Gedragsregels
CRODA Nederland BV
Inhoudsopgave
1 INLEIDING ... 4
2. PERSOONLIJK GEDRAG ... 4
2.1 GEDRAG ALGEMEEN ... 5
2.1.1 Respect voor het individu ...5
2.1.2 Belangenverstrengeling ...5
2.1.3 Vertrouwelijke informatie ...6
2.1.4 Auteursrechtelijk beschermde informatie...6
2.1.5 Relatiegeschenken / omkoping ...6
2.1.6 Plaatselijke gemeenschap en internationale betrekkingen ...8
2.1.7 Concurrentiewetgeving ...8
2.1.8 Handhaving van de regelgeving en bestuur ...8
2.1.9 Financiële en operationele integriteit ...8
2.2 REGELS ... 9
2.2.1 Algemeen ...9
2.2.2 Ongewenste intimiteiten, agressie en pesten ...9
2.2.3 Roken en open vuur ...10
2.2.4 Alcohol en drugs tijdens het uitoefenen van werkzaamheden ...10
2.2.5 Alcoholgebruik bij recreatieve omstandigheden op het terrein ...10
2.2.6 Alcoholgebruik bij externe Croda gerelateerde evenementen ...11
2.2.7 Medicijngebruik ...11
2.2.8 Hygiëne ...11
2.2.9 Het gebruik van (mobiele) elektronische apparatuur. ...11
2.2.10 Fotograferen en Filmen ...12
2.2.11 Milieu ...13
2.2.12 Val en struikelgevaar ...13
2.2.13 Gebruik gereedschappen en hulpmiddelen ...13
2.2.14 Schade aan bedrijfseigendommen ...14
2.2.15 Schade aan eigendommen van medewerkers ...14
3. VERKEER OP TERREIN EN IN GEBOUWEN ... 15
4. VEILIG WERKEN... 16
1 Inleiding
De gedragsregels zijn opgesteld voor medewerkers en derden werkzaam op het terrein van Croda Nederland BV (verder ook benoemd als ’het bedrijf’).
De gedragsregels ondersteunen de uitvoering van het beleid zoals dit door het bedrijf is gedefinieerd in de beleidsverklaring en de Croda policies (te vinden op Croda intranet).
De inhoud is gebaseerd op onder andere wettelijke maatregelen zoals gesteld in de
Arbeidsomstandighedenwet en diverse daarmee verband houdende besluiten. Uitgangspunt hierbij zijn de regels zoals die zijn vastgelegd in het burgerlijke wetboek (Art.660).
Alle medewerkers van het bedrijf en medewerkers van derden zijn, tijdens hun aanwezigheid op de terreinen, verantwoordelijk voor het op de juiste wijze toepassen van de gedragsregels zoals vermeld in dit document. Overtreding van de regels zoals vastgelegd in dit document kan aanleiding zijn voor
disciplinaire maatregelen zoals vastgelegd in de regeling disciplinaire maatregelen (17.03.00 P) Croda en afgesproken met de Ondernemingsraad.
Bovenstaande is ook van toepassing voor Croda medewerkers die op andere locaties namens Croda werkzaamheden uitvoeren.
2. Persoonlijk gedrag
Er bestaat geen handleiding die aangeeft hoe we precies met elke denkbare situatie moeten omgaan.
Deze gedragsregels verstrekken naast een aantal duidelijke regels en verplichtingen, op een aantal belangrijke gebieden ook richtlijnen. Als u niet zeker weet hoe u een richtlijn moet toepassen of in een situatie terechtkomt waarin de richtlijnen geen uitkomst bieden, dient u contact op te nemen met uw leidinggevende. Het is belangrijk dat eventuele dilemma’s op dat vlak openlijk worden besproken.
Als er volgens u sprake is/dreigt te zijn van een overtreding van de gedragscode (met betrekking tot uzelf of anderen), dient u uw leidinggevende daarvan direct op de hoogte te stellen. Indien u om de een of andere reden niet in staat bent om uw leidinggevende in te lichten, dient u contact op te nemen met een (ander) lid van het MT, de HR Manager, de ‘weekdienst’ buiten dagdienst of eventueel één van de vertrouwenspersonen. We moedigen openlijke discussie over deze kwesties aan en meldingen van eventuele overtredingen van de gedragscode zullen strikt vertrouwelijk worden behandeld.
Bij ernstige vermoedens van onrechtmatigheden binnen de onderneming, behoudt de directie zich het recht voor tijdelijk gebruik te maken van zogenaamde verborgen camera’s en of monitoring van
internetverkeer/email. Dit middel zal uitsluitend voor dat specifieke doel worden ingezet, zoveel mogelijk met inachtneming van uw privacy.
