• No results found

DE OPENBARE SCHOOL VAN BEILEN GEDURENDE DE 19 e EEUW

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE OPENBARE SCHOOL VAN BEILEN GEDURENDE DE 19 e EEUW"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deel 2

In het eerste deel van de Openbare school in Beilen stond voornamelijk Gerrit van Cleef

centraal. In dit tweede deel zal gekeken worden naar de tussenfase met de onderwijzer A.H. Dikboom en daarna de periode die gedomineerd wordt door Izaäk Mulder.

Het lager onderwijs in Beilen: De tussenfase Zoon Willem, sinds 1853 verbonden aan een school in Drachten, kwam na de dood van zijn vader naar Beilen. Willem was op 9 mei 1828 geboren in Beilen en trouwde te Meppel op 28 juli 1854 met Johanna Regina Sebilla Voorthuis.

Hij kon zich nauwelijks ontplooien in Beilen, want op 1 juni 1859 kwam hij plotseling te overlijden, slechts 31 jaar oud.

Zijn opvolger werd Albert Hillebrand Dikboom, die begin januari 1860 naar Beilen kwam. Deze

geboren Groninger met een 2e rang akte was net een paar jaar getrouwd met Anna Margaretha Buiskool. Hij was door de “zware” selectie van 16 kandidaten gekomen. De provinciaal schoo- linspecteur dr. H.J. Nassau deed hierover een uitvoerig verslag. Dit vergelijkend onderzoek werd op 10 en 11 oktober 1854 te Beilen gehou- den. Nassau constateerde het volgende: over het algemeen werd er goed gelezen, behalve dat er te vaak woorden met nadruk of met stemverheffing werden uitgesproken. De helft van de kandidaten 2 De openbare school van Beilen gedurende de 19e eeuw deel 2 | Kees Bosma

DE OPENBARE SCHOOL VAN

BEILEN GEDURENDE DE 19 e EEUW

(2)

Achter meesters rug’ naar een schilderij van J. Taanman (rond 1873)

bezat een goed lopend schrift en drie perso- nen hadden een vlug en sierlijk handschrift. De spelling in de opstellen was onberispelijk, maar grammatica verliep moeizaam. Weinig onderwij- zers wisten schriftelijk het verschil tussen “op- voeden” en “onderwijzen”, “doen” en “maken”,

“reden” en “oorzaak” weer te geven. Verder werd het moeilijk gevonden een gedicht te verwoorden in proza. Rekenen ging moeizaam, slechts drie onderwijzers losten alle zeven rekenopgaven op.

Topografische kennis was matig. Heel goed daar- entegen werd kennis van natuurkunde, aardrijks- kunde en geschiedenis beheerst. Het mondeling beantwoorden ging afgerond en vloeiend. In zijn totaliteit gaf het examen een goede getuigenis van vlijt en van veelzijdige kennis van de onder- wijzer. Als beste uit de bus kwam A.H. Dikboom, hoofdonderwijzer uit Nieuweschans. Opnieuw

kreeg Beilen een ambitieus hoofdonderwijzer, die van zich liet spreken. Zo won hij in 1862 op de jaarlijkse vergadering van Drentse onderwijzers te Assen, die onder leiding stond van dr. Nassau de eerste prijs met een artikel over de “Omwente- ling van 1795”. Helaas bleef hij niet lang, want in 1864 vertrok hij naar Oostwold, provincie Gro- ningen. Hier kon hij maar 4 jaar met volle inzet werken, want op 17 mei 1868 kwam hij plotse- ling, na nauwelijks één dag ziek te zijn geweest te overlijden, 36 jaar oud. Hij liet een vrouw met vier zeer jonge kinderen achter.

Toen Dikboom in 1864 vertrok, moest Beilen op- nieuw op zoek naar een goede hoofdonderwijzer.

Sollicitanten konden een jaarsalaris van f. 600,=

verdienen en ze kregen bovendien een vrije woning met tuin. Het lukte nog in het hetzelfde jaar om Izaäk Mulder aan te trekken, die 40 jaar werkzaam zou blijven in Beilen.

