het was een absolute voltreffer, wereldwijd.

Da’s mooi. Maar belangrijker is dit : maanden geleden kondigde hij aan dat z’n volgende boek ‘The Green Marketing Manifesto’ zou gaan heten.

Toen ik deze lezing enkele weken geleden begon voor te bereiden las ik in z’n

“green marketing manifesto”-blog dat z’n nieuwe boek nu al meer verkocht was dan z’n vorige suksesnummer... en dat puur in voorverkoop, want het boek was toen zelfs nog niet eens uit !

(2)

Het moment voor zijn boek – en voor deze studiedag zélf – is dus goed gekozen.

Het onderwerp is hot. En het wordt alleen maar heter naarmate de aarde verder opwarmt.

Het publiek is er rijp voor !

Voor marketeers is het daarom erg verleidelijk om op de groene trein te springen.

Misschien in een campagne ? Misschien zelfs als merkpositionering ? Of misschien zelfs als een fundamentele missie voor het bedrijf ?

Maar is dat verstandig ? En wat zijn de spelregels ? Waar moeten we op letten ? Waar liggen de valkuilen ? Of is het nu eenmaal een maatschappelijke trend waar je moét met meezijn, als je wil meetellen in de wereld van morgen ? Hoe belangrijk is

‘groen’ en past het wel bij je merk en bij je bedrijf ?

Ik heb geprobeerd om een en ander samen te vatten in tien korte puntjes. Het zijn als het ware mijn 10 do’s en don’ts van Groene Marketing.

1. Groen is geen positionering !

“Groen” kan niet zomaar een flash zijn op de verpakking. Een milieuvriendelijke claim voor een product of een merk kan alleen als alle processen ervòòr een groene focus hebben.

Zorg voor het milieu is daarom in de eerste plaats een bedrijfsbreed proces. Dat veronderstelt vaak het ontwikkelen van totaal nieuwe interne processen en technologieën. Iedereen in alle afdelingen heeft daarin een gedeelde verantwoor- delijkheid. Van R&D, over productie tot logistiek. Méér dus dan alleen wat groene marketing en groene communicatie.

Een voorbeeld :

Procter & Gamble en Unilever beginnen veel van hun vloeibare producten, zoals shampoo, wasmiddelen en wasverzachters, sterker te concentreren. Even veel waskracht in een kleiner flacon betekent veel minder plastic verpakking, kartonnen omverpakking en veel minder CO2, omdat er minder vrachtwagens nodig zijn om dat allemaal te vervoeren.

Dat is de reden waarom er in een aantal grote bedrijven gespecialiseerde functies bijkomen, zoals een ‘vice president of sustainability’ of ‘director of environmental affairs’. Bij bedrijven zoals Ford, Starbucks, DuPont of Airbus staan zij of een top- management-niveau en moeten ze milieugerelateerde maatregelen onderzoeken en doorvoeren - in het gehele bedrijf.

Toyota is een voorbeeld van een bedrijf dat zich in z’n corporate filosofie – en bijhorende communicatie - ter dege bewust is van z’n verantwoordelijkheid inzake het milieu. Een van de leidende principes bij hen is om te streven na”ar zero emissions”.

2. Groen steunt op vertrouwen

Ecologie is een complex verhaal. Het opstellen van de milieubalans van een product of een bedrijf moet rekening houden met talloze zaken : Hoeveel energie wordt er

(3)

verbruikt ? Hoe wordt het verpakt ? Zijn er schadelijke ingrediënten of neven- processen ? Wat met de afvalstoffen ? Recycleerbaarheid ? Kosten van vervoer ? Een leek kan dat niet allemaal doorgronden of controleren.

Die leek moet jou dus kunnen en willen vertrouwen. Hij moet willen aanvaarden wat je zegt. Doe er dus alles aan om dat vertrouwen te winnen... en te verdienen !

Vertrouwen is iets wat je moet verdienen. En dat is verdomd moeilijk.

Een paar voorbeelden :

Het zelfde Toyota van daarnet, kreeg onlangs zwaar de wind van voren.

In de US debatteert het Congres over een maatregel die zou verplichten dat alle auto’s tegen 2020 minstens 35 miles per gallon halen. Dat betekent voor ons een verbruik van zo’n 6,7 L/100m. Iets wat veel wagens in Europa al halen. En zeker iets waar Toyota, met de hybriede al helemaal z’n hand niet voor omdraait.