2.1 Gedrag algemeen
Het is onze bedoeling om industrieleider te zijn in ons marktsegment en op alle niveaus uit te blinken in alles wat we doen – inclusief onze standaard van zakendoen. Dit is geen eenvoudige opgave en het is aan ons allen om alert te blijven. Als we de manier waarop we dingen doen baseren op deze gedragsregels (en daarbij de sleutelwoorden verantwoordelijkheid, integriteit en respect onthouden) beschermen we onze reputatie, optimaliseren we ons lange termijn succes en zijn we een bedrijf waar we allemaal trots op kunnen zijn.
Als u op een bepaald moment niet zeker weet of u op de juiste manier met een bepaalde kwestie omgaat, kunt u zich de volgende vragen stellen:
• Zou het bedrijf in verlegenheid worden gebracht als dit in de openbaarheid zou komen?
• Zou ik het kunnen uitleggen aan mijn gezin?
• Wat zouden mijn collega’s hiervan vinden als ze het wisten?
• Zou ik aarzelen om het aan iemand te vertellen – waarom?
• Zou ik mijn leidinggevende of andere collega’s om advies moeten vragen?
2.1.1 Respect voor het individu
De visie van het bedrijf is gebaseerd op het inspireren en ontwikkelen van uitmuntende medewerkers. Dat is alleen mogelijk in een omgeving waarin we allemaal de rechten van de mensen om ons heen
respecteren. Concreet:
• Overeenkomstig wetgeving met betrekking tot discriminatie, is ons beleid erop gericht om
personen in de werkomgeving alleen te beoordelen op basis van uitvoering van het werk, ongeacht ras, geloofsovertuiging, huidskleur, leeftijd, lichamelijke handicap, geslacht, seksuele geaardheid of burgerlijke staat.
• Racistische, seksuele of enige andere vorm van intimidatie wordt binnen het bedrijf niet getolereerd.
• Hoewel het bedrijf zich niet mengt in zaken aangaande persoonlijke overtuiging, distantiëert het bedrijf zich van activiteiten die onze toewijding aan culturele diversiteit en gelijke kansen in gevaar brengt.
2.1.2 Belangenverstrengeling
Als medewerkers moeten we te allen tijde in het belang van het bedrijf handelen en voorkomen dat we in een situatie terechtkomen waarin persoonlijke belangen botsen met de belangen van het bedrijf. (NB: onze persoonlijke belangen kunnen ook betrekking hebben op onze gezinnen of anderen met wie we
soortgelijke relaties hebben).
Belangenverstrengelingen tasten onze persoonlijke integriteit aan. Er zijn vele vormen van belangenverstrengeling maar de onderstaande vormen zijn niet toegestaan:
• Persoonlijk gewin (anders dan salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden) ten koste van het bedrijf.
• Deelname aan of behulpzaam zijn bij activiteiten die met Croda concurreren.
• Werken voor een klant of leverancier van Croda.
• Groot aandeelhouderschap van een klant, leverancier, distributeur of concurrent van Croda. NB:
eigendom van aandelen die op de beurs worden verhandeld is toegestaan, mits het aantal in overeenstemming is met het inkomen, bezittingen en andere investeringen, er geen
managementaanspraak aan kan worden ontleend en het bedrijf in kwestie niet in grote mate wordt beïnvloed door al dan niet toegekende orders van Croda.
• Gebruik van een positie binnen het bedrijf om invloed uit te oefenen op het salaris of de
groeimogelijkheden van gezins-/familieleden of bekenden die bij Croda of klanten/leveranciers van Croda werkzaam zijn. (NB: indien u de leidinggevende van gezins-/familieleden of bekenden bent, dient u advies in te winnen bij uw eigen leidinggevende).
Indien u in een positie terechtkomt die tot belangenverstrengeling leidt of kan leiden, dient u uw leidinggevende daarvan op de hoogte te houden.
2.1.3 Vertrouwelijke informatie
Velen van ons werken met informatie van vertrouwelijke aard, zowel op persoonlijk als technisch of commercieel vlak. Het uitgangspunt voor verantwoordelijke omgang met informatie, ongeacht of deze betrekking heeft op Croda of andere bedrijven en personen is, dat een en ander alleen dient te worden gebruikt voor uitvoering van het werk en onder alle omstandigheden als vertrouwelijk dient te worden beschouwd, tenzij de informatie reeds publiekelijk beschikbaar is. Deze verplichting blijft ook van kracht nadat de medewerker het bedrijf heeft verlaten.
Er dient bijzondere aandacht te worden besteed aan het onopzettelijk openbaar maken van vertrouwelijke informatie als er in openbare gelegenheden (zoals treinen, vliegtuigen, luchthavens enz.) wordt gesproken over werk. Als u het idee heeft dat derden toegang hebben gehad tot vertrouwelijke informatie, dient u direct contact op te nemen met uw leidinggevende.
Croda respecteert tevens de rechten van anderen met betrekking tot vertrouwelijke informatie. Wanneer er op vertrouwelijke basis informatie wordt verstrekt door derden zullen wij die informatie als zodanig
behandelen, echter er dient niet om vertrouwelijke informatie te worden gevraagd tenzij daarvoor goedkeuring is verkregen.
