• No results found

Leterme-plus-plus-plus“De regering-Leterme II is een regering van lopende zaken-plus-plus-plus. Ze heeft

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Leterme-plus-plus-plus“De regering-Leterme II is een regering van lopende zaken-plus-plus-plus. Ze heeft"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

De Gravensteengroep publiceerde vorige week weer een nieuw mani- fest in De Morgen en La Libre Bel- gique. De groep bundelt een aantal progressieve Vlaamsgezinde intel- lectuelen die de belgitude die in linkse middens zo welig tiert, weer- werk willen geven.

Herstel van de democratie

In de lijst van ondertekenaars vinden we onder meer namen als filmmaker Jan Verheyen, advocaat Piet van Eeckhaut, de oude communist Jef Turf, Klara-icoon Jean-Pierre Rondas, schrijfster Brigitte Raskin, oud-VTM-journalist Chris Michel, politicoloog Bart Maddens, ABVV-vak- bondsman Karel Gacoms, komiek Dirk Denoyelle, oud-VVB-voorzitter Eric Defoort, Shakespeare-vertaler en gewe- zen Humo-journalist Willy Courteaux en de filosofen Etienne Vermeersch, Tin- neke Beeckman en Ludo Abicht. Best een indrukwekkende lijst en juist daarom kan de Gravensteengroep steevast rekenen op een hoop giftige tegenreacties. Ze worden door nogal wat progressieven beschouwd als nestbevuilers die de Bel- gischgezinde pensée unique in die krin- gen doorbreken. Ook nogal wat oud-dit- en oud-datters. Blijkbaar voelen mensen uit dit milieu zich een stuk vrijer wan- neer ze het actieve leven achter zich heb- ben gelaten.

Landgenoten...

De nieuwe oproep van de groep kreeg als titel: “Landgenoten, nemen jullie het herstel van de democratie ernstig?” Ze is dus gericht aan de Franstaligen en van- daar dat de oproep ook verscheen in La Libre Belgique.

“De regeringsonderhandelingen”, vin- den de Gravensteners, “kunnen alleen tot resultaat leiden als alle partijen het eens zijn over drie onderhandelingsprincipes.”

En wat zijn die drie stenen der wijsheid?

We lijsten ze op voor wie De Morgen (of La Libre) niet leest. “Het eerste prin- cipe is dat van de territorialiteit, die eens en voorgoed erkend moet worden als het unieke politieke fundament van deze staat, zoals dat ook het geval is in de Zwit- serse federatie. Daaruit volgt onmiddel- lijk het principe van de niet-inmenging.

Vlaamse onderhandelaars stellen geen enkele eis ten voordele van Vlamingen die zich in Wallonië vestigen of geves- tigd hebben.

Leterme-plus-plus-plus

“De regering-Leterme II is een regering van lopende zaken-plus-plus-plus. Ze heeft een aangepast voorstel voor een nieuw interprofessioneel akkoord uitgewerkt, ze heeft een nieuwe gouverneur voor de Nati- onale Bank benoemd, ze bereidt de begro- ting voor 2011 voor, ze neemt volop beslis- singen. Het beweegt.” Aldus het opperhoofd der roodhuiden Di Rupo in een interview met De Morgen eind vorige week. In een ander interview (met De Tijd) liet hij duide- lijk verstaan dat de N-VA buiten de bespre- kingen moet worden gehouden over een begroting voor dit en de komende jaren.

Voorzitter Charles Michel van de MR zat in De Morgen op dezelfde lijn: “De N-VA en de sp.a zitten niet in de regering en zullen dus ook niet deelnemen aan de discussies over de begroting. Wat de N-VA wil, kan echt niet.” En daarmee - er is geen enkele aan- wijzing dat cdH en Ecolo op een andere golf- lengte zitten - worden we ten overvloede voor voldongen feiten geplaatst: voor de Franstaligen is Lopende Leterme een vol- waardige regering, of minstens het voor- stadium ervan.

Dat is het resultaat van wat Di Rupo zon- der omwegen verwoordt als: “Il faut lais- ser le temps au temps, we moeten de tijd de tijd geven.” Wat nog eens kort en bon- dig de Franstalige strategie schetst van de voorbije negen maanden: palaveren en pala- veren om een echte staatshervorming de grond in te boren.

Voor de PS en consorten moet de N-VA buigen en bij voorkeur barsten. Daarom is het een goede zaak dat fractieleider Jan Jam- bon in De Zevende Dag nog eens de punt- jes op de i heeft geplaats. Met wat nu op tafel ligt, zal de N-VA nooit akkoord gaan, zo klonk het. “Wij gaan geen regering hel- pen maken die geen structurele hervormin- gen in dit land kan doen.” (Los van de vraag of dat sowieso nog mogelijk is, maar dat even terzijde.)

We kunnen ons een vrij goed beeld vor- men van wat nu op tafel ligt: een nota Vande

Lanotte-min-min-min. De media hebben begin januari de perceptie gecreëerd dat de nota Vande Lanotte - een bijzonder flauw afkooksel van een verregaande staatsher- vorming - door slechts twee partijen op een neen werd onthaald, met name de N-VA en CD&V. Dat de Franstaligen meer omzwach- teld eveneens verzet aantekenden - omdat dat flauw afkooksel voor hen nog veel te ver ging - is door de regimepers nooit echt onder de aandacht gebracht, laat staan dat er nu nog naar verwezen wordt. Zo kan Di Rupo, nog steeds in De Morgen, over de eerste gesprekken onder koninklijk onder- handelaar Wouter Beke onbeschaamd ver- klaren: “CD&V, N-VA en PS bekijken nu samen wat ons bindt en wat ons scheidt.

We praten ook voor de eerste keer over de nota Vande Lanotte, dat is na 5 januari nooit gelukt omdat het klimaat er nog niet rijp voor was.” Waarom zou het klimaat er nu plots wel rijp voor zijn? Omdat de Frans- taligen van CD&V hulp verwachten om de N-VA er af te rijden, en de staatshervorming te herleiden tot het absolute minimum mini- morum. Leterme hebben ze al in hun greep, die ruikt opnieuw de boenwas van de 16 en stelde onlangs klaar en duidelijk (De Tijd, 5 maart): “Ik heb het financieringsluik uit de nota van Johan Vande Lanotte grondig beke- ken. Mijn conclusie was dat met wat voorligt ons land verder kan functioneren.” Jazeker, en als je die nota nog wat extra inkrimpt, is er voor de PS wellicht geen enkele reden dat Leterme zelf niet kan blijven functione- ren. Men vangt nog altijd meer vliegen met stroop dan met azijn.

We moeten hier even herinneren aan de fameuze uitspraak van Wouter Beke in Ter- zake (18 februari): “Mijn partij zal niet in een regering stappen zonder de N-VA, ten- zij die zelf niet tot een federale regering wil toetreden.” De N-VA heeft de deadline voor dat laatste intussen bepaald op eind april. Dus de dag nadert dat Beke in deze of gene richting de Rubicon moet overste- ken, of toch minstens het kanaal van Ieper-

lee. Trouwens, ook Open VLD zal kleur moeten bekennen: willen de liberalen deel blijven uitmaken van een regering waarin de PS bijzonder zwaar doorweegt, of trek- ken ze - onverwacht en onverhoopt - toch voor één keer de Vlaamse kaart? De reac- tie van Open VLD’ster Gwendolyn Rutten in De Zevende Dag was niet erg hoopge- vend: de N-VA moet de zwarte piet maar voor zichzelf houden, en de anderen geen keuze opdringen. En er moet nu eindelijk

“over sociaal-economische thema’s wor- den gepraat”. En zo draaien we in kringe- tjes rond, want zonder ingrijpende staats- hervorming blijven we in de huidige impasse steken, en hadden Alexander De Croo en consorten trouwens de regering niet doen vallen over BHV?

Gastcommentator Yves Desmet - het geweten van Vlaanderen - zag in De Zevende Dag twee mogelijkheden: een tripartite of toch verkiezingen. Maar de Franstalige par- tijen (met Di Rupo en Michel op kop) heb- ben al duidelijk gesteld dat ze in het par- lement geen meerderheid zullen helpen leveren om Kamer en Senaat te ontbinden.

Ook Leterme (De Tijd) ziet het gevaar voor zijn carrièreplanning: “Ik ben tegen nieuwe verkiezingen. Daarom heb ik opgeroepen tot verantwoordelijkheidszin.” Ook de anderen (de N-VA incluis) zijn niet gebrand op een vervroegde stembusgang.

Wordt het dan een tripartite, het mooiste geschenk dat men “de caractériels” cadeau zou kunnen doen? Een tripartite die overi- gens aan Vlaamse zijde geen meerderheid heeft als men niet ook de groenen mee- neemt? Eén ding is duidelijk: de PS neemt de hele Wetstraat meer en meer in een wurggreep. De verantwoordelijkheid voor de aanslepende crisis ligt bezuiden de taal- grens. Meer dan ooit wordt daar met uw en onze welvaart gespeeld, en meer dan ooit dringt de tijd dat daar paal en perk aan wordt gesteld.

