• No results found

Klachtencommissie Hasselt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Klachtencommissie Hasselt"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLISSING

Klachtencommissie Hasselt

Ref.: KC10/21-0042 en KC10/21-0043 Datum: 16 december 2021

1. Procedurele voorgaanden en voorwerp van de klacht

Op 17 november 2021 ontving de Klachtencommissie twee klachtenformulieren van voormelde klager via tussenkomst van de directeur, bezorgd aan de Maandcommissaris van de Commissie van Toezicht, aangezien ze door klager in een verkeerde brievenbus werden ingediend, bestemd voor klachten gericht aan de directie.

Klacht 0042 is gericht tegen de beslissing tot fouillering op het lichaam van 25 oktober 2021.

Klacht 0043 handelt over:

- de beslissing tot fouillering op het lichaam van 25 oktober 2021 (zelfde voorwerp als 0042).

- de blokkering van een telefoonnummer van de broer van klager.

- de uitsluiting van deelname aan de les elektriciteit door klager.

Beide klachtenformulieren werden op 19 november 2021 overgezonden aan de directie. De directie maakte op 24 november 2021 haar schriftelijk verweer over in beide dossiers.

De Klachtencommissie nam kennis van de klacht en het verweer van de directie in beide dossiers. Vervolgens ging de Klachtencommissie over tot het horen van klager, zijn advocate en de directie op de zitting van 9 december 2021.

2. Standpunt van de partijen aangaande de nuttige feiten ter beoordeling van de klacht 2.1. Standpunt klager

0042

Samengevat stelt klager in zijn klacht dat hij het oneens is met de fouillering op het lichaam omdat deze volgens hem niet noodzakelijk was. De directie heeft volgens hem slechts een vage en onterechte motivering gegeven. Hij vindt een fouillering op het lichaam een echte vernedering.

0043

Klager stelt dat hij zich geviseerd voelt. Hij heeft het gevoel dat zijn detentie bemoeilijkt wordt en wil met rust gelaten worden. Hij heeft een telefoonbeperking waar hij vanaf wil. Hij beklaagt zich (opnieuw) over de fouillering op het lichaam en spreekt bijkomend over de blokkering van een telefoonnummer van zijn broer en de uitsluiting van deelname aan de les elektriciteit.

0042+0043

Ter zitting halen klager en zijn advocate de volgende elementen aan:

- De advocate stelt dat er geen omstandigheden voorhanden waren waardoor een naaktfouille gerechtvaardigd was. Klager zit amper 6 maanden in Hasselt en heeft voorheen nog nooit problemen gehad, nog nooit een tucht opgelopen. Uit het niets wordt er dan een naaktfouille opgelegd. Er werd hierbij niets gevonden. Er werd gesteld dat hij tijdens het bezoek iets kreeg van iemand, hetgeen niet

(2)

intern bezoek met een medegedetineerde, zijn partner. Zij werd niet gefouilleerd. Klager stelt nog nooit drugs gebruikt te hebben en er ook niet aan mee te doen. Hij benadrukt nogmaals hoe beschamend hij de naaktfouille vond. Volgens hem kon een gewone fouille volstaan.

- De advocate stelt dat hij inzake het geblokkeerde nummer al een aantal rapportbriefjes heeft geschreven. Hij heeft hierop nooit een reactie gekregen totdat hij een klacht indiende. De broer van klager heeft twee nummers, één ervan is een reservenummer dat hij nooit opneemt. De directie heeft enkel dit laatste nummer opengesteld, waardoor klager zijn broer niet meer kan bereiken. Het is de bedoeling dat de directie het oude nummer terug openstelt. Het reservenummer mag geblokkeerd worden. Klager stelt dat hij in een rapportbriefje gemeld heeft dat het om een tweede en dus bijkomend nummer ging. Hij wijst op het gebrek aan communicatie en stelt niet te begrijpen wat het probleem is.

- Klager stelt dat het derde deel van zijn klacht in 0043 komt te vervallen. Het betrof het gebrek aan informatie van een collega over het al dan niet mogen deelnemen aan een opleiding. Hij hoopt dat er volgende keer beter gecommuniceerd wordt.

2.2. Standpunt directeur

0042

In haar schriftelijk verweer stelt de directie dat ze de klacht ongegrond acht omwille van de volgende redenen:

0043

In haar schriftelijk verweer verwijst de directie voor wat betreft de fouillering op het lichaam naar dossier 0042.

Inzake het telefoonnummer stelt ze dat ze de klacht ongegrond acht omwille van de volgende redenen:

Inzake de les elektriciteit stelt de directie dat ze de klacht onontvankelijk acht omwille van de volgende reden:

(3)

0042+0043

Ter zitting brengt de directie de volgende elementen aan:

- Inzake de fouillering op het lichaam geeft de directie aan dat de PBA tijdens de observatie heeft vastgesteld dat er iets werd doorgegeven tussen klager en zijn bezoeker. Een directielid heeft dan beslist dat er een fouillering op het lichaam moest gebeuren. De directie kan begrijpen dat klager deze ervaring niet fijn vond, maar soms zijn er uitzonderlijke omstandigheden en aanwijzingen waarom het toch noodzakelijk is om de veiligheid te garanderen. Er worden veel illegale producten binnengebracht, en ook bij intern bezoek van de ene naar de andere afdeling worden er dingen doorgegeven. Dat er niks gevonden is zegt nog niet alles.

- Inzake het telefoonnummer geeft de directie aan dat klager onder de BIEX-regeling valt. Hij moet zijn telefoonnummers aanvragen. Wanneer hij dit doet wordt het nummer onmiddellijk op de telefoonlijst gezet. Hij kan dan onmiddellijk naar dit nummer bellen. Er wordt wel een onderzoek gestart naar tegenindicaties om dat nummer te bellen. Volgens de directie heeft klager op 25 oktober zelf het openstellen van dit nummer van zijn broer gevraagd. Dat werd toegekend. Denkende dat dit het nieuwe nummer van deze broer was heeft men het oude afgesloten. Klager kan volgens de directie een nieuwe aanvraag doen voor het oude nummer van zijn broer. De directie zal dan gewoon de BIEX- regeling volgen.

- Inzake een compensatie stelt de directie dat extra videobezoeken mogelijk zijn, net zoals een aantal extra gewone bezoeken per week.

3. Beoordeling van de klacht

3.1 Onderzoek van de ontvankelijkheid

De Klachtencommissie is overeenkomstig artikel 148 van de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden (hierna: Basiswet) bevoegd voor het behandelen van klachten tegen elke beslissing die door of namens de directeur ten aanzien van de gedetineerde werd genomen.

0042

Een klacht tegen een beslissing van de directeur tot fouillering op het lichaam valt onder het toepassingsgebied van het klachtenrecht. De klacht is ontvankelijk.

0043

De klacht tegen de fouillering op het lichaam maakt reeds het voorwerp uit van de klacht in dossier 0042. De klacht is in het kader van dossier 0043 onontvankelijk.

De klacht inzake het telefoonnummer blijkt geen beslissing van de directie te betreffen. Door het feit dat de broer van klager over twee telefoonnummers beschikt, gingen de diensten van de gevangenis er verkeerdelijk van uit dat het een nieuw nummer betrof, waardoor het oude nummer geschrapt mocht worden. Het betreft een louter misverstand, geen beslissing van de directie. De klacht is daarom onontvankelijk. Klager wordt aangeraden om het oude nummer van zijn broer opnieuw door te geven zodat het, conform de op hem van toepassing zijnde BIEX-regeling, op een lijst met toegestane telefoonnummers kan geplaatst worden.

(4)

Klachtencommissie noteert dit als zijnde een gedeeltelijke klachtafstand.

3.2 Onderzoek van de gegrondheid

Gelet op bovenstaande wordt enkel de beslissing tot fouillering op het lichaam van 25 oktober 2021 nader onderzocht.

Artikel 108 §1 en §2, tweede lid van de Basiswet bepaalt dat de directeur kan beslissen tot fouillering op het lichaam indien er individuele aanwijzingen voorhanden zijn dat het onderzoek aan de kledij niet volstaat om na te gaan of de gedetineerde in het bezit is van voorwerpen of substanties die verboden of gevaarlijk kunnen zijn. Artikel 8 van de Basiswet bepaalt dat alle beslissingen die in het kader van de Basiswet worden genomen, met redenen omkleed zijn, behoudens uitzonderingsgevallen.

In casu motiveerde de directie de noodzaak tot fouillering op het lichaam als volgt:

Ingevolge artikel 108 §2, tweede lid in samenhang gelezen met artikel 8 van de Basiswet dient de directie in de beslissing tot fouillering op het lichaam ook te motiveren waarom een onderzoek aan de kledij niet volstaat om na te gaan of de gedetineerde in het bezit is van voorwerpen of substanties die verboden of gevaarlijk kunnen zijn. Dit principe werd reeds bevestigd door de Beroepscommissie bij de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen (CA 22 februari 2021, 21-0014, 7) en blijkt ook duidelijk uit de formulering van het door de directie in te vullen sjabloon (bijlage bij collectieve brief nr. 141). De bestreden beslissing bevat geen motieven die aangeven dat een onderzoek aan de kledij niet volstaat.

De klacht is gegrond.

4. Beslissing

0042

De voltallige Klachtencommissie verklaart de klacht ontvankelijk en gegrond. De beslissing tot fouillering op het lichaam van 25 oktober 2021 dient vernietigd te worden. Aangezien de gevolgen van de vernietigde beslissing niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden, gaat de Klachtencommissie in toepassing van artikel 158 §4 van de Basiswet over tot de toekenning van een compensatie. De voltallige Klachtencommissie kent aan klager één extra intern bezoek toe.

0043

De voltallige Klachtencommissie

- verklaart de klacht met betrekking tot de fouillering op het lichaam onontvankelijk;

- verklaart de klacht met betrekking tot de blokkering van het telefoonnummer onontvankelijk;

- stelt klachtafstand vast inzake de klacht met betrekking tot de les elektriciteit.

Beslist te Hasselt op 16 december 2021

(5)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het algemeen bestuur vergadert ten minste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt, dan wel ten minste drie leden van

Onder punt B is de overeen gekomen bijdrage per ha opgenomen bij een prijspeil 2004.De volgende zin is toegevoegd:”Voor de uitbreidingsgebieden geldt als

Heeft het college vastgesteld dat een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en is een werkgever voornemens met die persoon een dienstbetrekking aan te gaan, dan stelt

Ook wordt voldaan aan de regels over verduurzaming van het energiegebruik, bedoeld in paragraaf 5.4.1, tenzij het gaat om activiteiten, bedoeld in artikel 15.51, eerste lid, van de

Een netbeheerder heeft een kwaliteitsmanagementsysteem om het veiligheidsaspect van de kwaliteit en capaciteit van het gastransportnet optimaal te beheren, waarmee voorvallen waardoor

Zo worden in artikel 6 van het Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen eisen gesteld aan de beveiliging van de meetinrichting voor warmte en wordt in Artikel 7 geregeld

Een leerling als bedoeld in het eerste lid volgt voor ten hoogste de helft van het aantal klokuren die blijkens het onderwijsprogramma, bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de

Omdat het niet mogelijk is om vooraf zekerheid te bieden, wordt ervoor gekozen om bij het vaststellen van het garantiebedrag voor deze groep uit te gaan van het inkomen dat het