• No results found

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Auteur: Geesje Fokkens en Géjanna de Haan Documentnummer: 4.7.4 Verantwoordelijke: Zorgdeskundige HKZ Norm: 2.7

Afdeling: Z&I 1/6

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

- Kraamzorg Het Groene Kruis is verantwoordelijk voor een goede kwaliteit van de zorg aan zijn klanten en deze verantwoordelijkheid is zeker ook aan de orde in geval van zorg aan klanten die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld of kindermishandeling;

- Van alle medewerkers die werkzaam zijn bij Kraamzorg Het Groene Kruis wordt verwacht dat zij op basis van deze verantwoordelijkheid in alle contacten met klanten alert zijn op signalen die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling en dat zij effectief reageren op deze signalen;

- Kraamzorg Het Groene Kruis heeft deze meldcode vast gesteld zodat de medewerkers die binnen Kraamzorg Het Groene Kruis werkzaam zijn, weten welke stappen van hen worden verwacht bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling;

- Kraamzorg Het Groene Kruis legt in deze code vast op welke wijze zij de medewerkers bij deze stappen ondersteunt;

Begripsbepalingen

 Onder huiselijk geweld wordt verstaan: (dreigen met) geweld door iemand binnen de huiselijke kring, waarbij onder geweld wordt verstaan: de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer. Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: (ex) partners, gezinsleden, familieleden en huisgenoten;

 Onder kindermishandeling wordt verstaan:

iedere vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige gebeurtenis van

 lichamelijke aard

 psychische aard

 seksuele aard

die de ouders of andere personen waarvan de minderjarige afhankelijk is, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt toegebracht, of dreigt te worden toegebracht aan de minderjarige. Ook eerder toegebracht geweld en / of vrouwelijke genitale verminking wordt hier in meegerekend.

 Onder medewerker in deze code wordt verstaan: de medewerker die voor Kraamzorg Het Groene Kruis werkzaam is en die aan klanten van de organisatie zorg biedt of contact heeft;

 Onder klant in deze code wordt verstaan: iedere persoon aan wie de medewerker zijn diensten verleent.

Rol JGZ:

Tijdens of nadat de kraamzorg is beëindigd, zal de JGZ in beeld komen om de zorg voor de baby en zijn of haar ouders over te nemen. De JGZ steunt de ouders in hun opvoedtaken en houdt de algehele gezondheid van de baby in de gaten. In geval van aanwezige risico’s op kindermishandeling of verdenking van kindermishandeling hebben we onderlinge (JGZ – kraamzorg) afspraken over het delen van informatie, op voorwaarde dat de ouders hiermee akkoord gaan. Deze afspraken gelden voor zowel de contacten gedurende de zwangerschap (intake) als tijdens de kraamperiode. De JGZ is echter minder goed bereikbaar en inzetbaar omdat ze geen 24/7 diensten draaien. Het is daarom belangrijk dat de JGZ in een vroeg stadium wordt ingelicht, zodat zij tijdig kunnen anticiperen op de eventuele te nemen stappen en het maken van afspraken.

(2)

Auteur: Geesje Fokkens en Géjanna de Haan Documentnummer: 4.7.4 Verantwoordelijke: Zorgdeskundige HKZ Norm: 2.7

Afdeling: Z&I 2/6

De meldcode is gebaseerd op:

 AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming);

 de Wet op de jeugdzorg;

 de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Kraamzorg Het Groene Kruis stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling vast:

Stappenplan bij risicosignalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Stap 1 In kaart brengen van signalen Stap 2 Collegiale consultatie

Stap 3 Gesprek met de klant

Stap 4 Wegen van het geweld of de kindermishandeling Stap 5 Beslissen: Hulp organiseren of melden

De volgorde van de stappen is niet dwingend. Belangrijk is wel om alle stappen te doorlopen, voordat het besluit genomen wordt om een melding te doen.

Stap 1: In kaart brengen van signalen

Bij het vastleggen van gegevens is het belangrijk om feiten en veronderstellingen uit elkaar te houden.

