• No results found

LEGAL UPDATE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "LEGAL UPDATE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deze Legal Update is onderdeel van ons kosteloze serviceconcept vanDienst

LEGAL UPDATE

De Hoge Raad bevestigt: 2% overdrachtsbelasting verschuldigd bij verkrijging transformatiegebouw

Datum: 5 december 2019

Afgelopen vrijdag, 29 november 2019, heeft de Hoge Raad een drietal arresten gewezen ten aanzien van de overdrachtsbelasting bij de verkrijging van een appartementsrecht in een transformatiegebouw.1 De rechtsvraag die in de arresten centraal staat, is of de verkrijging van een appartementsrecht in een voormalig kantoorgebouw betrekking heeft op een woning in de zin van artikel 14 lid 2 Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR) en mitsdien het verlaagde 2%-tarief van toepassing is in plaats van het 6%-tarief.

De Hoge Raad verwijst allereerst naar haar arresten van 24 februari 2017, waarin als volgt is geoordeeld.2 Een onroerende zaak kwalificeert als woning in de zin van artikel 14 lid 2 WBR indien het naar zijn aard voor bewoning is bestemd. De vraag of een onroerende zaak naar zijn aard voor bewoning is bestemd, moet worden beantwoord aan de hand van een maatstaf die zoveel mogelijk aanknoopt bij de kenmerken van het bouwwerk zelf. De geschiktheid van de onroerende zaak om als woning te dienen is niet beslissend. Er dient aansluiting te worden gezocht bij het doel waarvoor de onroerende zaak oorspronkelijk is ontworpen en gebouwd. Indien het doel bewoning is geweest, maar het bouwwerk is nadien verbouwd om geschikt te maken voor een andere vorm van gebruik, kan het alleen worden geacht zijn aard van woning te hebben behouden, indien niet meer dan beperkte aanpassingen nodig zijn om het weer voor bewoning geschikt te maken. Hetzelfde geldt voor een gebouw dat oorspronkelijk is ontworpen voor een ander gebruik dan bewoning, maar door latere verbouwing naar zijn aard is bestemd tot woning.

De Hoge Raad oordeelt dat in het verlengde van de hiervoor gegeven regels evenzeer aansluiting moet worden gezocht bij het doel waarvoor het bouwwerk oorspronkelijk is ontworpen en gebouwd. Het is aan degene die zich op de toepassing van het 2%-tarief beroept om te stellen (en zo nodig aannemelijk te maken) dat het object van het overgedragen zakelijk recht op het moment van de overdracht naar zijn aard tot woning is bestemd.

In een geval waarin verbouwingswerkzaamheden hebben plaatsgevonden die, ook indien zij nog niet zijn voltooid, de gevolgtrekking kunnen rechtvaardigen dat die werkzaamheden onmiskenbaar strekken tot (op)levering van een woning, kan het bouwwerk alleen worden geacht de oorspronkelijke aard te hebben behouden indien de inspecteur aannemelijk maakt dat niet meer dan beperkte aanpassingen nodig zijn om het weer voor het oorspronkelijke doel geschikt te maken. De vaststelling van de strekking van de verbouwingswerkzaamheden dient te geschieden met inachtneming van alle omstandigheden van het geval.

De Hoge Raad oordeelt dat de door het hof vastgestelde feiten maken dat belanghebbende een zakelijk recht heeft verkregen op een deel van een onroerende zaak dat bouwkundig was voorbereid op het aanbrengen van voorzieningen teneinde dat deel van het bouwwerk geschikt te maken voor bewoning, dat het overgedragen recht daartoe strekte, en dat de geldende publiekrechtelijke voorschriften waren aangepast om die bewoning mogelijk te maken. Bovendien houden deze feiten in dat zich ten tijde van de overdracht aan belanghebbende niet meer de situatie zich voordeed waarin het overgedragen deel van het bouwwerk met niet meer dan beperkte aanpassingen geschikt kon worden gemaakt voor zijn

1 HR 29 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1779, ECLI:NL:HR:2019:1872 en ECLI:NL:HR:2019:1874.

2 HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:290, ECLI:NL:HR:2017:294 en ECLI:NL:HR:2017:295.

(2)

Deze Legal Update is onderdeel van ons kosteloze serviceconcept vanDienst

oorspronkelijke (kantoor)functie. De Hoge Raad oordeelt dat het op deze feiten berustende oordeel dat belanghebbende voor de toepassing van artikel 14 WBR een woning heeft verkregen, niet van een onjuiste rechtsopvatting getuigt en verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Dit is een Legal Update van Romy Brandriet en Mervyn Odink.

Voor meer informatie:

Romy Brandriet +31 30 25 95 702 romybrandriet@vbk.nl

Mervyn Odink +31 30 25 95 708 mervynodink@vbk.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

ESMA geeft voorts de aanbeveling om een specifiek kader te creëren voor het verstrekken van leningen onder de Richtlijn.. ESMA heeft in april 2016 al een advies uitgebracht

− Locatiegegevens van stikstofveroorzakende bedrijven zijn emissiegegevens en moeten in principe openbaar worden gemaakt (Uitspraak van 27 januari 2021,

Zo zullen bijvoorbeeld banken die zich in minstens zeven lidstaten bevinden, een hoog inherent risicoprofiel hebben in tenminste vier lidstaten en het onderwerp

Wanneer een schuldenaar verwacht dat hij op termijn niet meer aan zijn betalingsverplichtingen zal kunnen voldoen, is het voor hem per 1 januari 2021 mogelijk

Nu de Wet Compensatie Transitievergoeding pas per 1 april 2020 in werking treedt, leidt het arrest van de Hoge Raad mogelijk tot problemen rondom voorfinanciering, nu

Zo worden iedere twee jaar door de Europese Commissie nieuwe drempelbedragen voor Europese aanbestedingen gepubliceerd.. De nieuwe drempelbedragen zijn gepubliceerd in

• Door inzage kan worden voorkomen dat eisers onnodig een procedure opstarten ter vernietiging van het laatste testament, terwijl zij geen erfgenamen blijken te zijn in de

Het Europees Hof benadrukt dat het verstrekken van opdrachten binnen een dergelijke samenwerking buiten het bereik van het aanbestedingsrecht valt indien met die