A MEETKUNDE
Het begrip dierentieerbare variëteit komt voort uit het werk van Gauss en Riemann. In de
`Elementen'vanEu lideswordtdemeetkundeopgebouwduitgaandevanpostulatenenaxioma's.
Eénvandezepostulaten,hetvijfde,lijktmindervanzelfsprekenddandeoverige,enmenheeftin
deloopdereeuwengepoogdditpostulaattebewijzenmetbehulpvandeanderepostulaten. Het
vijfdepostulaatstelthetvolgende: laat l1 enl2 re htenzijndiedere htelsnijdenmethoekenβ
en α,dan impli eert α+ β < 180◦ dat l1 en l2 elkaar snijden,aandie kant vande re hte lwaar
ookdehoekenβenα liggen. Er iseenaantalequivalenteformuleringenvanhetvijfdepostulaat.
Twee ervanluiden als volgt:
• Door een punt P buiten een re hte l is pre ies één re hte te trekken die l niet snijdt
(parallellenpostulaat).
• Desom van de hoeken van eendriehoekis 180◦.
De pogingen om het parallellenpostulaat te bewijzen uit de overige faalden alle en gaandeweg
kwam met tot het inzi ht dat meetkunde waarbij het parallellenpostulaat niet geldig is tot de
logis he mogelijkhedenbehoort. Een dergelijke meetkundeheeteen niet-eu lidis hemeetkunde.
A.1 Niet-eu lidis he meetkunde
Uit brieven blijkt dat C.F. Gauss (1777 - 1855) al in 1824 een vergaand inzi ht in de niet-
eu lidis hemeetkundehad. Hijmaaktedite hternietpubliekomdathijhiervanteveelops hud-
ding verwa htte. Deniet-eu lidis he meetkunde werd ookonafhankelijk door J. Bolyai (1802 -
1860)en N.I.Loba hevski (1793- 1856)geformuleerd.
Figuur1:Deraakve torineenpuntvaneenkromme. Voor∆λ → 0naders ∆~∆λr totderaakve -
tor.
Fig. 1 toont dat een kromme is voor te stellen door de vergelijking ~r = ~r(λ), met λ de
parameter van de kromme. Voor de omponenten (x, y, z) van de ve tor ~r geldt x = x(λ), y= y(λ) enz= z(λ). Een raakve tor aande kromme wordt gegeven door
d~r
dλ = lim
∆λ→0
~r(λ + ∆λ) − ~r(λ)
∆λ . (1)
Debooglengte langs de krommetussen depunten~r(λ1)en ~r(λ2) wordtgegeven door s≡
Z ~r(λ2)
~r(λ1) |d~r| = Z λ1
λ2
d~r dλ
dλ= Z λ2
λ1
rd~r dλ· d~r
dλdλ. (2)
Debooglengtestoteenvastpuntop dekrommeisooktegebruikenalsparameter inplaatsvan λ,immer s= s(λ). Men s hrijft~r= ~r(s),ende raakve tor isdan
~t ≡ d~r
ds. (3)
Merkopdatditeen eenheidsve tor is,~t·~t = d~dsr·d~dsr = 1,omdat(ds)2 = d~r · d~r. Uit~t·~t = 1volgt
doordierentiatie naars,dat~t · ˙~t = 0,zodat ˙~t = d~dst loodre htop~t,dusop deraaklijn staat. De
hoofdnormaal~nis perdenitie deeenheidsve tor inde ri hting van ˙~t,dus
˙~t = κ~n met κ = κ(s). (4)
Uithetbovenstaande volgt~t· ~n = 0en uitvergelijking(4)met~n2 = 1,datκ= ˙~t
,waarbij κde
krommingvan de urve is. Tenslottewordtde binormaal~bgedenieerddoor
~b = ~t × ~n. (5)
Fig. 2toont datiniederpunt~r(s)vandekrommeernueen drietalve toren~t, ~n,~bbestaat. Dit
Figuur 2:Meebewegend orthonormaal oördinatenstelsel {~t, ~n,~b} van een kromme. De triade
bestaatuit de tangentve tor~t,de normaalve tor ~n ende binormaalve tor~b.
stelselheetde meebewegendetriade. Zevormen een orthonormaal stelsel.