En toch is Toyota solidair met de grote Amerikaanse autolobby, die voor het Congres pleit dat 35 mpg niét gehaald kan worden tegen 2020 !

Waar Toyota voordien een ijzersterk milieu-imago had krijgen ze nu een stortvloed van negatieve publiciteit op hun dak.

De postmoderne consument van vandaag staat bijzonder cynisch t.o.v. loze beloften.

De transparante consumer generated media is daarin een enorm sterk wapen.

Er staat altijd wel iemand – mét bijhorende blog – klaar om u betrappen als het verhaal niet 100% consequent is.

3. Groen is een evolutie, geen revolutie

Coca Cola kan natuurlijk niet van de ene dag op de andere een ‘groen’ bedrijf worden. Maar er wordt aan gewerkt. Aan de fabrieken, aan de flessen die van lichtere materialen worden gemaakt en aan ambitieuze recycling programma’s.

Voor sommigen gaat het natuurlijk niet snel genoeg. Sommigen zijn echt cynisch.

Maar voor andere consumenten gaat het dan weer allemaal erg snel.

In het algemeen stelt men vast dat het ecologische denken van de consument langzamer gaat dan wat nieuwe ecologische technologieën kùnnen verwezenlijken.

Vergelijk het met de ICT-sector : de revolutionaire vernieuwingen van researchlabs worden slechts in kleine stapjes geabsorbeerd door de markt.

Ook voor een groen discours zal het bredere publiek in kleinere stapjes ‘rijp’ worden.

Voor de consument is groen denken één ding - groen handelen is wat anders – en gedragsveranderingen nemen nu eenmaal veel tijd in beslag.

Vergeet tenslotte niet dat het thema niet alleen erg technisch is, maar tegelijkertijd ook erg emotioneel. Mensen kunnen heel verschillende motivaties hanteren om zich groen te gedragen. Omdat de overheid het verplicht - of zelfs subsidieert. Omdat men wil zorgen voor de kleinkinderen. Omdat men er trots wil op zijn een goed huisvader te zijn. Omdat men het z’n ethische plicht vindt. Omdat de vrienden, collega’s en concurrenten het al doen. Omdat het minder kost – of meer opbrengt.

De Climate Group deelt de doelgroepen zo in :

• Campaigners (27%) – deeply committed, but pessimistic that we can solve the problem, needing to be convinced that solutions are authentic and effective

(4)

• Optimists (17%) – also committed, but up-beat about solving the problem;

motivation is more social.

• Confused (19%) – open-minded and looking for clarity about the issue and what they should do

• Followers (9%) – less sure on the issue, but ready to join in nonetheless

• Unwilling (12%) – accepting of the issue, but not prepared to do anything themselves

• Rejecters (16%) – confidently rejecting of the issue, feeling well informed 28 % moet er allemaal niet te veel van weten. 27 % weet er alles van - Maar zo’n 60

% wil misschien wel. Alleen ... hoé ? !

4. Maak het simpel en tastbaar

Buiten de campaigners - zeg maar de ‘eigen, overtuigde parochie’ - weet 73 % niet echt goed waarover het allemaal gaat. Groen is ook een moeilijk en complex verhaal.

Wat moet ik met een “ecologische voetafdruk” ?! Is “Duurzaamheid” niet gewoon een

‘duur’ woord om te zeggen dat het nu ‘duurder’ is ?

De complexiteit leidt tot verwarring. Verwarring wordt niet opgelost door méér informatie, maar door beter begrijpen.

Communicatie – ook marketingcommunicatie kan helpen.

Als we het over gedragsverandering willen hebben, dan zijn er een aantal regeltjes te respecteren.

Of het nu gaat over niet achter het stuur kruipen als je gedronken hebt – of over milieuvriendelijker consumeren – gedrag verander je door de zaken simpel, konkreet, haalbaar en tastbaar te maken. Dat is een van de succesfactoren van de BOB- campagnes.

Vertaal de voordelen van uw groene aanpak dus in mensentaal, voor het grote publiek. Maak de voordelen duidelijk, hou de tegenstrijdigheden minimaal en de incentive vanzelfsprekend. Communiceer over wat het doet, niet over wat er allemaal zou kunnen. Vertel vooral over de effecten en de voordelen, niet zozeer over hoé we daartoe komen.

