• No results found

Pensioenreglement TrueBlue Stichting De Nationale Algemeen Pensioenfonds

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Pensioenreglement TrueBlue Stichting De Nationale Algemeen Pensioenfonds"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pensioenreglement TrueBlue

Stichting De Nationale Algemeen Pensioenfonds

Versie: januari 2021

(2)

Pensioenreglement TrueBlue

2

Inhoud

1. Definities en toelichtingen ... 3

2. Pensioenregeling en uitvoering ... 9

3. Berekeningsgrondslagen ... 13

4. Soorten pensioenen ... 14

5. Toeslagen en kortingen ... 16

6. Keuzemogelijkheden ... 17

7. Arbeidsongeschiktheid ... 19

8. Bijzondere gebeurtenissen en situaties ... 21

9. Uitbetaling van de pensioenen ... 24

10. Overige bepalingen ... 25

(3)

Pensioenreglement TrueBlue

3

1. Definities en toelichtingen

Naast de definities van artikel 1 van de statuten, die ook gelden voor dit pensioenreglement, wordt verstaan onder:

1.1 AOW

De Algemene Ouderdomswet.

1.2 Arbeidsongeschiktheid

Arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA.

1.3 Beleidsdekkingsgraad

De gemiddelde dekkingsgraad van de 12 maanden voorafgaand aan het moment van vaststellen.

1.4 Bestuur

Het Bestuur van het Pensioenfonds.

1.5 Belanghebbendenorgaan

Het Belanghebbendenorgaan van Collectiviteitkring D-TrueBlue, zoals vastgelegd in het reglement Belanghebbendenorgaan voor Collectiviteitkring D-TrueBlue.

1.6 Collectiviteitkring D-TrueBlue

Het door het Pensioenfonds beheerde afgescheiden vermogen waar de uitvoering van de Pensioenregeling is ondergebracht.

1.7 Deelnemer

Deelnemer voor dit reglement is:

a. De Gewezen Werknemer die op 30 april 2020 volledig (80% - 100%) of gedeeltelijk (35 – 80%) arbeidsongeschikt was volgens de WAO of WIA en recht heeft op een WAO-, WGA- of IVA- uitkering en tot 1 mei 2020 bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue recht had op voortzetting van het deelnemerschap zonder premiebetaling ingevolge het Pensioenreglement Middelloonregeling.

b. De Werknemer die op 30 april 2020 gedeeltelijk arbeidsongeschikt (35 – 80%) was volgens de WAO of WIA en recht heeft op een WAO-, WGA- of IVA-uitkering en tot 1 mei 2020 bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue recht had op gedeeltelijke voortzetting van het

deelnemerschap zonder premiebetaling ingevolge het Pensioenreglement Middelloonregeling.

Deze Werknemer geldt alleen als deelnemer voor dit reglement als zijn werkgever de

pensioenovereenkomst op 1 april 2020 niet bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Media PNO heeft ondergebracht.

c. De Werknemer die op 31 maart 2020 ziek was en nadien op grond van deze ziekte recht heeft op een WAO-, WGA- of IVA-uitkering en tot 1 april 2020 deelnemer was bij Stichting

Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue onder het Pensioenreglement Middelloonregeling. Deze

(4)

Pensioenreglement TrueBlue

4 Werknemer geldt alleen als deelnemer voor dit reglement als zijn werkgever de

pensioenovereenkomst op 1 april 2020 niet bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Media PNO heeft ondergebracht en hij geen recht heeft op premievrijstelling vanwege

arbeidsongeschiktheid bij de nieuwe pensioenuitvoerder van zijn werkgever.

d. De Werknemer zoals beschreven onder b. en c. en die na 1 mei 2020 uit dienst is gegaan van de werkgever die tot 1 april 2020 aangesloten is geweest bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue.

De Deelnemers hebben vanaf 1 mei 2020 bij het Pensioenfonds ingevolge dit reglement recht op (gedeeltelijke) voortzetting van het deelnemerschap zonder premiebetaling.

1.8 Gewezen Deelnemer

De (gewezen) Werknemer of Gewezen Werknemer die vanaf 1 mei 2020 of eerdere beëindiging van het deelnemerschap bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue geen pensioen meer verwerft en die een Pensioenaanspraak jegens Collectiviteitkring D-TrueBlue van het Pensioenfonds heeft per 1 mei 2020 en behoudt ingevolge dit reglement. Gewezen Deelnemer is tevens de Deelnemer die voor AOW-leeftijd geen recht meer heeft op een WAO-, WGA- of IVA-uitkering.

1.9 Gewezen Werknemer

Degene die voor 31 maart 2020 een arbeidsovereenkomst had met een werkgever die tot 1 april 2020 aangesloten is geweest bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue en voor 31 maart 2020 uit dienst is gegaan en die per 30 april 2020 premievrije aanspraken had bij Stichting

Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue, die zijn overgedragen naar Collectiviteitkring D-TrueBlue.

1.10 Gepensioneerde

De persoon die de Pensioendatum heeft bereikt.

1.11 Gewezen Partner

De persoon die voor de Scheiding of het einde van de Gezamenlijke huishouding als Partner werd aangemerkt.

1.12 Gezamenlijke huishouding Hiervan is sprake als:

a. een tussen de (Gewezen) Deelnemer en een ander persoon gesloten samenlevingsovereenkomst die notarieel is verleden voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum en waarvan een kopie wordt overlegd waaruit ten genoegen van het Pensioenfonds de onderhoudsverplichting van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde jegens zijn Partner blijkt samen met overlegging van een uittreksel uit de Basisregistratie Personen wordt aangetoond dat deze andere persoon en de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde, voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum, tenminste zes maanden onafgebroken zijn ingeschreven in de Basisadministratie Personen op hetzelfde adres; of

b. een uittreksel uit de Basisadministratie Personen wordt overlegd voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum waaruit blijkt dat de (Gewezen) Deelnemer en een ander persoon ten minste vijf

(5)

Pensioenreglement TrueBlue

5 jaar onafgebroken zijn ingeschreven in de Basisadministratie Personen op hetzelfde adres en tevens aangetoond wordt ten genoegen van het Pensioenfonds dat de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde, voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum, een onderhoudsverplichting jegens de partner heeft.

Indien de bedoelde vastlegging van de onderhoudsverplichting ontbreekt dient de

onderhoudsverplichting aangetoond te worden door overlegging van ten minste een van de volgende documenten bij het Pensioenfonds:

- een kopie van een recent bankafschrift van de gezamenlijke bankrekening voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en deze andere persoon;

- een kopie van de polis van de levensverzekering die de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en deze andere persoon voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum op elkaars leven hebben afgesloten;

- een kopie van het testament van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde waarin deze andere persoon voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum is aangewezen als erfgenaam voor minstens 50% van de nalatenschap;

- een kopie van een verklaring van erfrecht over de nalatenschap van de overleden (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde waaruit blijkt dat deze andere persoon voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum is aangewezen als erfgenaam voor minstens 50% van de nalatenschap;

- een kopie van een huurovereenkomst, koopcontract of hypotheekakte met een ingangsdatum voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum op naam van zowel de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde als deze andere persoon;

- een kopie van de geboorteakte voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum van het Kind van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde dat door deze andere persoon is erkend of van het Kind van deze andere persoon dat door de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde is erkend;

- een kopie van het bewijs van gezamenlijk ouderlijk gezag voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum.

1.13 IVA

De regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten als bedoeld in de WIA.

1.14 Kind

- het Kind beneden de leeftijd van 18 jaar van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde, dat tot deze (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staat zoals bedoeld in boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

- het stief- en pleegkind beneden de leeftijd van 18 jaar van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde.

(6)

Pensioenreglement TrueBlue

6

− Onder stiefkind wordt verstaan het Kind van de Partner dat geen gezamenlijk Kind is, mits behorende tot het gezin of de Gezamenlijke huishouding van de (Gewezen) Deelnemer, Gepensioneerde en diens Partner.

− Onder pleegkind wordt verstaan het Kind, dat door de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde als eigen Kind wordt onderhouden, mits dit pleegkind bij het Pensioenfonds is aangemeld en die aan de gestelde voorwaarden voldoet.

Indien de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde zijn stief- of pleegkind voor wezenpensioen wenst aan te melden, dient de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde ten genoegen van het Pensioenfonds aan te tonen dat het onderhoud van het Kind grotendeels ten laste komt van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde;

- de hier genoemde kinderen tussen de leeftijd van 18 en 27 jaar indien zij de voor werkzaamheden beschikbare tijd hoofdzakelijk aan een studie of beroepsopleiding besteden en/of

arbeidsongeschikt zijn.

1.15 Nabestaande

De (Gewezen) Partner die of het Kind dat na overlijden van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde jegens het Pensioenfonds recht heeft op een (bijzonder) partnerpensioen respectievelijk op een wezenpensioen.

1.16 Partner

- de echtgeno(o)t(e) van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde, indien het huwelijk voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum is gesloten;

- de ongehuwde persoon die voorafgaande aan de feitelijke Pensioendatum een wettig geregistreerd partnerschap heeft gesloten met de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde;

- de ongehuwde, niet wettelijk als Partner geregistreerde persoon, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de rechte lijn of in de tweede graad, met wie de ongehuwde, niet wettelijk als Partner geregistreerde, (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde een Gezamenlijke huishouding voert, die als Partner bij het Pensioenfonds is aangemeld voorafgaande aan de feitelijke

Pensioendatum en die aan de gestelde voorwaarden voldoet.

De (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde kan ten hoogste één partner hebben.

1.17 Pensioen

Ouderdomspensioen, (bijzonder) partnerpensioen of wezenpensioen in de zin van dit reglement.

1.18 Pensioenaanspraak

Het recht op een nog niet ingegaan Pensioen, uitgezonderd toekomstige voorwaardelijke Toeslagverlening.

(7)

Pensioenreglement TrueBlue

7 1.19 Pensioendatum

De dag waarop het ouderdomspensioen daadwerkelijk ingaat. Indien de (Gewezen) Deelnemer niet kiest voor vervroeging of uitstel van de ingang van het ouderdomspensioen, is de Pensioendatum gelijk aan de Pensioenrichtdatum. Indien de (Gewezen) Deelnemer heeft gekozen voor vervroeging of uitstel van de ingang van het ouderdomspensioen, is de Pensioendatum de dag waarop het

vervroegde of uitgestelde ouderdomspensioen ingaat.

1.20 Pensioenfonds

Stichting De Nationale Algemeen Pensioenfonds.

1.21 Pensioengerechtigde

De persoon voor wie op grond dit reglement het Pensioen is ingegaan met uitzondering van degenen die Deelnemer zijn.

1.22 Pensioenrecht

Het recht op een ingegaan Pensioen, uitgezonderd toekomstige voorwaardelijke Toeslagverlening.

1.23 Pensioenregeling

De gesloten pensioenregeling waarin behoudens de voortzetting van het deelnemerschap zonder premiebetaling vanwege arbeidsongeschiktheid geen pensioenopbouw meer plaatsvindt en is vastgelegd in dit pensioenreglement.

1.24 Pensioenrichtdatum

De dag waarop de (Gewezen) Deelnemer 67 jaar wordt.

1.25 Prijsindex

Het stijgingspercentage van de kosten van levensonderhoud op basis van een vergelijking van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde en gepubliceerde afgeleide consumenten prijsindexcijfer (2015 = 100) voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar met dat voor de maand september van het kalenderjaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarin de laatste verhoging heeft plaatsgevonden. Indien dit indexcijfer niet meer wordt gepubliceerd, wordt het

vervangen door een door het Bestuur vast te stellen maatstaf, die zoveel mogelijk vergelijkbaar is met de eerder gehanteerde maatstaf.

1.26 Scheiding Hieronder wordt verstaan:

- beëindiging van het huwelijk door echtscheiding;

- ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed;

- beëindiging van het wettig geregistreerd partnerschap;

- beëindiging van de Gezamenlijke huishouding.

(8)

Pensioenreglement TrueBlue

8 De scheidingsdatum bij gehuwden en wettig geregistreerden is de inschrijvingsdatum van de

Scheiding in de registers van de Basisregistratie Personen. In geval van scheiding van tafel en bed is de scheidingsdatum de datum van inschrijving van de beschikking in het huwelijksgoederenregister.

Het einde van de Gezamenlijke huishouding moet binnen een jaar na het eindigen ervan door ofwel de (Gewezen) Deelnemer of Pensioengerechtigde ofwel door de Gewezen Partner aan het

Pensioenfonds worden gemeld. Bij de melding moet een kopie van het aangetekende schrijven aan de andere Partner of aan de notaris worden overlegd waarmee de Gezamenlijke huishouding wordt beëindigd. Als datum voor het einde van de Gezamenlijke huishouding wordt aangemerkt de datum van het aangetekende schrijven waarmee de beëindiging een feit is geworden. Indien geen

eenduidigheid bestaat over de beëindigingsdatum, wordt als beëindigingsdatum aangehouden de datum waarop volgens de Basisregistratie Personen de inschrijving op hetzelfde adres is geëindigd.

1.27 Statuten

De Statuten van het Pensioenfonds.

1.28 Tabellenboek Collectiviteitkring D-TrueBlue

De verzameling van de door het Bestuur vastgestelde rekenregels voor toepassing bij de keuzemogelijkheden en afkoop in Collectiviteitkring D-TrueBlue.

1.29 Toeslagverlening

Een verhoging van a) een Pensioenrecht van de Pensioengerechtigde, b) een Pensioenaanspraak van de (Gewezen) Deelnemer, voor zover die verhoging geen verband houdt met een verhoging van de pensioengrondslag, de toename van het in aanmerking te nemen aantal deelnemersjaren of een wijziging van de pensioenovereenkomst of c) een Pensioenaanspraak van een Gepensioneerde ten behoeve van zijn Partner.

1.30 Uitvoeringsreglement

Het reglement over de uitvoering van de Pensioenregeling.

1.31 UWV

Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

1.31 WAO

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

1.32 Werknemer

Degene die op 31 maart 2020 een arbeidsovereenkomst heeft met een werkgever die tot 1 april 2020 aangesloten is geweest bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue.

1.33 WGA

De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten als bedoeld in de WIA.

1.34 WIA

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

(9)

Pensioenreglement TrueBlue

9

2. Pensioenregeling en uitvoering

2.1 Deelnemerschap

1. Deelnemer in de zin van dit reglement is de Deelnemer die Arbeidsongeschikt is en voor wie het deelnemerschap conform het bepaalde in artikel 7.1 wordt voortgezet. Voortzetting van het

deelnemerschap houdt in dat zowel de opbouw van de Pensioenaanspraken als de dekking van de risico’s worden voortgezet.

2. Het deelnemerschap eindigt bij het einde van de voortzetting van de premievrije opbouw, conform het bepaalde in artikel 7.1, lid 9.

2.2 Informatie

2.2.1 Informatieverstrekking algemeen

1. Het Pensioenfonds heeft een website waarop informatie te vinden is over de pensioenregeling en de financiële situatie van Collectiviteitkring D-TrueBlue. Verder heeft het Pensioenfonds op de website documenten beschikbaar gesteld zoals het jaarverslag, verklaring inzake

beleggingsbeginselen, herstelplan en het pensioenreglement.

2. De informatie van het Pensioenfonds is correct, duidelijk en evenwichtig en wordt tijdig verstrekt of beschikbaar gesteld.

3. Het Pensioenfonds verstrekt de informatie waar mogelijk elektronisch. De (Gewezen) Deelnemer, (Gewezen) Partner en Pensioengerechtigde worden hierover schriftelijk geïnformeerd.

4. Een (Gewezen) Deelnemer, (Gewezen) Partner of Pensioengerechtigde die bezwaar maakt tegen elektronische verstrekking, ontvangt de informatie schriftelijk.