Lees verder op blz 2

Deze week 4 blz. extra

Het VNJ op

de praatstoel

blz.5

Deze week :

• Briefje aan…Leo Tindemans 3

• Vraaggesprek met Elke Serpieters, VNJ 5

• Gesprekken met Rudi van der Paal 6

• Daar hebben we de hoofddoek weer 7

• Nederlandstalig onderwijs geviseerd 8

• Brasser: tijdloze humor 11

Plankzeil als de bliksem naar www.pallieterke.info

66

ste

jaargang • nummer 11 • woensdag 16 maart 2011 1,90 euro

(2)

De dingen dezer dagen 2

16 maart 2011

Werk en discriminatie

Uit de smalle beursstraat

Wie de voorbije maanden de kranten opensloeg en de artikels las over problemen bij aanwervingen kon bijna enkel besluiten dat Vlaanderen kampioen is in het discrimi- neren van vreemdelingen op de arbeidsmarkt. In de herfst van 2010 was er de VRT- reportage in Volt waaruit bleek dat verschillende uitzendbedrijven de vraag krijgen van ondernemingen om geen allochtonen door te sturen om hun vacatures in te vullen.

Een undercoverreportage met een verborgen camera moest aantonen dat uitzend- bedrijven naarstig meewerkten aan die discriminatie. En vorige week was er dan het verhaal van een Vlaamse moslima wiens contract bij Hema niet verlengd werd omdat ze weigerde tijdens haar werk haar hoofddoek af te doen.

In beide gevallen schreeuwde het CGKR (Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding) van grootinquisiteur Jozef De Witte moord en brand: het bewijs was geleverd dat bedrijven geen allochtonen willen en dat discriminatie eigen is aan de Vlaamse arbeidsmarkt.

Zoals zo vaak neemt De Witte hier een loopje met de waarheid. Ten eerste gaat het Hema-verhaal helemaal niet over discriminatie. De werkneemster in kwestie is zelfs geen allochtoon maar een tot de islam bekeerde Vlaamse. Het gaat hier gewoon om een werkgever die ten allen tijde het recht heeft om aan zijn personeel kledijvoor- schriften voor te leggen. Het Centrum gaat hier niet mee akkoord en stelt dat het dragen van een hoofddoek geen wezenlijk onderdeel uitmaakt van de functie en dat het dragen ervan geen reden kan zijn voor het niet in dienst nemen of ontslaan van een werknemer. Het standpunt van het Centrum wordt tegengesproken door verschillende specialisten arbeidsrecht, maar daar heeft de heer De Witte geen oren naar.

Hetzelfde geldt voor de VRT-reportage van vorig najaar. Afgezien van de vraag of hier geen sprake is van uitlokking (uitzendbedrijven expliciet vragen geen allochtonen door te sturen) is de VRT hier zwaar in de fout gegaan. Bij één van de uitzendbedrijven was er geen sprake van discriminatie maar de passages werden zo na elkaar gemon- teerd dat men toch de indruk kreeg dat de uitzendconsulent daaraan wou meewerken.

Sinds de fratsen van Robin Raymaekers die een andere geluidsband bij een film mon- teerde om de indruk te wekken dat hij in Haïti beschoten werd, weten we dat we de VRT-reportages met een serieuze emmer zout moeten nemen.

Met de deels getrukeerde reportage over zogenaamd discriminerende uitzend- bedrijven was het hek natuurlijk van de dam en sindsdien voert Jozef De Witte een strijd tegen al wie allochtonen op de arbeidsmarkt discrimineert. Hij verklaart in interviews dat de grote interimkantoren daaraan meewerken maar kan geen concrete bewijzen op tafel leggen. Voor hem blijft discriminatie de eerste en enige reden waarom vreem- delingen niet aan een job geraken. De racistische Vlaamse bedrijven willen die men- sen niet, fulmineert hij.

Dit is echter een flagrante leugen. Onderzoek heeft aangetoond dat de lage werk- gelegenheidsgraad bij allochtonen (38% in Vlaanderen, 58% in Europa) andere oor- zaken heeft dan discriminatie. De eerste oorzaak is het gebrek aan opleiding en talen- kennis. De situatie is het schrijnendst in Brussel waar 95 procent van de werklozen geen Nederlands kan. Een groot probleem blijven de lage slaagkansen van alloch- tonen op school en de vroegtijdige uitval. 40 procent van de allochtone schoolverla- ters is laaggeschoold, en 25 procent maakt zijn opleiding niet af. Dat is niet het gevolg van zogenaamde racisme op school, zoals sommigen beweren. Het is het gevolg van een structureel spijbelgedrag. Het gebrek aan opleiding kan natuurlijk later nog altijd worden bijgestuurd. Maar de praktijk leert dat vreemdelingen liever een cursus koranleer volgen dan een opleiding voor pakweg fietshersteller.

Tweede reden waarom allochtonen moeilijk een job vinden is een gebrek aan netwerk. Ze blijven binnen de eigen gemeenschap en kennen amper mensen die hen aan werk kunnen helpen. Ook de attitude (op tijd op het werk komen) is een probleem.

Dat is niet eigen aan vreemdelingen, maar wel aan laaggeschoolden en de allochtonen zijn in die groep oververtegenwoordigd.

Daarnaast mogen we ook niet vergeten dat allochtonen net als andere zogenaamde kansengroepen (55+, jongeren,...) moeilijker aan een job geraken door de slechte werking van de arbeidsmarkt. De insiders (degenen die reeds aan het werk zijn) worden in dit land zeer goed beschermd, de outsiders (de werkzoekenden) hebben het zeer moeilijk om door te stromen naar werk. Dat heeft onder andere te maken met de rigide ontslagregeling, iets waar de vakbonden -officieel overigens voorstander van meer allochtonen op de werkvloer- niets aan willen doen. Als mensen van vreemde afkomst niet aan een job geraken, dan is dat dus ook voor een deel de schuld van de zelfverklaarde multiculturele vakbonden.

Angélique VAnderstrAeten

Geen woorden maar daden!

Sluit aan bij het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be

adv58x45pallieter 05-01-2006 14:03

Geen woorden maar daden!

Sluit aan bij het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be

adv58x45pallieter 05-01-2006 14:03

Word lid van het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

vervolg van blz.1

Franstalige onderhandelaars stellen geen enkele eis ten voordele van de Franstali- gen die zich in Vlaanderen vestigen of geves- tigd hebben. Deze twee uitspraken vormen samen een perfect egalitair en rechtvaar- dig geheel. Niemand doet hier een ‘toege- ving’.”

Het belang van dat tweede beginsel wordt geïllustreerd door een verwijzing naar de strikte taalpolitiek in Québec. Ze halen een passage uit de Loi 101 van die deelstaat en vervangen ‘Québécois’ door ‘Vlaming’ en

‘langue française’ door ‘Nederlands’. In de hoop wellicht dat Franstalig België het beter zou begrijpen.

“Het derde principe, het gelijkheidsbegin- sel, moet onverkort op de Brusselse situa- tie worden toegepast. Welke positie Brussel in een toekomstige Belgische ‘confederatie’

of ‘unie’ ook wordt toegekend, ze moet in ieder geval berusten op de ondubbelzinnige en actieve invulling van het gelijkheidsbegin- sel. Dat betekent dat Brussel als hoofdstad van Europa, als stadsgewest in België en als ankerpunt van de Vlaamse en de Waalse economie een duidelijk en in de dage- lijkse praktijk herkenbaar tweetalig statuut behoudt. Dat betekent verder dat zowel de Nederlandse als de Franse cultuur er actief gesteund moeten worden. Dat betekent ten slotte dat cultuur, onderwijs, gezondheids- zorg en andere persoonsgebonden aspecten van het maatschappelijke leven geen exclu- sieve Brusselse bevoegdheden kunnen zijn.

Als Brussel de hoofdstad van de Belgische staat wil zijn, moet het zich schikken naar de democratische en solidaire principes van een Belgische confederatie of unie. Zo niet, dan is er sprake van Brussels separatisme.”

De Gravensteengroep vraagt dat alle par- tijen, boven of onder de taalgrens, zouden laten weten of ze met die uitgangspunten akkoord kunnen gaan of niet.

Blokkeringen opzeggen

De oproep sluit af als volgt: “Indien nu zou blijken dat de Franstalige partijen de drie democratische onderhandelingsprinci- pes niet kunnen of willen onderschrijven, meent de Gravensteengroep dat de Vlaamse Parlementsleden de institutionele blokke- ringsmechanismen, besloten in de Belgische

Herstel van de democratie

grondwet, eenzijdig moeten opzeggen als signaal dat ze het herstel van de parlemen- taire democratie in België ernstig nemen.”

We willen onze lezers zeker laten genie- ten van enkele lezersreacties op het forum van De Morgen. Die zijn overigens allerminst allemaal negatief, maar sommige lezers wen- sen helemaal niet mee te gaan in de gedach- tegang van de Gravensteners.