Een grappig voorbeeldje van hoe je de voordelen van een hybriede motor even uitlegt. GE ontwikkelt een hybriede diesel-electrische locomotief. Hij ziet er niet echt gestroomlijnd uit, maar hij werkt een beetje volgens het principe van de Prius : energie die vrijkomt bij het afremmen wordt opgeslagen. Een locomotief van 207 ton genereert per jaar genoeg energie om 160 woningen gedurende een jaar van energie te voorzien.

Het is een mooi voorbeeld van hoe je een enorm complexe boodschap eenvoudig kan brengen.

5. Meer is beter dan minder

En vooral : hoe je een positieve boodschap geeft.

Er zijn voldoende ecologische rampscenario’s. Maar als we het gedrag écht willen veranderen (en dat kan bvb. betekenen dat ze òns groen product moeten kopen in plaats van een ander merk) dan werken rampscenario’s even goed als afschuwelijke teksten en foto’s op pakjes sigaretten. Of als verhakkelde mensen op de snelweg.

Anders stonden we al veel verder met Kyoto ! En had Bob bvb. nooit zoveel sukses.

(5)

Ultiem worden mensen, consumenten, gedreven door eigen gewin. What’s in it for me ? Door : “Where ’s the beef” ? Het menselijke ras wil méér beef, niet minder – we willen vooruit, niet achteruit.

Consumenten vandaag willen wààr voor hun geld. Ze willen echte waarde krijgen en willen daarin niet gedicteerd worden. Ze willen zelfstandig kunnen beslissen over wat wél of niet waarde heeft.

Groene marketing scoort zwak op zowat al die criteria : er wordt wél gedicteerd wat goed en slecht voor je is. En veelal gaat groene communicatie over “minder” dan over “meer”. Minder uitstoot van CO2, minder energieverbruik. Minder omgekapte bomen.

Je zou van minder de indruk krijgen dat je maar half zoveel waar krijgt voor je geld...

Als we niet willen dat eco-marketing straks doodloopt in zgn. “eco-fatigue” dan zullen we vooral moeten vertellen over wat er gewonnen wordt, niet zozeer over wat er

“minder verloren” wordt.

Geef bvb. meer kilometer per liter, in plaats van minder liter per 100 km. Seth Godin heeft een leuk idee. Zet op de achterbumper van elke auto een goed zichtbare teller.

Een teller die aangeeft hoeveel km. jouw wagen met een liter benzine kan rijden.

“De mijne kan langer dan den uwe !!”

6. Groen is een dialoog

Als het wat moeilijk ligt is een goed gesprek een goed begin. In een gesprek kunnen de moeilijkste onderwerpen stap voor stap uitgelegd worden, kunnen kritische vragen gesteld en opmerkingen opgevangen worden vooraleer ze verder ontploffen in blogs en negatieve PR.

Iemand die open staat voor een eerlijke dialoog verdient makkelijker vertrouwen.

Een dialoog – of noem het participatie - is cruciaal in postmoderne marketing, voor de postmoderne consument. En groen is een postmodern onderwerp par excellence.

Pusherige marketing is dezer tijden voor geen enkel merk in geen enkele sector nog de juiste weg. Merken die teveel lawaai maken – maar hun belofte niet 100 % waar maken worden genadeloos afgestraft. Dat geldt zeker voor zo’n ‘tricky’ onderwerp als ecologie.

Op het eerste gezicht staan we dus voor een dilemma : wanneer mag je commu- niceren over je groene aanpak ?

Aan de ene kant lijkt het verstandig om er pas over te spreken als je huiswerk klaar is. Als je verhaal “àf” is. Pas dan kan men je verhaal echt gaan geloven.

Maar echt een groen merk te worden, dàt is een lange weg. En zolang je er niets over vertelt weet niemand ervan – en kan men dus denken dat je er niks aan doet.

Het overkwam Apple.

Greenpeace nam een tijd geleden het initiatief om Apple onder druk te zetten met de actie “Green my Apple”. Het publiek werd aangemoedigd om Apple te bombarderen met vragen, klachten en suggesties. Na wat aarzelen reageerde Apple met een open brief van Steve Jobs. Daarin somde hij op wat Apple als bedrijf wél allemaal deed inzake ecologie. Zijn voornaamste conclusie was : “ It’s certainly clear that we failed to communicate the things that we are doing well ! “

(6)

Het is by the way zowat de enige keer dat ik Apple in het defensief heb zien gaan.