Benoem of iets een objectieve observatie(feit) is of dat het ‘een niet pluis gevoel’ (veronderstelling) is.

Route:

Hoe te handelen wanneer je gedurende de kraamzorg signalen opvangt die (kunnen) wijzen op kindermishandeling en/of huiselijk geweld:

 Je brengt deze signalen in kaart m.b.v. Checklist TNO Vroegsignalering Kraamtijd en de verhelderingsvragen (vroegsignaleringsinstrumenten).

 Je zoekt zo snel mogelijk contact op met de verloskundige en bespreekt de situatie zo feitelijk mogelijk.

 Je noteert het advies van de verloskundige en volgt dit op.

 Je blijft alert op nieuwe signalen en rapporteert dit aan de verloskundige. (eindverantwoordelijke voor de kraamzorgperiode)

 Je neemt ook zo snel mogelijk contact op met je leidinggevende.

 Je brengt haar op de hoogte van de situatie en beantwoordt de volgende vragen:

o Kun jij je werk doen in het gezin zonder daarbij zelf gevaar te lopen? Wanneer je de situatie als onveilig ervaart zal de leidinggevende een afweging maken om de zorg bij de klant wel/niet te vervolgen (zie protocol zorgweigering)

o Heb je bij het observeren en signaleren gebruik gemaakt van de vroegsignaleringsinstrumenten?

o Heb jij je zorgen en/of observaties besproken met de klant en/of verloskundige? Wanneer informatie van derden wordt gebruikt is het belangrijk om toestemming te vragen voor gebruik van deze informatie en om de bron te vermelden.

o Heb je jouw observaties genoteerd? Zo ja, waar en hoe.

De verloskundige is de meest belangrijke schakel in het nemen van vervolgstappen.

Alternatieve route:

(3)

Auteur: Geesje Fokkens en Géjanna de Haan Documentnummer: 4.7.4 Verantwoordelijke: Zorgdeskundige HKZ Norm: 2.7

Afdeling: Z&I 3/6

Hoe te handelen wanneer je de signalen (nog) niet kunt bespreken met de verloskundige:

 Je brengt de signalen in kaart middels de vroegsignaleringsinstrumenten.

 Je zoekt zo snel mogelijk contact met de aandachtsfunctionaris en bespreekt de situatie. Geef duidelijk aan wat feitelijk is en wat ‘niet pluis gevoel’ is.

 Je neemt samen met de aandachtsfunctionaris de vroegsignaleringsinstrumenten door.

 Je bespreekt met de aandachtsfunctionaris wie contact opneemt met de verloskundige. Bij voorkeur doe jij dit zelf om een extra schakel in de keten te voorkomen.

 De aandachtsfunctionaris legt de gegevens vast in een beveiligd digitaal dossier op kantoor.

Stap 2: Collegiale consultatie

Soms zijn de signalen duidelijk en zijn ook de vervolgstappen helder. Echter, in andere situaties zijn de signalen minder eenvoudig aan te wijzen. Overleg met een deskundige is dan noodzakelijk.

 Jij en je leidinggevende vragen op basis van anonieme gegevens een advies bij de medewerkers van “Veilig thuis”

 Je overlegt het gekregen advies met de verloskundige.

Route:

 Jij en je leidinggevende zijn het eens met het voorgestelde beleid van de verloskundige en voeren de afspraken uit.

Alternatieve route:

Jij en je leidinggevende zijn het niet eens met de uitkomst van het gesprek met de verloskundige. De leidinggevende heeft vanaf dit moment een dubbelrol, nl.

 ondersteuner van jou als kraamverzorgende

 onderhoudt contact met de aandachtsfunctionaris binnen de organisatie.

Stap 3: Gesprek met de klant.

In dit gesprek worden de signalen besproken en ruimte geboden voor reactie.

Route:

 de verloskundige voert het gesprek en daar ben je bij aanwezig.

 de verloskundige legt vast in het kraamdossier dat er een gesprek heeft plaatsgevonden.

Alternatieve route:

 Jij en je leidinggevende voeren samen het gesprek met de klant/ouder.