Ene Patrick Van Hecke slaat de angst om het hart: “En dan is er nog die laatste para- graaf. Die dwingende toon, dat is burger- oorlogstaal.” Marc Anthonissen moet er eens mee lachen: “Ik neem het behoud van onze democratie ernstig. De gedachten- gang van het Gravensteengroepje daaren- tegen...” Stefaan Noppen pleit op een origi- nele manier voor het imperialisme: “Overal in de wereld en de geschiedenis van de mensheid waar grenzen als heilig werden beschouwd, werden democratische princi- pes vroeg of laat overboord gegooid en met de voeten betreden.” Winny Goosen is dan weer tegen imperialisme, althans wat zij er onder verstaat: “En indien de partijen niet akkoord gaan? Is dit een dreigement? Vlaams imperialisme op federaal niveau!”

Ook het woord Joegoeslavië valt, uiter- aard. Iemand anders heeft het over een

“muffe bedoening”. “Een beetje simplistisch”, vindt weer een andere. Zo kunnen we nog even doorgaan. Blijkbaar zijn die drie begin- selen dus zelfs in Vlaanderen geen gemeen- goed. Van de Franstalige zijde zwijgen we al

helemaal. J.K.

Zuivere toevalligheden

Om een of andere onduidelijke reden, beschikt ontslagnemend minister van Financiën Didier Reynders over een potje van één miljoen uit de kas van de Nationale Loterij. Jaarlijks. Hij mag dat als een soort

“subsidie” vrijelijk uitdelen.

Doet hij dus ook. Reynders is, zo- als Leterme, topfan van voetbalclub Standard. En dus, heeft Theo Francken van N-VA uitgezocht, kreeg Standard al e 750.000 toegestopt. Dat is nog altijd een pak meer dan het riante extraatje van zo’n e 500.000 voor basketbalclub Oost- ende uit hetzelfde “potje”. De sterke man van Oostende heet Johan Vande Lanotte.

Kwatongen à la Theo Francken durven zowaar spreken over het financieel bedie- nen “à la belge” van elkaars hobby door een huidige en een ex-excellentie. Dààr doen wij niet aan mee! Iedereen weet toch dat hier over “zuivere toevalligheden” dient gespro- ken. Met de klemtoon op “zuivere”.

“geZonde” akkoorden

De modelstaat België heeft “gezonde akkoorden” met liefst 35 landen om veroor- deelde criminelen hun celstraf in hun vader- land te laten uitzitten.

Ook met Marokko, Turkije en andere niet-EU-landen bestaan die akkoorden. De

blijde mare werd met veel klaroengeschal en tromgeroffel aangekondigd door toen- malig premier Guy De Onvergetelijke anno 2005. Sindsdien werden er, precies geteld, 96 criminelen naar een cel in de eigen bio- toop overgebracht. 57 met akkoord en 39 zeer tegen hun zin. In die laatste categorie zaten enkel Roemenen, Bulgaren, Fransen en... Nederlanders.

Dus, niemand uit een niet-EU-land.

Maar, het kan natuurlijk zijn dat er onder de om en bij 5.000 vreemdelingen die voor constante overbevolking in onze gevange- nissen zorgen, geen enkele crimineel uit een niet-EU-land te vinden is. Zelfs niet met een vergrootglas.

recordprijs brandstof

Met maximaal e 1,443 voor een liter diesel en e 1,624 voor een liter benzine bereikten de brandstofprijzen vorige week een recordhoogte. Sommige economen zijn van mening dat dergelijke hoge prijzen een opportuniteit zijn voor de Belgische schat- kist.

Het aftoppen van de prijzen via het zoge- naamde ‘omgekeerde cliquetsysteem’ vin- den zij “kortzichtig”. Intussen vloeit veertig tot zestig procent van de prijs aan de pomp naar de staatskas en betalen de modale tweeverdieners in Vlaanderen zowat de hoogste belastingen ter wereld. Zij die het

land rechthouden, worden door de Belgi- sche staat het zwaarst belast. Dát vinden wij pas kortzichtig.

vergeetachtige liberalen Begrotingsminister Guy Vanhengel (Open Vld) was pleitbezorger voor het verlagen van de accijnzen op diesel en benzine.

Natuurlijk zijn wij daar heftig voorstan- der van. Maar terwijl de Vlaamse liberalen zich maar wat graag voorstander tonen van lagere belastingen, lijken zij gemakshalve te vergeten dat zij de voorbije tien jaar mede- verantwoordelijk zijn geweest voor de toren- hoge lasten in dit land. De ‘belastingverla- gingen’ onder Guy Verhofstadt waren niets meer dan schaamteloze vestzak-broekzak- operaties. Probeert men bij de brandstof- prijzen opnieuw die truc toe te passen? Let op uw portemonnee!

sos dehaene

Heeft er iemand een boterham voor Jean- Luc Dehaene? De arme man is immers een paar mandaten kwijtgespeeld.

Niet omdat hij vond dat al zijn jobs moei- lijk te combineren waren, maar omdat hij de leeftijdsgrens van 70 jaar bereikte en daar- door bij enkele ondernemingen automatisch niet meer in aanmerking komt als bestuur- der. Gelukkig heeft de voormalige premier van dit onzalige land nog bestuursmanda- ten bij Dexia (e 88.000 per jaar) en bij bio- farmabedrijf Thrombogenics (e 28.000).

O ja: in zijn vrije tijd zetelt Dehaene ook nog in het Europees Parlement, waar hij amper aanwezig is, maar waarvoor hij jaarlijks wél een vergoeding van e 134.000 opstrijkt.

Alles samen toch een appeltje voor de dorst ten bedrage van... e 250.000.

(3)

3

De dingen dezer dagen

16 maart 2011

Aan Leo Tindemans In de ether

Brussel

Brief aan ...

Gij Verbaasde,

Omdat gij binnenkort 89 wordt, vond het Nationaal Instituut voor de Radio- omroep (NIR, de voorganger van BRT en VRT) het de moeite waard om u nog eens voor de microfoon te halen. Wij waren toevallig met de wagen de baan op, en hoorden op de radio rond de middag een zekere mevrouw Joos aankondigen dat ze ging praten met een grijze en wijze oud- premier van België. Als wij ons niet vergis- sen, dan speelde mevrouw Joos ook een rolletje in het tricolore circus dat radio 1 (‘Kwesties’) onlangs op het getouw zette rond de bedreigde Belgische identiteit, maar dat zal wel zuiver toeval zijn.

En als wij verwijzen naar het NIR, dan is dat omdat gij in de loop van het gesprek verwees naar Paul Van Zeeland, die in 1936 een regering formeerde, maar zich in latere tijden tevreden stelde met het minister- schap van Buitenlandse Zaken. Voorwaar een onbaatzuchtig man zoals ze die van- daag de dag niet meer maken, en boven- dien liet ge niet na tot twee keer toe eraan te herinneren dat ge zelf na uw premier- schap ook nog minister van Buitenlandse Zaken waart geweest, en “dat was toch wel echt een categorie apart die functie”.

Waar zijn de tijden van weleer, was duide- lijk de ondertoon. En wat was er gewor- den van de Tindemans van weleer?

Want het vergde aardig wat inlevingsver- mogen om het warrige gesprek te volgen, en eerlijk gezegd menen wij dat het NIR - met alle respect voor uw grijze haren - u beter de verplaatsing naar de Reyerslaan had bespaard. Wellicht zal mevrouw Joos dat na afloop van het interview ook wel gedacht hebben, maar niets mag het heil van de natie in de weg staan en het zoe- ken naar een uitweg uit het moeras waarin wij door de schuld van de N-VA collectief dreigen te verzinken.

Vandaar dat gij verzocht werdt uw her- sens te pijnigen en goede raad te geven aan de politieke klasse die vandaag de dag de vlag uit het venster steekt.

Zo vernamen wij dat gij onlangs de memoires hadt gelezen van André Moli- tor, de gewezen kabinetchef van de gewe- zen koning Boudewijn, en dat die er prat op ging “de periode te hebben gekend dat de partijleiders nog echt met elkaar konden spreken”. Dat wil zeggen: niet alleen aan de onderhandelingstafel, maar ook gewoon om eens met elkaar thee te gaan drinken, jawel, ongedwongen en ongebonden, iets dat volgens u nu onmogelijk is geworden.

Waarom? Omdat er veel te veel camera’s en microfoons rond de 16 dwalen, dat de onderhandelaars al op de stoep meedelen

wat ze binnen gaan vertellen, en dan was er nog iets heel vreemds met twitter of zo, enfin, het zou in uw tijd niet waar geweest zijn, gij zoudt die heren en dames zonder pardon aan de deur hebben gezet, aldus de Leo Tindemans die in 1978 perfect zijn moment uitkoos om voor de camera’s in het parlement het Egmontpact op te bla- zen, en af te kondigen dat hij stante pede de tribune verliet om naar het koninklijk paleis te trekken en daar het ontslag van de rege- ring aan te bieden. Nochtans zat de junta van de partijvoorzitters toen ook heelder dagen samen thee te drinken, onder het monkelend oog van die immer goedlachse en alom geliefde André Cools.