En ik denk dat deze reactie ook niet de beste is...

Interessant is hoe Apple’s aartsrivaal Dell de zaak aanpakt.

Dell opende een publiek forum, de “Dell IdeaStorm – where your ideas reign“.

Klanten, gebruikers en het grote publiek in het algemeen, kunnen er suggesties posten op talloze vlakken. Vaak over producten, software en andere technische onderwerpen. Maar ook over accountability en environment.

Dell geeft als het ware toe dat ze nog nergens staan. Dat ze nog veel te leren hebben, maar dat ze wél de beste leerling van de klas willen worden.

Web 2.0 is natuurlijk een schitterende tool voor groene marketing. Het forum van Dell is een mooie manier om input te krijgen.

Maar er komen ook hoe langer hoe meer fora, blogs en gespecialiseerde sites waar tips worden gegeven over hoe de eindconsument zelf zijn gedrag meer ecologisch verantwoord kan maken.

Ik toon er maar een paar van.

Treehugger is waarschijnlijk een van de meest gelezen sites over het onderwerp. Het staat letterlijk bòl van de tips – op alle mogelijke domeinen. Het is dan ook een gedroomd reclameplatform voor groene merken.

Overigens : als u wil leren hoe u uw seksleven groener kan maken, kan u ook bij Treehugger terecht.

Maar je kan als merk zélf ook je eigen site hebben rond het onderwerp – of een deel van je site daaraan wijden. Daar is de site van het Engelse Tesco een goed voor- beeld van. Op hun corporate site is een hoofdstuk gewijd aan “ Greener Living “.

Daarin vind je rubrieken over wat Tesco zelf doet, over wat u kan doen en over wat we sàmen kunnen doen.

7. Betrek de doelgroep.

De tijden zijn veranderd en de genetwerkte consument is kritisch geworden. Eén van de belangrijkste uitgangspunten van “nieuwe marketing” is dat u er alles moet aan doen om uw consument te betrekken. Experience marketing is daar een deel van : van uw merk een beleving maken in plaats van een inert product. Als er één onderwerp behoefte heeft aan zo’n tweewegsrelatie met de consument, dan is het wel Groene Marketing.

Ik gaf eerder al aan dat zo’n 60 % van de bevolking gemotiveerd is om een bijdrage te leveren aan een beter milieu. Alleen weten ze niet hoe.

Merken die hen kunnen helpen, hebben hier dus een grote opportuniteit.

Stel daarom uw merk voor als slechts een onderdeel van een groenere wereld. Er is zoveel meer te doen. Geef aan dat de doelgroep er zélf ook veel kan toe bijdragen.

Vergelijk het met light of gezonde voeding. De tijd van over-the-top beloften dat je van dit of een ander product slank en gezond wordt is (gelukkig) voorbij.

Vaak geven dit soort producten een reeks tips voor een actiever en gezonder leven – los van het merk zelf.

Als uw product een positieve impact heeft op het milieu kan u hetzelfde doen. Maak die tips dan wel concreet : een ellenlange opsomming van wat er allemaal kàn is veel minder relevant dan een aantal beknopte tips waar men concreet wat kan mee doén.

(7)

Geef eventueel, binnen de context van uw sector, de prioriteiten aan : stappen die de grootste positieve impact hebben. Als u uw doelgroep nog wat méér wil betrekken, open dan een forum. Mensen kunnen elkaar tips geven, ervaringen uitwisselen.

Bouw een community rond uw merk.

8. Het is niet alles-of-niets

Een andere manier om uw doelgroep het gevoel te geven actief te kunnen bijdragen is om hen keuze aan te bieden.

Groen hoeft geen alles-of-niets propositie te zijn. Er is altijd wel iets anders groener, het kan altijd nog wel beter. Doen alsof ùw oplossing het absolute eindpunt is, is dus onwaar en een regelrechte uitnodiging om u vooral niét te vertrouwen.

Misschien kan uw product in meerdere versies bestaan : een gewone, een groenere en een nòg groenere versie. U kan met labels werken die de verschillen aangeven (en uitleggen !).

Het aanbieden van keuzemogelijkheden heeft trouwens een aantal andere bijkomende voordelen.

