Eon
“Tjonge, die wedstrijd leek wel een eeuwigheid te duren!”, zeggen mensen wel- eens na afloop van een spannende sportwedstrijd. Deze middag ging snel voor- bij zeg!, denk je weleens, als je intens met iets bezig was.
“Heb je even tijd voor me?” Als iemand dat vraagt, blijkt dat veel mensen dat niet hebben. ‘Tijd is geld‘ vinden veel mensen; zij willen hun tijd zo goed moge- lijk benutten.
Maar, hoe zou God de tijd zien?
God heeft de tijd
God neemt de tijd om Zijn grote plan uit te voeren. Bij God bestaat eigenlijk geen tijd. God is wel de Schepper van de tijd. In Zijn woord staan verschillen- de woorden die met tijd te maken hebben. Als je de bijbel leest, kom je nogal eens het woord ‘eeuwigheid‘ tegen. Wat dat woord precies betekent, is niet te begrijpen. Men zegt dat het gaat om een tijd zonder begin en zonder einde. Kun jij je dat voorstellen? Ik niet.
De oorspronkelijke Hebreeuwse en Griekse tekst van de bijbel hebben een woord dat in veel bijbelvertalingen met ‘eeuwig‘ of ‘eeuwigheid‘ vertaald is. (De tekst van de bijbel is oorspronkelijk in het Hebreeuws, Aramees en Grieks geschreven).
Het Hebreeuwse woord is ‘oulm‘. Dit komt van een woord, dat met ‘verbergen‘
te maken heeft. Het Griekse ‘aion‘ heeft dezelfde betekenis als het Hebreeuwse woord.
In Efeziërs 3: 11 staat letterlijk, dat God een voornemen van eonen heeft (NBG:
eeuwig voornemen) en dat Hij dat uitvoert in Christus Jezus. Een voornemen is iets met een doel, je wilt iets bereiken. Daarvoor maak je een plan. Dat moet je uitvoeren om je doel te bereiken. Je bedenkt hoe je dat zult doen. Zo heeft God Zich voorgenomen om door lange tijdsperioden heen alles in allen (lees 1 Corinthiërs 15: 20-28) te worden, dus ook in jou!
Door dit voornemen werkt God twee dingen uit:
1. Gods liefde wordt aan alle schepselen duidelijk;
2. Zij zullen aan God ondergeschikt zijn!
Ik ben eigenlijk wel benieuwd wat daarover nog meer in de bijbel staat. Jij?
Loop dan even met me mee naar Spoor 1.
Spoor 1
Vraag jij je weleens af: zou God wel tijd voor mij hebben? Natuurlijk! Hij neemt alle tijd om naar jou te luisteren. Hij heeft immers de tijd! Hij hoort echt alles wat je tegen Hem zegt heel geduldig aan. Hij is liefde en heeft jou geschapen.
Hij heeft jou bedoeld in Zijn plan! En dat plan (of voornemen) van God is iets heel bijzonders. Het verloopt volgens een schema, in een volgorde, want God houdt van orde en niet van chaos.
Gods plan/schema en het Griekse woordje ‘aion‘ hebben alles met elkaar te maken. Efeziërs 3: 11 zegt dat duidelijk: ‘(…) in overeenstemming met het voornemen van de eonen, dat Hij uitvoert in Christus Jezus, onze Heer (…)‘
(letterlijk)
Vraag: als één eeuwigheid al zonder begin en zonder einde is, hoe kan God dan in dit vers zeggen dat er meer dan één eon is?
Net zoals een uur of een dag een bepaalde periode van tijd is, zo is in de bijbel ook een ‘aion‘ een periode van tijd. Bij ‘aionen‘ gaat het dan om de langste peri- odes van tijd die bekend zijn; niet om ‘de eeuwigheid‘, zoals meestal gezegd wordt.
In het Nederlands is ‘eon‘ daar een goed woord voor. Het woordenboek zegt daarover o.a.: zeer lange tijd. En dat klopt aardig met de bijbelse betekenis.
In het Grieks (Mattheus tot en met Openbaring) komt dit woord vaak voor. Er komt pas duidelijkheid, als je dit woord in alle tekstverbanden gaat bekijken.
In 1 Corinthiërs 2: 7 staat (letterlijk), dat er wijsheid van God verborgen was van vóór de eonen (NBG: van eeuwigheid), die te maken heeft met de gelovi- gen van nu, dus met jou en met mij! Deze wijsheid is heel belangrijk in Gods
voornemen van de eonen. Uit dit vers blijkt, dat er een tijd was vóór de eonen.
Vóórdat ook maar iets geschapen was, was God er. Tijd zoals wij die nu kennen bestond niet, dag en nacht ook niet.