Maar mevrouw Joos versaagde niet, en wou graag weten wat u heden ten dage dacht van uw partij. Of ze niet danig veran- derd was. Of er nog wel land mee te bezei- len was. En gij zuchtigde: “Ja, mijn partij, de naam is veranderd, de doctrine is veran- derd, een nieuwe generatie is aangetreden die dacht dat het allemaal anders moest.”

Maar plots toch een moment van luciditeit.

“Het treft mij wel dat ze nu wat tactiek betreft veel overneemt van vroeger. Dat is de methode waarop men terugvalt als men door de koning wordt aangesteld.”

Graag hadden wij over dat inzicht wel wat meer uitleg gekregen, maar het inter- view ging plots de richting uit van Franse filosofen die gij zeer bewonderde, al spits- ten wij nog even onze oren toen wij u hoorden verklaren: “Eigenlijk moet er geen meerderheidsregering zijn. In Scandina- vië heeft men herhaaldelijk regeringen die een minderheid hebben in het parlement, die dan over hun voorstellen laten stem- men en die eventueel aanpassen tot er een meerderheid voor is.” En gij bezwoer mevrouw Joos dat ze van die uitspraak zeker geen misbruik mocht maken, het was trouwens de eerste keer sinds lang dat gij nog tot een interview hadt beslist, en gij herhaalde uw afkeer van microfoons en camera’s. Niet goed voor om het even welk overleg.

Beste Leo Tindemans, wij hebben dank- zij de moderne communicatiemiddelen het gesprek nog eens herbeluisterd via de web- stek van het NIR. Met een zekere melan- cholie en - toegegeven - ook met de nodige meewarigheid. Maar toch bedankt voor dat zinnetje dat CD&V - als het erop aan- komt - teruggrijpt naar de methoden van de CVP. Of zoals wij dat in onze kolommen wel eens meer zeggen: eens tsjeef, altijd tsjeef! (Gaat dat misschien België redden, mevrouw Joos?)

“Verraad”, de term klonk lang geleden regelmatig tijdens donderpreken op de IJzerbedevaart. Hij gold vooral de systeempartijen die de Vlaamse belangen slecht behartigden: “CVP’ers, farizeeërs!” Ook de Egmont-onderhandelaars werden in brede kring van “verraad” beschuldigd.

Verraad

Maar dat is alweer 32 jaar geleden. Van- daag klinkt dat woord veel te serieus, ook flaminganten zijn niet immuun voor de tijds- geest. Het wordt vooral ironisch gebruikt, als in Bart de Wevers devies: “Van verraad tot verraad gaan we naar een Vlaamse staat.”

Mogelijk is er nog ergens een oud-strijder die in een lezersbrief zijn machteloze woede uit over het “verraad” van de gesubsidieerde cul- tuursector. Het is te hopen voor die salon- jonkers, want anders is hun geweeklaag dat zij warempel “verraders” en “slechte Vlamin- gen” genoemd worden, een zoveelste leugen.

Het is een van de merkwaardigste cultuur- verschijnselen van deze tijd dat regimeknech- ten die alle voordelen van hun gedienstigheid genieten, zich tegelijk als rebels willen voor- doen. Die waardering voor de rebellenstatus heeft iets met mei ‘68 te maken. Een echte rebel komt in opstand tegen de machtheb- bers, en dat gold globaal wel voor de oproer- lingen van toen, maar de neprebellen van vandaag schreeuwen vooral tegen de under- dog, in België dus tegen Vlaanderen. Een ori- ginele neprebel zou daarbij tenminste zijn eigen vlag ontwerpen, maar deze neprebel- len weten niets beters dan met de vlag van de tegenstander te zwaaien. Vandaar de nieuwe Belgiëliefde bij kunstenaars die tot voor kort even weinig benul hadden van een Belgische identiteit als van een Vlaamse (beide liggen immers even ver van hun navel). In plaats van een nieuwe lijn uit te zetten, kunnen ze niets beters bedenken dan met de tegenpartij te collaboreren.

Er had binnen Vlaanderen zoiets als een

“loyale oppositie” tegen de ingebeelde fla- mingantische overmacht kunnen bestaan, maar de Vlaanderenhaters verkiezen de weg van de overloop naar de vijand. Wat zouden zij graag door aan aftandse flamingant “ver- rader” genoemd worden, hoe trots zouden ze die badge dragen.

De echte verraders

Maar niet iedereen heeft de eer om verra- der te kúnnen zijn. Olivier Maingain of Joëlle Milquet zijn geen verraders aan de Vlaamse zaak, zij hebben daaraan immers nooit trouw gezworen.

Ook de culturele profiteurs die op de Vlaamse hand spuwen die hen voedt, heb- ben nooit een valse indruk van toewijding aan de Vlaamse zaak gewekt. Een echte ver- rader was bijvoorbeeld Bert Anciaux, ooit voorzitter van een Vlaams-nationale partij, die in diverse bestuursfuncties geen moeite

spaarde om de Vlaamse zaak schade toe te brengen. Nog zo iemand was Patrick Dewael, die zijn functie als hoofd van de Vlaamse rege- ring (te danken aan Jean-Luc Dehaene, die aan ruwaard Luc Vandenbrande verbood om zijn succesvol Vlaams bestuur voort te zet- ten) alleen gebruikt heeft om Vlaanderen alle zelfrespect te ontzeggen. Eeuwige schande is hun deel. In de oorlog zijn verraders het mikpunt bij uitstek van haat en wraak. Vij- andige strijders doen slechts hun plicht en worden met een zeker respect bejegend, maar voor verraders uit eigen rang is er geen genade. Mocht de Vlaamse beweging zo fana- tiek en zo gevaarlijk zijn als de zelfbenoemde

“slechte Vlamingen” beweren, dan zouden zijzelf allang vermoord zijn. Maar zij geloven hun eigen grootspraak duidelijk niet.

Overlopers

Koketteren met het verradersstatuut is erg eigentijds maar niet helemaal zonder voorgaande. Denk bijvoorbeeld aan Ram- lah, de dochter van Abi Sufyân, de hoofdman van Mekka die zijn volk en tradities tegen de agressieve sekte van een zekere Mohammed verdedigde. Gebruik makend van de vrijheid die Arabische vrouwen toen nog genoten, trouwde zij tegen zijn zin met een volgeling van Mohammed. Toen haar man zich tot het christendom bekeerde, scheidde zij van hem en trad ze toe tot Mohammeds harem. Van al de vrouwen van de profeet kreeg Ramlah de hoogste bruidsprijs, want een grotere tro- fee was nauwelijks denkbaar: de dochter van je hoofdvijand die gewillig naar je eigen kamp overloopt.

Mohammed zelf was een overloper en zelfverklaard verrader. Toen hij in Mekka weinig succes ondervond, stuurde hij een delegatie naar Ethiopië in de hoop om de Negus van Ethiopië warm te maken voor een invasie in Arabië om daar Mohammeds eigen vijanden uit de weg ruimen. De Mek- kanen herinnerden zich een eerdere Ethi- opische invasie en beschouwden Moham- med daarom als een collaborateur met hun erfvijand. Zoals D.S. Margoliouth een eeuw geleden reeds aantoonde, ligt daarin de oor- sprong van de term moslim. Propagandisten verbinden die term met het woord salâm,

“vrede”, en dat klopt, maar op een andere manier dan zij voorhouden. Een moslim is iemand die zich overgeeft aan, of zogezegd

“vrede sluit” met de vijand, terwijl de strijd nog bezig is. Hij laat zijn medestrijders in de steek en loopt naar de vijand over.

Mohammed aanvaardde deze weinig lovende omschrijving om er een geuzen- naam van te maken: hij was de “verrader”

van het heidense kamp, die zich “overgaf”

aan God en het met Hem op een akkoordje gooide om samen de heidenen te bestrij- den. Zo stellen ook de Vlamingen die zich tegen Vlaanderen keren, zichzelf graag voor als overlopers naar een Hogere Zaak die in Haar dienst het Vlaamse kwaad bestrijden.

Koenraad elst

Uyttendaele op de praatstoel

“De N-VA is een monster van Franken- stein, gecreëerd door de Franstaligen.” Aan het woord is de bekende advocaat Marc Uyttendale, ook wel bekend als mijnheer Onkelinx, al heeft hij naar eigen zeggen een hekel aan die aanspreektitel. In een inter- view met De Tijd gaat zijn gedachtegang verschillende kanten uit. Aan de ene kant vindt hij nationalisme verwerpelijk, de plaag van de 20e eeuw die de grootste ramp- spoed heeft veroorzaakt. En je vindt in de N-VA volgens Uyttendaele zowel het erg- ste van extreem-rechts als perfect eerbare mensen. Een verhouding tussen de twee segmenten geeft hij niet. Moeten we blijk- baar maar zelf zien te weten te komen.

Franstalige arrogantie

Maar kijk, de huisadvocaat laakt ook “de Franstalige arrogantie”. Het drama van de politiek van de voorbije 15 jaar is volgens hem dat de Franstalige partijen zich con- stant op dezelfde lijn hebben gezet als de meest extremistische partij, het FDF.