Uitvergelijking(5)volgt~b · ~t = 0. Dierentiatie naar sgeeft, met vergelijkingen (4) en (5) 0 = ˙~b ·~t+~b · ˙~t = ˙~b ·~t+ κ~b · ~n = ˙~b ·~t. (6)
Uit~b ·~b = 1 volgt ˙~b ·~b = 0 enwe ziendat ˙~bparallelisaan ve tor~n. Mendenieertτ = τ (s)met
˙~b = −τ~n,waarbijτ detorsie vande krommewordtgenoemd. Tenslotte volgtuit~n= ~b × ~tdat
˙~n = ˙~b × ~t +~b × ˙~t = −τ~n × ~t + κ~b × ~n = τ~b − κ~t. (7)
Samenvattend geldt
˙~t = κ~n
˙~n = −κ~t +τ~b
˙~b = −τ~n
(8)
enditzijndeformulesvanFrenet(1847)enSerret (1850). Eengevolghiervanisdat bijgegeven
kromming en torsie door integratie van deze eerste-orde dierentiaalvergelijkingen de kromme
op eenverplaatsingna (integratie onstanten)vastligt.
Figuur 3:Kromme door punt P in het oppervlak Σ. Bes houw alle krommen door P. De
verzameling van alle raakve toren in P van al deze krommen vormt de tangentenve torruimte
TP.
Vervolgens bes houwen wegebogenoppervlakkeninE3. IndetijdvoorGausswerdeengebogen
oppervlak voorgesteld door z= f (x, y) ofw(x, y, z) = 0. In hetbijzonder kanmen krommen in
een dergelijk oppervlak bes houwen envoor dezekrommen kan menuiteraard debovenstaande
begrippen invoeren. Fig. 3 toont dat γ een kromme in hetoppervlak Σis met P een punt op γ. Dan heeft γ een raakve tor dλd~r in het punt P. Bes houw nu alle mogelijke krommen in Σ
doorP,danvormtdeverzamelingvanallebijbehorende raakve toren
d~r
dλ een twee-dimensionale ve torruimteTP,deraakve torruimte, tangentenve torruimteofraakvlakgenoemd. Denormaal
~
n in P op het oppervlak Σ is de eenheidsve tor in P loodre ht op TP. Het volgende resultaat
wasreeds vóór Gaussbekend.
S
S
k TP
n X
t
Figuur 4:Door P gaat een vlak X dat normaalve tor ~n bevat. Het vlak X snijdt gebogen
oppervlakΣlangs urveγ. Deeenheidsve tor~tistangentiaal aanγ engeeftderi htingvandeze
snede. Deve tor~tligt inhettangentenvlak TP.
Stelling van Euler (1760):ZijP eenpuntvanhetoppervlakΣenzij~ndenormaalinP opΣ(zie
Fig. 4). ZijXeen vlakdoor~nenzijγ dedoorsnijdingvanXenΣ(ditiseen kromme)enlaatκ
de krommingvan γ inP zijn. Danbestaat ereen vlakX1 (respe tievelijkX2) door ~nwaarvoor κγ maximaal(respe tievelijkminimaal) isenmen noemt dezekrommingdanκ1 (respe tievelijk
κ2). Alshetvlak X een hoek θmaaktmet X1,dan geldt
κγ = κ1cos2θ+ κ2sin2θ. (9)
Dekrommingen κ1 en κ2 heten de hoofdkrommingen. Fig. 5 geefteen beeld vande kromming vanruimtemetnegatievekromming(ditlijktopeenzadeloppervlak). Detheorievandegebogen
planes of principal
curvatures
normal vector
tangent plane
Figuur 5:S hets van een gebogen oppervlak waarbij de vlakken met hoofdkrommingen zijn
aangegeven,evenals hettangentenvlak.
oppervlakken werd aanzienlijkverder ontwikkeld door C.F. Gaussinzijn artikel `Disquisitiones
generales ir asuper ies urvas'uit1827. Gaussbes hreefhierineenoppervlakmetbehulpvan
de parametervoorstelling x = x(u, v), y = y(u, v) en z = z(u, v) of samengevat ~r = ~r(u, v) en
zoals Fig. 6 toont ontstaan hiermee op het oppervlak krommen u = constant en v = constant.
We benadrukken dat een punt op hetoppervlak Σwordt vastgelegd doortwee reële parameters u env,namelijk~r= ~r(u, v). Eenkromme ~r= ~r(λ) inhetoppervlakΣis dus ooktegevendoor
een parametervoorstelling u = u(λ) en v = v(λ). De afstand ds tussen twee innitesimaal van elkaar verwijderde punten~r(u, v)en ~r(u + du, v + dv)wordt gegevendoor (ds)2= d~r · d~r met
d~r= ~r(u + du, v + dv) − ~r(u, v) = ∂~r
∂udu+∂~r
∂vdv = ~rudu+ ~rvdv. (10)
We vinden hiermeevoor de afstand
(ds)2= (~rudu+ ~rvdv) · (~rudu+ ~rvdv) = ~ru· ~ru(du)2+ 2~ru· ~rvdudv+ ~rv· ~rv(dv)2. (11)
Met de traditioneleafkortingenE≡ ~ru· ~ru,F ≡ ~ru· ~rv en G≡ ~rv· ~rv vinden we
(ds)2 = E(du)2+ 2F dudv + G(dv)2, (12)
Figuur 6:Coördinatenvan Gaussvoorde bes hrijving vaneen gebogen oppervlak.
met E, F en G fun ties van u en v. Deze kwadratis he vorm voor (ds)2 heet de eerste funda-
mentaalvorm of demetriek. Alshetoppervlak Σeen plat vlakisdan geldtbijvoorbeeld
(ds)2= (dx)2+ (dy)2 = (dr)2+ r2(dφ)2, (13)
naar gelang men voor (u, v) artesis he oördinaten of pool oördinaten kiest. Tegenwoordig noteert menvoor (u, v)ookwel(x1, x2),dus
(ds)2 =
2
X
i,j=1
gijdxidxj, gij = gi,j(x1, x2), (14)
met
g11(x1, x2) ≡ E(x1, x2) = ~e1· ~e1, g12= g21≡ F = ~e1· ~e2, en g22≡ G = ~e2· ~e2, (15)
waarbij ~e1 ≡ ∂x∂~r1 = ~ru de raakve tor aan de oördinaatlijn x2 = constanten ~e2 ≡ ∂x∂~r2 = ~rv de
raakve tor aan de oördinaatlijn x1 = constant is. Dus gij = ~ei· ~ej = gji. De ve toren ~e1 en
~e2 vormen een basis van de twee-dimensionale raakve torruimte in ~r = ~r(u, v) aan Σ. Iedere
raakve tor inditpunt iseen lineaire ombinatie van~e1 en~e2,
~a=
2
X
i=1
ai~ei en ook ~b =
2
X
i=1
bi~ei. (16)
Voor hetinprodu tinde raakve torruimtegeldt
~a·~b =
2
X
i=1
ai~ei·
2
X
j=1
bj~ej = a1b1~e1· ~e1+ a1b2~e1· ~e2+ a2b1~e2· ~e1+ a2b2~e2· ~e2=
2
X
i,j=1
gijaibj.
(17)
Zij γ eenkromme inhetoppervlak Σenlaat A enB twee puntenop γ zijn, dandenieert men
de booglengte sγ langs γ tussen A en B als sγ = RB
A ds. Als de kromme γ wordt voorgesteld dooru= u(λ) env = v(λ), danvolgt inverbandmet ds= dsdλdλ dat
sλ = Z λB
λA
s E du
dλ
2
+ 2F du dλ
dv dλ
+ G dv dλ
2
dλ= Z λB
λA
v u u t
2
X
i,j=1
gij(x1, x2)dxi dλ
dxj
dλdλ. (18)
LaatA enB twee puntenvanhetoppervlak Σzijn,dan isde geodeetdoor A enB diekromme γ inΣwaarvoor debooglengtesγ tussen A enB minimaal (of extremaal)is. In heteu lidis he vlak is een re hte een geodeet en omgekeerd. Op de bol is een grote irkel (dit is een irkel
waarvan het vlak door het middelpunt van de bol gaat) een geodeet en omgekeerd. Merk op
dat de intrinsieke meetkunde van het oppervlak, dat is de meetkunde van twee-dimensionale
wezens die in het oppervlak leven en die geen weet hebben van de drie-dimensionale ruimte,
geheel bepaald wordt door de metriek (ds)2. De hoofdkrommingen κ1 en κ2 van een punt P
inΣ zijn intrinsieke eigens happen van het oppervlak. Dit is eenvoudig inte zien aan de hand vanhetvolgende voorbeeld. Voor een plat vlak(bijvoorbeeldeen vel papier) geldt κ1 = κ2 = 0
en (ds)2 = (dx)2 + (dy)2. Als het vel papier tot een ylinder wordt gevouwen, dan gebeurt
er niets met de metriek, maar κ2 wordt ongelijk aan nul. Het opmerkelijke is nu, dat er een ombinatie vanκ1 en κ2 bestaat dieongewijzigd blijft bij hetvouwen van hetpapier. Dit is de gausskromming.
Theorema egregium van Gauss:Degausskrommingκ≡ κ1κ2 iseenintrinsiekegrootheid,ditwil zeggengeheel bepaalddoor demetriek, namelijk
κ= − 1 4W4
E Eu Ev F Fu Fv
G Gu Gv
− 1 2W
∂
∂v
Ev− Fu W
− ∂
∂u
Fv− Gu W
, (19)
met W ≡√
EG− F2.
Merkopdat κsle htsafhangtvande metriekvia E,F enGen eersteen tweedeordeafgeleiden
hiervan,waardoorκinderdaadeenintrinsiekegrootheidis. Dehoofdkrommingenhangenboven- dien nog af van de wijze waarop het oppervlak is ingebed in de drie-dimensionale ruimte. De
gausskromming is een fun tie van u en v, κ = κ(u, v). Oppervlakken van onstantekromming zijnoppervlakken waarvoor κ(u, v) = constant. Hiervan bestaan drietypen,namelijk
1. hetsferis hevlak(eenheidsbol) metmetriek
(ds)2 = (du)2+ sin2u(dv)2 met κ= +1; (20)
2. heteu lidis he vlak(in pool oördinaten) metmetriek
(ds)2 = (du)2+ u2(dv)2 met κ= 0; (21)
3. hethyperbolis he vlakmetmetriek
(ds)2 = (du)2+ sinh2u(dv)2 met κ= −1. (22)
Hetlaatste gevalisde niet-eu lidis he meetkunde van Gauss-Loba hevski-Bolyai.
Inhetvolgendebes houwenweeeninnitesimaalparallellograminΣ(zieFig. 7). Dezijden~rudu
en ~rvdv resulteren ineen oppervlakte dσ = |~r×~rv| dudv. Merk op dat ~a×~b
2 = a2b2 − (~a · ~b)2
omdat sin2χ+ cos2χ= 1. Dusvolgt
dσ=p
EG− F2dudv. (23)
Destellinguit de eu lidis he meetkunde diezegtdat de som vande hoeken vaneen driehoekπ
is kan nu worden gegeneraliseerd. Een driehoekin het oppervlak Σ iseen drietal punten A, B
en C inΣverbonden door degeodetentussen puntenparen (zieFig. 8). Laat~t1 en~t2 eenheids-
Figuur 7:Een innitesimaalparallellogram ineen gebogen oppervlak.