Voor de eonen er waren, maakte God eerst een perfect beeld van Zichzelf: Zijn Zoon, Christus. Hebreeën 1: 2 zegt letterlijk dat God door Zijn Zoon de eonen maakt (NBG: ‘de wereld geschapen heeft‘).
In de Schrift kun je vijf eonen ontdekken. In onze bestaande Nederlandse bij- bels is dat erg moeilijk, omdat daarin het woord ‘aion‘ met veel verschillende woorden vertaald is.
De bijbel kent 3 grote tijdsdelen:
1. de tijd vóór de eonen 2. de eonische tijden 3. de tijd ná de eonen.
Misschien vraag je je nu af: en hoe zit het dan precies met die vijf eonen?
Daarvoor kunnen wij het beste in de ‘dienstregeling‘ kijken bij Spoor 2 Vóór je echter verder gaat, is het wel goed om te beseffen, dat God liefde is en tegelijk almachtig. Als Hij ons vertelt dat Hij Zich iets heeft voorgenomen, dan weet je: Hij maakt Zijn plan af en dat zal goed voor Zijn schepping zijn!
Spoor 2
Met de mededelingen voor dit spoor zou je een dag of zeven (of meer) bezig kunnen zijn.
Er was een tijd vóór de eonen. Daarover lazen we al iets in 1 Corinthiërs 2: 7.
Daar ging het om de verborgen wijsheid van God.
In 2 Timotheus 1: 9 lees je dat aan ons als gelovige mensen de genade geschon- ken was vóór eonische (NBG: eeuwige) tijden. Je ziet: God had de genade al (in gedachten) klaar voor ons, voordat Zijn voornemen van eonen begon.
Verder zie je, dat het gaat om eonische tijden (meervoud). Dat gaat dus om meerdere tijdsperiodes.
Nadenkertje:
Als eeuwigheid zonder begin en zonder einde is, hoe kan er dan daarvóór iets zijn? Dat zegt de NBG-vertaling in 2 Timotheus 1: 9 wel als zij spreekt van ‘eeuwige tijden‘. De ene eeuwige tijd volgt dan de andere op, maar … eeuwig heeft toch geen begin, noch een einde?
In Titus 1: 2 lees je opnieuw over ‘eeuwige tijden‘. Hier gaat het om eonisch leven, dat God ons beloofde vóór eonische tijden.
Zijspoor
Titus 1: 2 is een fijne tekst. Je kunt door vragen te stellen aan een tekst die tekst beter gaan begrijpen.
– Wat wordt er gezegd over God?
– Wat doet God? Wanneer dan?
– Wat belooft Hij? Voor wie is dat?
– Reden om Hem te danken?
Door zulke vragen te stellen aan een bijbeltekst gaat deze meer voor je leven!
Duidelijk is: er was een tijd vóór de eonen. Dan moeten die eonen ooit een begin gehad hebben. En… als je een voornemen hebt, zul je daar eens mee beginnen. Over dat begin van Gods voornemen lees je in Genesis 1: 1 en 2 (let- terlijk):
Geschapen heeft God de hemelen en de aarde.
En de aarde werd (een) chaos en inhoudsloos, en duisternis was op de oppervlakte van de waterchaos.
En de geest van God trilde (vibreerde) boven de oppervlakte van het water.
1.
In vers 1 lees je over de eerste eon. Er waren toen nog geen mensen, alleen hemelingen (geesten die wij niet kunnen zien). Deze eon eindigde in de toe- stand, die je in vers 2 leest. De lange periode vanaf de schepping liep uit op een gericht (oordeel) van God, waardoor de aarde ‘woest en ledig‘ (NBG) werd.
2.
De tweede eon begint met het herstelwerk, zoals je dat leest in Genesis 1: 3-2: 3. Lees dit gedeelte eens rustig door. Wat is volgens jou de belangrijkste gebeurtenis in dit gedeelte?
De mensheid neemt snel in aantal toe, maar het contact met en besef van God neemt sterk af. Deze eon eindigt opnieuw met een gericht (oordeel) van God, de zondvloed of grote watervloed. Dit gebeurde omdat bijna heel de mensheid God de rug had toegekeerd (Genesis 6: 5 en 6). Je komt er veel over te weten door Genesis 6, 7 en 8 te lezen. Hoe weet je, dat God nooit meer zo‘n water- vloed over de aarde zal brengen?
3.
De derde eon – in Galaten 1: 4 letterlijk de tegenwoordige boze eon genaamd (NBG: boze wereld) – begint met Noach en zijn gezin. In deze eon gebeurt heel veel; het volk Israël ontstaat en de gemeente die het lichaam van Christus is wordt geroepen. Het allerbelangrijkste van alle eonen gebeurt juist in deze boze eon. Gods Zoon, Jezus Christus, komt als mens op de aarde en sterft een ver- schrikkelijke en smadelijke dood aan het kruis. Hij staat op de derde dag weer op uit de dood en gaat naar Zijn God en Vader en zit nu aan Gods rechterhand.
Het is fijn om regelmatig 1 Corinthiërs 15 over de opstanding door te lezen.
Deze gebeurtenissen van zo‘n 2000 jaar geleden vormen het keerpunt in de eonen.
Jij en ik als gelovigen horen bij het lichaam van Christus (Romeinen 12: 4). Wij leven in deze eon. Paulus zegt ons hoe te leven:
‘Want verschenen is de genade van God: redding voor alle mensen. (de hele mensheid) Zij voedt ons op, opdat wij, de oneerbiedigheid en de wereldse begeerten loochenend, verstandig en rechtvaardig en godvruchtig zouden leven in deze huidige eon, uitziend naar de gelukzalige verwachting en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Redder, Jezus Christus.‘
(Titus 2: 11-13 letterlijk)
De derde eon loopt uit op de komst van de Heer Jezus Christus. Voor de wereld
is de eerste fase van deze komst verborgen, maar voor jou en mij niet! De opna- me van de gemeente vindt dan plaats. Lees daartoe beslist nog eens 1 Thessalonicenzen 4: 13-18! De gemeente wordt van de aarde weggenomen.
Daarna komt het gericht (oordeel) van de toorn van God over deze wereld, die dan onder het ijzeren juk van de antichrist zucht. Het zal gebeuren met vuur op aarde. Israël en de andere volkeren zullen het ondergaan, het is het einde van de dag van de mens (1 Corinthiërs 4: 3); het einde van de derde eon.
De dag van de mens
De NBG vertaalt ‘dag van de mens‘ met ‘menselijk gericht‘. De mens oordeelt en veroordeelt in eigen waan (steeds meer) zonder rekening te houden met God. Daar komt een einde aan als de Heer (weder)komt.
Zie 1 Corinthiërs 4: 5.
4.
De vierde eon zal (ruim) 1000 jaren duren. Het begin van ‘de dag des Heren‘ na de dag van de mens is het begin van de vierde eon.
Het is de komst van de grote Koning, de Heer Jezus Christus, die alle voor- gaande koningen ver zal overtreffen. Zijn koninkrijk zal een wereldrijk zijn zoals er nog nooit een was.
Lees Openbaring 19: 11-20: 6 rustig door. Daar lees je uitgebreid over Zijn komst op aarde. Dan begint een periode van echte vrede en ware gerechtigheid voor 1000 jaar. Israël regeert dan met Christus over de andere volken op aarde.
De gemeente regeert met Christus te midden van de hemelingen in de heme- len. (Efeziërs 2: 6 en 7 en 3: 10)
Deze vierde eon loopt uit op het kort loslaten van satan, de tegenwerker, uit zijn gevangenschap. Hij zal de wereld leiden in de opstand tegen Israël (tegen God dus). Dat zal uitlopen op het grote wereldwijde gericht (oordeel) van vuur. Lees Openbaring 20: 7-15; 2 Petrus 3: 12 en 13. Dan is er het gericht van de grote witte troon.
5.
De vijfde en laatste eon is de tijd van de nieuwe hemel en nieuwe aarde. Lees Openbaring 21 en 22 eens. Dat spreekt van deze eon. Een bijzonder fijne tijd, waarin de schepselen toegroeien naar het grote einddoel van God. In die eon woont God zelf te midden van de mensen.
Net als in de eon daarvoor regeren Israël en de gemeente samen met Christus op aarde en in de hemelen. De eonen zullen eindigen. Dat zij een einde kennen, lees je in 1 Corinthiërs 10: 11 waar letterlijk ‘einden van de eonen‘ staat. Verder lees je in Hebreeën 9: 26 dat er een ‘voleinding van de eonen‘ zal zijn. Dan is Gods plan voltooid. Als je deze tekst uit Hebreeën nog wat verder bekijkt, beantwoord dan de vraag: wat wordt er bij die voleinding weggedaan? En: wat was daarvoor noodzakelijk?
Na de eonen zal de eindeloosheid aanbreken. Dan zal er geen tijd meer zoals nu bestaan. Dan zal heel de schepping wederzijds verzoend met God leven. Er zal geen zonde meer zijn. Het kwaad zal voorgoed verdwenen zijn. Vijandschap of vervreemding bestaan niet langer, niet bij mensen noch bij hemelingen. God zal dan in allen alles zijn! Dat is het grote doel dat God voor ogen stond toen Hij Zich het plan van eonen voornam. Al Zijn schepselen zijn dan voor altijd geheel aan God ondergeschikt. En Christus zal dan ondergeschikt aan God de Vader zijn, want ootmoedig was en is Zijn houding altijd.
Een voorbeeld om na te volgen lees je in Filippenzen 2: 5-11!