“Men reageerde autistisch op een bood-

schap die steeds luider klonk aan de andere kant van de taalgrens. In 2005 en 2007 hadden we belangrijke communautaire akkoorden kunnen sluiten, maar de Frans- talige partijen hebben die kansen gemist.

De Franstalige arrogantie heeft me diep bedroefd. Een minderheid die zegt: ‘On est demandeur de rien’, is een aanfluiting van de democratie.”

ridicUUl

Uyttendaele, product van ‘le gauche caviar’, doet nog een andere opmerkelijke uitspraak. “Ik ben een constitutionalist en wat Brussel-Halle-Vilvoorde betreft, is het duidelijk dat de Franstaligen niets te zoeken hebben in Vlaams-Brabant. Dat heeft niets met politiek te maken, dat is louter grond- wettelijk recht.” Franstalige bibliotheken willen neerpoten in de faciliteitengemeen- ten om een Franstalige minderheid te die- nen noemt Uyttendaele ridicuul.

andere kant van de medaille De huisadvocaat van de Franstalige Gemeenschap, het Waals Gewest, van een

hele lijst Waalse gemeenten en van het gros van de PS-kabinetten, heeft natuurlijk ook wel andere dingen te vertellen.

Over het onbegrip voor de enorme weg die de PS heeft afgelegd om nu wel een staatshervorming mogelijk te maken. Over de N-VA en CD&V die volgens hem con- stant de spelregels veranderen.

Over het Vlaamse complot dat er vol- gens veel Franstaligen bestond om Koekel- berg te wippen bij de federale politie, en bij andere functies: “Ik stel vast dat nog maar weinig Franstaligen een hoge func- tie bekleden in ons staatsapparaat. Kijk maar naar de legertop, die kleurt helemaal Vlaams.” En die arme Koekelberg was niet alleen een van zijn cliënten maar ook het slachtoffer van een vuige lastercampagne.

En wat al de PS-schandalen van de voorbije (en komende) jaren betreft: dat is volledig opgekuist. We staan volgens hem lichtjaren verwijderd van de oude PS.

persoonlijke noot

Ook de uitgelekte mail van enkele jaren geleden waarin Uyttendaele lobbyde om

zovel mogelijk opdrachten via PS-kabinetten binnen te rijven, is volgens de man zelf “ver- leden tijd”. Hij wordt immers geconsulteerd door alle overheidsinstanties en alle partijen.

Dat heeft te maken met het feit dat er niet zoveel specialisten publiekrecht rond- lopen in Franstalig België, en niet door zijn huwelijk met Laurette Onkelinx. We zouden zeggen: schrappen wat niet past. Overigens vindt hij het een schande dat de Vlamingen niet meer geld in Brussel willen pompen.

En natuurlijk, als er nu verkiezingen komen, o wee de N-VA: dan gaat het over de boedelscheiding, en is het afgelopen met de sacrosancte solidariteit. Een interview met veel weerhaken dus, als krijgt het beeld van Uyttendaele toch enkele onverwachte nuan- ces.

Maar we willen er hem tot slot even aan herinneren dat mevrouw Uyttendaele ooit nog in Linkebeek een van die ridicule Frans- talige bibliotheken is gaan inhuldigen. En Vlaamse tegenbetogers werden daarbij door de politie hardhandig aangepakt. Het moet ook weer allemaal niet té genuanceerd wor- den voorgesteld.

(4)

De dingen dezer dagen 4

16 maart 2011

Roddels uit de Wetstraat

naam Layouter PAL 00 Restaurants blz. 00

Hotels en restaurants waar Vlamingen thuis zijn

Lentekriebels ?

HOTEL DIE PRINCE

zal u verwennen?

Albert I-Wandeling 41-42 - OOSTENDE Tel. 059-70 65 07

Achouffe 19 - 6666 Houffalize De keuken is enkel open voor hotelgasten Te bereiken via Namen, Marche, Laroche richting Houffalize (afslag Nadrin) of via Luik

Tel. 061-28 81 82 - Fax 061-28 90 82 (Wij zijn Nederlandstalig-!)

Verliefd op de natuur-?

Kom ze eens proeven te Achouffe-!

HOTEL

“De tuin van Eden in Boechout”

Boechoutselei - 2530 Boechout-03/ 455 23 56 www.dejongstetelg.be

“The King’s Life”

Toch slaat hij er zich door, al lukt het hem niet helemaal zijn gestotter te verbergen.

Klein, mager en onopvallend ziet hij er heel wat minder koninklijk uit dan zijn alter ego Colin Firth in “The King’s Speech”. De echte koning is daarenboven zo’n twintig centime- ter kleiner dan de onlangs met een Oscar beloonde acteur.

De Hakkelaar

George wordt geboren op 14 december 1896 - overgrootmoeder Victoria zit dan nog altijd op de troon en loopt al 45 jaar in rouwkledij. Hij is de tweede van vijf zonen en één dochter van prins George (later koning George de Vijfde) en prinses Mary (later koningin Mary). Zijn geboortedag is tevens de verjaardag van de sterfdag van zijn over- grootvader, prins Albert, neef van koning Leopold I. Daarom krijgt de nieuwste spruit de naam van Albert. Al zijn vrienden en ken- nissen noemen hem zijn hele leven Bertie.

Zijn opvoeding is streng en soms gevoel- loos; zeker nadat zijn vader in 1910 de troon bestijgt. George V geeft toe dat hij niet in staat is zijn gevoelens onder woorden te brengen. Tweede zoon Bertie is al heel jong een onverbeterlijke stotteraar en dat maakt hem nog schuwer dan hij al is. Hij volgt de Britse koninklijke traditie en wordt officier bij de Navy. Hij maakt zelfs de enige grote zeeslag uit de Eerste Wereldoorlog mee. Na de oorlog vertegenwoordigt hij zijn vader bij plechtigheden in fabrieken, koolmijnen en spoorwegen. Zijn bijnaam is de “industrie-

prins’ en zolang hij niets moet zeggen, is er geen probleem.

Zijn handicap heeft één groot voordeel:

zijn ouders gaan niet op zoek naar een bui- tenlandse prinses. Bertie is verliefd op lady Elizabeth Bowes-Lyon, de jongste doch- ter van een gravenfamilie maar volgens de Britse wet zelf niet adellijk. Zijn koninklijke ouders zijn al blij dat hij iemand gevonden heeft en verzetten zich niet tegen het grote verschil in rang. Lady Elizabeth is minder blij.

Twee keer weigert zij een huwelijksaanzoek tot ze ten slotte toch toegeeft. Het koppel trouwt in 1923. Bertie is een doorfatsoen- lijke brave vent, conservatief, wat afstandelijk en hij steunt heel erg op zijn vrouw. In sep- tember 1925 krijgt hij het prachtige nieuws dat ze eindelijk in verwachting is.

Twee maand later beleeft hij de groot- ste vernedering uit zijn leven: zijn bekende stotterellende tijdens de opening van de Wembley Exhibition. Daarna verschijnt de Australische logopedist Lionel Logue in zijn leven die een jaar lang één uur per dag met de prins werkt en erin slaagt het gestotter tot een minimum te beperken. Logue wordt een persoonlijke vriend die nog twintig jaar bijles komt geven. Nog een mooi moment in 1926 is de geboorte van de oudste doch- ter Elizabeth (Lillibet), die toekomend jaar haar 60-jarig jubileum als koningin viert (bet- overgrootmoeder Victoria regeerde nog 3 jaar langer). Vier jaar later wordt de tweede dochter geboren, Margaret Rose. De fami- lie van Bertie is een modelgezin en geldt als voorbeeld voor de Britten, maar geleidelijk Bij www.britishpathe.com kan je een filmpje bekijken van koning George de Zesde die in 1938 een Empire Exhibition in Schotland opent en 7 minuten lang een toespraak houdt. De terreur bij deze beproeving is duidelijk te zien op het gezicht en aan de houding van de koning.

verschijnen de bekende donkere wolkjes.

De oudste broer van Bertie is Edward, prins van Wales; een onverbeterlijke play- boy, intellectueel lichtgewicht en een “kind”

in de woorden van zijn eigen secretaris.

Koning George laat zich op zeker ogen- blik ontvallen dat hij hoopt dat Bertie of Lillibet hem opvolgen. De koning sterft in 1936. Edward wordt koning en elf maanden later is de crisis er, wanneer hij absoluut wil trouwen met een tweemaal gescheiden Amerikaanse. De Britse regering en de rege- ringen van Canada, Australië en Zuid-Afrika weigeren zelfs een morganatisch huwelijk te aanvaarden; zogenaamd om religieuze rede- nen maar ook omdat ze weten hoe lichtzin- nig hij zijn taak als monarch opneemt. Al zijn societyvriendjes kunnen bijvoorbeeld de officiële documenten inkijken.

