• No results found

Betrokken en nabij

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Betrokken en nabij"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Betrokken en nabij

Contouren van een visie op Publieke Zorg voor

(2)

Betrokken en nabij

Contouren van een visie op Publieke Zorg voor

Jeugd en de rol van zorgverleners daarin

(3)

Colofon

Titel

Betrokken en nabij.

Contouren van een visie op Publieke Zorg voor Jeugd en de rol van zorgverleners daarin.

Een uitgave van

(4)

InhoudsoPgavE

InlEIdIng

5

1. PuBlIEkE Zorg voor JEugd

7

2. 1

E-

lIJnsZorg voor JEugd

10

a. Taken 11

b. Uitvoering 11

c. Kenmerken van een PZJ-zorgverlener 14

3. TransITIEs En uITdagIngEn

16

(5)

InlEIdIng

Wij leven in een veranderende samenleving met nieuwe gezondheidsproblemen bij de jeugd en mondige ouders en jeugdigen die een andere invulling van de zorg willen.

Daar is al veel over geschreven (o.a. Frissen 2011, Hermanns 2010, De Waal 2011, De Winter 2010, Van Yperen 2011). Over het doel van opvoeden is iedereen het eens:

kinderen en jeugdigen gezond en veilig laten opgroeien, in de meest brede zin van het woord, zodat ze lichamelijk en psychisch gezond zijn en in staat zijn cognitief te presteren, sociale relaties aan te gaan en een plaats in de samenleving te verwerven. Ouders willen hierbij zelf de regie over de opvoeding van hun kinderen én over de ondersteuning en hulp die zij daarbij krijgen.

De jeugdgezondheidszorg (JGZ) beweegt in deze ontwikkelingen mee. Op veel plaatsen in het land voeren JGZ-professionals, -managers en -bestuurders hier discussies over, ook met hun partners. Het NCJ heeft het initiatief genomen om een heroriëntatie uit te voeren op de zorg voor jeugd en de rol van de JGZ daarin. Samen met ouders, jeugdigen, professionals, managers en bestuurders heeft het NCJ daarom de ontwikkelingen nader bekeken, de contouren van een visie op zorg voor jeugd ontwikkeld en bedacht hoe deze visie in een andere manier van werken inhoud en vorm kan krijgen.

In de zomer van 2011 is gestart met het organiseren van een aantal out-of-the-box- bijeenkomsten met vertegenwoordigers uit het brede veld dat betrokken is bij het opvoeden en opgroeien van jeugdigen. Het startpunt van deze bijeenkomsten was het inhoudelijke werk van de JGZ’er, dat gepaard gaat met ‘gein en pijn’. Veel JGZ-professionals ervaren dat zij veel ouders helpen, maar dat zij ook een aantal ouders en jeugdigen niet de zorg kunnen geven die ze nodig hebben.

Deze contouren van een visie gaan uit van de ervaringen uit de praktijk van ouders, jeugdigen en jeugdprofessionals. Verder is aangesloten bij opvattingen van De Winter over de ‘civil society’ (2010), van Hermanns over wrap-around-care (2010) en van Van Yperen (2011) over herinrichting van de jeugdzorg. Daarnaast zijn de opvattingen over de Centra voor Jeugd en Gezin (VWS, 2010) een belangrijke inspiratiebron geweest.

Er is gezocht naar natuurlijke, vanzelfsprekende verbindingen tussen de leefwereld van gezinnen en de wereld van de zorg, tussen preventie en curatie, en tussen nulde-, eerste-, tweede- en derde-lijnszorg, zodat de kans op duurzaam succes zo groot mogelijk is.

Daarnaast is er gekeken naar mogelijke verbeteringen in het uitvoeren van preventieve taken door de JGZ. In het eerste hoofdstuk staat de visie op de rol van ouders, zorg- verleners en overheid in onze veranderende samenleving beschreven. Vervolgens zoomen wij in hoofdstuk 2 in op de zorg voor jeugd in de eerste lijn. Tot slot worden in hoofdstuk 3 de transities en de uitdagingen benoemd die nodig zijn om de (nieuwe) Publieke Zorg voor Jeugd te realiseren.

(6)

Het NCJ zal de komende maanden in gesprek gaan met JGZ-organisaties, maar ook met partners in de jeugdsector en aanpalende sectoren als onderwijs en welzijn en andere betrokkenen, over de contouren van de voorliggende visie. De ontwikkelingen in het on- derwijs (Passend Onderwijs) en de transitie van de jeugdzorg zullen daarbij ook aan bod komen.