- Vooreerst legt u een deel van de ‘verantwoordelijkheid’ bij de eindgebruiker.

U hanteert wat minder het verwijtende vingertje.

- U hebt daardoor ook de mogelijkheid prijsnuances toe te passen. Een groen product is vaak wat duurder dan de gewone versie. De “groenste” versie is echter het duurst.

- Vervolgens geeft u daarmee aan dat groen een evolutie is. Het is zoals met geheugen- en rekencapaciteit bij computers : het kan altijd wel nog meer.

Door verschillende versies aan te bieden suggereert u een evolutie – suggereert u dat er altijd upgrades kunnen komen.

- Tenslotte kan u in uw product- en prijsbeleid mee-evolueren met het tempo waarin het publiek evolueert in z’n groen denken.

Dit is precies de tactiek van Philips. In het kader van hun ambitie om meer sustain- able te worden, krijgen sommige van hun producten een eigen label. Die producten noemen ze Green Flagships.

Noteer dat Philips niet kiest voor een al te gemakkelijke, al te simplistische benadering. Green Flagship geven aan dat ze betere milieuprestaties bieden dan hun voorgangers of hun dichtste concurrent op het vlak van energieverbruik, verpakking, gevaarlijke stoffen, gewicht, recyclage en afval, en bedrijfszekerheid.

Ook Tesco ontwikkelt een systeem van labelling – maar dan als distributeur. Ze hebben een programma lopen waarin 70.000 producten gaandeweg voorzien worden van een ‘carbon breakdown’.

9. Groen is geen niche meer.

Al de voorgaande voorbeelden geven aan dat Groene Marketing geen spel in een niche meer is.

Dat is, denk ik, slecht nieuws voor kleinere merken die er een sport moeten van maken om de grote jongens aan te vallen met eigen, nieuwe en vernieuwende niches. In niches kunnen challengers zich onderscheiden, net omdat ze zich een beetje ‘opzij’ zetten van de concurrenten. In een niche is het relatief makkelijk om een claim te ‘ownen’.

(8)

Maar Groen is de nichestatus vandaag al ontgroeid ! We zien nu al dat de Grote Jongens volop in het spel zitten.

In de talloze seminars en congressen die er over het onderwerp worden georgani- seerd, lopen de grote companies mekaar voor de voeten om het hoge woord te voeren. Philips en GE, Toyota en BMW, GE, Wal-Mart en Tesco, P&G en Unilever, Apple en Dell ... ze willen zich allemaal een groener imago aanmeten.

En velen daarvan zullen in de toekomst kosten nog moeite sparen om dat ook wààr te maken. Voor kleinere spelers wordt het dus alsmaar moeilijker om zich in al dat groene geweld nog te onderscheiden. Het geweld waarmee de grote spelers hun claims maken en zullen zal overweldigend worden. En de budgetten die ze daarbij kunnen besteden zijn navenant.

10. Wat me uiteindelijk bij de vraag van vanavond brengt : Hype or Reality.

Reality : zeker.

Er zijn letterlijk honderden voorbeelden te vinden van merken die groene initiatieven op de markt loslaten. Of ze allemaal even consequent zijn en of ze allemaal de lakmoesproef van de consument 2.0 kunnen doorstaan – daar ben ik al wat minder zeker van. Maar dat er wat beweegt, zoveel is zeker.

Is het een hype ? Ja, het wordt gehyped.

Ik heb een paar voorbeeldjes mee gebracht.

U kent natuurlijk allemaal Second Life, die andere hype. Met uw digitale alter-ego (uw avatar) kan u zich in gaan vermaken in een virtuele wereld.

Dit jaar werden grote delen van de SL-wereld onder water werd gezet. Het was een soort simulatie van wat er met de reële wereld zou gebeuren als de poolkappen smelten ten gevolge van de opwarming van de aarde. Eerder was er trouwens een wedstrijd om het meest ecologische huis - puur virtueel - te ontwerpen.

Sim City is een buitengewoon populaire offline game waarin je een stad kunt bouwen. Met straten, scholen, parken, kantoren en winkels enz. Het boeiende is dat het een soort business game is : of je stad floreert of wegkwijnt is afhankelijk van parameters. Binnenkort komt er een nieuwe versie : Sim Society.