Figuur 8:Een geodetendriehoek.
raakve toren in A zijn aan de twee geodeten (de zijden AB en AC van de geodetendriehoek) doorA,danis dehoekα gedenieerd metbehulpvan
cos α = ~t1· ~t2=
2
X
i,j=1
gijti1tj2. (24)
Voor B en C analoog. Dangeldt
α+ β + γ − π = Z
κdσ, (25)
waarbij de integraal over het oppervlak van de geodetendriehoek wordt uitgevoerd en κ de
gausskromming is. In het bijzondere geval van een oppervlak met onstante kromming geldt
α+ β + γ − π = κ∆,waarin ∆het oppervlak van de driehoek is; voor κ= 0 wordt inderdaad
hetresultaat uitde eu lidis he meetkunde teruggevonden.
A.2 Riemannse meetkunde
De tweede belangrijke stap in de ontwikkeling van de dierentiaalmeetkunde werd gezet door
B. Riemann (1826 - 1866) in een olloqium, gehouden op 10 juni 1854, voor de losos he fa-
ulteit van de universiteitvan Göttingen,waarvande titel luidde `Ueber die hypothesen wel he
der Geometrie zu Grunde liegen'. Hierin gaf hij aan hoe een twee-dimensionaal gekromd op-
pervlak kan worden gegeneraliseerd tot `eind n fa h ausgedehnte Mänigfaltigkeit' en bovendien
introdu eerde hijeen afstandsbegripvoorde n-dimensionale ruimte(riemannsemeetkunde). De
`n fa h ausgedehnte Mänigfaltigkeit' is wat tegenwoordig een n-dimensionale dierentieerbare variëteit wordtgenoemd.
De generalisatie is als volgt: Gauss bes hreef de punten van een twee-dimensionaal oppervlak
metbehulpvaneentweetalreële oördinaten(u, v) ≡ (x1, x2). Riemannbes hreefdepuntenvan
een n-dimensionale dierentieerbare variëteit met behulp van reële oördinaten (x1, x2, ..., xn).
BijGauss isde afstandtussen twee innitesimaal verwijderde punten
(ds)2 =
2
X
i,j=1
gij(x1, x2)dxidxj (26)
en bijRiemann wordtditgegeneraliseerd tot
(ds)2 =
n
X
i,j=1
gij(x1, ..., xn)dxidxj. (27)
De afstand tussen twee punten op een kromme γ ≡ xi = xi(λ) (i = 1, 2, ..., n) in een n-
dimensionale ruimte wordthiermee gegeneraliseerd tot(zie vergelijking (18)
sλ = Z λB
λA
v u u t
n
X
i,j=1
gij(x1, ..., xn)dxi dλ
dxj
dλdλ. (28)
Eenkrommeheetweereengeodeetalssγextremaalis. Inhetbijzonderegevalvaneeneu lidis he ruimtegeldt gij = δij,zodat vergelijking (28)overgaat in
sλ= Z λB
λA
v u u t
n
X
i=1
dxi dλ
2
dλ. (29)
Als γ een re hte lijn is1,krijgtmen s2λ=
n
X
i=1
dxi dλ
2Z λB
λA
dλ
2
=
n
X
i=1
dxi dλ
2
(λB− λA)2 =
n
X
i=1
Bi− Ai2
. (30)
Dit isde stellingvanPythagoras voor een n-dimensionale ruimte.
Een verdere belangrijke bijdrage van Riemann iszijn generalisatie van de krommingvan Gauss
tot een n-dimensionale ruimte: de krommingstensor van Riemann. Dekrommingstensor speelt een uitermate belangrijkerol inEinstein'sgravitatietheorie.
1
Indatgevalgeldtxi= aiλ + bienwordtbijvoorbeeldλA= x
i A−bi
ai . Dangeldt dxi
dλ = aiwaardoordeafgeleide nietmeervanλafhangtenbuitendeintegraalgehaaldkanworden. Verders hrijvenwexiA= Ai.