Het gebruik van bedrijfsgegevens voor persoonlijk gewin is verboden. Noch u, noch uw gezinsleden mogen in CRODA-aandelen handelen indien er sprake is van voorkennis van nog niet eerder gepubliceerde, prijsgevoelige informatie. Overtreding van deze bepalingen geeft aanleiding tot strafrechtelijke vervolging.
2.1.4 Auteursrechtelijk beschermde informatie
Het is verboden kopieën te maken en/of te verspreiden van auteursrechtelijk beschermd materiaal.
2.1.5 Relatiegeschenken / omkoping
Alle medewerkers van Croda International Plc dienen zich te houden aan de Bribery Act (de Engelse wetgeving) op het gebied van omgaan met (pogingen tot) omkoping en/of corruptie. Uiteraard dienen alle medewerkers van het bedrijf zich ook te houden aan de geldende Nederlandse wetgeving op dit gebied.
Om de belangrijkste zaken hieromtrent te verduidelijken heeft Croda een aantal richtlijnen opgesteld.
Croda International Plc is van mening dat het geven en ontvangen van geschenken over het algemeen niet nodig is voor het efficiënt uitvoeren van haar activiteiten. Hier zijn echter een beperkt aantal uitzonderingen op en deze worden verduidelijkt in de onderstaande richtlijnen.
Het ontvangen van geschenken
• Iedere medewerker die een geschenk krijgt van een zakenrelatie (bijv. een klant, leverancier, bestaand of mogelijk) moet de details en de aard van het geschenk aan zijn of haar direct leidinggevende bekend maken.
• Als Croda besluit dat het geschenk smeergeld of een andere vorm van omkoping kan zijn, wordt de medewerker gevraagd om het terug te geven aan de schenker vergezeld van een passende begeleidende brief.
• In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als Croda besluit dat het geschenk gegeven is als een blijk van dankbaarheid van de schenker voor een bijzonder goed bewezen dienst, krijgt de ontvanger toestemming om het geschenk te houden.
• Reclamegeschenken die niet veel waarde hebben, zoals kantoorartikelen, zijn vrijgesteld van dit beleid en hoeven niet gemeld te worden.
• Aangezien dergelijke geschenken maar aan een beperkt aantal medewerkers gestuurd worden, moet men wel in gedachten houden dat het wellicht gepast is dat ze ook verspreid worden onder andere personeelsleden.
• Het aanbieden van vormen van gastvrijheid moet gezien worden als een geschenk en dient ook zo behandeld te worden. Iedere aanbieding van gastvrijheid moet beschouwd worden in de context waarin deze aangeboden wordt en moet in overeenstemming zijn met de omvang. Bijvoorbeeld, een leverancier die je uitnodigt bij de races om Croda te bedanken voor haar klandizie is binnen de context en proportioneel. Maar als de aanbieding wordt gedaan net voordat een contract
toegekend wordt of als de gastvrijheid accommodatie en andere voordelen omvat, moet dit uitgelegd worden als omkoping.
• Alle geschenken en vormen van gastvrijheid moeten worden vastgelegd in het geschenkenregister (Register of Gifts and Hospitality). Dit geschenkenregister is te bereiken via de Croda homepage van intranet → Services → Gift register (Link). Het geschenkenregister wordt wekelijks
gecontroleerd door de Finance Manager, om na te gaan of de ingevulde geschenken of giften binnen de ethische regels van Croda passen.
Het geven van geschenken
• Hoewel het niet het beleid is van Croda om geschenken te geven aan leveranciers, klanten, etc.
erkennen we wel dat dit bij gelegenheid gepast kan zijn, bijvoorbeeld als iemand op vrijwillige basis werkzaamheden verricht of voor een minimaal tarief. Tevens kan besloten worden dat een
geschenk op zijn plaats is als er een bijzonder goede dienst bewezen is.
• Gastvrijheid bij evenementen moet beschouwd worden als een relatiegeschenk en moet ook goedgekeurd worden.
• In een dergelijk geval moeten medewerkers een schriftelijk verzoek indienen bij de Site Director, waarin staat:
- voor wie het geschenk is
- waarom het gegeven moet worden - het soort geschenk
- het geschatte bedrag
• Medewerkers die geschenken sturen die niet zijn goedgekeurd conform deze procedure krijgen de kosten voor het geschenk niet vergoed.
• Alle gegeven geschenken en verleende gastvrijheid moeten geregistreerd worden via Croda’s Geschenkenregister (Link).
Deze richtlijnen omvatten alle geschenken die in naam van Croda gegeven worden, ongeacht of het door Croda gefinancierd is of niet.
2.1.6 Plaatselijke gemeenschap en internationale betrekkingen
Croda heeft zich als doel gesteld om een verantwoordelijk lid van de samenleving te zijn, zowel plaatselijk als internationaal.
Op plaatselijk niveau zullen we altijd kijken wat het effect van onze activiteiten is op de lokale bevolking.
Het personeel wordt aangemoedigd om deel te nemen aan plaatselijke activiteiten hoewel we als bedrijf geen donaties doen aan politieke partijen of kandidaten.
Van tijd tot tijd verbieden of ontmoedigen lokale overheden handelsbetrekkingen met bepaalde landen of politieke regimes. Toepassing van die regels vereist zorgvuldige overweging. Neem in geval van twijfel contact op met de afdeling Juridische Zaken in Engeland (via uw leidinggevende).
2.1.7 Concurrentiewetgeving
Croda steunt het vrije ondernemerschap en een concurrerend marktmechanisme. De meeste landen hebben nu wetgeving op het gebied van concurrentie (ook wel antitrust- of monopoliewetgeving genoemd) ter bevordering van het concurrentieprincipe. Het is het beleid van Croda om alle wetten volledig na te leven, ongeacht de mate waarin deze plaatselijk worden opgelegd. De straf voor het niet naleven kan hoog zijn en strafrechtelijke vervolging tot gevolg hebben. We dienen ons allemaal bekend te maken met de relevante wetgeving in elk land en niet uit het oog te verliezen dat de wetten van sommige landen (bijv. de VS) buiten de landsgrenzen van kracht zijn. Bij twijfel dient u contact op te nemen met een lid van de afdeling Juridische Zaken (via uw leidinggevende).
2.1.8 Handhaving van de regelgeving en bestuur
Croda werkt nauw samen met overheidsorganen en regelgevende instanties en is toegewijd aan een hoge standaard van bestuur.
Hoewel de strategie wordt gecoördineerd op internationaal niveau, heeft elk bedrijf in de Croda groep een eigen Management dat wettelijk verantwoordelijk is voor de activiteiten van dat bedrijf. Alle bedrijven in de groep dienen alle van toepassing zijnde plaatselijke wetten en procedures na te leven. Het niet naleven hiervan kan ernstige gevolgen hebben voor de Groep.
2.1.9 Financiële en operationele integriteit
De geldende regels en procedures dienen te allen tijde worden nageleefd.
Naast officiële goedkeuring dienen alle transacties ook volledig te worden bijgehouden. Dossiers mogen geen valse of misleidende informatie bevatten en er mogen geen geheime of ongeoorloofde rekeningen, fondsen of bedrijfsmiddelen worden opgezet en bijgehouden. Er mag geen enkele bedrijfsbetaling worden aangevraagd, goedgekeurd of verricht met de bedoeling om dit bedrag geheel of gedeeltelijk aan te wenden voor doeleinden anders dan beschreven in de begeleidende documenten.
Alle informatie die aan financiële controleurs (auditors) wordt aangeleverd dient volledig en niet misleidend te zijn.
Croda zal niet meewerken aan frauduleuze activiteiten (bijv. belastingontduiking) van anderen. Als u reden hebt om aan te nemen dat er frauduleuze zaken plaatsvinden (binnen Croda of andere bedrijven waarmee we zaken doen) dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw manager.
2.2 Regels
2.2.1 Algemeen
Iedere medewerker van het bedrijf en alle overige personen die werkzaamheden op het terrein van het bedrijf verrichten, of anderszins daar aanwezig zijn, dienen in het belang van de eigen en andermans veiligheid, gezondheid en welzijn en in het belang van het milieu voorzichtigheid, orde en netheid in acht te nemen. Dit geldt ook voor medewerkers die op andere locaties namens Croda werkzaamheden uitvoeren.
De veiligheids- en milieuvoorschriften dienen bekend te zijn en te worden nageleefd. De aanwezige beveiligingsmiddelen en beveiligingen dienen te worden gebruikt. In geval van twijfel of onbekendheid ten aanzien van de voorschriften kan men zich wenden tot de verantwoordelijke leidinggevende, de
medewerkers van de afdeling Veiligheid en Milieu, of tot de begeleider/ gastheer.
Het zich ophouden in afdelingen waar men geen werkzaamheden te verrichten heeft is niet toegestaan.
Iedereen heeft de plicht anderen aan te spreken indien het gedrag afwijkt van een door het bedrijf vastgelegde gedragsregels en/of procedures.
2.2.2 Ongewenste intimiteiten, agressie en pesten
Croda beoogt een werkomgeving waar haar medewerkers niet in aanraking komen met ongewenste intimiteiten, agressie of pesten.
Binnen onze organisatie wordt dergelijk gedrag niet geaccepteerd en wordt actie ondernomen naar medewerkers die zich schuldig maken aan ongewenste intimiteiten, agressie of pesten door zelf dergelijk gedrag te tonen danwel dit gedrag van anderen te ondersteunen.
Wij zijn van mening dat iedere medewerker het recht heeft om met fatsoen en respect behandeld te worden op het werk. Voorts onderschrijven wij juist de voordelen van de diversiteit van ons
personeelsbestand.
Ongewenste intimiteiten zijn mondelinge of fysieke uitingen die zich kenmerken door vijandigheid of aversie jegens de ander en heeft:
• als doel of effect het veroorzaken van een intimiderende, bedreigende of vijandige werkomgeving;
• als doel of effect het negatief beïnvloeden van iemands functioneren;
• op enige wijze negatief effect op iemands werkgelegenheid of loopbaanmogelijkheden.
Als u geconfronteerd wordt met bovenstaande gedragingen, dient u hier direct melding van te maken.
Ongeacht de positie of functie van degene die u confronteert met ongewenste intimiteiten, agressie of pesten, is dergelijk gedrag onacceptabel. U kunt melding maken van een voorval of voorvallen bij uw direct leidinggevende. Indien het uw direct leidinggevende betreft die dergelijk gedrag vertoont, kunt u contact opnemen met een vertrouwenspersoon van Croda. Op de Croda intranet site vindt u een pagina van deze vertrouwenspersonen.
Indien u het nodig acht om buiten de eigen lokale afdeling of siteorganisatie bij een onafhankelijk afdeling melding te maken van ongewenste intimiteiten, agressie of pesten, kunt u dit doen met behulp van “Speak Up” (link).
Het is ons aller taak om te waken voor dergelijk gedrag. Als u getuige bent van ongewenste intimiteiten, agressie of pesten waar een collega mee wordt geconfronteerd, is het eveneens uw taak om hier melding van te maken.
2.2.3 Roken en open vuur
Roken, het gebruik van aanstekers, en alle andere vormen van open vuur, is op het gehele terrein verboden. Wanneer men zich binnen de Ex-gezoneerde gebieden bevindt, is het bij zich dragen van een aansteker, lucifers of andere mogelijke ontstekingsbronnen verboden.
Uitzonderingen op bovenstaande regel:
- Roken is alleen toegestaan waar dit is aangegeven: rookcabine ’s verspreid over het terrein.
- Gas-aanstekers voor het aansteken van de vlam bij asbepaling op het lab - Camping brander in microbiologisch lab
- Wanneer er op een heet-werk vergunning wordt gewerkt
2.2.4 Alcohol en drugs tijdens het uitoefenen van werkzaamheden
Het in het bezit hebben of het nuttigen van alcohol of drugs (soft- en harddrugs), evenals het onder invloed zijn van alcohol of drugs tijdens het uitvoeren van werkzaamheden wordt binnen de onderneming niet getolereerd. Hieronder wordt ook verstaan het geconsigneerd zijn van de medewerker dan wel het draaien (beschikbaar zijn) van de weekdienst.
Meldplicht
Alle aanwezige medewerkers hebben een meldplicht als er een vermoeden bestaat van alcohol- en/of drugsmisbruik. Melding kan plaatsvinden bij uw leidinggevende, een van de vertrouwenspersonen of de occupational health officer (Bedrijfs Gezondheids Dienst).
Sancties
Wanneer vast is gesteld (of een zeer sterk vermoeden bestaat) dat er sprake is van alcohol- en/of drugsgebruik/-misbruik zal in eerste instantie betrokken persoon geen werkzaamheden meer mogen uitoefenen.
Zie voor meer informatie de Croda drug & Alcohol Policy op Croda Connect, voor zover deze van toepassing is op de specifieke Nederlandse situatie ten aanzien van wet en regelgeving. Link.
Introductie (Croda Drugs & Alcohol Policy):
Als onderdeel van de Croda International Groep SHE policy is het bedrijf begaan met de gezondheid en het welzijn van haar medewerkers en committeert zich aan de hoogst mogelijke
veiligheidsstandaarden in al haar werkzaamheden.
Alcohol en drugs misbruik is een steeds groter maatschappelijk probleem dat alle type bedrijven raakt en dat desastreuze gevolgen kan hebben voor het individu, de familie en collega’s.
Daarnaast heeft het bedrijf specifieke statutaire verantwoordelijkheden richting haar medewerkers, de maatschappij en de medewerkers van andere organisaties werkzaam op het terrein van de onderneming.
Het beeld bestaat dat wat mensen in hun privéleven (dus buiten werktijden) doen hun eigen verantwoordelijkheid is en daarmee geen invloed heeft op hun werkzaamheden. Het is echter bewezen dat alcohol en drugs wel degelijk een impact kunnen hebben op het functioneren, lang nadat de alcohol of drugs genuttigd zijn. Daardoor is dit wel degelijk een werk gerelateerd onderwerp.
2.2.5 Alcoholgebruik bij recreatieve omstandigheden op het terrein
Het is tijdens georganiseerde activiteiten (recepties enzovoort) in het bedrijfsrestaurant toegestaan dat alcoholische dranken geschonken worden door het restaurantpersoneel (of door hen aangewezen personen).
De verkoop, het gebruik of het onder invloed zijn van drugs (soft- en harddrugs) is ook in deze omstandigheden niet toegestaan.
Consumptie van alcoholische dranken bij dergelijke activiteiten is slechts toegestaan wanneer men na afloop geen werkzaamheden meer hoeft te verrichten.