Vanaf nu gaan er ook ecologische parameters meespelen. Bvb. als je goedkope, maar vervuilende energiecentrales hebt, dan krijg je te maken met hittegolven, droogtes, orkanen en andere aspecten van ‘global warming’.

Ook Hollywood gaat de groene toer op. De laatse Oscar-uitreiking stond helemaal in het teken van groen. Leonardo Di Caprio doet een flinke duit in de zak, met een eigen film (The 11th Hour) – en bijhorende actie over global warming.

En zelfs Fox, de maker van de TV-reeks “24”, heeft het licht gezien. In elke aflevering ontploffen er wel enkele auto, vliegtuigen en helikopters. Ze gebruiken zo’n 20.000 liter brandstof per maand. Voor al die vuurzeeën gaan ze nu bio-ethanol te gebruiken in plaats van gewone bezine.

Da’s allemaal over en voor de goede zaak natuurlijk. De vraag is echter hoe je daarmee omgaat als marketeer... ?

De uitdaging.

(9)

Als u – na alles wat u nu en vandaag hebt gehoord – toch nog zou denken dat groene marketing iets voor u is, dan zijn er twee grote uitdagingen waar u een antwoord moet op vinden.

Vooreerst, als uw verhaal niet 100 % geloofwaardig is, dan zijn de risico’s groter dan de baten. Uw verhaal moet daarom niet 100 % àf zijn, maar uw intenties wél. Zorg ervoor dat wat u doet en zult gaan doen, transparant, duidelijk en konkreet is. En als het even kan : betrek er uw doelgroep erbij zodat ze zelf ook wat kunnen helpen ...

en er zelf ook wat aan hebben, puur voor hun egoïstische zelf.

De tweede grote uitdaging lijkt me nòg moeilijker. Het is niet evident om je te differentiëren in een markt die overspoeld wordt door groene claims. Op zichzelf is het al moeilijk om uw stem laten horen in een speelveld waar iedereen zich plots in wil gaan begeven. Nog moelijker wordt het als veel spelers het spel niet helemaal volgens de regels spelen – en dat is er nu aan het gebeuren.

In de voeding hebben we een periode gehad dat alles light moest zijn. Minder vet, minder suiker. Op geen tijd sprong iedereen mee op de kar en werd het een ongedif- ferentieerd woud, waar zelfs producten met échte, authentieke light-eigenschappen in verloren liepen.

Ondanks dat alles schaar ik me graag achter deze conclusie.

Een groen protocol – wat dus een stuk dieper gaat dan een groen laagje verf op uw merk – wordt een noodzakelijke voorwaarde om gezond te blijven.

Dank u.

Nog enkele interessante referenties :

http://www.sustainablelifemedia.com/events/sustainablebrands07 http://theclimategroup.org/index.php/home/

http://www.treehugger.com/

http://marketinggreen.wordpress.com

Walter Dermul – http://BrandCoach.typepad.com

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De cijfers van Emmen en Den Haag zijn uit de presentatie verwijderd omdat we met deelnemers aan de benchmark hebben afgesproken dat we geen cijfers van individuele gemeenten

Gemeenten moeten zich niet alleen richten op het aanleren van vaardigheden, maar ook op het Gemeenten moeten zich niet alleen richten op het aanleren van vaardigheden, maar ook op

„Je kunt er gewoon uitkomen voor je geloof”, vertelt Nathan, en hij geeft toe dat hij dat elders niet al- tijd durft.. Dat geloven niet voor ‘seuten’ is, bewijzen de dertig

In de presentatie van de twee onderzochte affaires waar Deetman bij betrokken was bleek dat vooral de affaire die zich in het hart van de democratie afspeelde en betrekking had

belangrijkste daarvoor is dat mensen beter gaan denken, een goede instelling krijgen, een goede levensstijl vinden en een betere cultuur (of liever: betere culturen) bouwen. Het

Een aantal personen kan geen vertrouwenspersoon zijn, zoals de bewindvoerder van de beschermde persoon, personen die zelf onder buitengerechtelijke of rechterlijke bescherming

In deze PBLQatie hanteren we een aanpak die is gebaseerd op de samen- hang tussen de burger en zijn digitale vaardigheden, het beleid dat de overheid voert bij het inrichten van

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft TNS NIPO gevraagd onderzoek te doen naar mogelijkheden om a) degenen die wel kunnen maar het niet doen, én