6 BETrokkEn En naBIJ. CONTOUrEN VaN EEN VISIE OP PUBlIEKE ZOrG VOOr JEUGD EN DE rOl VaN ZOrGVErlENErS DaarIN

(7)

1. PuBlIEkE Zorg voor JEugd

Veel ouders en jeugdigen zijn mondig en goed geïnformeerd en accepteren het gezag van een deskundige niet meer zonder meer. Zij willen bijvoorbeeld gelijkwaardige partners in het zorgproces zijn en hebben dan ook regelmatig eigen opvattingen over gezondheid, opgroeien en opvoeden, en hun verantwoordelijkheden daarin. Ouders willen zelf bepalen wat goed is voor hen en hun kinderen. Ook de wijze waarop ouders en jeugdigen tegen de overheid aankijken wordt hierdoor bepaald. We moeten dus kijken hoe het krijgen of geven van zorg zo goed mogelijk geregeld kan worden en daarbij rekening houden met de opvattingen over de rollen van ouders en jeugdigen, zorgverleners en overheid. allen in een gemeenschap hebben een rol bij het opgroeien en opvoeden van hun kinderen of, zoals een afrikaans gezegde luidt: `It takes a village to raise a child’ (Clinton 1996).

Het publieke karakter van zorg voor jeugd, de gezamenlijke verantwoordelijkheid van, voor en door burgers, is dan ook een belangrijk uitgangspunt in de visie. Er wordt daarom gesproken over Publieke Zorg voor Jeugd (PZJ).

Publieke Zorg voor Jeugd (PZJ) is de zorg van de samenleving voor de optimale voorwaarden waarbinnen alle kinderen zich veilig en gezond kunnen ontwikkelen.

De ouder is eerstverantwoordelijke voor het optimaal laten opgroeien van zijn kind tot een sociaal, geestelijk en lichamelijk gezonde volwassene die actief participeert in de samenleving en zelf verantwoordelijkheid neemt in de gemeenschap. De gemeenschap heeft de verantwoordelijkheid om, vooral als kinderen niet adequaat opgroeien, ondersteuning te verlenen. De PZJ-zorgverlener is vervolgens verantwoordelijk voor deskundige en betrouwbare ondersteuning van en hulp aan jeugdigen en ouders.

Hij behartigt de belangen van kinderen en geeft hier ook ´stem’ aan door gevraagd en ongevraagd advies aan (lokale) overheden te geven en een stem te hebben in het publieke debat (bijvoorbeeld via de media). De overheid, tot slot, is verantwoordelijk voor de aanwezigheid van goede randvoorwaarden. De overheid bewaakt het aanbod en de kwaliteit van basisvoorzieningen en zorg. Ouders, gemeenschap, zorgverleners en overheid zijn samen verantwoordelijk.

doel

Het doel van PZJ is dat alle kinderen optimale voorwaarden krijgen om zich veilig en gezond te ontwikkelen en er een zorgende gemeenschap (stut en steun) rondom gezinnen ontstaat, waarbij alle kinderen (zo lang mogelijk) ‘gewoon’ mee kunnen doen.

ouders en jeugdigen

Ouders en jeugdigen staan in deze PZJ centraal: zij zijn leidend en werken in het zorgproces op gelijkwaardige basis samen met zorgverleners. Zij nemen de verantwoordelijkheid voor hun eigen gezondheid en zorgproces. Daarbij worden ze ondersteund en geadviseerd

(8)

door PZJ-zorgverleners. Dit betekent een kanteling in de rol van ouders en jeugdigen.

Van passieve consument worden zij regisseur van hun zorg- en samenlevings-

arrangementen1. Het merendeel van de ouders en jeugdigen kan dit heel goed (leren).

Er zijn echter ook ouders en jeugdigen die hun gehele leven lang in meer of mindere mate intensieve hulp nodig hebben.

gemeenschap

De gemeenschap waarin een gezin leeft, heeft de verantwoordelijkheid om te signaleren en ondersteuning te geven aan een gezin als het opgroeien van kinderen bedreigd wordt. Buren, buurtbewoners en professionals op school, sportclub of andere basis- voorzieningen zijn medeopvoeders. Zij signaleren en geven stut en steun als dit nodig is.

overheid

De overheid is verantwoordelijk voor de randvoorwaarden voor een zorgaanbod dat aansluit bij wat een gemeenschap nodig heeft en heeft, als het bij complexe situaties nodig is, de scheidsrechterrol2. Daarnaast treedt de overheid op als ‘hoeder’ van rechten en gezamenlijke belangen en coördineert indien nodig financiering uit verschillende bronnen (aWBZ, ziektekostenverzekeringen, gemeentefonds).

PZJ-zorgverleners

PZJ-zorgvelener handelt (pro)actief en vervult verschillende rollen zoals die van ‘signa- leerder’, ‘begeleider’, ‘behandelaar’, ‘belangenbehartiger van het kind’ en ´poortwachter voor 2e en 3e lijn´. Hij werkt in de 1e-lijnszorg voor jeugd. Deze wordt in het volgende hoofdstuk beschreven.

1) Kwetsbare kinderen met complexe problematiek hebben naast zorgarrangementen ook sociale arrangementen nodig, gericht op activering en inbedding in de leefomgeving. Dit hebben we samenlevingsarrangementen genoemd. Door deze arrangementen zijn deze kinderen beter in staat om zoveel mogelijk ‘gewoon’ mee te doen. Dit wordt mogelijk doordat de zorg dicht bij het gezin wordt geboden om samen met de ouders passende zorg en onderwijs in de buurt te regelen en om ook terugval of herhaling van ziekte te voorkomen.

2) Gemeenten moeten hun doorzettingsmacht adequaat vormgeven door extra mandaten te bieden aan professionals in de vorm van dwangmaatregelen. Bijvoorbeeld het stopzetten of juist het kunnen uitstellen van het stop-zetten van de uitkering kan in weerbarstige situaties ongemotiveerde ouders stimuleren toch in beweging te komen.

8 BETrokkEn En naBIJ. CONTOUrEN VaN EEN VISIE OP PUBlIEKE ZOrG VOOr JEUGD EN DE rOl VaN ZOrGVErlENErS DaarIN

(9)

Het speelveld ‘Publieke Zorg voor Jeugd’ wordt in figuur 1 geïllustreerd. Dit beeld is nadrukkelijk niet bedoeld als een structuurschets, maar laat zien welke partijen betrokken zijn.

Specialisten gezondheidszorg,

GGZ en GZ

Specialisten Speciaal onderwijs

Specialisten jeugdzorg

Figuur 1. Publieke Zorg voor Jeugd (Bron: Suzanne Boomsma, 2011) P

u b l i e k e Z o r g v o o r J e u g d

gemeente als scheidsrechter

ouders/omgeving sociale verbanden

Tweede en derdelijnsvoorziening doorzettingsmacht

Speelplek/

hangplek

Sport/scouting Internet

Eerstelijnszorg voor Jeugd

het kind Onderwijs/BSO

Wijk/politie Kraamzorg

Kinderopvang/

peuterspeelzaal

Erbij halen of verwijzen

(10)

2. 1

E-

lIJnsZorg voor JEugd

Ouders en jeugdigen willen snel en concreet informatie, advies en hulp in de gemeenschap (buurt, wijk, dorp) waarin ze leven. 1e-lijnszorg voor Jeugd, een brede eerstelijnsvoorziening voor jeugd, geeft deze ondersteuning en zorg: niet schakelen en doorverwijzen, maar hulp naar gezinnen toe brengen.

1e-lijnszorg voor Jeugd is een voorziening in de wijk of buurt die ouders en jeugdigen in brede zin ondersteunt bij het opvoeden en laten opgroeien van hun kind tot een sociaal, geestelijk en lichamelijk gezonde volwassene die actief participeert in de samenleving en zelf verantwoordelijkheid neemt in de gemeenschap.

De voorziening kent in ieder geval de volgende functies:

1. Informatievoorziening: vragen en signalen van ouders, leerkrachten en andere jeugdprofessionals komen hier binnen.

2. Preventie (ongevraagde zorg): het actief verzamelen en beoordelen van signa- len (risicotaxatie), screeningen, gezondheidsbevordering en -bescherming (onder andere rVP), stem geven aan bedreigingen.

3. Eerstelijnszorg (gevraagde zorg): eerstelijnsdiagnostiek en -hulp (zorg- en samenlevingsarrangementen); eventueel extra diagnostiek en consultatie (erbij halen) van specialisten bij complexe of meervoudige problematiek.

4. Poortwachter: erbij halen van of toeleiden naar tweede- en derdelijns specialistische zorg na richtinggevende diagnostiek.

doel

Het doel van 1e-lijnszorg voor Jeugd is het bieden van concrete hulp en ondersteuning op maat in de leefwereld van gezinnen.

kenmerken

1e-lijnszorg voor Jeugd combineert preventie, care en cure en gaat uit van:

• De eigen kracht van gezinnen (ouders en kinderen) en hun omgeving.