Het bedrijf wijst deelnemers aan dergelijke activiteiten nadrukkelijk op de eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van (niet)alcoholgebruik in het verkeer.
Toezicht
De verantwoordelijkheid voor alcoholgebruik ligt bij de gebruiker. In het geval het gedrag daartoe aanleiding geeft, heeft de werkgever als toezichthouder het recht personen te verzoeken het bedrijf te verlaten .
2.2.6 Alcoholgebruik bij externe Croda gerelateerde evenementen
Voor medewerkers die deelnemen aan externe Croda gerelateerde evenementen, zoals beurzen, sales meetings, trainingen e.d., of die evenementen bezoeken die door derden georganiseerd worden, bijv. door klanten of leveranciers, gelden ook de regels zoals eerder vermeld in artikel 2.2.4.
2.2.7 Medicijngebruik
Iedere medewerker van het bedrijf die medicatie voorgeschreven krijgt door een huisarts of medisch specialist die de rijvaardigheid en of het bedienen van apparatuur kan beïnvloeden dient dit te melden bij de medische dienst. Deze medicatie kan worden herkend aan de hand van een gele sticker op de verpakking met daarop de vermelding “kan de rijvaardigheid en/of het bedienen van machines beïnvloeden”.
Alhoewel niet wettelijk verplicht, wordt gevraagd in geval je door medicijngebruik beperkt zou worden in het uitvoeren van werkzaamheden dit te melden aan de werkgever.
2.2.8 Hygiëne
Omdat diverse van onze producten toegepast worden in hoogwaardige toepassingen waaronder
verzorgingsmiddelen en farmaceutische producten is het van groot belang dat men zich aan onderstaande hygiëneregels houdt.
• Draag schone werkkleding (vervang kleding indien nodig).
• Eten en drinken is verboden met uitzondering van de daarvoor bestemde plaatsen (kantoren, sociale ruimtes , restaurant).
• Houd het bedrijf schoon en ruim afval meteen op.
En waar mogelijk contact optreedt met grondstoffen, tussen- of eindproducten:
• Draag geen loshangende sieraden.
• Bind lange haren bijeen.
• Zorg voor schone handen of draag geschikte (niet poreuze) handschoenen.
• Geen open wondjes (pleisters en eventueel handschoenen).
Voor het omkleden dienen operators en monteurs gebruik te maken van de officiële kleedruimtes in Kadezicht op de eerste verdieping.
2.2.9 Het gebruik van (mobiele) elektronische apparatuur.
Mobiele apparatuur:
Het gebruik van mobiele elektronische apparatuur (mobiele telefoon, PDA, IPod, EX camera (mits voldaan aan de voorwaarden genoemd in 2.2.10), mp3/mediaspeler en dergelijke) is slechts toegestaan onder
bepaalde condities. In alle andere gevallen is het niet toegestaan dergelijke apparatuur te gebruiken en/of in te schakelen.
Het gebruik van deze apparatuur op het terrein is als volgt geregeld:
Wat WEL
Op de volgende locaties is het WEL toegestaan om de telefoon aan te hebben staan, eventueel op te nemen of zelf te bellen :
• In alle 'openbare' gebouwen (zijnde geen productie locaties) waar een medewerker aanwezig mag zijn zonder de standaard PBM’s. (Onder andere het witte pad, het rookhok, kantoorruimtes en bedrijfsrestaurant)
• De stikstofstations van Air Liquide. (in verband met veiligheid en operationele noodzaak)
• In stilstaande voertuigen, zolang het voertuig geen onderdeel is van werkzaamheden op een werkvergunning;
• In het laboratorium
Tijdens de volgende handelingen op bovenstaande locaties mag de telefoon wel aanstaan maar mag er niet gebeld worden:
• Tijdens werkzaamheden waarbij het gebruik van een mobiele telefoon gevaar voor de gebruiker of omstanders kan opleveren;
• Tijdens activiteiten waarbij het gebruik van een mobiele telefoon de aandacht kan afleiden.
Hierdoor kan gevaar ontstaan voor de gebruiker of omstanders. Mobiel bellen kan dus niet gecombineerd worden met een andere activiteit.
Wat NIET
Het aan hebben staan van mobiele telefoons is NIET toegestaan:
• Op alle locaties anders dan hierboven (onder ‘Wat WEL’) vermeld.
• In alle inpandige ruimtes in productie afdelingen waar geen PBM's noodzakelijk zijn (o.a.
controle kamer E1/4 en E2/3, oude controle kamers of werkruimtes). Deze ruimtes worden betreden via een productie afdeling.
Op deze locaties moet de telefoon dus daadwerkelijk uitgeschakeld staan.
In ATEX zones is het in bezit hebben van een non-EX telefoon verboden. De reden hiervoor is dat een non-EX ook in uitgeschakelde toestand een vonk kan veroorzaken tijdens een val.
