• No results found

Inspectierapport Peuterspeelzaal Hummelhonk (PSZ) Veenhof AZ WIJCHEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Peuterspeelzaal Hummelhonk (PSZ) Veenhof AZ WIJCHEN"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Peuterspeelzaal Hummelhonk (PSZ) Veenhof 1712

6604AZ WIJCHEN

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Veiligheid en gezondheid ... 7

Ruimte en inrichting ... 8

Ouderrecht ... 9

Inspectie-items ... 10

Gegevens voorziening ... 15

Gegevens toezicht ... 15

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ... 16

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.

Het betreft een volledig onderzoek, daarom zijn voor zover van toepassing alle voorwaarden beoordeeld.

Beschouwing

Peuterspeelzaal Hummelhonk maakt deel uit van kinderopvang-organisatie De eerste stap. Dit is een organisatie in de regio Wijchen. De peutergroep is gevestigd in de Paschalisschool, locatie Veenhof. De groep bestaat uit maximaal 16 kinderen per dag en heeft zijn eigen groepsruimte. De peutergroep is vier ochtenden geopend.

Het inspectiebezoek bestond uit een onderzoek naar documenten en een locatiebezoek. Tijdens het inspectiebezoek hebben de medewerkers alle informatie en documenten verstrekt en was er een duidelijk beeld van de dagelijkse praktijk. In het kader van overleg en overreding zijn er nog enkele documenten nagezonden.

Meer informatie vindt u bij de toelichtingen in het rapport.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

De eerste stap heeft een algemeen pedagogisch beleidsplan en daarnaast schrijft iedere locatie een pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Hummelhonk heeft een pedagogisch werkplan over het jaar 2013-2014.

Basisdoelen wet kinderopvang

In het pedagogisch werkplan worden de pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang beschreven.

Bij elk pedagogisch uitgangspunt staan enkele voorbeelden uit de praktijk toegepast bij peuterspeelzaal Hummelhonk.

In het plan staan de volgende onderwerpen in duidelijke en observeerbare termen beschreven:

 De werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de groepen

 De wijze waarop bijzonderheden in de ontwikkeling en andere problemen worden gesignaleerd en hoe ouders worden doorverwezen.

 Er staat beschreven welke scholing de beroepskrachten volgen om de taak van het signaleren en doorverwijzen te kunnen voldoen. Ze gebruiken hiervoor onder andere de methode Kijk! Er kan extra ondersteuning aan de beroepskrachten en ouders worden gegeven vanuit het ZAT (zorg Advies Team).

Aandachtspunt:

In het werkplan wordt een enkel voorbeeld gegeven van activiteiten waarvoor de kinderen hun groepsruimte verlaten zoals een uitstapje naar het bos. Deze voorbeelden staan summier

beschreven in de verschillende hoofdstukken.Tijdens de inspectie kwam naar voren dat de kinderen een uitstapje naar het hof van kaatje hadden gehad in de week voor de inspectie, hiervan was geen voorbeeld gegeven in het werkplan. In het pedagogisch werkplan dienen de

activiteiten buiten de peuterspeelzaal of peuterspeelzaalruimte in duidelijke en observeerbare termen beschreven te worden.

Er is op deze locatie geen achterwachtregeling, omdat de medewerkers altijd met

twee beroepskrachten op de peutergroep aanwezig zijn. Er zijn bij peuterspeelzaal Hummelhonk geen vrijwilligers werkzaam op dit moment.

Pedagogische praktijk

Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk is er gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk.

Het pedagogisch werkplan komt regelmatig aan de orde in het teamoverleg. Uit het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleids-en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen.

Waarborgen emotionele veiligheid

Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskrachten

Voorbeeld: Bij binnenkomst worden ouders en kinderen welkom geheten. Er wordt actief contact gezocht met de ouders en het kind en er wordt een kort gesprekje gevoerd.

Mogelijkheid bieden tot persoonlijke competentie

De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen

Voorbeeld: er is een kind jarig en de beroepskracht en het kind gaan samen een feestmuts maken.

Het kind mag zelf kiezen welke kleur en versiering.

Er is aandacht voor leermomenten.

(5)

Voorbeeld: De beroepskrachten hebben een training vreedzame school gevolgd en in het kader hiervan werd er met de oudste kindjes een spel ingezet. De kinderen leerde met behulp van een tijger en aap hoe je het beste samen kan delen en een conflict kan vermijden.