5. Bij het verstrekken van de schriftelijke informatie kan het Pensioenfonds zich houden aan het laatst hem bekende adres. Blijkt dit adres onjuist te zijn, dan doet het Pensioenfonds navraag bij de Basisregistratie Personen in de laatst bekende woonplaats. De hiermee gepaard gaande kosten kan het Pensioenfonds in rekening brengen bij de (Gewezen) Deelnemer, (Gewezen) Partner of Pensioengerechtigde. Deze kosten kunnen niet direct in mindering worden gebracht op de uitkering.

6. Indien bij elektronische verstrekking het bij het Pensioenfonds bekende adres voor elektronische verstrekking onjuist blijkt te zijn, verstrekt het Pensioenfonds de informatie schriftelijk.

2.2.2 Informatie aan de Deelnemer

1. Het Pensioenfonds informeert de Deelnemer bij aanvang van dit pensioenreglement over de inhoud van de pensioenregeling en overige zaken die voor de Deelnemer van belang zijn. Over de nadien in de pensioenregeling doorgevoerde wijzigingen wordt de Deelnemer ook geïnformeerd.

2. Het Pensioenfonds verstrekt de Deelnemer jaarlijks een opgave van:

(10)

Pensioenreglement TrueBlue

10

• Opgebouwde en te bereiken Pensioenaanspraken;

• De fiscale waardeaangroei;

• Informatie over een variabele uitkering;

• Informatie over de reglementaire pensioenleeftijd;

• Informatie over Toeslagverlening;

• Informatie over vermindering van de Pensioenaanspraken en Pensioenrechten;

• Informatie over garanties;

• informatie over het land waar het pensioen is ondergebracht en de toezichthouder waar het pensioen onder valt;

• Informatie over de dekkingsgraad.

3. Het Pensioenfonds verstrekt de Deelnemer bij beëindiging van het deelnemerschap een opgave van de opgebouwde Pensioenaanspraken alsmede informatie over Toeslagverlening, vermindering van de Pensioenaanspraken en beëindiging van de deelneming. Indien van toepassing wordt informatie verstrekt over het functioneren van het Pensioenfonds.

2.2.3 Informatie aan de Gewezen Deelnemer

1. Het Pensioenfonds verstrekt de Gewezen Deelnemer jaarlijks, waarvan eens in de vijf jaar schriftelijk, een opgave van:

• Opgebouwde Pensioenaanspraken;

• Informatie over een variabele uitkering;

• Informatie over de reglementaire pensioenleeftijd;

• Informatie over Toeslagverlening;

• Informatie over vermindering van de Pensioenaanspraken en Pensioenrechten;

• Informatie over garanties;

• Informatie over het land waar het pensioen is ondergebracht en de toezichthouder waar het pensioen onder valt;

• Informatie over de dekkingsgraad.

2. Het Pensioenfonds informeert de Gewezen Deelnemer binnen drie maanden over een voor hem relevante wijziging in het pensioenreglement en de mogelijkheid om het gewijzigde

pensioenreglement op te vragen.

2.2.4 Informatie aan de Gewezen partner

1. Het Pensioenfonds verstrekt aan degene die Gewezen Partner wordt een opgave van de

opgebouwde aanspraak op bijzonder partnerpensioen alsmede informatie over Toeslagverlening en vermindering van de Pensioenaanspraken.

2. Ten minste één keer in de vijf jaar verstrekt het Pensioenfonds aan de Gewezen Partner een opgave van het bijzonder partnerpensioen alsmede informatie over Toeslagverlening en vermindering van de Pensioenaanspraken.

(11)

Pensioenreglement TrueBlue

11 3. Het Pensioenfonds informeert de Gewezen Partner binnen drie maanden na een wijziging van het

toeslagbeleid over die wijziging.

2.2.5 Informatie aan de Pensioengerechtigde

1. Het Pensioenfonds verstrekt degene die Pensioengerechtigde wordt en vervolgens jaarlijks een opgave van zijn Pensioenrecht en de Pensioenaaspraken alsmede informatie over

Toeslagverlening, informatie over garanties, informatie over het land waar het pensioen is ondergebracht, de toezichthouder waar het pensioen onder valt en vermindering van Pensioenaanspraken en Pensioenrechten.

2. Na afloop van elk kalenderjaar ontvangt de Pensioengerechtigde een jaaropgave met daarin vermeld de hoogte van de in dat kalenderjaar uitgekeerde bedragen en de hoogte van de wettelijke inhoudingen van dat kalenderjaar.

3. Het Pensioenfonds informeert de Pensioengerechtigde binnen drie maanden over een voor hem relevante wijziging in het pensioenreglement en de mogelijkheid om het gewijzigde

pensioenreglement op te vragen.

2.2.6 Informatie bij vertrek naar een andere lidstaat

Het Pensioenfonds verstrekt (Gewezen) Deelnemers en Gepensioneerden die zich in een andere lidstaat vestigen informatie over hun Pensioenaanspraken en Pensioenrechten en over de

mogelijkheden die hun op grond van de pensioenregeling worden geboden. De verstrekte informatie is ten minste gelijk aan de informatie die wordt verstrekt aan (Gewezen) Deelnemers en

Pensioengerechtigden die in Nederland blijven.

2.2.7 Informatie op verzoek

1. Het Pensioenfonds verstrekt de (Gewezen) Deelnemer, de (Gewezen) Partner en de Pensioengerechtigde op verzoek:

a. informatie over de gehanteerde aannamen bij de weergave van ouderdomspensioen op basis van een pessimistisch, een verwacht en een optimistisch scenario;

b. de voor hem relevante informatie over beleggingen.

c. documenten van het Pensioenfonds.

2. Het Pensioenfonds verstrekt de Gewezen Partner op verzoek de informatie uit artikel 2.2.4. lid 1.

3. Het pensioenfonds verstrekt de Pensioengerechtigde op verzoek een opgave van zijn pensioenrecht waarbij deze gegevens voor zover het ouderdomspensioen betreft, tevens weergegeven worden op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario.

4. Het Pensioenfonds is bevoegd kosten in rekening te brengen bij de (Gewezen) Deelnemer, de (Gewezen) Partner en de Pensioengerechtigde voor het verstrekken van informatie. Dit geldt niet

(12)

Pensioenreglement TrueBlue

12 voor het opvragen van het pensioenreglement, informatie over beleggingen en uitruil van

Pensioenaanspraken.

2.2.8 Informatieplicht van (Gewezen) Deelnemer en Pensioengerechtigde

De (Gewezen) Deelnemer en Pensioengerechtigde zijn verplicht het Pensioenfonds in kennis te stellen van voor het Pensioenfonds van belang zijnde gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van dit pensioenreglement en die niet blijken uit het Basisregistratie Personen. Bij de van belang zijnde gegevens moet bijvoorbeeld gedacht worden aan: wijzigingen in de burgerlijke staat, de

gezinssamenstelling, het adres bij verblijf in het buitenland en de mate van Arbeidsongeschiktheid.

Bij gebreke daarvan is de (Gewezen) Deelnemer of Pensioengerechtigde jegens het Pensioenfonds aansprakelijk voor eventueel voor het Pensioenfonds uit dat verzuim voortvloeiende kosten en zullen eventueel teveel uitgekeerde pensioenbedragen worden verrekend of teruggevorderd.

1. Indien een (Gewezen) Deelnemer ingevolge artikel 6.1 eerder of later dan de Pensioenrichtdatum met Pensioen wenst te gaan, dan wel met deeltijdpensioen wenst te gaan ingevolge artikel 6.2, dient hij dit ten minste drie maanden vóór de gewenste Pensioendatum respectievelijk de Pensioenrichtdatum schriftelijk aan het Pensioenfonds mede te delen.

2. Indien een (Gewezen) Deelnemer gebruik wil maken van de mogelijkheid tot variatie in de pensioenuitkering als bedoeld in artikel 6.5, dient hij dit ten minste drie maanden vóór de Pensioendatum schriftelijk aan het Pensioenfonds mede te delen.

3. a. Het Pensioenfonds verstrekt de (Gewezen) Deelnemer zes maanden vóór de Pensioendatum, danwel zes maanden vóór de AOW-datum indien deze ligt voor de Pensioendatum, een opgave van de hoogte van de Pensioenaanspraken en informatie over de Toeslagverlening.

b. Het Pensioenfonds verstrekt de (Gewezen) Deelnemer bij de in onderdeel a bedoelde opgave informatie over het keuzerecht uitruil partnerpensioen in hoger of eerder ingaand

ouderdomspensioen en over het keuzerecht uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen en informatie over de Toeslagverlening. Bij de opgave wordt een formulier gevoegd waarop de (Gewezen) Deelnemer zijn keuze kan aangeven ten aanzien van:

- het geheel of gedeeltelijk afstand doen van het partnerpensioen ten einde zijn ouderdomspensioen te verhogen; of

- het gedeeltelijk afstand doen van zijn ouderdomspensioen ten einde het partnerpensioen te verhogen.

c. Indien de (Gewezen) Deelnemer gebruik maakt van de onder b beschreven

keuzemogelijkheden dient het ingevulde en ondertekende keuzeformulier binnen één maand na dagtekening van de in onderdeel a bedoelde opgave aan het Pensioenfonds te worden

teruggestuurd.

Indien wordt gekozen voor het geheel of gedeeltelijk afstand doen van het partnerpensioen, dient het keuzeformulier zowel door de (Gewezen) Deelnemer als door de Partner te worden

(13)

Pensioenreglement TrueBlue

13 ondertekend. Heeft de (Gewezen) Deelnemer geen Partner die jegens het Pensioenfonds rechten kan doen gelden, dan dient de (Gewezen) Deelnemer dit op het keuzeformulier aan te geven en het formulier te ondertekenen.

4. Indien de (Gewezen) Deelnemer gebruik maakt van de keuzemogelijkheden, zoals genoemd in artikel 6, verstrekt het Pensioenfonds de (Gewezen) Deelnemer ten minste twee maanden voor de Pensioendatum een verklaring met een voorlopige opgave van de herrekende

Pensioenaanspraken.

De (Gewezen) Deelnemer dient de verklaring te ondertekenen en binnen een maand na dagtekening van de voorlopige opgave van de herrekende Pensioenaanspraken aan het Pensioenfonds terug te sturen.

5. Indien het Pensioenfonds de mededeling als bedoeld in de leden 1 en 2, het keuzeformulier als bedoeld in lid 3 onderdeel c en de verklaring als bedoeld in lid 4 niet binnen één maand na ontvangst heeft afgehandeld, ontvangt de (Gewezen) Deelnemer vóór het verstrijken van deze periode een ontvangstbevestiging.

3. Berekeningsgrondslagen

3.1 Deelnemersjaren

Deelnemersjaren zijn de jaren die liggen tussen 1 mei 2020 en de vroegste van de volgende tijdstippen:

- de dag waarop de Deelnemer overlijdt;

- de dag waarop de Deelnemer volledig revalideert;

- de dag waarop de AOW ingaat; of

- de dag waarop de Pensioendatum, zoals die geldt per 1 mei 2020 of latere ingang van de premievrije voortzetting, wordt bereikt.

3.2 Pensioengrondslag

1. De pensioengrondslag is het bedrag waarover pensioen wordt opgebouwd en is bij opname in de pensioenregeling per 1 mei 2020 vastgesteld. De vaststelling van de pensioengrondslag heeft op basis van de schadevoorziening voor de premievrijgestelde opbouw per 30 april 2020 bij de vorige pensioenuitvoerder Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue plaatsgevonden. Hierbij is voor de toekomstige opbouw van pensioen uitgegaan van premievrije pensioenopbouw tot de AOW-leeftijd en een toekomstig opbouwpercentage van 1,738%.

(14)

Pensioenreglement TrueBlue

14 3.3 Deeltijdfactor

1. De deeltijdfactor is de verhouding tussen het overeengekomen aantal arbeidsuren van de Deelnemer per week en het gebruikelijke aantal arbeidsuren per week bij de Werkgever, die tot 1 mei 2020 aangesloten was bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue, en zoals die gold voorafgaand aan de Arbeidsongeschiktheid.

2. Als een Deelnemer voorafgaande aan de Arbeidsongeschiktheid in deeltijd werkte, wordt daarmee als volgt rekening gehouden:

- de pensioengrondslag wordt op voltijdsbasis vastgesteld;

- ieder deelnemersjaar wordt voor een evenredig deel in aanmerking genomen.

3. Voor de berekening van partner- en wezenpensioen bij overlijden van een Deelnemer wordt uitgegaan van de veronderstelling dat de in de maand van overlijden van de Deelnemer geldende deeltijdfactor van kracht blijft tot de Pensioenrichtdatum.

4. Soorten pensioenen

4.1 Algemeen

1. Deze gesloten pensioenregeling heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het Pensioen vooraf wordt vastgesteld in concrete

pensioenbedragen.

4.2 Ouderdomspensioen

1. Het ouderdomspensioen gaat in op de Pensioenrichtdatum of als voor een eerdere of latere Pensioendatum is gekozen, op deze eerdere of latere datum.

2. Het ouderdomspensioen wordt uitbetaald tot het einde van de maand waarin de Gepensioneerde overlijdt.

3. Tijdens het deelnemerschap wordt elk jaar een gedeelte van het ouderdomspensioen opgebouwd.

Dit jaarlijks op te bouwen pensioen bedraagt voor ieder deelnemersjaar 1,738% van de

pensioengrondslag in dat betreffende jaar. Het in totaal opgebouwde ouderdomspensioen is gelijk aan het in de achterliggende deelnemersjaren opgebouwd ouderdomspensioen, inclusief

verleende toeslagen en doorgevoerde kortingen.

4. Het te bereiken ouderdomspensioen is het conform vorige lid opgebouwde ouderdomspensioen, verhoogd met 1,738% van de laatst vastgestelde pensioengrondslag met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.2 vermenigvuldigd met het aantal toekomstige deelnemersjaren en indien van toepassing vermenigvuldigd met de laatst bekende deeltijdfactor voor de toekomstige jaren.

(15)

Pensioenreglement TrueBlue

15 4.3 Partnerpensioen

1. Het partnerpensioen gaat in op de dag waarop de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde overlijdt.

2. Het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de Partner overlijdt.

3. Tijdens het deelnemerschap wordt elk jaar een gedeelte van het partnerpensioen opgebouwd. Dit jaarlijks op te bouwen pensioen bedraagt voor ieder deelnemersjaar 1,2166% van de

pensioengrondslag in dat betreffende jaar. Het in totaal opgebouwde partnerpensioen is gelijk aan het in de achterliggende deelnemersjaren opgebouwd partnerpensioen, inclusief verleende toeslagen en doorgevoerde kortingen.

4. Bij overlijden van de Deelnemer ontvangt de Partner het te bereiken partnerpensioen. Het te bereiken partnerpensioen is het conform vorige lid opgebouwde partnerpensioen, verhoogd met 1,2166% van de laatst vastgestelde pensioengrondslag vermenigvuldigd met het aantal

toekomstige deelnemersjaren en indien van toepassing vermenigvuldigd met de laatst bekende deeltijdfactor voor de toekomstige deelnemersjaren.

4.4 Wezenpensioen

1. Het wezenpensioen gaat voor ieder Kind in op de dag waarop de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde overlijdt.

2. Het wordt uitgekeerd tot de dag waarop het Kind de 18e verjaardag bereikt.

3. Als het Kind studeert of arbeidsongeschikt is, loopt de uitkering van het wezenpensioen door tot de dag waarop het Kind de 27e verjaardag bereikt.

4. Van een studerend Kind als bedoeld in lid 3 is sprake als:

- het Kind ingeschreven is bij een school of instelling die volledig dagonderwijs verzorgt. Aan volledig dagonderwijs wordt gelijkgesteld een bij wet geregelde combinatie van leren en werken die ook een volledige dag beslaat; en

- het Kind de school of instelling geregeld bezoekt volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet.

Voornoemde voorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing indien het Kind in het buitenland studeert.

5. Van een arbeidsongeschikt Kind als bedoeld in lid 3 is sprake als het Kind van overheidswege recht heeft op een uitkering ten gevolge van Arbeidsongeschiktheid, langdurige ziekte of handicap.

6. Als het Kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer arbeidsongeschikt is, loopt de uitkering door tot het einde van de betreffende maand. Op verzoek herleeft het wezenpensioen als wederom voldaan wordt aan de voorwaarden van lid 4 of lid 5.

(16)

Pensioenreglement TrueBlue

16 7. Tijdens het deelnemerschap wordt elk jaar een gedeelte van het wezenpensioen opgebouwd. Dit

jaarlijks op te bouwen pensioen bedraagt voor ieder deelnemersjaar 0,243% van de

pensioengrondslag in dat betreffende jaar. Het in totaal opgebouwde wezenpensioen is gelijk aan het in de achterliggende deelnemersjaren opgebouwd wezenpensioen, inclusief verleende toeslagen en doorgevoerde kortingen.

8. Bij overlijden van een Deelnemer ontvangt het Kind het te bereiken wezenpensioen. Het te bereiken wezenpensioen is het conform vorige lid opgebouwde wezenpensioen, verhoogd met 0,243% van de laatst vastgestelde pensioengrondslag vermenigvuldigd met het aantal toekomstige deelnemersjaren en indien van toepassing vermenigvuldigd met de laatst bekende deeltijdfactor voor de toekomstige deelnemersjaren.

9. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als het Kind ouderloos wordt.

5. Toeslagen en kortingen

5.1 Toeslagen

1. Op de Pensioenaanspraken van een (Gewezen) Deelnemer en een Gewezen Partner en op de Pensioenrechten van een Pensioengerechtigde wordt jaarlijks toeslag verleend op basis van de stijging van de Prijsindex. De eventuele Toeslagverlening op de Pensioenaanspraken en

Pensioenrechten is in enig jaar geheel voorwaardelijk, er bestaat geen recht op Toeslagverlening.

2. Het Bestuur van het Pensioenfonds beslist evenwel jaarlijks in hoeverre Pensioenaanspraken en Pensioenrechten worden aangepast. Hierbij baseert het Bestuur zich op de Beleidsdekkingsgraad op de laatste dag van het derde kwartaal voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de indexering plaatsvindt. Voor de voorwaardelijke Toeslagverlening als bedoeld in lid 1 is geen reserve

gevormd, maar de voorwaardelijke Toeslagverlening wordt uitsluitend uit het beleggingsrendement van Collectiviteitkring D-TrueBlue gefinancierd.

3. Het Bestuur van het Pensioenfonds kan uitsluitend toeslag verlenen als:

- de Beleidsdekkingsgraad van de Collectiviteitkring D-TrueBlue hoger is dan 110%, en - de verleende toeslag naar verwachting ook in de toekomst mogelijk is.

5.2 Kortingen

Indien ten gevolge van enige omstandigheid het financieel evenwicht in Collectiviteitkring D-TrueBlue zou worden verbroken, zal getracht worden het verbroken financieel evenwicht te herstellen, zonder de Pensioenaanspraken en de Pensioenrechten aan te tasten. Mocht zulks niet mogelijk zijn, dan kan het Bestuur van het Pensioenfonds besluiten de Pensioenaanspraken en de Pensioenrechten te verminderen met inachtneming van het bepaalde in artikel 134 van de Pensioenwet.

(17)

Pensioenreglement TrueBlue

17 5.3 Gemiste toeslag of korting

In het verleden gemiste toeslagen of doorgevoerde kortingen kunnen worden ingehaald. Indien de Collectiviteitkring D-TrueBlue naar het oordeel van het bestuur over meer dan voldoende middelen beschikt, kan het Bestuur besluiten een inhaaltoeslag of een compensatie voor een doorgevoerde toe te kennen aan alle op dat moment aanwezige (Gewezen) Deelnemers, Gewezen Partners en

Pensioengerechtigden. Inhaaltoeslag of een compensatie voor doorgevoerde kortingen kunnen worden verleend binnen de fiscale kaders zoals opgenomen in de Wet op de loonbelasting 1964. Het bepaalde in artikel 137, lid 2, sub c, van de Pensioenwet dient hierbij in acht te worden genomen.

6. Keuzemogelijkheden

6.1 Verschuiving van de Pensioendatum

1. De (Gewezen) Deelnemer kan er voor kiezen zijn ouderdomspensioen eerder of later dan de Pensioenrichtdatum met (deeltijd)pensioen in te laten gaan, echter niet eerder dan vijf jaar voor de AOW-datum en niet later dan de AOW-datum vermeerderd met vijf jaren. De arbeidsongeschikte Deelnemer kan zijn pensioen vervroegen tot niet eerder dan de AOW-datum.

2. Vervroeging kan plaatsvinden over een periode bepaald in hele maanden, teruggerekend vanaf de Pensioenrichtdatum.

3. Bij vervroeging van de Pensioendatum blijft het bij het ouderdomspensioen behorende

partnerpensioen en/of wezenpensioen ongewijzigd. Dit kan desgewenst via uitruil nog gewijzigd worden.

4. Uitstel kan plaatsvinden over een periode bepaald in hele maanden, gerekend vanaf de Pensioenrichtdatum. Over de periode van uitstel vindt geen pensioenopbouw meer plaats.

6.2 Deeltijdpensionering

1. De (Gewezen) Deelnemer heeft de mogelijkheid zijn pensioen op de vervroegde Pensioendatum gedeeltelijk in te laten gaan. Dit heet deeltijdpensionering.

2. Ingeval er voor deeltijdpensionering wordt gekozen, kan het ouderdomspensioen in stappen van veelvouden van 20% in gaan.

3. De (Gewezen) Deelnemer kan in maximaal twee stappen, en bij iedere stap met veelvouden van 20%, gebruik maken van het recht op deeltijdpensionering. Indien gekozen wordt voor

deeltijdpensioen in twee stappen, dient het pensioen bij de tweede stap volledig in te gaan en kan geen nieuwe periode hoog-laag gekozen worden. De lopende hoog-laag uitkering kan wel worden aangepast.

4. De datum waarop volledig met ouderdomspensioen wordt gegaan kan zelf worden gekozen. Dit kan echter niet later dan de dag waarop recht bestaat op de AOW-uitkering vermeerderd met vijf jaren.

(18)

Pensioenreglement TrueBlue

18 6.3 Uitruil van partnerpensioen naar extra ouderdomspensioen of omgekeerd

1. De (Gewezen) Deelnemer kan een gedeelte van het ouderdomspensioen bij tussentijdse

beëindiging van het deelnemerschap en op de Pensioendatum uitruilen om het partnerpensioen te verhogen.

Bij het herschikken van ouderdomspensioen ten behoeve van een hoger partnerpensioen geldt dat door de herschikking het partnerpensioen niet meer mag gaan bedragen dan de fiscale grens van 70% van het verlaagde ouderdomspensioen.

2. De (Gewezen) Deelnemer kan het partnerpensioen geheel of gedeeltelijk bij tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap en op de Pensioendatum uitruilen om het

ouderdomspensioen te verhogen. De (Gewezen) Deelnemer met een Partner heeft daarvoor de instemming nodig van de Partner.

3. Er is geen uitruil mogelijk van het bijzonder partnerpensioen en verevend ouderdomspensioen waarop een Gewezen Partner recht heeft behouden.

4. Bij uitruil van partnerpensioen naar extra ouderdomspensioen of omgekeerd wijzigt het wezenpensioen niet.

5. Uitruil kan niet plaatsvinden als het bedrag van de uit te ruilen pensioensoort lager is dan de grens waarbij afkoop van kleine pensioenen aan de orde is, tenzij het Pensioen waarnaar uitgeruild wordt hoger is dan voornoemde grens.

6.4 Omzetten ouderdomspensioen in AOW-overbruggingspensioen

Indien de (Gewezen) Deelnemer eerder met (deeltijd)pensioen gaat dan op de Pensioenrichtdatum en de (Gewezen) Deelnemer op dat moment nog geen AOW ontvangt, heeft de (Gewezen) Deelnemer de mogelijkheid om een deel van het ouderdomspensioen om te zetten in een AOW-

overbruggingspensioen. Dit laatste pensioen is bedoeld om de AOW te overbruggen in de periode van de vervroegde Pensioendatum tot de ingangsdatum van de AOW.