Ex-telefoon :
Bij het gebruik van een Ex-telefoon is het toegestaan om overal op het terrein te bellen.
Deze telefoon is herkenbaar aan het EX symbool.
Net zoals bij een normale mobiele telefoon geldt dat er niet gebeld mag worden tijdens activiteiten waarbij het gebruik gevaar kan opleveren voor de gebruiker of omstanders (zie hierboven).
2.2.10 Fotograferen en Filmen
Het gebruik van foto -, film -, en video apparatuur/opnamen voor externe communicatie (zoals social media) is NIET toegestaan, tenzij met schriftelijke toestemming van de HR Manager. Het gebruik van deze apparatuur door eigen medewerkers of medewerkers van derden voor het vastleggen van informatie ten
Te allen tijde is voor het gebruik van deze apparatuur in productieafdelingen een (persoonlijke) werkvergunning noodzakelijk.
2.2.11 Milieu
Eén van de doelstellingen van ons bedrijf is om zo efficiënt mogelijk om te gaan met de natuurlijke
hulpbronnen en de impact van onze activiteiten op het milieu te minimaliseren. Dit betekent dat we er altijd naar streven het verbruik van energie, water en grondstoffen te reduceren evenals de productie van afval(water).
Daarnaast gelden er een paar algemene gedragsregels op het gebied van milieu:
• Houd uw werkplek schoon.
• Laat niets op de grond slingeren.
• Verwijder olie, vet en andere gevaar opleverende materialen van de vloeren.
• Voer afval zo veel mogelijk gescheiden af naar de daartoe aangewezen plaatsen/afvalbakken.
• Productie-afval dient altijd gemerkt te zijn.
(Zie voor details procedure “06.01.00 P Aanbieden, opslag en afvoer restmaterialen”)
• In geval van een kleine lekkage, gebruik beschikbare absorptiemiddelen en meldt de lekkage door middel van een Standaard Incidenten Rapportage.
• In geval van een grote lekkage van een brandbare stof bel 500.
2.2.12 Val en struikelgevaar
Analyse van incidenten en ongevallen heeft aangetoond dat een aantal verwondingen kan worden voorkomen door alert te zijn op val- en struikelgevaar.
De algemene gedragsregels voor het voorkomen van vallen en/of struikelen zijn:
• Gebruik minimaal één hand aan de leuning bij het traplopen.
• Houdt rekening met de risico’s die de Goudse bodemgesteldheid met zich meebrengen bij het fietsen en lopen over het terrein (verzakkingen, scheve tegels en/of stelconplaten etc.).
• Plaats geen losse spullen in looppaden en/of op kasten (struikel/valgevaar).
• Wees alert bij het op, af of overgaan van verhogingen (niet springen). Gebruik waar van toepassing en mogelijk de aanwezige voorzieningen.
• Draag degelijk schoeisel, ook op het “veilige witte” pad. Het dragen van naaldhakken en open schoenen wordt afgeraden buiten de kantooromgeving.
• Kabels dienen bij voorkeur, op een goede manier te worden opgehangen.
• Indien het niet te voorkomen is dat (tijdelijke) verlengsnoeren, laptop/PC kabels etc. op de vloer een looppad kruisen, plak deze dan af of gebruik hiervoor bedoelde afdekgoten.
2.2.13 Gebruik gereedschappen en hulpmiddelen
Alle gereedschappen en materialen mogen alleen gebruikt worden voor de werkzaamheden waarvoor zij zijn bedoeld. Zij dienen in goede staat te verkeren.
Aan het gebruik van bijzondere categorieën gereedschappen en hulpmiddelen (bijvoorbeeld: elektrisch handgereedschap, ladders etc.) zijn specifieke eisen gesteld. Voor het gebruik van deze categorieën gereedschap en/of hulpmiddelen zijn procedures opgesteld.
Kabels voor het geleiden van elektrische stroom mogen slechts gebruikt worden volgens de daarvoor geldende voorschriften. Men moet tevens gebruik maken van de middelen die voor dit doel zijn bestemd, zoals haspels.
2.2.14 Schade aan bedrijfseigendommen
Schade aan bedrijfseigendommen dient direct gemeld te worden bij werkgever of een door hem aangewezen persoon. Indien de schade is toegebracht door een medewerker, terwijl er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid, zal werkgever de schade op medewerker verhalen, door verrekening met het loon.
2.2.15 Schade aan eigendommen van medewerkers
Werkgever is niet aansprakelijk voor schade aan of diefstal van eigendommen van medewerker, tenzij er verband is tussen de schade/diefstal en een verwijtbare nalatigheid van de werkgever. In het geval van aansprakelijkheid, geldt deze alleen wanneer het schade betreft die tijdens normale uitoefening van de functie en buiten de schuld van medewerkers is ontstaan.
3. Verkeer op terrein en in gebouwen
• De verkeersregels op het terrein zijn overeenkomstig de geldende verkeersregels in Nederland, zoals beschreven in de Wegenverkeerswet.