Zijn jongere broer ziet het onheil over zijn familie en hemzelf komen, maar is te plichtsbewust om zich aan zijn noodlot te ontrekken. Op 11 december 1936 wordt hij de nieuwe koning. Hij neemt opzette- lijk de naam van George aan om de conti-

nuïteit met zijn vader te beklemtonen. Hij is tevens de laatste keizer van India, al wordt hij niet zoals zijn vader in New Delhi gekroond want de angst voor de Indische nationalis- ten is al groot. Ook Eamon de Valera, de eerste minister van de Ierse Vrijstaat, profi- teert ervan om de rol van de koning in Ierse zaken tot het strikte minimum te beperken.

Er is nog een lelijk staartje aan de troons- afstand van Edward. Hij liegt tegen Bertie over zijn persoonlijk fortuin. De nieuwe koning belooft hem een toelage en betaalt veel te veel voor de persoonlijke domeinen Sandringham en Balmoral van de ex-koning.

Bertie is niet helemaal een clown en weigert zijn Amerikaanse schoonzuster de titel van Koninklijke Hoogheid te geven. De perma- nente bedeltelefoontjes voor geld van zijn broer neemt hij niet langer aan.

De perfecte notarisklerk

Het Verenigd Koninkrijk heeft twee vors- ten: voor de gekroonde vorst is lintjesknip- pen de “corebusiness” terwijl de echte vorst - “the elected monarch” zoals de eerste minister genoemd wordt - het land leidt, de ministers benoemt en ontslaat, aan het hoofd van het leger staat, enzovoort. Hij of zij beveelt ook wat de koning doet of niet doet, al wordt dat dan honingzoet gemas- keerd met bewoordingen als “May I strongly advise your Majesty”. George wordt in 1937 plechtig gekroond maar Neville Chamberlain is de baas. Wanneer de eerste minister na de akkoorden met Hitler - “peace in our time”

- uit München naar huis weerkeert, wordt hij door meer mensen toegejuicht dan er in 1945 de capitulatie van Duitsland vieren.

George en Elizabeth nodigen Chamberlain uit om met hen op het balkon van Bucking- ham Palace de mensen te groeten. Wan- neer de Duitsers op 10 mei West-Europa binnenvallen, biedt Chamberlain zijn ont- slag aan. De koning moet Churchill als eer- ste minister aanvaarden al verkiest hij feite- lijk Lord Halifax.

Tijdens de oorlog spelen George en zijn familie voortreffelijk hun rol van symbool.

Ze bezoeken de gebombardeerde steden en op het paleis wordt de voedselrantsoenering streng nageleefd, maar in tegenstelling tot de legende loopt de familie geen groot gevaar. ‘s Avonds verhuist iedereen altijd naar het veel veiliger Windsor. George brengt zijn oudste dochter een enorm plichtsgevoel bij maar ook niet meer. Hij laat zijn dochters tot hun 18de jaar privéles geven door een onderwij- zeres lagere school en vraagt haar duidelijk om het niet te moeilijk te maken. De huidige koningin heeft dus geen noemenswaardige opleiding genoten en handhaaft de rare tra- dities van het hof. De “royals” communice- ren bijvoorbeeld nog altijd met briefjes die ze via hun secretarissen overhandigen. Gewoon telefoneren naar elkaar “is not done”.

De koning viert mee de triomf in 1945 en deze keer mag Churchill ook op het bal- kon, maar tezelfdertijd staat de koninklijke functie symbool voor de ondergang van het Empire. Bij de onafhankelijkheid van India wordt George nog een tijdje koning van India en koning van Pakistan tot de oprichting van het Britse Gemenebest. In Ierland wordt hij helemaal aan de deur gezet nadat de Repu- bliek wordt uitgeroepen. George heeft zijn hele leven een zwakke gezondheid en ziet er altijd bleek en zwakjes uit en hij is een ket- tingroker. De ene zware operatie volgt na de andere en hij is niet meer in staat om zijn niet-Europese staten te bezoeken.

In 1952 is dochter Elizabeth juist in kolonie Kenia gearriveerd, in de plaats van haar vader op weg naar Australië, als de aan longkanker lijdende koning in zijn slaap sterft. Feitelijk was hij de ideale vorst: iemand die zich niet met politiek bemoeit en in een ander leven een brave notarisklerk zou zijn geweest, drie maanden na zijn pensioen door iedereen vergeten. Zijn oudere broer is aanwezig op de begrafenis. De plechtigheid veroorzaakt een zwaar politiek incident in Belgenland.

Boudewijn weigert ze bij te wonen want de Britse koninklijke familie en Churchill namen Leopold III de capitulatie van 1940 kwalijk en waren ook niet te spreken over het politiek testament van 1944. De oppositie brengt de homogene CVP-regering in verlegenheid en die leert voor de eerste keer de koppigheid van de 22-jarige koning kennen. De 51-jarige vrouw van George krijgt van haar dochter de titel van “Queen-Mother” al kent ieder- een haar als “Queen-Mum”. Hoe ouder hoe populairder ze wordt. Ze sterft in 2002, 101 jaar oud, en twee maand na het overlijden van haar jongste dochter Margaret.

Jan Neckers

Warm water

De N-VA heeft het warm water nog maar eens uitgevonden. In de pers werd uitvoe- rig melding gemaakt dat de partij een voor- stel van de MR zou steunen om het dragen van hoofddoeken in de Kamer te verbieden voor parlementsleden en hun medewerkers.

De discussie woedt al een tijdje in de praatba- rak. In de tijd toen Herman De Croo nog big boss van de Kamer was, werd het dragen van de hoofddoek na enkele incidenten toegelaten op de publiekstribunes. Sommigen willen nu klaarblijkelijk verder gaan, want een sp.a’ster bracht een tijdje geleden een gehoofddoekte medewerkster mee naar een commissie. Eens te meer vond het Vlaams Belang dit een ver- gissing. Prompt dienden zij op 4 februari een voorstel tot reglementswijziging in dat bezoe- kers, personeel, politieke medewerkers en parlementsleden verbiedt de lokalen van de Kamer te betreden met hoofd- of gezichts-

bedekkende kledij. Vandaag – een maand na het VB-voorstel - haalt N-VA dus uitgebreid de pers met haar wil om de hoofddoeken in de Kamer te verbieden en een MR-voor- stel ter zake te steunen. Waarom werd dat van de Belangers niet gesteund en vindt men nu opnieuw het warm water uit, samen met MR-FDF? Dàt was wellicht niet politiek-cor- rect genoeg…

De grote leegte

Vorige week lag de praatbarak er desolaat en compleet onbevolkt bij. Net als de school- meesters en de schooljuffrouwen pikken de fluweelzitters elke schoolvakantie leuk mee.

Sinds de verkiezingen was het al niet veel soeps in de Kamer, because weinig werk en animo zonder regering. Sommige - gelukkig niet alle! - parlementsleden hebben zich ove- rigens sinds die fameuze 13e juni van vorig jaar zelfs nog maar nauwelijks laten zien. Maar ja, de sollen rollen aan het einde van elke maand…Waarom zou men zich al te nutte- loos beijveren? Het is dan altijd leuk iemand van die categorie praatbarakkers tegen te komen die maar tijd hebben voor drie woor- den: druk, druk, druk… We kennen beroeps- acteurs die minder uit hun rol vallen!

Bescheiden

Wie tijdens het reces ook altijd wel een of meer dagen op post is in de Kamer, is Herman De Croo. Die heeft altijd wel wat aan de hand en gasten ontvangt hij steevast en met graagte in het statige Paleis der Natie.

Herman kuiert gewoon graag door zijn tweede – of is het zijn eigenlijke? – thuis. Hij

kan het gewoon niet meer missen. Wie hem stilletjes en op afstand in de gaten houdt, zal merken dat hij meerdere keren daags ‘toeval- lig’ met enige trots en ijdelheid langs zijn groot staatsieportret wandelt om zichzelf enkele ogenblikken te aanschouwen en toevallige passanten erover aan te spreken. Maar voor de rest is hij een erg bescheiden en nede- rig man.

Rookverbod

Het is in de praatbarak strikt verboden te roken. Maar de griffier moet niettemin geregeld vermanende brieven sturen naar alle Kamerleden en medewerkers. Al zijn de verbodspictogrammen al tien keer gro- ter gemaakt dan voorheen, toch zijn er nog tal van onverlaten die er zich allemaal geen barst van aantrekken en in hun kantoren of in de toiletten lustig een safke opsteken. In de Senaat hebben de dames en heren dat anders opgelost. Daar hebben ze in hun regle- ment bepaald dat de individuele kantoren aan- zien worden als privéruimten. Daar mag dus gerookt worden… Zo omzeilen de wetten- makers op een handige manier de wet en de reglementen. Het is te gek om los te lopen.

Ach, waar is de tijd dat ministers als Luc van den Bossche of Marcel Colla met dampende sigaretten of dikke sigaren door de gangen schreden. Men kan tegen de rook zijn, maar het had wel iets. Bovendien had men in de Senaat een heuse rookkamer, waar de heren in de zetels konden ploffen om een heer- lijke sigaar te degusteren voor, tijdens of na de zittingen.