6.5 Variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen

1. De (Gewezen) Deelnemer heeft de keuze om vanaf de Pensioendatum eerst een periode van maximaal 10 jaar een hoog ouderdomspensioen te ontvangen en daarna een laag of juist eerst een periode van maximaal 10 jaar een laag ouderdomspensioen te ontvangen en daarna een hoog.

2. De eerste periode wordt bepaald in hele maanden, gerekend vanaf de gekozen Pensioendatum.

3. Het lage ouderdomspensioen mag niet lager zijn dan 75% van het hoge ouderdomspensioen.

4. De keuze van het eerste lid heeft geen invloed op de hoogte van het eventueel meeverzekerde partnerpensioen en wezenpensioen.

(19)

Pensioenreglement TrueBlue

19 6.6 Algemene bepalingen over keuzemogelijkheden

1. De vaststelling van het ouderdomspensioen op basis van één of meer van de genoemde keuzemogelijkheden vindt plaats conform door het Bestuur vastgestelde rekenregels welke zijn vastgelegd in het Tabellenboek voor Collectiviteitkring D-TrueBlue. Uitgangspunt voor de

rekenregels is de collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Het Bestuur houdt zich het recht voor de rekenregels periodiek te herzien.

2. Indien sprake is van een conform artikel 8.5 vastgesteld recht op uitbetaling van een te verevenen ouderdomspensioen ten behoeve van een Gewezen Partner, is:

a. het eerder en later ingaan van het (deeltijd)ouderdomspensioen van de (Gewezen) Deelnemer als bedoeld in artikel 6.1 en artikel 6.2, en

b. het variëren in de hoogte van de uitkering van het ouderdomspensioen van de (Gewezen) Deelnemer als bedoeld in artikel 6.5,

van overeenkomstige toepassing op het recht op uitbetaling van een te verevenen ouderdomspensioen ten behoeve van een Gewezen Partner.

3. De pensioenkeuzes moeten ten minste binnen de in artikel 2.2.8 genoemde termijnen bekend worden gemaakt aan het Pensioenfonds. Eenmaal gemaakte keuzes kunnen vanaf de Pensioendatum niet meer ongedaan worden gemaakt.

4. Indien combinaties van mogelijkheden als bedoeld in de artikelen 6.1, 6.2, 6.3, 6.4 en 6.5 zich voordoen, wordt de volgende volgorde in acht genomen:

- verschuiving van de pensioendatum;

- deeltijdpensionering;

- ruil van partnerpensioen naar ouderdomspensioen en omgekeerd;

- ruil van ouderdomspensioen in AOW-overbruggingspensioen; en - variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen.

7. Arbeidsongeschiktheid

7.1 Pensioenopbouw na Arbeidsongeschiktheid

1. Voor de arbeidsongeschikte Deelnemer wordt het deelnemerschap geheel of gedeeltelijk voortgezet zonder dat daarvoor premie is verschuldigd.

2. Gedurende de voortzetting van het deelnemerschap worden de Pensioenaanspraken vastgesteld op basis van de pensioengrondslag zoals bepaald in artikel 3.2. De pensioengrondslag wordt

(20)

Pensioenreglement TrueBlue

20 vervolgens jaarlijks per 1 januari aangepast aan de stijging van de Prijsindex met dien verstande dat de pensioengrondslag niet mag uitkomen boven het fiscaal maximum.

3. Gedurende de voortgezette deelneming wordt de verwerving van ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen premievrij voortgezet volgens onderstaande tabel:

Mate van Arbeidsongeschiktheid volgens het UWV Percentage voortgezette pensioenopbouw

35 tot 45% 40%

45 tot 55% 50%

55 tot 65% 60%

65 tot 80% 72,5%

80 tot 100% 100%

4. Indien de mate van Arbeidsongeschiktheid van de Deelnemer wijzigt, wordt de mate van

voortgezette premievrije pensioenopbouw dienovereenkomstig aangepast, met dien verstande dat de mate van Arbeidsongeschiktheid waarop de premievrije pensioenopbouw wordt gebaseerd niet uitgaat boven de mate van Arbeidsongeschiktheid zoals vastgesteld bij aanvang van het

deelnemerschap.

5. Indien de Deelnemer minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt, stopt de voortgezette pensioenopbouw. In geval de Deelnemer binnen vier weken opnieuw meer dan 35%

arbeidsongeschikt wordt, wordt de voortgezette pensioenopbouw hervat tot maximaal de

voorgezette pensioenopbouw behorend bij de mate van Arbeidsongeschiktheid zoals vastgesteld bij aanvang van het deelnemerschap. Indien de Deelnemer na vier weken meer dan 35%

arbeidsongeschikt wordt, dan wordt de voortgezette pensioenopbouw niet hervat.

6. Bij een wijziging van de mate van Arbeidsongeschiktheid wordt uitgegaan van de voor premievrije opbouw wegens Arbeidsongeschiktheid geldende pensioengrondslag.

7. Een toename in de mate van premievrije opbouw gaat in per de dag waarop de mate van Arbeidsongeschiktheid is toegenomen.

8. Een afname in de mate van premievrije doorbouw gaat in per de dag waarop de mate van Arbeidsongeschiktheid is afgenomen.

(21)

Pensioenreglement TrueBlue

21 9. De premievrije pensioenopbouw wordt beëindigd op het vroegste van de volgende tijdstippen:

- de dag waarop de Deelnemer overlijdt;

- de dag waarop het percentage Arbeidsongeschiktheid daalt onder de 35%;

- de dag waarop de AOW ingaat;

- 67 jaar.

10. Verlagingen van de pensioenopbouw gelden tevens voor Deelnemers met een recht op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw wegens Arbeidsongeschiktheid.

8. Bijzondere gebeurtenissen en situaties

8.1 Waardeoverdracht

1. Als de Gewezen Deelnemer gaat deelnemen in de pensioenregeling van een volgende Werkgever, is het Pensioenfonds op verzoek van de Gewezen Deelnemer verplicht de waarde van de

opgebouwde Pensioenaanspraken over te dragen naar de pensioenuitvoerder van die nieuwe Werkgever, mits wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij en krachtens de Pensioenwet.

Door de overdracht vervallen de Pensioenaanspraken die op grond van dit reglement zijn verkregen jegens het Pensioenfonds met uitzondering van de aanspraken op bijzonder partnerpensioen.

2. Het Pensioenfonds draagt een klein pensioen, zoals vastgelegd in artikel 66 van de Pensioenwet, van iemand die op of na 1 mei 2020 Gewezen Deelnemer wordt automatisch over naar de nieuwe pensioenuitvoerder van de Gewezen Deelnemer met uitzondering van de aanspraken op bijzonder partnerpensioen.

3. Wanneer de pensioenuitvoerder minimaal vijf keer, gedurende ten minste vijf jaar, tevergeefs heeft gepoogd de aanspraken over te dragen aan een nieuwe uitvoerder (artikel 66 lid 1 c Pensioenwet), dan heeft het Pensioenfonds de mogelijkheid om de aanspraak alsnog eenzijdig af te kopen.

8.2 Gevolgen van Scheiding voor partnerpensioen

1. Bij Scheiding van een Deelnemer behoudt de Gewezen Partner de aanspraak op het partnerpensioen dat tot die datum is opgebouwd.

2. Bij Scheiding van de Gewezen Deelnemer wordt bij het overlijden van die Gewezen Deelnemer de Gewezen Partner als Partner beschouwd. De Gewezen Partner heeft dan recht op het

partnerpensioen dat bij het einde van het deelnemerschap was vastgesteld.

(22)

Pensioenreglement TrueBlue

22 3. Bij Scheiding van de Gepensioneerde wordt bij het overlijden van die Gepensioneerde de

Gewezen Partner als Partner beschouwd. De Gewezen Partner houdt dan recht op het partnerpensioen dat bij het einde van het deelnemerschap was vastgesteld.