• De volgende definitie van gezondheid: ´Health is the ability to adapt and self-manage in the face of social, physical and emotional challenges´.3

• Een handelingsplicht: zo veel mogelijk helpen en zo min mogelijk doorverwijzen.

• Risicotaxatie op basis van ‘geïnformeerd vertrouwen’4 :

vertrouwen in plaats van wantrouwen bij het (vroeg) signaleren van risico´s.

3) M. Huber e.a. How should we define health? BMJ 2011;343:d4163.

4) P. Hilhorst in De vertrouwenscrisis (2008). Geïnformeerd vertrouwen staat tegenover georganiseerd wantrouwen.

Cruciaal is dat mensen uitgaan van vertrouwen in het goede gedrag van zichzelf en van anderen, dat iedereen zich houdt aan de regels en dat er scherpe handhaving plaatsvindt (waarbij iedereen kan melden) als dat niet het geval is.

10 BETrokkEn En naBIJ. CONTOUrEN VaN EEN VISIE OP PUBlIEKE ZOrG VOOr JEUGD EN DE rOl VaN ZOrGVErlENErS DaarIN

(11)

• Presentie5 in de verschillende leefwerelden die past in de verschillende ontwikkelings- fasen van een kind (0-4 jaar, 5-12 jaar en 13-19 jaar).

a. Taken

De kerntaken van 1e-lijnszorg voor Jeugd combineren gevraagde en ongevraagde zorg:

1. Het versterken van de eigen kracht van gezinnen en de onderlinge hulp in de leef- omgeving, zodat kinderen ‘gewoon’ mee kunnen doen in de samenleving. Daarmee vormt zich ook een zorgende gemeenschap (stut en steun) rondom gezinnen.

2. Het realiseren van duurzame zorg- en samenlevingsarrangementen voor gezinnen in een effectief en efficiënt zorgproces.

3. Het handhaven van een ‘keiharde’ ondergrens met betrekking tot de rechten van het kind als die bedreigd worden. Het uitgangspunt is ‘juist goed genoeg’.

4. Het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezonde en veilige ontwikkeling van kinderen door risico’s te taxeren vanuit geïnformeerd vertrouwen en actief, (on)gevraagd lokaal en/of landelijk ‘stem’ te geven aan geconstateerde bedreigingen.

Deze taken worden door zorgverleners in de 1e-lijnszorg voor Jeugd (PZJ-zorgverleners) uitgevoerd in nauwe samenwerking met professionele opvoeders in de gemeenschap, vooral in de kinderopvang en het onderwijs. PZJ-zorgverleners zullen waar mogelijk ook samenwerken met informele opvoeders, bijvoorbeeld in sportverenigingen en scouting.

b. uitvoering

Zorgproces in een fuik

De PZJ-zorgverlener levert naast gevraagde zorg ook ongevraagde zorg, zoals (vroeg) signalering en bemoeizorg. Om die zorg optimaal te kunnen verlenen, zijn in het contact met gezinnen twee aspecten essentieel. Het eerste aspect is het opbouwen van een vertrouwensband met gezinnen (verbinden), door te kijken wat de behoeften van die gezinnen zijn, daar zoveel mogelijk aan te voldoen en door goede dienstverlening te leveren. Daarnaast moet de PZJ-zorgverlener aansluiten bij de leefwereld van gezinnen, ook digitaal, om belangrijke signalen die de ontwikkeling van een kind bedreigen zo vroeg mogelijk op te vangen.

Het zorgproces van signalering tot zorg- en samenlevingsarrangement verloopt als in een fuik.

Signalering vindt plaats bij alle kinderen door professionele en informele opvoeders en door PZJ-zorgverleners. Vervolgens worden de gesignaleerde risico´s en problemen bij een aantal kinderen beoordeeld. Een deel van deze kinderen krijgt vervolgens ambulante hulp. Een ander deel krijgt generalistische diagnostiek en behandeling. En een beperkt aantal kinderen wordt toegeleid naar specialistische diagnostiek en behandeling.

5) a. Baart. Presentietheorie (2010). Een hulpverlener betrekt zich aandachtig en toegewijd op de ander, leert zo zien wat er bij die ander speelt – van verlangens tot angst – en begrijpt dan wat er in de desbetreffende situatie gedaan kan worden en wie hij/zij daarbij voor de ander kan zijn. Wat gedaan kan worden, wordt dan ook gedaan.

(12)

De fuik kent de volgende fasen:

• signalering in de leefwereld van kind en gezin bij alle kinderen;

• beoordeling en ambulante hulp;

• generalistische diagnostiek en behandeling;

• specialistische diagnostiek en behandeling.

signaleringsmethode vanuit geïnformeerd vertrouwen

Signalering vraagt tegenwoordig een andere oriëntatie, omdat organiseren vanuit de kans dat het mis gaat (georganiseerd wantrouwen) averechts werkt. De discussie over het gebruik van vragenlijsten in de JGZ illustreert dit. Ouders worden wantrouwig en juist ouders die hulp goed kunnen gebruiken, zullen waarschijnlijk zorg mijden. Bovendien doet het merendeel van de gezinnen het goed. Waarom dan niet vertrouwen op de goede intenties van ouders en goed opvoedingsgedrag en eigen kracht honoreren? Er is een signaleringssysteem nodig dat gebaseerd is op geïnformeerd vertrouwen (transparant, duidelijk over het doel en een actieve participatie in het proces van ouders en jongeren) om ook niet direct zichtbare risicovolle signalen op te kunnen pikken. Een systeem dat erop gericht is dat het gezin de hulp en ondersteuning krijgt die het nodig heeft.

1e-lijnszorg Jeugdteam

Het moment dat een PZJ-zorgverlener, eventueel na overleg met directe collega’s, het eigen oordeels- of handelingsvermogen tekort vindt schieten, vormt hij in samenwerking met de ouders en andere PZJ-zorgverleners een 1e-lijnszorg jeugdteam. Zij organiseren dit dus zelf en wanneer dat noodzakelijk is. In dergelijke jeugdteams, die wisselend van samen- stelling zijn, wordt vanuit actuele kennis uit de disciplines sociale geneeskunde, sociale verpleegkunde, ontwikkelingspsychologie of orthopedagogiek en maatschappelijk werk het probleem onderzocht en worden oplossingen bedacht. In een 1e-lijnszorg jeugdteam staan de teamleden gezamenlijk borg voor een gewogen oordeel en de oplossingen die nodig zijn. Indien nodig worden er specialisten bij gehaald. Dit team is ingebed in de bestaande zorgstructuren in wijk, buurt of op school.

Bij complexe problematiek kan nog een buurt overstijgend vast expert-jeugdteam ingezet worden. Dit wordt gevormd uit zeer ervaren generalisten met in zekere mate specialisti- sche kennis. In dit team zijn de al eerder genoemde kennisgebieden aanwezig.

Preventieve kerntaken

Bij de preventieve kerntaken wordt een onderscheid gemaakt tussen individugerichte en groepsgerichte activiteiten en tussen problematiek van eenvoudige, programmatische, en complexe, meervoudige aard. Er kunnen vier kerntaken worden onderscheiden:

I. Programma’s gericht op gedragsbeïnvloeding, gezondheidsbevordering, opvoedon- dersteuning en gezondheidsbescherming.

II. Basiszorg: opsporen en op het spoor zetten (preventieve gezondheidsonderzoeken, screeningen, verwijzen).

12 BETrokkEn En naBIJ. CONTOUrEN VaN EEN VISIE OP PUBlIEKE ZOrG VOOr JEUGD EN DE rOl VaN ZOrGVErlENErS DaarIN

(13)

III. Extra zorg, coördinatie en vangnet.

IV. Monitoren, dossier bijhouden en stem geven aan de behoeften en noden van ouders en jeugdigen (beleidsadvisering).

Verschillende disciplines (zoals artsen, verpleegkundigen, doktersassistentes,

epidemiologen, gezondheidswetenschappers) voeren deze kerntaken in een doorlopend en vloeiend proces uit. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor de coördinatie van de activiteiten en een goede samenwerking.

De kerntaken worden in figuur 2 schematisch weergegeven.

organisatorische voorwaarden

Zonder goede organisatorische randvoorwaarden zal een hierboven geschetste eerste- lijnsvoorziening nooit tot resultaat leiden. Deze randvoorwaarden zijn onder andere:

• Goede dienstverlening en goed verwachtingenmanagement, 24 uurs- bereikbaarheid, een vaste contactpersoon voor kind en ouders.

• Idealiter uitgevoerd in een geografisch afgegrensde populatie.

• Signalering samen met anderen: bij het jonge gezin de kinderopvang,

bij oudere kinderen het onderwijs en de BSO, vrijetijdsinstellingen, met gebruik van internet en sociale media.

• Professionals daar inzetten waar zij het meest van waarde zijn, bijvoorbeeld de beste vooraan voor een snelle en goede triage (poortwachtersfunctie).

Figuur 2. Preventieve kerntaken (Bron: Suzanne Boomsma, 2011) vErBIndIngEn veel voorkomende problemen.

Enkelvoudige kennis

kerntaak I Gezondheidsbevordering,

opvoedondersteuning

kerntaak vI Monitoren risicogroepen;

beleidsadvisering

kerntaak II Basiszorg JGZ (signale- ren, adviseren, verwijzen)

kerntaak III Coördinatie en Vangnet

Complexe problemen.

Meervoudige kennis

Individugerichte aanpak, kind en zijn

directe omgeving groepsgerichte aan-

pak, van kleine groep tot maatschappij

(opschalen)

(14)

• Juridische regeling van eindverantwoordelijkheid van deelnemende professionals:

wie is probleemeigenaar, wie is poortwachter, wie is dossierhouder?

• Laagdrempelige uitvoering en goed geoutilleerde voorziening in de buurt of wijk.

• Zorgpaden, dat wil zeggen planbare zorgarrangementen, voor veel voorkomende problemen.

c. PZJ-zorgverlener (m/v)

Een PZJ-zorgverlener handelt (pro)actief en vervult verschillende rollen, zoals die van signaleerder, begeleider, behandelaar, belangenbehartiger van het kind en poortwachter voor de tweede en derde lijn. Hij is aanwezig in de leefwereld van gezinnen, zoals vroeger een wijkverpleegkundige of huisarts in een dorp. Hij behartigt de belangen van kinderen en hanteert daarbij een keiharde ondergrens gebaseerd op de universele grondrechten van het kind van waaruit een kind beschermd wordt. risico’s taxeert hij volgens de principes van ‘juist goed genoeg’. Een PZJ-zorgverlener is vooral gericht op normaliseren.

Hij heeft ook een brede blik op gezond en veilig opgroeien (fysiek, emotioneel en sociaal) en houdt, vooral bij chronisch zieke jeugdigen, rekening met de kwaliteit van leven die daarbij hoort, zodat alle kinderen (zo lang mogelijk) mee kunnen doen aan het gewone leven.

activiteiten van de PZJ-zorgverlener:

• Biedt concrete hulp en ondersteuning op maat dicht bij de leefwereld van het gezin.

Hierbij zijn ouders en jeugdigen leidend en de PZJ-zorgverlener adviseert en ondersteunt.

• Versterkt de eigen kracht van jeugdigen en ouders.

• Zoekt met ouders en jeugdigen duurzame oplossingen.

• Gebruikt een gezamenlijk (met ouders en andere professionals) vroeg-signalerings- systeem gebaseerd op ‘geïnformeerd vertrouwen’.

• Haalt bij meervoudige problematiek, indien nodig, andere generalistische expertise erbij.

Bij complexe problematiek schaalt hij op naar een expert-jeugdteam.

• Verwijst gericht (na richtinggevende diagnostiek); vormt het schakelpunt (poortwachter) tussen gezin en de tweede en derde lijn.

• Richt het zorgproces effectief en efficiënt in.

Een PZJ-zorgverlener heeft nauwe contacten met enerzijds gezin, ouder, jeugdige en professionals in de basisvoorzieningen, zoals kinderopvang en scholen, en aan de andere kant met specialisten in de tweede en derde lijn.

Hij werkt met een brede systeemblik, dat wil zeggen dat hij altijd zo veel mogelijk sociale, psychische en fysieke aspecten en omgevingsfactoren in zijn denken en handelen meeneemt. Hij heeft kennis van sociale geneeskunde, sociale verpleegkunde, ontwikkelings- psychologie/orthopedagogie en maatschappelijk werk.

14 BETrokkEn En naBIJ. CONTOUrEN VaN EEN VISIE OP PUBlIEKE ZOrG VOOr JEUGD EN DE rOl VaN ZOrGVErlENErS DaarIN

(15)

Een PZJ-zorgverlener werkt onderzoekend, hij staat af en toe stil bij zijn handelen en durft te reflecteren op zijn eigen opvattingen. Eigen opvattingen over rechtvaardigheid en over wat gezond en gelukkig leven is, worden geëxpliciteerd. Het is van belang de eigen opvattingen te kennen, omdat deze altijd meewegen in het oordeel, naast ‘weten’ gaat het om ‘wegen’.

(16)

3. TransITIEs En uITdagIngEn

Publieke Zorg voor Jeugd is de zorg van de samenleving waarin burgers, professionals en overheid hun eigen verantwoordelijkheid nemen, maar gezamenlijk verantwoordelijk zijn. Dit vereist een kanteling in het denken en doen van alle partijen. Dit betekent dat er een aantal uitdagingen is die vooral zitten in de grote transities die nodig zijn om Publie- ke Zorg voor Jeugd in de hiervoor beschreven vorm te realiseren.

Transities

In ieder geval zijn de volgende transities nodig:

1. Verbinden van de PZJ-zorgverlener met de leefwereld van het gezin: werken als lid van een gemeenschap met een nieuwe definitie van gezondheid.

2. Verbinden van de rechten van het kind met de rechten van de ouder: keiharde onder- grens en juist goed genoeg.

3. Verbinden van preventie met concrete hulp (curatie): er is een handelingsplicht voor de 1e-lijnszorg voor Jeugd.

4. Onderling verbinden van signalen vanuit geïnformeerd vertrouwen.

5. Onderling verbinden van preventieve kerntaken.

De eerste twee transities vragen de meeste aandacht, omdat deze de grootste verandering voor ouders, jeugdigen en zorgverleners inhouden. Ouders en jeugdigen zullen de verantwoordelijkheid voor en de regie over het opgroeien en opvoeden moeten nemen.

Zorgverleners adviseren hen.

Ad 1 Verbinden van de PZJ-zorgverleners met de leefwereld van gezinnen Een PZJ-zorgverlener is een zichtbaar deel van de gemeenschap.

Hij verbindt de leefwereld van gezinnen en wereld van de zorg. De attitude van een PZJ-zorgverlener kantelt. Hij is een deskundige die betrokken en betrouwbaar deelneemt aan het zorgproces. Hij verdiept zich in en verbindt zich aan de leefwereld van kind en ouders. Ouders hebben de regie en hij staat hen bij. Hij moet zijn soms afstandelijke houding, die hij in zijn opleiding aangeleerd heeft, leren loslaten.

Het denken verandert. Een PZJ-zorgverlener werkt met een definitie van gezondheid die rekening houdt met de beleving van gezondheid en de invloed van de omgeving.

Een definitie die helpt om de leefsituatie van een kind vanuit de beleving en het functioneren van een kind te analyseren en vervolgens oplossingen te bedenken die op maat zijn.

De eerstelijnszorg voor de jeugd verandert. PZJ-zorgverleners zijn present waar de ouder of het kind leeft of waar het gezin komt met vragen of zorgen, om een vertrouwensrelatie op te bouwen, om signalen vroeg te kunnen opvangen en zorg- en samenlevingsarrangementen snel te kunnen realiseren.

16 BETrokkEn En naBIJ. CONTOUrEN VaN EEN VISIE OP PUBlIEKE ZOrG VOOr JEUGD EN DE rOl VaN ZOrGVErlENErS DaarIN

(17)

Ad 2 Verbinden van de rechten van een kind met die van de ouder

De afwegingen die elke PZJ-zorgverlener dagelijks maakt, worden genuanceerder.

De ‘hybride’ mix van het bijeenhouden van de rechten van een kind en die van de ouder is gebaseerd op een situationele balans van voors en tegens. De meeste ouders hebben het beste met hun kind voor, maar hun belangen komen soms niet overeen met de belangen van hun kind. De PZJ-zorgverlener is dan belangen- behartiger van het kind en zal in zo’n situatie in het belang van het kind ook de belangen van de ouder meewegen. Hij zal moeten beoordelen wat in deze situatie het beste is, wat moreel juist handelen is. Deze vraagstukken, waar professionals dagelijks mee geconfronteerd worden, maken een morele oriëntatie, morele oordeelsvorming, nodig.

Ad 3 Verbinden van preventie met concrete hulp (curatie)

De combinatie van preventie en eerstelijnszorg en het gebruik van een nieuwe definitie van gezondheid betekenen voor PZJ-artsen een profiel van een medische generalist met gecombineerde elementen uit de huisartsgeneeskunde, jeugdgezond- heidszorg, sociale kindergeneeskunde en kinder- en jeugdpsychiatrie. De PZJ-arts heeft in ieder geval kennis van de top 10 van de meest voorkomende opvoedvragen.

Voor de andere disciplines die momenteel werkzaam zijn in de eerstelijnszorg, zoals maatschappelijk werkenden, orthopedagogen/psychologen en verpleegkundigen, zal het profiel in de komende periode nog bediscussieerd en uitgewerkt moeten worden.

Ad 4 Onderling verbinden van signalen vanuit geïnformeerd vertrouwen

Signalering vanuit geïnformeerd vertrouwen is gebaseerd op het vertrouwen dat gezinnen het goed doen. De goede intenties van ouders en goed opvoedings- gedrag en eigen kracht worden gehonoreerd. Er is een signaleringsysteem nodig dat transparant en duidelijk over het doel is. In een dergelijk systeem participeren ouders, jeugdigen en andere professionals actief in het proces om ook niet direct zichtbare risicovolle signalen op te kunnen pikken. Er kan geleerd worden van orga- nisaties in andere sectoren, zoals de belastingdienst en grote supermarkten.

Ad 5 Onderling verbinden van preventieve kerntaken

In de laatste decennia geeft de JGZ in toenemende mate vooral invulling aan één kerntaak en slechts in beperkte mate aan de andere drie kerntaken (zie figuur 2).

Deze andere preventieve kerntaken zijn in de loop van de tijd door andere disciplines geleidelijk aan overgenomen. Coördinatie en vangnettaken door de OGGZ,

gezondheidsbevordering door gezondheidswetenschappers en onderzoek en advisering door epidemiologen en beleidsadviseurs. Coördinatie en samenwerking tussen deze verschillende professionals zijn nodig. Het stem geven aan de behoeften en noden van ouders en jeugdigen gebeurt nog weinig. Dit kan alleen tot stand komen door een sociaal leerproces. Dit is een manier van leren in complexe systemen en vraagt een groot reflectief vermogen van alle betrokkenen.

(18)

uitdagingen

Om PZJ te realiseren is nog veel nodig. De visie is nog een contourenschets. Er liggen uitdagingen als bijvoorbeeld een nieuw functioneel denkkader op basis van een nieuwe definitie van gezondheid. Er moeten methoden komen om de morele oordeelsvorming te versterken en om ouders en jeugdigen meer in hun kracht te krijgen. Er moet een 1e-lijnszorg voor Jeugd opgezet worden, met een handelingsplicht (verbinden van preventie en curatie) en een signaleringsmethode vanuit geïnformeerd vertrouwen met inbreng van velen. Ontwikkelingen zoals de toepassing en het gebruik van technologie en nieuwe media, hebben een steeds grotere impact op ouders en jeugdigen. Daarbij horen een sociaal leerproces waarin preventieve kerntaken verbonden worden en nieuwe profielen voor PZJ-zorgverleners. Deze contouren van een visie laten zien dat er veel uitdagingen voor ons liggen.

18 BETrokkEn En naBIJ. CONTOUrEN VaN EEN VISIE OP PUBlIEKE ZOrG VOOr JEUGD EN DE rOl VaN ZOrGVErlENErS DaarIN

(19)

nederlands Centrum Jeugdgezondheid

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We kunnen hierbij uiteraard een hele discussie voeren over klimaatverandering en alles wat daarmee samenhangt, maar dat we gaan op deze avond graag bezig zijn met

In het ontwerpbestemmingsplan Zuidrand Goirle is de noordoostelijke hoek (zijde Beeksedijk) aangemerkt als bedrijfsbestemming, met daarop nog altijd een groot bouwvlak?. De

rat mati, sebab ia inspektor, dari itoe poen doktor kota di nama-in oranlt djoega doktor orang mati, Noirtier tida maoe tinggalin tjoetjoenja. Li wat kira- kira satenga djam, maka

Itoe tempo djoega Ko Tjin Tiong ,Iantcs madjoe tangkis OIlW A Kian po nja poekoelan satoe persatoe, dengen pake s atoe tip oe ,iR. g diseboet: .Dedjan poe- koel rontok kernbang."

Deze systematiek is in de loop der jaren uit de pas gaan lopen met de subsidieregelgevingssystematiek van de andere ministeries, doordat de andere ministeries – mede onder invloed

,,In Velsen kunnen we trots zijn op onze scholen, kijk eens naar Tech- nisch College Velsen, waar fan- tastisch onderwijs wordt gege- ven.. Daar worden jongeren opge- leid

Setelah soedah membatja soerat - makloe- matnja Baginda keizer, maka pada Itoe hari djoega Tjoo Giok Tjoen lantas brangkat -poelanq denqen berdjalan selekas-lekasnja, jang

6. Contactgegevens stichting 14.. De hele wereld is getroffen door het coronavirus. Zo ook de Molukken. Dat heeft uiteraard zijn weerslag gehad op onze activiteiten