(5)

Op de praatstoel

16 maart 2011

5

Het VNJ bestaat 50 jaar en dat wordt later deze maand gevierd met een groot feest in het Oost-Vlaamse provinciaal domein Puyenbroek. Maar hoe gaat het met de vijftigjarige? Wij vroegen het ons af en nodigden verbondsleidster Elke Serpieters uit op onze praatstoel.

Elke Serpieters: Het VNJ viert feest

’t Pallieterke: een opener voor de lezers die het VNJ niet zouden ken- nen. Hoe zou je het VNJ aan hen voor- tellen?

Elke Serpieters: In de eerste plaats zijn we een jeugdbeweging. Maar één die er toch een vereiste van maakt om dat tikkeltje meer te bieden dan een doorsnee jeugdbeweging. We willen de kinderen op een speelse manier iets meegeven van die Vlaamse zaak waar tegenwoordig zo hard op geroepen wordt.

Ik vind persoonlijk de grote sterkte van het VNJ dat je er veel bijleert: je leert op een toffe manier samenwerken en je leert iets over de Vlaamse zaak. Je weet meer dan je leeftijdsgenoten. Ik herinner me dat zelf nog, als er op school iets ter sprake kwam over de Vlaamse beweging of de politieke situatie, dan had je daar in het VNJ al eens iets over gehoord. Al stond je daar misschien vaak niet bij stil, je weet waarover het gaat. Daar- naast leer je voor elkaar zorgen. Het VNJ is een kleine jeugdbeweging en je ziet dat kin- deren in het VNJ echt voor elkaar opkomen en zorgen.

’t P: Wat is het verschil met andere jeugdbewegingen?

Elke Serpieters: Het Vlaamse natuurlijk, maar ook dat sterke gevoel van samenhorig- heid, van verbondenheid. Noem het gerust kameraadschap. Dat is echt zo. Dat is voor veel leiding dé reden waarom ze er zoveel tijd en energie insteken. De meeste blijven vol- houden, al gaat het soms al eens wat moei- lijker. Als VNJ’er ken je mensen in je eigen gemeente, maar ook aan de andere kant van het land, die zich allemaal inzetten voor dat- zelfde doel. Die ook die zaterdag of zondag actief bezig zijn. Dat schept een band.

’t P: De huidige generatie gelooft er nog in?

Elke Serpieters: Jazeker. Het geloof in het VNJ is bij de huidige generatie heel groot. Ik denk dat ze waarschijnlijk ook meer moe- ten opgeven dan de generatie 10 jaar gele- den. Er is een heel groot aanbod aan activi- teiten voor jongeren. De meeste zijn echt trots VNJ’er te zijn. Ze voelen zich vaak spe- ciaal. Trouwens, soms is klein zijn een voor- deel. Sommige ouders zijn op zoek naar een kleine jeugdbeweging. We kregen onlangs nieuwe leden, mensen die wel Vlaamsgezind zijn, maar niet heel echt uitgesproken. Die hadden een folder gekregen via via en kozen voor het VNJ en niet voor de scouts in hun buurt. Niet noodzakelijk voor het Vlaamse, dat stoorde hen ook niet, wel omdat het VNJ wat kleiner is. Ze wilden niet dat hun kinde- ren verloren zouden gaan in de massa.

’t P: Is het VNJ niet te klein gewor- den?Elke Serpieters: Soms wel. Soms is het moeilijk, als iemand belt met interesse om de kinderen te sturen, maar de dichtstbijzijnde schaar (afdeling) is op 30 kilometer, tja, dan wordt het moeilijk natuurlijk. Dat begrijpen wij wel. Dan voelen we ons te klein. Er is dus

een potentieel dat we niet kunnen bedienen en dat is jammer. Een nieuwe schaar oprich- ten is niet eenvoudig. Maar we proberen en doen ons best natuurlijk.

’t P: De ouders zijn belangrijk, die moeten er achter staan.

Elke Serpieters: Jazeker, dat is één van de sterktes van het VNJ. Bijvoorbeeld in Kort- rijk, meer dan de helft van de ouders moet meer dan een kwartier rijden. Het mag dan nog zo plezant zijn, als de ouders er niet achter staan, blijft dat niet duren. Dat is een sterkte, soms een zwakte natuurlijk als de ouders er niet achter staan. Er zijn ook al wat scharen weggevallen.

’t P: Hoe komt dat?

Elke Serpieters: In de eerste plaats is er veel leiding die weg viel omdat andere din- gen belangrijk waren: ze gingen studeren en stopten met leiding geven. Dat was toen geen probleem, er waren nog drie of vier lei- ders of leidsters over. Maar als die ook door allerlei omstandigheden stoppen… dan is er geen leiding meer. De ouders voeren die kinderen eventjes naar de volgende schaar, maar dat blijft niet altijd duren. Er is ook lei- ding verdwenen na onderlinge twisten. De kloof tussen de oudere en jongere genera- tie werd te groot. Die generatiekloof uitte zich in het gevoel dat ‘het Verbond’ en de leiding in de schaar naast elkaar dachten en werkten. Terwijl dit nooit de bedoeling kan geweest zijn.

’t P: Is het verbond nu anders?

Elke Serpieters: Dat denk ik wel. We staan veel dichter bij ‘elkaar’. Overbodige func- ties zijn weggelaten waardoor de stap naar

‘het Verbond’ veel kleiner geworden is. We zijn er als ondersteuning van de werking in de scharen. En we bieden een aantal over- koepelende activiteiten aan per jaar. Dat is het belangrijkste wat we doen: activiteiten aanbieden die onze VNJ’ers goed vinden en de leiding ondersteunen. We willen die jon- geren iets bieden. Bijvoorbeeld op de IJzer- wake. Tien, vijftien jaar geleden kwamen de VNJ’ers gewoon. Dat die kinderen zich twee uur verveelden op die stoel, daar lag niemand wakker van. Nu moeten we jonge mensen en kinderen en hun ouders motiveren. Dat doen we door hen iets aan te bieden. De Kinder- ijzerwake bijvoorbeeld. Het gevolg is dat de kinderen inderdaad komen, maar we verlie- zen wel grip op de oudere groep. Die komen wel naar de IJzerwake, maar niet in uniform, wel als NSV’er, of KVHV’er, of …, maar zon- der VNJ-uniform. Op een verbondsweekend hebben we zestig skag’ers (de oudste leef- tijdsgroepen) mee van heel het verbond. Op de IJzerwake stonden er 7 in uniform. Dat kan toch niet. Pas op, die andere skag’ers zijn er ook, maar niet in uniform.

’t P: In de Vlaamse beweging lijkt er een probleem met een generatiewissel die te lang uitgebleven is. Is dat ook bij het VNJ het geval?

Elke Serpieters: In een jeugdbeweging gaan de generaties sneller. Ik heb het gevoel dat we door al wat gebeurd is een generatie ver- loren zijn. Als je mijn generatie in het VNJ bekijkt - ik ben eind de twintig - daarvan zijn er nog een vijftal actief in het VNJ. Er zijn er die in het JSK zitten (een soort ouderver- eniging van het VNJ-PFS) maar dat is anders.

Al de rest is weg. En dat is jammer, want nu verwachten wij van jonge twintigers dat zij alles gaan doen. Dat is net een cruciale leef- tijd, ze beëindigen hun studies, beginnen te werken, gaan samenwonen…

’t P: Is dat niet een probleem bij alle jeugdbewegingen?

Elke Serpieters: Ik sprak onlangs met een leidster die in haar gemeente in de jeugdraad zit. Ze keek verwonderd rond en consta- teerde dat ze met haar 22 zowat de oudste van de jeugdraad was. Normaal is dat toch niet. Maar ja, bij ons valt dat wat meer op.

Pas op, het is ook een sterkte, we zien dat leiding wat langer blijft omdat ze elkaar niet in de steek willen laten.

’t P: Vroeger was het VNJ talrijk aanwezig op herdenkingen zoals de Bormsdag, nu niet meer. Is dat een bewuste keuze?

Elke Serpieters: Bewust niet zo zeer, er zijn verschillende factoren die een rol spe- len. Er is minder interesse dan vroeger voor zo’n activiteiten. Je krijgt de ouders die niet

echt uit de Vlaamse beweging komen niet zo makkelijk warm voor die traditionele her- denkingen. Niet iedere ouder heeft daar een band mee. Het is ook niet altijd evident jonge mensen daarvoor te overtuigen. We zijn ook minder massaal, dus kunnen we min- der massaal aanwezig zijn. Met dat allemaal in het achterhoofd hebben we een aantal jaar geleden afgesproken bepaalde herdenkin- gen uit te kiezen en daarvoor op te roepen via onze muziekkapel. Omdat we de erfe- nis van het erepark in Stekene van de oost- fronters gekregen hebben, kozen we natuur- lijk daarvoor. We verwachten niet meer dat elke schaar op elke herdenking in de buurt aanwezig is. Al zijn er lokaal wel herdenkin- gen waar scharen naartoe gaan, uit traditie.

