Statenvragen huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten of wel seizoensarbeiders
Inleiding
Aardbeienkweker Dutch Berries wil bij het nieuw te bouwen megakassencomplex in Zuilichem ongeveer 400 seizoenarbeiders huisvesten. De medewerkers moeten in twee plukperiodes van ongeveer drie maanden ondergebracht worden. Dat meldt Gedeputeerde Staten (GS) van Gelderland.
'Van de betreffende tuinder hebben wij vernomen dat er plannen bestaan voor de huisvesting van seizoenarbeiders bij dat bedrijf', schrijft GS in een brief aan Provinciale Staten.
De gemeente wil arbeidsmigranten die het hele jaar door voor een baas werken niet op het terrein van de werkgever laten wonen. Dat geldt niet voor de seizoensplukkers, die twee keer per jaar in de kassen werken.
Bron: https://www.omroepgelderland.nl/nieuws/2310372/Kweker-wil-400-plukkers-huisvesten-bij- megakassencomplex-Zuilichem
Huisvesting op eigen terrein bij één piek in tijdelijke bebouwing en bij meer pieken in permanente bouw voor tijdelijke bewoning. Kwaliteit van huisvesting staat voorop. Geen voorgeschreven maximum aantal woningen. En bij 'omvangrijke' huisvesting is een beheerder aanwezig die de taal spreekt van de meeste bewoners
Bron: 16 maart 2018, Brabants Dagblad (Krant).
Vragen:
1. Zijn er voorschriften aan tijdelijke bebouwing en welke zijn deze?
2. Zijn er voorschriften aan permanente bebouwing en welke zijn deze? Wat als deze niet meer noodzakelijk zijn voor seizoenarbeiders, vervallen deze woningen dan?
3. Wat wordt bedoeld met omvangrijke huisvesting? Bij welke omvang wordt er een of meerdere beheerder(s) aangesteld?
4. Naast gebouwen in de vorm van kassen en bijbehorende (inmiddels vaak gigantisch)
bedrijfsgebouwen komt er nog meer bebouwing op het platteland in de vorm van woningen. Hoe past een en ander ruimtelijk?
5. Zou een en ander gelijktijdig met andere woningbouwopgaven gecombineerd kunnen worden.
Naast de seizoenarbeiders zou je kunnen denken aan onder andere arbeidsmigranten, spoedzoekers, jongeren, 'tiny-housers' en statushouders?
6. Van welke voorzieningen gaan deze seizoenarbeiders gebruik maken voor boodschappen, uitgaan e.d.?
7. Wat betekent dat voor de dorpen? Wat zijn de sociale gevolgen? Wordt daar rekening mee gehouden?
8. Zijn er in potentie meer bedrijven in dezelfde omgeving die een dergelijk huisvesting zouden willen op eigen terrein?
9. Wat zou in potentie de totale omvang van het aantal te huisvesten seizoenarbeiders kunnen zijn?
10. Op basis van welke gegevens kan een dergelijke schatting zoals gevraagd bij vraag 9 gemaakt worden?
Indien mogelijk ontvang ik graag de antwoorden voor de behandeling van de statenbrief over dit onderwerp in de commissie op 16 mei.
Alvast bedankt, Joa Maouche