 Jij of je leidinggevende beschrijft de feiten en bespreekt de zorgen.

 Jij of je leidinggevende vraagt de mening of een reactie aan de klant/ouder.

 Je legt vast in het kraamdossier dat het gesprek heeft plaats gevonden

 Laat dit zo mogelijk ondertekenen door de klant/ouders.

Indien de veiligheid van de klant/ouder, jezelf of directe omgeving in gevaar is of dat je verwacht dat door het gesprek het contact verbroken zal worden, kan deze stap worden overgeslagen.

Stap 4: Wegen van het geweld of de kindermishandeling Bij deze stap ben je niet direct betrokken, indirect natuurlijk wel.

Route:

De verloskundige maakt een afweging op basis van:

 beschreven signalen, uitkomsten van het gesprek en advies van deskundigen ( JGZ, Veilig Thuis)

(4)

Auteur: Geesje Fokkens en Géjanna de Haan Documentnummer: 4.7.4 Verantwoordelijke: Zorgdeskundige HKZ Norm: 2.7

Afdeling: Z&I 4/6

 weegt de gegevens met behulp van een risico taxatie instrument

 bespreekt de uitkomst met de klant/ouder en de kraamverzorgende Alternatieve route:

Je leidinggevende maakt in haar rol van aandachtsfunctionaris een afweging op basis van:

 beschreven signalen, uitkomsten van het gesprek en advies van deskundigen (expert van de JGZ, Veilig Thuis)

 weegt de gegevens met behulp van een of meerdere Vroegsignaleringsinstrumenten

 bespreekt de uitkomst met de klant/ouder en de kraamverzorgende

Stap 5: Beslissen: Hulp organiseren of melden

Wanneer uit de weging komt dat er risico op huiselijk geweld of kindermishandeling is, wordt de noodzakelijke hulp aan de kraamvrouw, het kind en baby georganiseerd. Bij het organiseren van hulp ben je niet direct betrokken, maar bij het uitvoeren van de (evt. aangepaste) kraamzorg natuurlijk wel.

Er volgt dan in de meeste situaties een melding door verloskundige en/of de leidinggevende. De klant wordt hiervan altijd schriftelijk op de hoogte gebracht.

Melden en bespreken met de klant

Bespreek, indien mogelijk de melding vooraf met de klant:

1. leg uit dat je je zorgen maakt en waarom je van plan bent een melding te gaan doen en wat het doel daarvan is;

2. vraag de klant uitdrukkelijk om een reactie;

3. in geval van bezwaren van de klant, overleg op welke wijze je tegemoet kunt komen aan deze bezwaren;

4. is dat niet mogelijk, weeg de bezwaren dan af tegen de noodzaak om de klant of zijn gezinslid te beschermen tegen het geweld of de kindermishandeling. Betrek in je afweging de aard en de ernst van het geweld en de noodzaak om de klant of zijn gezinslid door het doen van een melding daartegen te beschermen;

5. doe een melding indien naar jouw oordeel de bescherming van de klant of zijn gezinslid de doorslag moet geven.

Van contacten met de klant over de melding kun je afzien:

 als de veiligheid van de klant, die van je zelf, of die van een ander in het geding is;

 als je goede redenen hebt om te veronderstellen dat de klant daardoor het contact met je zal verbreken.

Verantwoordelijkheden van Kraamzorg Het Groene Kruis voor het scheppen van een randvoorwaarden voor een veilig werk- en meldklimaat

Om het voor medewerkers mogelijk te maken om in een veilig werkklimaat huiselijk geweld en kindermishandeling te signaleren en om de stappen van de meldcode te zetten, draagt Kraamzorg Het Groene Kruis er zorg voor dat:

 binnen de organisatie en in de kring van klanten bekendheid wordt gegeven aan het doel en de inhoud van de meldcode;

 regelmatig een aanbod wordt gedaan van trainingen en andere vormen van

deskundigheidsbevordering zodat medewerkers voldoende kennis en vaardigheden ontwikkelen

(5)

Auteur: Geesje Fokkens en Géjanna de Haan Documentnummer: 4.7.4 Verantwoordelijke: Zorgdeskundige HKZ Norm: 2.7