Het schoolmeubilair in 1879

DE OPENBARE SCHOOL VAN

BEILEN GEDURENDE DE 19 e EEUW

(3)

4 De openbare school van Beilen gedurende de 19e eeuw deel 2 | Kees Bosma Het lager onderwijs in Beilen:

De periode van Mulder

Izaäk Mulder werd in Hoogkerk geboren op 7 december 1833 en trouwde op 26 september 1864 te Geldermalsen met Jifke van Balen. Direct na zijn huwelijk kwam hij naar Beilen. Net als Van Cleef was ook Mulder heel actief in het onder- wijzersgezelschap. In Smilde kwamen de onder- wijzers van het 2e schooldistrict Drenthe in juli 1869 bij elkaar onder leiding van schoolopziener J. van Druten, waarbij Mulder een lezing gaf over de spreuk “Doe wel en zie niet om”. Deze spreuk paste de spreker toe op de wijze waarop de on- derwijzer van de openbare school in de omgang met ouders van leerlingen moet handelen. De onderwijzer moet altijd uitgaan van de behoef- ten van zijn leerlingen en hij moet niet alleen de verstandelijke ontwikkeling bevorderen, maar ook de zedelijke. Verder moet hij met name tegen andersdenkenden laten zien dat hij het meent in woord en daad en dat hij niet zomaar te werk gaat, maar “bedachtzaam voorwaarts”. Een jaar later kwamen de onderwijzers weer bij elkaar in Smilde, op het landgoed Rijbrugh van eigenaar en oud-schoolopziener mr. P. van der Veen. In de pauzes en na afloop kon men heerlijk wandelen in de tuinen en de bossen. In de gezelschappen werden niet alleen thema´s besproken over hoe er les gegeven moest worden in diverse school- vakken, maar werden ook voorstellen ontwikkeld om tot een betere salariëring en rechtspositie van de onderwijzer te komen. Onder leiding van Mul- der groeide de school als kool. In 1873 waren er al twee hulponderwijzers aangetrokken voor het aantal leerlingen, dat varieerde van 241 tot 305.

Het schoolgebouw was nodig aan vervanging toe.

Te klein en onpraktisch! Al vaker was aan de bel getrokken bij de gemeente om over een ruim en gezond gebouw te kunnen beschikken, maar die gaf steeds geen gehoor. Nu kon het niet langer meer zo doorgaan! Vaak moesten de kinderen de helft van de tijd naar buiten gestuurd worden voor frisse lucht. Op 2 maart 1874 kon een nieuw schoolgebouw met vier lokalen in tegenwoordig-

heid van burgerlijke en schoolautoriteiten fees- telijk worden betrokken . Vol vertrouwen kon de toekomst tegemoet gezien worden. Met vereende krachten werd er gewerkt aan de verdere uitbouw van de school in het dorp. Openbare lessen wer- den gegeven, zodat ouders op de hoogte werden gebracht van de leerprestaties van hun kinderen.

En schoolverzuim werd zoveel mogelijk tegen- gegaan door het instellen van prijsjes om zo het bezoek aanlokkelijk te maken. Het leerlingenaan- tal steeg tot wel 348. Dit bleef niet onopgemerkt!

Begin 1878 ontving Mulder van de gemeenteraad een gratificatie van f. 25,= wegens “buitengewo- ne werkzaamheden”. En in 1881 werd Mulders jaarsalaris verhoogd met f. 100,=, dus ging hij f.

800,= verdienen.

Naast zijn hoofdschap in Beilen bleef Mulder actief op de gewestelijke vergaderingen van het inmiddels opgerichte Nederlands Onderwijzers Genootschap. Hier hield hij diverse lezingen over allerlei schoolvakken. Zo pleitte hij om meer uren zangonderwijs per week. Niet één uurtje, maar wel drie. Ook moest het muzieknotenschrift al vroeg aangeleerd worden. Hoe langer hoe meer ontwikkelde Mulder zich tot een docent, die ken- nis wilde overdragen aan anderen. Die kans kwam in 1882 toen de lessen aan de normaalschool (te beschouwen als een soort kweekschool) in Assen uitgebreid werden tot de 1e rang onderwijsbe- voegdheid. Meer onderwijzend personeel was nodig en Mulder kwam erbij. Hij vond wel dat er eisen gesteld moesten worden aan de toelating van kwekelingen voor de voorbereidende klas, verbonden aan de normaalschool. Ook assisteer- de hij regelmatig de schoolopziener bij de be- oordeling van leerkrachten als een vacature zich voordeed op een school.