4. Het bepaalde in lid 1, 2 en 3 is niet van toepassing als:

a. de echtgenoten of de geregistreerde partners bij huwelijkse voorwaarden of bij voorwaarden van geregistreerd partnerschap of bij een schriftelijk gesloten overeenkomst met betrekking tot de Scheiding anders overeenkomen. Het Pensioenfonds moet hiermee instemmen;

b. in verband met de beëindiging van een ongeregistreerd partnerschap de Partners schriftelijk anders overeenkomen. Het Pensioenfonds moet hiermee instemmen.

5. Het partnerpensioen voor een volgende Partner is het partnerpensioen dat kan worden verkregen volgens artikel 4.3, verminderd met de aanspraak op partnerpensioen van de Gewezen Partner.

6. Bij overlijden van de Gewezen Partner vóór de Pensioendatum wordt het partnerpensioen van de betreffende Gewezen Partner weer beschikbaar gesteld voor de huidige of eventueel volgende Partner van de (Gewezen) Deelnemer.

8.3 Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor ouderdomspensioen

1. In geval van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van geregistreerd

partnerschap, kan de (gewezen) echtgenoot of de (gewezen) geregistreerde partner recht hebben op verevening van het ouderdomspensioen volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS). Pensioenverevening is niet aan de orde bij omzetting van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap of omgekeerd en ook niet bij beëindiging van een Gezamenlijke Huishouding.

2. De hoofdregel van de WVPS is dat het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk of geregistreerde partnerschap is opgebouwd, voor de helft toekomt aan de Gewezen Partner.

Hierover kunnen afwijkende afspraken gemaakt worden tussen de (Gewezen) Deelnemer en de Gewezen Partner.

3. Het recht op verevening kan alleen rechtstreeks bij het Pensioenfonds geldend gemaakt worden als het verzoek binnen twee jaar na de scheidingsdatum bij het Pensioenfonds is ingediend. Dit moet gebeuren met het formulier dat daarvoor wettelijk is voorgeschreven.

4. Het recht op verevening vervalt indien het te verevenen deel minder bedraagt dan het in artikel 66, lid 1 van de Pensioenwet bedoelde bedrag.

5. Zolang de uitkering aan de Gewezen Partner toekomt wordt deze in mindering gebracht op het in het eerste lid bedoelde te verevenen Pensioen van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde.

De uitkering van het aan de Gewezen Partner toegerekende deel van het in het eerste lid bedoelde te verevenen Pensioen vervalt:

a. op de laatste dag van de maand waarin de Gepensioneerde overlijdt; dan wel

(23)

Pensioenreglement TrueBlue

23 b. op de laatste dag van de maand waarin de Gewezen Partner overlijdt, indien het overlijden

plaatsvindt vóór het overlijden van de Gepensioneerde. De uitkering die toekwam aan de Gewezen Partner komt vanaf dat moment weer toe aan de Gepensioneerde.

6. Het Pensioenfonds zal voor de verevening kosten in rekening brengen. Deze kosten zijn voor rekening van beide gewezen echtgenoten of geregistreerde partners.

7. De (Gewezen) Deelnemer en de Gewezen Partner kunnen op grond van artikel 5 van de WVPS er voor kiezen om het vereveningsrecht, samen met het partnerpensioen van de gewezen echtgenoot of de gewezen geregistreerde partner, om te zetten naar een eigen ouderdomspensioen voor de gewezen echtgenoot of de gewezen geregistreerde partner. Het Pensioenfonds stelt bij deze conversie de eis dat de Pensioendatum wordt bepaald volgens de regels van dit reglement. De bepalingen in dit reglement zijn zoveel als mogelijk van overeenkomstige toepassing op het eigen ouderdomspensioen van de gewezen echtgenoot of gewezen geregistreerde partner.

8.4 Afkoop van kleine pensioenen bij einde deelname na 2017

1. Het Pensioenfonds heeft in geval het deelnemerschap bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue na 2017 is geëindigd de mogelijkheid kleine pensioenen als bedoeld in artikel 66 van de Pensioenwet af te kopen wanneer de kleine pensioenen minder bedragen dan het op basis van artikel 66 van de Pensioenwet bepaalde bedrag. Dit geldt voor:

a. klein ouderdomspensioen op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen indien de pensioengerechtigde met de afkoop instemt;

b. klein ouderdomspensioen en daar bijbehorende partner- en wezenpensioenen, wanneer de pensioenuitvoerder minimaal vijf keer, gedurende ten minste vijf jaar na beëindiging van de deelname, tevergeefs heeft gepoogd de aanspraken over te dragen aan een nieuwe uitvoerder (artikel 66 lid 2 c van de Pensioenwet) en de gewezen deelnemer met de afkoop instemt;

c. wanneer de deelname is geëindigd tussen 1 januari 2018 en 1 januari 2019, klein

ouderdomspensioen en overige pensioenen, wanneer de pensioenuitvoerder minimaal vijf keer, gedurende ten minste vijf jaar vanaf 2019, tevergeefs heeft gepoogd de aanspraken over te dragen aan een nieuwe uitvoerder (artikel 66 lid 2 c van de Pensioenwet) en de gewezen deelnemer met de afkoop instemt;

d. klein partnerpensioen bij overlijden van de deelnemer binnen zes maanden na de ingangsdatum (artikel 67 van de Pensioenwet);

e. klein wezenpensioen bij overlijden van de deelnemer binnen zes maanden na de ingangsdatum (artikel 67 van de Pensioenwet);

f. klein bijzonder partnerpensioen bij Scheiding binnen zes maanden na de melding van de scheiding(artikel 68 Pensioenwet).

2. Het Pensioenfonds informeert de Pensioengerechtigde, Partner, Kind of Gewezen Partner binnen de wettelijke termijnen vanaf het moment waarop het recht op afkoop ontstaat en gaat binnen deze

(24)

Pensioenreglement TrueBlue

24 termijnen tot uitbetaling over. Na de uitkering van het afkoopbedrag zijn er geen aanspraken meer bij het Pensioenfonds.

3. Bij een afkoop past het Pensioenfonds afkoopfactoren toe. Deze afloopfactoren zijn vermeld in het Tabellenboek behorende bij Collectiviteitkring D-TrueBlue.

8.5 Afkoop van kleine pensioenen bij einde deelname voor 2018

1. Het Pensioenfonds heeft in geval het deelnemerschap bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue voor 2018 is geëindigd de mogelijkheid om met instemming of zonder bezwaar van de aanspraakgerechtigde, kleine pensioenen af te kopen. Dit geldt voor Pensioenaanspraken van een Gewezen Deelnemer waarvan - op basis van de tot het tijdstip van beëindiging van de deelneming opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen - de uitkering van het

ouderdomspensioen op jaarbasis op de pensioenrichtdatum minder bedraagt dan het op basis van artikel 66 Pensioenwet bepaalde bedrag. Hierbij geldt dat:

a. de Gewezen Deelnemer geen bezwaar maakt tegen de afkoop indien de deelneming is geëindigd voor 1 januari 2007;

b. de Gewezen Deelnemer instemt met de afkoop indien de deelneming is geëindigd vanaf 1 januari 2007 tot 1 januari 2018.

2. Bij een afkoop past het Pensioenfonds afkoopfactoren toe. Deze afloopfactoren zijn vermeld in het Tabellenboek behorende bij Collectiviteitkring D-TrueBlue.

9. Uitbetaling van de pensioenen

9.1 Voorwaarden en wijze waarop pensioenen worden uitbetaald

1. Het Pensioen wordt uitbetaald in twaalf gelijke maandelijkse termijnen, telkens aan het einde van de maand.

2. Het Pensioen zal worden uitbetaald aan de Pensioengerechtigden, met dien verstande dat het wezenpensioen van het Kind dat minderjarig is, zal worden uitbetaald aan de wettelijke vertegenwoordiger(s) van het Kind.