We steken ook veel energie in de kinder- ijzerwake en kiezen ook dat uit als herden- king. Kijk, we zijn in de eerste plaats een jeugdbeweging. Oké, we zijn met het verle- den bezig, we willen dat de VNJ’ers weten waarover het gaat, maar we willen herden- ken ook niet het kernpunt van onze jeugd- werking maken. Het gaat om aanbieden van toffe, Vlaamse en onderbouwde activiteiten.

Ik zeg niet dat het niet belangrijk is te her- denken, maar het is niet de kerntaak van een jeugdbeweging.

’t P: Het VNJ speelt een minder nadrukkelijke rol dan in de jaren 90 waar het VNJ de spits van de radicale Vlaamse beweging was of wou zijn.

Maakt het huidige VNJ een andere keuze?

Elke Serpieters: Wij zijn in de eerste plaats de jeugdbeweging van de Vlaamse beweging.

Er wordt zeker nagedacht over onze rol in die Vlaamse beweging. Een paar maand gele- den was er die betoging in Wezembeek. Wat moeten wij als jeugdbeweging doen? Moe- ten wij daarvoor oproepen? Zijn wij de ver- eniging die zich daarvoor kan inzetten? We hebben beslist onze oudsten op te roepen mee te betogen. Want we zijn wel een deel van de Vlaamse beweging en willen actief meerwerken. We hebben met de leiding actief geholpen met de verkoop van kaart- jes en namen graag de rol van “burgemees- ter” op ons. Maar het is onze taak niet dage- lijks op die barricaden te gaan staan. We zijn een jeugdbeweging, we zijn verantwoordelijk voor de kinderen. Ouders vertrouwen hun kinderen aan ons toe: zonder overleg met hen, neem je niet zomaar deel aan activitei- ten die mogelijk uit de hand kunnen lopen, zoals betogingen. Met 16- en 18-jarigen is dat anders, zij moeten hier bijna bij betrok- ken zijn. We maken afspraken met hen en met de ouders.

’t P: Als het VNJ in de pers komt, is het vaak in een waas van ‘extreem- rechts’, de jeugdbeweging van het Vlaams Belang…

Elke Serpieters: Er zijn veel oud-VNJ’ers die uitzwermen naar alle kanten en onze naam meenemen. En we zijn niet bang van onze schaduw, anders waren we allang gestopt. Maar het is niet fijn je altijd te moe- ten verdedigen, ook in de Vlaamse bewe- ging: vaak heeft men een fout beeld van ons.

Het is jammer dat we energie moeten blijven stoppen in het overtuigen van mensen dat wij op zich een heel gewone jeugdbeweging zijn.

Al willen we graag meer dan gewoon zijn. Ik nodig iedereen uit eens mee te komen om te zien wat er gebeurt. Wij hebben niets te ver- bergen. Je zal op een VNJ-kamp of -namiddag niet veel zien dat je bij andere jeugdbewegin- gen niet kan zien. Goed, bij de Chiro zie je misschien geen spel over BHV en bij ons wel, maar het spelen zal wel hetzelfde zijn. Wij geven dat een Vlaamse invulling. Moest ieder- een ons een kans geven om ons te laten zien zoals we echt zijn, dat zou al veel zijn.

’t P: Zijn de feesten rond 50 jaar VNJ bedoeld voor iedereen, om aan ieder- een te tonen wie jullie zijn?

Elke Serpieters: Ja, we proberen op alle mogelijke manieren reclame te maken. We willen onze jeugdbeweging vieren, tonen wie we zijn, wat we doen en waar we voor staan.

’t P: Wordt het een feest voor ieder- een, of toch eerder een grote reünie?

Elke Serpieters: We hebben lang nage- dacht hoe we het zouden aanpakken. We kozen voor een feest voor kinderen en VNJ’ers in een recreatiedomein. We wil- len er het VNJ voorstellen in al haar facet- ten: aan oud-VNJ’ers, vrienden, maar even- goed aan buitenstaanders. Dat doen we in combinatie met foto’s en een boekvoorstel- ling over 50 jaar VNJ. Maar we voorzien ook een show, voor jong en oud, waar ieder- een iets aan heeft. Voor alle oud-muziek- kapelleden is er ook ‘operatie Madagas- car’. Een oproep tot iedereen die ooit in de muziekkapel speelde om samen nog eens de VNJ-klassieker ‘de Madagascar’ mee te spelen. Er zijn doorlopend spelen en acti- viteiten voorzien, voor klein en groot. Op het einde van de dag komen er bevriende folkgroepen spelen en we eindigen met een fuifje voor de overblijvers. Maar de kinde- ren staan die dag centraal. We zijn dan ook een jeugdbeweging. We hebben er echt al véél werk ingestoken. Ik heb het gevoel dat er veel volk zal zijn. Tot op 19 maart!

PFS

Meevieren op 19 maart

50 jaar VNJ wordt gevierd op 19 maart in het Oost-Vlaams provinciaal domein Puyenbroeck in Wachtebeke.

Om 10 uur opent het domein en starten allerlei gezinsactiviteiten zoals foto- zoektocht, actieve en stoere spelen, gezelschaps- en volksspelen, zelf VNJ-foto’s maken, ballonwedstrijd, enz. Daarnaast is er natuurlijk mogelijkheid om te wan- delen en te spelen op het domein. Er is een leuke kinderboerderij en een giganti- sche speeltuin voor alle leeftijden.

Tussen 12 uur en 13.30 uur kan u op het Blauwvoeteiland een broodjesmaaltijd eten voor een vriendenprijsje.

Zoals het in het VNJ past, start het officiële gedeelte met een openingsforma- tie om 14.30 uur. Tijdens de openingsformatie is er ook “Operatie Madagascar”

op het Blauwvoeteiland. Dan worden alle oud-muziekkapelleden uitgenodigd nog eens mee te spelen.

Om 15 uur start de eigenlijke viering, een spektakel met toneel, film, muziek, foto’s...

Om 18.00 uur wordt het feestmaal geserveerd, er is keuze uit verschillende warme maaltijden. Daarnaast is er tijd om gezellig bij te praten, foto’s te bekijken, te spelen. Voor de allerkleinsten zijn er springkastelen en er is een grimeerstand.

Het feest is daarmee nog niet gedaan want vanaf 20.30 uur kan u de beentjes los- gooien tijdens optredens van bevriende folkgroepen. Een klein hongertje kan later gestild worden aan het frietkraam.

Jong en oud kan de avond afsluiten met een fuif die begint om 23.30 uur.

Meer info op de Feestwebstek: www.50jaarVNJ.org Het VNJ kwam donderdag 3 maart

ook in primetime op tv. Ze waren een deel van de reportage op Koppen (één, VRT) over de jongeren in de Vlaamse beweging, naar aanleiding van het Vlaams Nationaal Zangfeest. 730.000 kijkers kre- gen een positief beeld van de Vlaamse beweging en het VNJ, eerder ongewoon voor een VRT reportage. Al moeten we daar onmiddellijk bij opmerken dat, net zoals bij elk verslag van voorgaande zang- feesten, ook deze VRT-cameraman met veel liefde de “bottinnekes” van het VNJ overvloedig in beeld bracht…

Ster van de avond was de jonge VNJ-er Gorik Couttenye. Met de zekerheid die jonge Antwerpenaren eigen is, baande hij zich met straffe taal en zeker van zijn stuk een weg naar de internet fora. De jon- gen heeft zelfs een facebookpagina die hem tot presidentskandidaat uitroept:

V.N.J.-er Gorik Couttenye als President!

Op het moment dat we dit schrijven telt de groep 173 leden. Op andere plaatsen op het internet zijn ze minder positief. Tja onze linkse landgenoten zijn het nu een- maal niet gewoon dat er een goed/echt beeld van de Vlaamse beweging wordt gegeven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om de functie airKare te activeren of deactiveren, drukt u op de daarvoor bestemde toets De activering wordt op het display aangegeven door de pijl die bij de airkare-toets

Daarom hebben we in onze projecten aandacht voor slow living, meer groen en stimulerende activiteiten in de stad. Rueil: een stadsboerderij

C’est là le fondement du RSI (2005) mais, comme tous les pays ne seront pas en mesure de relever le défi dans l’immédiat, l’OMS devra compter sur sa longue expérience de chef

U kunt een koers naar een bestemming instellen en deze volgen met behulp van een van de volgende drie methoden: Ga naar, Route naar, of Auto Guidance.. Ga naar: Brengt u direct

Of het nu koelkoppelingen voor uw elektronicakoeling zijn, een vulkoppeling voor 400 bar waterstof of een sub-sea hydrauliek koppeling, we hebben die al eens ontwikkeld. Uitgevoerd

De persoon die, in een ziekenfonds dat is aangesloten bij VMOB Hospitaal-Plus, een lid wordt waarvan de mogelijkheid om te genieten van de voordelen van de aanvullende

De kosten van projecten in ontwikkeling zijn toegelicht in toelichting F.17 (voor de projecten aangehouden door de entiteiten opgenomen onder de rubriek deelnemingen in joint

Voor jongeren die wel in de gesloten jeugdhulp verblijven, moet onderwijs worden geboden en is verbinding met de school van herkomst het belangrijkste instrument om het thuis