Een punt van zorg voor Mulder was het her- halingsonderwijs (dat sinds 1878 bestond), bestemd voor jongelui die de lagere school al hadden doorlopen. Hij vond dat wat er geleerd was blijvend en productief moest zijn en zette zich in om dit type onderwijs zo goed mogelijk op te zetten. Door zijn werkgever (de gemeente)

(4)

werd zijn jaarwedde verhoogd met f. 200,=. Maar een succes werd het niet! De deelname was niet wat men er van verwacht had en de gemeente- raad besloot om het herhalingsonderwijs met ingang van 1 juli 1894 af te schaffen. Misschien had dat ook wel te maken met het feit dat Mulder lang niet altijd gemakkelijk in de omgang was en dat hij nogal hoge eisen stelde aan het ambt als onderwijzer. In 1894 ontstond er een conflict tussen Mulder en de gemeenteraad, met name met de burgemeester Willem Carel de Vidal de St.

Germain (ambtsperiode in Beilen: 1878-1916).

Hierbij speelden twee kwesties een rol. Mulder zou een niet al te beste verhouding hebben met zijn personeel en hij vond dat Beiler onderwijzers goed betaald moesten worden. De zaak kwam aan het licht, nadat verslagen van de raadsvergade- ringen in de Provinciale Drentse en Asser Courant gepubliceerd werden. Mulder vond dat de burge- meester zich beledigend over hem had uitgelaten en eiste “eerherstel” en publicatie hiervan. Ook

wenste hij een “openbaar onderzoek” naar de verhouding tussen hoofd en personeel. Dit laat- ste gebeurde door de schoolopziener en wethou- der Tjabbes. In deze zaak ging het Mulder meer om het feit dat er ten aanzien van zijn persoon recht gedaan zou worden. Hij erkende dat er een moeizame relatie bestond met personeelsleden, maar om nu alle schuld te krijgen en dat nog in het openbaar, accepteerde hij niet. Hoe de afloop geweest is, heb ik niet kunnen vinden. Ik denk dat alles in der minne geschikt is. Wel is duidelijk dat Mulder niet over zich heen liet lopen. Toen bijvoorbeeld eind januari 1894 een biljet met een anarchistische inhoud, dat tevens een bedreiging bevatte op zijn voordeur geplakt werd, deed hij

Personeel Openbare school Beilen 1903: Onder- ste rij: meneer Winters, juf Beugel, meneer van Veen, juf Makken, hoofd van de school I. Mulder, meneer Westrup. Bovenste rij: meneer van Gelder, juf Boer, juf Brunsting, meneer Sterringa

(5)

6 De openbare school van Beilen gedurende de 19e eeuw deel 2 | Kees Bosma onmiddellijk aangifte bij de politie. Ook deed hij

in oktober 1895 beklag bij de Commissaris van de Koningin over bejegeningen, die door de burge- meester en de gemeenteveldwachter geuit waren.

Mulder had de zoon van de politieagent samen met nog een paar kinderen bestraft vanwege het beschadigen van de perenboom op het plein. De agent kwam op school om verhaal te halen en be- dreigde Mulder. Mulder stelde de burgemeester van dit feit op de hoogte, maar de burgemeester antwoordde dat Mulder wel eens bedreigd mocht worden. Al met al ging het soms er heet aan toe tussen Mulder en de autoriteiten.

In 1898 nam de gemeenteraad het besluit om de school te verbouwen, het gebouw dreigde door de inspectie gesloten te worden. De gemeente zat met het probleem dat er in de buitenwijken van Beilen ook een nieuwe school nodig was. Moest daaraan nu voorrang gegeven worden in verband met toekomstige groei of was verbouwing van de school in het dorp zelf noodzakelijk. Gekozen

werd voor het laatste. Er kwamen nu zes lokalen en het aantal leerlingen mocht per lokaal niet meer zijn dan 45.En of hij nog niet genoeg te doen had, zette Mulder zich ook maatschappelijk in. Hij werd bestuurslid van de “Vereniging Fonds ter ondersteuning van weduwen en wezen van onderwijzers in de provincie Drenthe”. In 1889 werd hij opnieuw gekozen in het bestuur.

Dan is het in 1904 genoeg. Mulder vierde zijn 40-jarig jubileum en vroeg eervol ontslag aan, dat hem op 1 september verleend werd.

Personeel Openbare school Beilen in 1918.

Onderste rij: juf Reinardus, onbekend, onbekend.

Bovenste rij: Hoofdmeester Westrup, D. van Stra- ten, onbekend, juf Nieland, meester H. Brouwer, juf Levie, Meester H. Winters. Zittend: onbekend, hoofd Bleeker, juf G. Brunsting. (Op de achter grond het schoolgebouw)

(6)

Een feestavond werd hem aangeboden onder leiding van ds. Wiersma.

Ter herinnering aan zijn werkzame periode in Bei- len ontving hij een gouden horloge met inscriptie en een fraaie hanglamp.

Dan, op 23 december 1912 komt hij in Beilen te overlijden, 82 jaar oud. Zijn vrouw Jifke van Balen was hem in 1882 al ontvallen, zij werd maar 42 jaar. Mulder werd in 1904 opgevolgd door de heer J. de Vries uit Koog aan de Zaan.

Samenvatting

Domineerde in de eerste helft van de 19e eeuw hoofdonderwijzer Van Cleef gedurende 40 jaar, in de tweede helft deed Mulder dat. Beiden hebben gezorgd voor een hoogwaardige kwaliteit van het onderwijs, waarvan de Beiler jeugd geprofiteerd heeft. Beiden, de een meer dan de ander, hiel- den zich bezig met de opleiding van toekomstige onderwijzers. En beiden hadden zorg voor de kwetsbare positie van weduwen en wezen van Drentse onderwijzers. Beiden zijn mensen om niet te vergeten!

Literatuur

1. Boekholt, P.Th.F.M., De hervorming der scholen. Het onderwijs in Drenthe in de eerste helft van de negentiende eeuw, Assen, 1982

2. Boekholt, P.Th.F.M., Meester van Cleef en het onderwijs in Beilen.

In: Ts. Historische Vereniging Beilen, 1992 3. Görlitz, P.K., Geschiedkundig overzigt van het

lager onderwijs in Nederland, Leiden, 1849 4. Post, R.R., Scholen en onderwijs in Nederland

gedurende de Middeleeuwen, Utrecht, 1954 5. Reinsma, R., Onderwijs in Drenthe. In: Nieuwe

Drentse Volksalmanak, 1965

6. Reinsma, R., Scholen en schoolmeesters onder Willem I en II, Den Haag, 1966

7. Reinsma, R., Het lager onderwijs in Drenthe in 1836. In: Nieuwe Drentse Volksalmanak, 1976

Afbeeldingen

1. NA 2.24.10.02 134-1162 RVD 2. NA 2.24.10.02 134-1259

3. Archief Oudheidskamer collectie Bakker 4. Archief Oudheidskamer collectie Bakker

Kranten etc.

1. Bijdragen betrekkelijk den staat en de verbetering van het schoolwezen

in het koningrijk Holland: 1807, 1810-1814 2. Drentsche Courant: 11-1-1839

3. Internetgegevens betreffende R. Hunze, G. van Cleef, W. van Cleef, A.H. Dikboom, I. Mulder

4. Nieuwe Bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding met betrekking tot de lagere scholen in het koninkrijk der Nederlanden: 1854, 1859, 1864, 1868, 1874 5. Nieuwsblad van het noorden: 27-7-1894 6. Opregte Haarlemsche Courant: 22-7-1856 7. Provinciale Drentse en Asser Courant: 1858,

1859, 1862, 1869, 1882, 1884, 1887, 1889, 1890, 1892, 1894, 1898, 1901, 1904

8. De Telegraaf: 19-8-1904 9. Het vaderland: 8-10-1895

10. De Wekker, weekblad voor onderwijs en schoolwezen: 1850, 1853, 1856, 1864, 1869, 1870, 1873, 1874, 1876, 1878-1883, 1890

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

maatschappelijk initiatief is om elkaar te ondersteunen in deze moeilijke periode. Bedrijven, organisaties en burgers zetten zich in om elkaar hulp aan te bieden, in contact met

Al werkte dit wellicht niet direct door naar bestaande grensoverschrijdende relaties tussen graanhandelaren, het ligt toch voor de hand dat de bewoners van het Land van Herve

Waarom versta je niet dat Ik de Vader ben die al zijn kinderen hartelijk onthaalt. Ik

Met een ter post aangetekende zending van 16 juni 2017 wordt verzoekende partij uitgenodigd voor een hoorzitting betreffende een verlenging van de preventieve schorsing..

In de Bijbel vinden we niet alleen de maatstaven voor een echte moraal, in plaats dat we het zouden moeten stellen met sociologische gemiddelden, maar we krijgen ook inzicht om

maatschappelijk initiatief is om elkaar te ondersteunen in deze moeilijke periode. Bedrijven, organisaties en burgers zetten zich in om elkaar hulp aan te bieden, in contact met

De grootste waarde van Bibliotheek op School is het stimuleren van een positieve atti- tude ten opzichte van leesbevordering bij leerkrachten en leerlingen: leerkrachten weten wat

Door de nieuwe hulpmiddelen uit te laten leveren door één of meerdere andere partijen, hopen Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo dat HMC de ruimte krijgt