3. Uitbetaling van het Pensioen geschiedt, tenzij de informatie uit de Basisregistratie Personen te herleiden is, onder de volgende voorwaarden:

a. de Pensioengerechtigde woonachtig in het buitenland dient een behoorlijk bewijs van zijn in leven zijn te overleggen;

b. indien door overlijden van een in het buitenland woonachtige (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde een (bijzonder) partner- en/of wezenpensioen moet worden uitgekeerd, moet

(25)

Pensioenreglement TrueBlue

25 een uittreksel uit het bevolkingsregister worden overgelegd, waarop de datum van overlijden van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde staat vermeld;

c. indien het hierboven bedoelde partnerpensioen toekomt aan de Partner van een ongehuwde en niet wettelijk als partner geregistreerde (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde, dienen stukken te worden overgelegd, waarin ten genoegen van het Pensioenfonds wordt aangetoond dat de Gezamenlijke huishouding onmiddellijk voorafgaande aan het overlijden nog bestond;

d. tevens moeten eventuele andere stukken, welke door het Pensioenfonds worden verlangd, worden ingestuurd zoals het gestelde in artikel 2.2.8.

De kosten voor het verstrekken van de hiervoor bedoelde bewijzen en verklaringen zijn voor rekening van belanghebbende(n).

4. De Pensioengerechtigde behoudt tijdens zijn leven recht op niet opgevorderde uitkeringen.

5. De uitkeringen worden verminderd met die belastingen en premieheffingen, welke het

Pensioenfonds verplicht is in te houden en af te dragen ingevolge de op het tijdstip van uitkering van kracht zijnde wetten of besluiten.

10. Overige bepalingen

10.1 Fiscale maximering

1. Een AOW-overbruggingspensioen (zoals omschreven in artikel 6.4) is maximaal gelijk aan twee keer het AOW-bedrag voor een gehuwde zonder toeslag, inclusief vakantie-uitkering.

2. Als een (Gewezen) Deelnemer gedurende het deelnemerschap in deeltijd heeft gewerkt, wordt:

- de laatste pensioengrondslag op voltijdbasis vastgesteld;

- deze pensioengrondslag vermenigvuldigd met de deeltijdfactor. Bij wisselende deeltijdfactoren gedurende het deelnemerschap wordt de gewogen gemiddelde deeltijdfactor genomen.

3. Als een Gewezen Deelnemer gedurende het deelnemerschap bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue in deeltijd heeft gewerkt, wordt:

- de laatste pensioengrondslag bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue op voltijdbasis vastgesteld;

- deze pensioengrondslag vermenigvuldigd met de deeltijdfactor. Bij wisselende deeltijdfactoren gedurende het deelnemerschap bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue en het

deelnemerschap bij het Pensioenfonds wordt de gewogen gemiddelde deeltijdfactor genomen.

(26)

Pensioenreglement TrueBlue

26 4. Het Pensioenfonds blijft bij de uitvoering van de pensioenregeling binnen de grenzen van de fiscale wet- en regeling. Bij een verhoging van de fiscale pensioenrichtleeftijd kan het Bestuur besluiten dit pensioenreglement per de datum waarop de fiscale pensioenrichtleeftijd wordt verhoogd, aan te passen aan die hogere leeftijd en worden de tot dat moment opgebouwde Pensioenaanspraken van de Deelnemers en de premievrije Pensioenaanspraken van de Gewezen Deelnemers per voornoemde datum op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid omgezet naar Pensioenaanspraken met de verhoogde pensioenrichtleeftijd.

Ten aanzien van de Deelnemers blijft voor de einddatum van de pensioenopbouw de

Pensioenrichtdatum gelden zoals die gold bij ingang van de premievrije opbouw tenzij het bestuur hier anders over besluit.

5. Mocht het onderhavige reglement niet blijken te kwalificeren als pensioenregeling in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964, dan heeft het Bestuur het recht het pensioenreglement met terugwerkende kracht aan te passen, op dusdanige wijze dat de pensioenregeling wel kwalificeert als pensioenregeling in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 en waarbij zoveel als mogelijk aangesloten worden bij doel en strekking van de pensioenregeling, zoals overeengekomen tussen sociale partners.

10.2 Vervreemden van Pensioenaanspraken en Pensioenrechten

De (Gewezen) Deelnemer, de (Gewezen) Partner of de Pensioengerechtigde kan zijn recht op een Pensioenaanspraak of Pensioenrecht niet afkopen, vervreemden of prijsgeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid stellen, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.

10.3 Uitgesloten risico’s

1. Indien de (Gewezen) Deelnemer of Pensioengerechtigde overlijdt ten gevolge van de opzet of grove schuld van een (Gewezen) Partner of Kind, dan vervalt het uit hoofde van dit

pensioenreglement ten behoeve van die (Gewezen) Partner verzekerde (bijzonder) partnerpensioen en/of wezenpensioen.

2. Het Bestuur zal zich bij haar oordeelvorming baseren op een strafrechtelijk vonnis.

10.4 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin dit pensioenreglement niet voorziet, beslist het Bestuur.

10.5 Overgangsbepalingen

1. Voor degene die op 30 april 2020 Deelnemer was aan het Pensioenreglement Middelloonregeling van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue (Pensioenreglement Middelloon) en tot

1 mei 2020 bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue recht had op voortzetting van het deelnemerschap zonder premiebetaling, geldt dat het deelnemerschap aan voornoemd

pensioenreglement per 1 mei 2020 wordt beëindigd. Alle pensioenaanspraken die tot 1 mei 2020 zijn opgebouwd krachtens het Pensioenreglement Middelloon worden premievrij gemaakt. Vanaf 1 mei 2020 vindt de opbouw van pensioenaanspraken alsmede de risicoverzekeringen voor de Deelnemer plaats op basis van dit pensioenreglement.

(27)

Pensioenreglement TrueBlue

27 2. De hiervoor in lid 1 bedoelde premievrije Pensioenaanspraken zijn voor de collectieve overdracht

omgezet naar Pensioenaanspraken krachtens dit pensioenreglement.

3. De in lid 2 bedoelde omzetting heeft plaatsgevonden op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Bij omzetting is uit de waarde van de krachtens het Pensioenreglement Middelloon verkregen premievrije aanspraken een (premievrij) ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen toegekend.

4. Degene die voor 1 mei 2020 als Partner is gemeld bij de vorige pensioenuitvoerder Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue wordt onder dit pensioenreglement ook als Partner beschouwd.

Voor degene die zich meldt vanaf 1 mei 2020 gelden de voorwaarden zoals die zijn opgenomen in artikel 1.15 van dit pensioenreglement.

5. Bij bepaling van de hoogte van de toeslag (conform artikel 5) per 1 januari 2022, zal vanwege de wijziging van de referteperiode in artikel 1.25 naar september, de maand oktober 2020 buiten beschouwing worden gelaten. Deze is reeds meegenomen in de bepaling van de hoogte van de toeslag per 1 januari 2021.

10.6 Inwerkingtreding

Dit pensioenreglement is in werking getreden op 1 mei 2020 en voor het laatst gewijzigd op 16 november 2020 en treedt in werking per 1 januari 2021.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de deelnemer die recht heeft op een loongerelateerde uitkering krachtens de Werkloosheidswet en op grond daarvan recht heeft op een premiebijdrage van het FVP wordt

Het partnerpensioen waarop recht ontstaat door de omzetting is gelijk aan het bedrag van het ouderdomspensioen op de datum van beëindiging van de deelneming dat wordt

Het fonds heeft bij beëindiging van het deelnemerschap vóór 1 januari 2018 het recht om op zijn vroegst twee jaar na de datum van beëindiging van het deelnemerschap als bedoeld in

Het Pensioenfonds behoudt zich het recht voor om de verzekering van een Deelnemer te beëindigen, indien de Deelnemer niet aan zijn verplichtingen voldoet met inachtneming van de

Toekenning en uitbetaling van het ANW-hiaatpensioen geschiedt door het Pensioenfonds op schriftelijke aanvraag door of vanwege de Partner onder bijvoeging van de door het

Pensioenreglement CDC – Stichting Autoriteit Financiële Markten Pensioenfonds de onderhoudsverplichting van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde jegens zijn Partner blijkt

De gewezen partner van een gewezen deelnemer of gepensioneerde heeft alleen recht op bijzonder partnerpensioen, indien en voor zover de gewezen deelnemer of de gepensioneerde

Het Bestuur zal de in artikel 10 van dit reglement bedoelde premievrije pensioenaanspraken twee jaar na beëindiging van de deelneming door een uitkering-ineens vervangen indien