Afdeling: Z&I 5/6

en ook op peil houden voor het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling en voor het zetten van de stappen van de code;

 er voldoende deskundigen beschikbaar zijn die de medewerkers kunnen ondersteunen bij het signaleren en het zetten van de stappen van de code;

 de meldcode aansluit op de werkprocessen binnen de organisatie;

 medewerkers weten dat er melding wordt gedaan uit naam van Kraamzorg Het Groene Kruis en niet uit naam van de kraamverzorgende.

 de werking van de meldcode regelmatig wordt geëvalueerd en dat zo nodig acties in gang worden gezet om de toepassing van de meldcode te optimaliseren;

 afspraken worden gemaakt over de wijze waarop Kraamzorg Het Groene Kruis zijn

medewerkers zal ondersteunen als zij door klanten in of buiten rechte worden aangesproken op de wijze waarop zij de meldcode toepassen.

(6)

Auteur: Geesje Fokkens en Géjanna de Haan Documentnummer: 4.7.4 Verantwoordelijke: Zorgdeskundige HKZ Norm: 2.7

Afdeling: Z&I 6/6

Ketenzorgpartner constateert risico:

Voor zorgverlening:

- doorgeven aan HGK Tijdens zorgverlening:

- doorgeven aan KV

Intake/kraamcoach constateert risico:

- bepreken met VK+GGD - registreren in ISK

Kraamverzorgende

Risico- signalen

Volg standaard procedure overdracht GGD

Bespreken met verloskundige en aandachtsfunctionaris

ja

nee

Risico-

signalen nee

ja

Acuut gevaar

nee

ja

Bespre- ken met ouders

Volg standaard procedure overdracht GGD

- Neem zo snel mogelijk contact op met verloskundige en aandachtsfunct.

- KV maakt volledig verslag van situatie

- Bespreek signalen met de ouders - Bespreek signalen

met de verloskundige - Eventueel GGD

consulteren - Noteer de

bijzonderheden op overdracht - Neem telef.

contact op met GGD na overleg met de ouders

- Overleg met verloskundige en aandachtsfunct.

over wie de signalen zal bespreken met de ouders

- GGD informeren - Informeer je

leidinggevende over de bijzonderheden die zonder toestemming zijn doorgegeven Leidinggevende

- Contact met Veilig Thuis - Contact met

steunpunt huiselijk geweld - Contact met GGD - Contact VK j

a

Risico- nee

signalen

nee

j a Niet zeker Voor

bevalling

Na bevalling

GGD = JGZ verpleegkundige

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veilig Thuis kan een eerste weging maken of het terecht is dat wij ons zorgen maken over deze situatie en of er mogelijk sprake kan zijn van kindermishandeling of huiselijk

▪ dat van de medewerkers die werkzaam zijn bij [naam basisschool] op basis van deze verantwoordelijkheid wordt verwacht dat zij in alle contacten met leerlingen en

- Dat OBS Groenehoek, een meldcode wenst vast te stellen zodat de medewerkers die binnen OBS Groenehoek werkzaam zijn, weten welke stappen van hen worden verwacht bij signalen

Benoem duidelijk dat er een meldplicht is voor wanneer er vermoedens zijn van een mogelijk geweld- of zedendelict door een collega en dat er een stappenplan wordt gehanteerd wanneer

Om het voor medewerkers mogelijk te maken om in een veilig werkklimaat huiselijk geweld en kindermishandeling te signaleren en om de stappen van de meldcode te zetten, draagt RK

• Er kijkt altijd een tweede persoon naar het verslag. - Het is belangrijk dat deze verslagen adequate observaties bevatten op feiten gebaseerd. - Als het geen goed

• dat de AHK een meldcode wenst vast te stellen zodat de medewerkers die binnen de AHK werkzaam zijn weten welke stappen van hen worden verwacht bij signalen van huiselijk geweld

Daarnaast bevat deze meldcode een route hoe te handelen bij signalen van mogelijk geweld- of zedendelict door een collega en een route hoe te handelen wanneer er sprake is