Mogelijkheid bieden tot sociale competentie De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren

Voorbeeld: Er wordt een liedje ingezet om duidelijk te maken dat er samen opgeruimd gaat worden. "Waar zijn jullie handen? We gaan onze handen gebruiken" Op deze manier wordt er structuur geboden en is het duidelijk wat er van de kinderen verwacht wordt. De kinderen gaan dan ook met zijn allen opruimen.

Overdracht van normen en waarden

Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd

Voorbeeld: De beroepskrachten herinneren de kinderen aan de verschillende afspraken. Ga eens van de tafel af, dat vind ik gevaarlijk.

Voorschoolse educatie

Bij de eerste stap wordt gebruikt gemaakt van het erkende voorschoolse educatie (VVE)

programma Startblokken. Peuterspeelzaal Hummelhonk is vier dagdelen geopend van 09.00 tot 11.30 uur, zij kunnen dus 10 uur activiteiten aanbieden die gericht zijn op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De

beroepskrachten zijn geschoold voor het VVE programma Startblokken en er is een opleidingsplan (2013-2014) van de eerste stap.

De groepen van peuterspeelzaal Hummelhonk bestaan uit niet meer dan 16 kinderen en er zijn altijd twee beroepskrachten werkzaam.

Er wordt op dit moment gewerkt met het thema; Wie ben ik. Er hangen in de ruimte zelfgemaakte portretten van de kinderen, er hangt een spiegel waarin de kinderen zichzelf en andere kinderen kunnen bekijken en onderdelen van zichzelf kunnen benoemen. Liedjes en verhaaltjes worden op het thema aangepast. Bij de ingang hangt een informatiebrief, hierop kunnen de ouders lezen welk thema er gekozen is en wat de specifieke aandachtspunten voor dit thema zijn.

Gebruikte bronnen:

 Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (via mail)

 Interview anderen (pedagogisch medewerkers)

 Observaties (binnen en buitenruimte)

 Pedagogisch beleidsplan

 Pedagogisch werkplan (hummelhonk 2013-2014)

 Opleidingsplan voorschoolse educatie (januari 2014)

(6)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaring omtrent gedrag en de beroepskwalificaties waren niet inzichtelijk op locatie. In het kader van overleg en overreding zijn deze nagestuurd. De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag en beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag.

Passende beroepskwalificatie

Er is van twee vaste beroepskrachten een passende beroepskwalificatie overlegd.

Vrijwilligersbeleid

De eerste stap heeft een vrijwilligersbeleid. Deze is niet beoordeeld, omdat peuterspeelszaal Hummelhonk geen vrijwilligers heeft op dit moment.

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Er zijn altijd twee beroepskrachten werkzaam op peuterspeelzaal Hummelhonk. De planningslijst en aanwezigheidslijst van de maand juni is bekeken en beoordeeld, hieruit kwamen geen

afwijkingen. Er worden nooit meer dan 16 kinderen met twee beroepskrachten ingepland op een groep.

Opvang in groepen

Er zijn twee vaste beroepskrachten die maximaal 16 kinderen opvangen in hun eigen groepsruimte. De peuterspeelzaal is vier ochtenden geopend en dan worden er maximaal 16 kinderen in hun eigen groepsruimte opgevangen.

Gebruik van de voorgeschreven voertaal

Er wordt Nederlands gesproken bij deze peuterspeelzaal.

(7)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid

Er is een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid van 11-07-2013 waarin alle thema's beschreven zijn. Zij maken hiervoor gebruik van de Risicomonitor. De rapporten hiervan zijn voor aanvang van de inspectie toegezonden.

Aandachtspunt: In principe zijn alle ruimtes die in gebruik zijn geïnventariseerd. Alleen voor de verschoning van luiers wordt er gebruik gemaakt van de aula van de school, deze is niet

meegenomen in de inventarisatie. De beroepskracht gaf aan dat dit ook geen wenselijke plek is om de kinderen te verschonen en dat hiervoor een oplossing wordt gezocht in overleg met de

mananger.

Actieplan veiligheid

Er is een actueel plan van aanpak die voldoet aan de eisen van de wet.

Ongevallenregistratie

Er is een ongevallenregistratie aanwezig.

Risico-inventarisatie gezondheid

De risico-inventarisatie gezondheid is van 08-07-2013.

De beroepskrachten hebben vooraf aandachtspunten voor deze locatie kunnen aangeven, deze zijn meegenomen in de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid.

Meldcode kindermishandeling

De eerste stap heeft een eigen meldcode kindermishandeling vastgesteld. Om de meldcode vast te stellen hebben ze gebruik gemaakt van het landelijk model dat is uitgegeven door de

brancheorganisatie. Zodoende voldoet de meldcode aan de beschreven eisen.