• Voor alle voertuigen (inclusief fietsers en heftrucks) is de maximum snelheid 10 km/u.
• Fietsen op het terrein is alleen toegestaan met bedrijfsfietsen die in goede staat van onderhoud zijn. Het is niet toegestaan om te fietsen in de vemen. Privé fietsen, bromfietsen en motoren mogen uitsluitend in de daarvoor bestemde stalling bij de ingang van het bedrijf worden geplaatst.
• Het rijden met en parkeren van privé auto’s op het terrein is niet toegestaan tenzij men hiervoor via de portiersdienst toestemming heeft ontvangen van zijn leidinggevende of gastheer.
• Het bedrijf houdt zich het recht voor om alle voertuigen die het fabrieksterrein betreden of verlaten te controleren op ongeoorloofd bezit van materiaal, uitrusting of gereedschap e.d. Dit recht geldt ook voor de controle van tassen van voetgangers. Bij het weigeren van medewerking kan de politie ingeschakeld worden.
• Ieder motorrijtuig dat zich op het terrein bevindt moet tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn en moet voldoen aan de wettelijk gestelde eisen.
• Het bedrijf is niet aansprakelijk voor enigerlei schade, door welke oorzaak dan ook, aan voertuigen die op het Croda terrein aanwezig zijn.
• Het besturen van heftrucks is alleen toegestaan voor personen met een geldige heftruckopleiding.
• Het meerijden op heftrucks of andere voertuigen, die niet daartoe zijn ingericht, is verboden.
• Voetgangers dienen, in het belang van hun eigen veiligheid, gebruik te maken van de wit en geel gemarkeerde looproute. Hierbij dienen zij rekening te houden met de voertuigen die op het terrein rondrijden. Het dragen van kleding met fluoriserende strepen (zoals omschreven in EN471) in de vemen is verplicht gesteld om de zichtbaarheid te vergroten.
• Houd de looppaden, transportpaden, schakelkasten, brandblusmiddelen, doorgangen, toegangen, uitgangen en trappen vrij.
• Leg werkstukken, grondstoffen, pallets, vaten, gereedschappen, ladders, en dergelijke op de daarvoor bestemde plaatsen, met in acht name van de daarvoor aangegeven markeringslijnen.
4. Veilig werken
“Niets wat we doen is het waard om gewond voor te raken”
Elk werk brengt risico’s met zich mee. Om veilig en gezond te kunnen werken dienen deze risico’s teruggebracht te worden tot acceptabele waarden. Hiervoor zijn goede beheerssystemen nodig.
Binnen Croda Gouda zijn 12 levensreddende regels gedefinieerd die van toepassing zijn op de meest risicovolle werkzaamheden. Het aanzetten tot overtreding van een van de levensreddende regels wordt als ernstige overtreding gezien.
De 12 levensreddende regels (met hierbij links naar bijbehorende procedures):
1 Management of Change 10.04.00 P en 15.40.00 P
Ik zal in geval van een wijziging een MOC verzoek indienen
2 Werkvergunning 16.11.00 P
Ik zal zorgen voor een geldige schriftelijke werkvergunning wanneer dat nodig is en de werkzaamheden uitvoeren volgens de gemaakte afspraken op de werkvergunning
3 Persoonlijke
beschermingsmiddelen 16.03.xx
Ik zal de juiste beschermingsmiddelen dragen in overeenstemming met de procedures en
werkvergunning
4 Werken op hoogte
16.07.00 P
Ik zal alleen op hoogte werken met toestemming en gebruik van geschikte afscherming en/of valbeveiliging
5 Werken in besloten ruimte
16.06.00 P
Ik zal alleen een besloten ruimte betreden met schriftelijke toestemming na instructies en afspraken volgens de besloten ruimte procedure
6 Openen installaties 16.09.00 P
Ik zal alleen installaties openen wanneer ik zeker ben dat alle juiste beheersmaatregelen, waaronder LoTo of operationeel isoleren, genomen zijn, om vrijkomen van energie te voorkomen.
7 LockOutTagOut
16.10.00 P
Ik zal alleen werken aan apparatuur die is veilig gesteld.
Ik zal nooit een slot van een ander verwijderen.
8 Overbruggingen 16.12.00 P
Ik zal nooit zonder schriftelijke toestemming beveiligingen overbruggen of afschermingen wegnemen.
9 Hijswerkzaamheden 16.17.00 P
Ik zal nooit onder een hangende last lopen of staan of hijsgereedschap bedienen zonder over het vereiste opleidingscertificaat te beschikken
10 Gevarenzone 16.18.00 P
Ik zal afzettingen respecteren en nooit afgesloten zones binnengaan zonder toestemming.
11 Alcohol en Drugs Ik zal tijdens uitvoering van werkzaamheden
niet in het bezit zijn - of onder invloed verkeren van alcohol en/of drugs
12 Aanspreken Ik zal mijn collega’s aanspreken op onveilig
gedrag en het overtreden van veiligheidsregels