De beroepskrachten van peuterspeelzaal Hummelhonk hebben op locatie een recente versie van de meldcode kindermishandeling liggen.

De geïnterviewde beroepskracht kon duidelijk uitleggen hoe te handelen in geval van een vermoeden kindermishandeling.

Gebruikte bronnen:

 Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke

 Interview anderen (pedagogisch medewerkers)

 Risico-inventarisatie veiligheid (11-07-2013)

 Risico-inventarisatie gezondheid (08-07-2013)

 Ongevallenregistratie (op locatie)

 Meldcode kindermishandeling (de eerste stap)

(8)

Ruimte en inrichting

Binnenruimte

De peuterspeelzaal heeft een ruimte in de Paschalisschool, locatie Veenhof.

De ruimte is voldoende groot (56m2 oppervlakte) en de ruimte is passend ingericht voor deze groep kinderen. Er zijn meerdere speelhoekjes gecreëerd voor de kinderen waaronder een bouwhoek, poppenhoek, kasten met onder andere knutselspullen, boekjes en puzzels.

Buitenspeelruimte

De aangrenzende buitenspeelruimte is speciaal voor de kinderen van de peuterspeelzaal geschikt gemaakt. Deze is voldoende groot en de kinderen kunnen er op ieder moment spelen. Er is een zandbak en er is voldoende buitenspeelgoed voor de kinderen aanwezig.

Opvallend was wel dat er aan de rand van het speelplein een fietsenrek stond voor de fietsen van de school. Volgens de beroepskracht is dit wel een punt van oplettendheid. De kinderen vinden het interessant om bij de fietsen te gaan kijken.

(9)

Ouderrecht

Informatie

Ouders van deze locatie worden geïnformeerd over het te voeren beleid door middel

van verschillende informatieboekjes, pedagogisch werk/beleidsplan, via de website, nieuwsbrieven en het intakegesprek. Vooraf aan het intake gesprek ontvangen de ouders van de afdeling

plaatsing een aantal documenten waaronder het pedagogisch werkplan.

Inspectierapport

Het laatste inspectierapport is inzichtelijk op de website van de eerste stap.

Klachten

Voor de behandeling van klachten is een regeling getroffen bij de Provinciale Klachtencommissie en klachtenkamer Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening en Kinderopvang Gelderland/

Overijssel (WMK). Ouders worden onder andere via de website van de eerste stap geinformeerd.

De klachtenprocedure is opgenomen in het kwaliteitssysteem van de eerste stap, die ouders kunnen inzien op locatie.

Er zijn afgelopen jaar geen klachten ingediend bij de externe klachtencommissie of klachtenkamer.

Gebruikte bronnen:

 Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (via mail)

 Interview anderen (pedagogisch medewerkers)

 Informatiemateriaal voor ouders (informatieboekje peuterspeelzalen, beleidsplan, ped.

werkplan,)

 Website (www.deeerstestap.nl)

 Nieuwsbrieven (op locatie)

 Klachtenregeling

 Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector

(10)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(11)

Voorschoolse educatie

Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.

(art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd.

(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

(12)

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:

- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;

- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.

(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.

(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.

(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind.

(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal

De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

(art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF

Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

(art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn

respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(13)

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn

respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Ruimte en inrichting

Binnenruimte

Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.

De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

Buitenspeelruimte

Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.

(14)

Ouderrecht

Informatie

De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.

(art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke

vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn.

(art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

(art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Klachten

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen.

(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.

(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.

(art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.

(art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.

(art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

(15)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Peuterspeelzaal Hummelhonk

Website : http://www.deeerstestap.nl

Vestigingsnummer KvK : 000025359150

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : De eerste stap, peuterspeelzaal B.V.

Adres houder : Laantje 11

Postcode en plaats : 6602AA WIJCHEN

KvK nummer : 09153223

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Gelderland-Zuid, vestiging Nijmegen

Adres : Postbus 1120

Postcode en plaats : 6501BC NIJMEGEN

Telefoonnummer : 024-3297297

Onderzoek uitgevoerd door : D. Goddijn Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : WIJCHEN

Adres : Postbus 9000

Postcode en plaats : 6600HA WIJCHEN

Planning

Datum inspectie : 30-06-2014

Opstellen concept inspectierapport : 15-07-2014

Zienswijze houder : 17-07-2014

Vaststelling inspectierapport : 11-08-2014 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie : 11-08-2014

Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 11-08-2014

Openbaar maken inspectierapport : 25-08-2014

(16)

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder is het eens met het inspectierapport M. Joosse

Adjunct directeur de eerste stap

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers