• No results found

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CONCEPT

Besluit van …, houdende regels ter waarborging van de kwaliteit van curatoren,

bewindvoerders en mentoren (Besluit kwaliteitseisen curatoren, bewindvoerders en mentoren) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van …, nr. ...;

Gelet op de artikelen 383, zevende en achtste lid, 386, eerste lid, 435, achtste en negende lid, 445, vierde lid, 452, achtste en negende lid, en 459, tweede lid, van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van …nr. W…);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van ..., nr. …,;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1

1. In dit besluit wordt verstaan onder:

a. BW: het Burgerlijk Wetboek;

b. curator: een persoon als bedoeld in artikel 383, zevende lid, van boek 1 BW;

c. bewindvoerder: een persoon als bedoeld in artikel 435, achtste lid, van boek 1 BW;

d. mentor: een persoon als bedoeld in artikel 452, achtste lid, van boek 1 BW;

e. verklaring omtrent het gedrag: verklaring als bedoeld in afdeling 5 van de Wet justitiële gegevens;

f. accountant: een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 BW;

g. deskundige: een deskundige als bedoeld in artikel 383, achtste lid, 435, negende lid, en 452, negende lid, van boek 1 BW.

2. De in dit besluit bedoelde verklaringen geschieden schriftelijk en worden ondertekend en

gedagtekend door degene die de verklaring uitbrengt. Artikel 227a, eerste lid, van boek 6 BW is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2

1. Dit besluit is van toepassing op curatoren, bewindvoerders en mentoren, alsmede op door de kantonrechter benoemde deskundigen als bedoeld in artikel 12.

2. Dit besluit is van overeenkomstige toepassing op de personen die onder verantwoordelijkheid van de curator, bewindvoerder of mentor diens wettelijke taken of een deel daarvan uitvoeren, dan wel

(2)

begeleiding geven aan personen die deze taken uitvoeren. Artikel 5 is niet van toepassing op personen die uitsluitend ondersteunende taken uitvoeren.

Hoofdstuk 2 Kwaliteitseisen

Artikel 3

1. De curator beschikt over een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven voor het uitoefenen van de taken en bevoegdheden van curator.

2. De in het eerste lid bedoelde verklaring is niet eerder afgegeven dan zes maanden voorafgaande aan de datum van de eerste benoeming tot curator en is niet ouder dan vijf jaren gerekend vanaf de datum van afgifte.

3. De curator verklaart dat hij bij zijn taakvervulling uitgaat van de levensovertuiging, godsdienstige gezindheid en culturele achtergrond van de onder curatele gestelde.

4. De curator verklaart dat hij bij zijn taakvervulling, waar mogelijk, de zelfredzaamheid van de onder curatele gestelde bevordert.

Artikel 4

1. De curator verklaart dat hij geen ander voordeel trekt uit zijn positie van curator dan de beloning die hij voor zijn curatorschap ontvangt, in het bijzonder:

a. dat hij geen giften van de onder curatele gestelde aanvaardt of voor de benoeming tot curator heeft aanvaard;

b. dat hij geen goederen van de onder curatele gestelde koopt;

c. dat hij geen voordeel trekt uit de uiterste wilsbeschikking die de onder curatele gestelde gedurende de curatele heeft gemaakt;

d. dat hij uit het beheer van het vermogen en het verrichten van rechtshandelingen in

aangelegenheden betreffende de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding van de onder curatele gestelde geen ander voordeel trekt dan de beloning die hij voor zijn curatorschap ontvangt;

en

e.dat hij geen voordeel geniet van enige opdracht die hij aan een derde verstrekt in het kader van zijn curatorschap.

2. De curator verklaart dat hij de persoonsgegevens van de onder curatele gestelde verwerkt in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 5

1. De curator heeft ten minste een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs op het vierde en hoogste niveau als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste en derde lid, van de Wet educatie en

beroepsonderwijs met goed gevolg afgerond.

2. De curator ontwikkelt zijn voor het curatorschap van belang zijnde kennis en vaardigheden door ten minste jaarlijks een bijscholings- of trainingsactiviteit van ten minste acht uur te verrichten. Deze blijkt uit diploma’s en certificaten van gevolgde opleidingen, trainingen of cursussen.

(3)

3. De curator draagt zorg voor de begeleiding de personen die zijn taken en werkzaamheden uitvoeren.

Artikel 6

1. De curator legt, zo mogelijk voorafgaande aan diens benoeming en zo mogelijk in overleg met de betrokkene, het doel van de curatele vast en de wederzijdse afspraken om dat doel te bereiken. De curator verstrekt, zo mogelijk voorafgaande aan diens benoeming, aan de onder curatele gestelde een op schrift gesteld document met het doel en de gemaakte afspraken, waarin wordt toegelicht wat de curator en de betrokkene wederzijds van elkaar mogen verwachten. De curator licht het document zonodig mondeling toe. De curator overlegt het document aan de kantonrechter, zo mogelijk voor zijn benoeming tot curator. Indien het document bij de benoeming ontbreekt, kan de kantonrechter aanwijzingen geven met betrekking tot de inhoud van het document.

2. De curator is in ieder geval op de werkdagen voor de onder curatele gestelde bereikbaar. De curator voorziet buiten de werkdagen in zijn bereikbaarheid voor noodgevallen. De curator stelt de onder curatele gestelde op de hoogte van zijn bereikbaarheid in het document, bedoeld in het eerste lid, alsmede van de termijn waarbinnen de curator uiterlijk reageert op de vraag van de onder curatele gestelde.

3. De curator heeft ten minste tweemaandelijks contact met de onder curatele gestelde.

Artikel 7

1. De curator heeft een klachtenregeling en verstrekt deze, zo mogelijk voorafgaand aan diens benoeming, aan de onder curatele gestelde.

2. De klachtenregeling vermeldt ten minste:

a. dat een klacht kan worden ingediend door eenieder die kan worden geïdentificeerd op basis van diens naam en adresgegevens;

b. bij wie en op welke wijze een klacht wordt ingediend;

c. wie de klacht behandelt;

d. dat de klacht wordt afgehandeld binnen een termijn van ten hoogste zes weken;

e. indien een klacht ongegrond wordt verklaard, dat dit wordt toegelicht;

f. indien een klacht gegrond wordt verklaard, dat wordt vermeld of en zo ja welke gevolgen hieraan worden verbonden;

g. de mogelijkheden die de klager ter beschikking staan bij ongegrondverklaring van de klacht.

3. De curator handelt de klacht af in overeenstemming met de klachtenregeling, bedoeld in het eerste lid. De curator zorgt er zo mogelijk voor dat de klacht wordt behandeld door een ander dan degene op wie de klacht betrekking heeft.

4. De curator houdt bij hoeveel klachten er zijn ingediend, hoeveel er binnen de in lid 2 onder d bedoelde termijn zijn afgehandeld en hoeveel er gegrond zijn verklaard. Indien een klacht aanleiding is geweest voor een aanpassing in de werkwijze, wordt dit vermeld.

Artikel 8

(4)

De curator draagt zorg voor het vormen, actueel houden en sluiten van een dossier van iedere onder curatele gestelde. Het dossier bevat alle voor de uitoefening van de curatele van belang zijnde documentatie en correspondentie met en ten aanzien van de onder curatele gestelde.

Artikel 9

1. De curator heeft een toereikende beschrijving van de verschillende werkprocessen:

a. de aanmelding en intakeprocedure;

b. de uitvoering van de curatele;

c. de beëindiging van het curatorschap en van de curatele;

d. de financiële en administratieve organisatie; en, in voorkomend geval, e. de ondersteuning.

2. De curator heeft voldoende waarborgen ingebouwd voor:

a. de juistheid van de boedelbeschrijving,

b. de vastlegging en uitvoering van de gemaakte afspraken en opdrachten ten behoeve van de onder curatele gestelde,

c. de juistheid van de financiële rechten en verplichtingen van de onder curatele gestelden, en d. de betrouwbaarheid en continuïteit van de gegevensverwerking.

3. De curator beschikt over een beschrijving van de verschillende functies, waarin de taken en bevoegdheden voor iedere functie zijn vastgesteld, tenzij hij alle functies zelf uitvoert.

4. De functies van het geven van opdracht tot betaling, uitbetaling en boekhouding zijn gescheiden, tenzij de curator alle functies zelf uitvoert.

5. De curator zorgt ervoor dat hij voldoende in staat is om eventuele door hem of door een persoon als bedoeld in artikel 2, tweede lid, veroorzaakte schade van de onder curatele gestelde te vergoeden.

Artikel 10

1. De curator voert een administratie die voldoet aan de vereisten bedoeld in artikel 15i van boek 3 BW, en, voor zover van toepassing, titel 9 van boek 2 BW.

2. De curator heeft een overzicht van het aantal onder curatele gestelden van wie hij curator is per 31 december van het betreffende jaar, het aantal personen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, en, voor zover van toepassing, zijn overige zakelijke activiteiten.

Artikel 11

1. De artikelen 3, 4, 5, 6, eerste en tweede lid, eerste en derde volzin, 7, 8, 9 en 10 van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing op bewindvoerders.

2. De artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, eerste lid, tweede lid onder b en d, derde en vijfde lid, en 10 van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing op mentoren.

Hoofdstuk 3 Deskundigenverklaring Artikel 12

(5)

1. De kantonrechter kan op verzoek van de curator of ambtshalve een deskundige benoemen die bericht over de vraag of de curator voldoet aan de eisen gesteld in de artikelen 3 tot en met 8 van dit besluit.

2. De benoeming, bedoeld in het eerste lid, geldt voor de duur van ten hoogste drie jaren.

3. De deskundige die zijn benoeming heeft aanvaard, is verplicht de opdrachten die uit de benoeming voortvloeien onafhankelijk en naar beste weten te volbrengen.

Artikel 13

1. De curator verleent opdracht aan een accountant om te onderzoeken of de curator voldoet aan de in hoofdstuk 2 gestelde eisen. Is een deskundige benoemd als bedoeld in artikel 12, dan kan de curator de opdracht aan de accountant beperken tot een onderzoek of de curator voldoet aan de eisen gesteld in de artikelen 9 en 10 en kan hij opdracht verlenen aan de deskundige om te onderzoeken of de curator voldoet aan de eisen gesteld in de artikelen 3 tot en met 8.

2. De accountant dan wel de deskundige, bedoeld in artikel 12, onderzoekt of de curator aan de gestelde eisen voldoet. De accountant dan wel de deskundige geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent het voldoen aan de kwaliteitseisen. De verklaring omvat ten minste:

a. het verslagjaar waarop het onderzoek betrekking heeft;

b. een beschrijving van de reikwijdte van het onderzoek;

c. het overzicht, bedoeld in artikel 10, tweede lid;

d. voor zover van toepassing, een vermelding van de gebleken tekortkomingen naar aanleiding van het onderzoek, en

e. voor zover van toepassing, een verwijzing naar bepaalde zaken waarop de accountant dan wel de deskundige in het bijzonder de aandacht vestigt.

Artikel 14

1. De curator overlegt de verklaring dan wel verklaringen, bedoeld in artikel 13, tweede lid, aan de kantonrechter die hem benoemt dan wel in wiens arrondissement de curator woonplaats heeft.

2. De verklaring, bedoeld in artikel 13, tweede lid, is ten hoogste dertien maanden geldig vanaf de datum van dagtekening.

3. Indien de verklaring, bedoeld in artikel 13, tweede lid, inhoudt dat de curator aan één of meer van de gestelde eisen niet voldoet, kan de kantonrechter van de curator verlangen dat hij binnen drie maanden een nieuwe verklaring overlegt.

Artikel 15

1. De artikelen 12 tot en met 14 van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing op bewindvoerders.

2. De artikelen 12 tot en met 14 van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing op mentoren. Met betrekking tot artikel 13, tweede lid, onder b, kan een mentor die voldoet aan de eisen in artikel 3, onder f, van de Regeling verslaggeving WTZi volstaan met een samenstellingsverklaring van een

(6)

accountant en kan een mentor die voldoet aan de eisen in artikel 396, eerste lid, van boek 2 BW volstaan met een beoordelingsverklaring van een accountant.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16

Dit besluit treedt in werking gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap.

Artikel 17

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kwaliteitseisen curatoren, bewindvoerders en mentoren.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

pretatie van artikel 25 lid 1 onderdeel a WOR brengt der- halve mee dat de curator in ieder geval gehouden is voor- af tijdig advies te vragen aan de ondernemingsraad wanneer sprake

De overgangsbepaling brengt tot uitdrukking dat de raad van bestuur van de kansspelautoriteit, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders, het

Bovendien worden werkgevers gestimuleerd er voor te zorgen dat werknemers niet arbeidsongeschikt worden.. De onderstaande tabel geeft informatie over het aantal WAO’ers in de

Het aantal personen dat per jaar Rustical kreeg voorgeschreven, wordt sinds 1991 bij benadering gegeven door A t ( ) 3900 1,3.. 4p 12 † Onderzoek in hoeveel tijd volgens dit

Het voorgaande leidt ertoe dat in het onderhavige besluit wordt geregeld dat consultatiebijstand aan kwetsbare verdachten, inclusief minderjarigen, voortaan ook in geval van

In afwijking van het eerste en tweede lid kan de verblijfsvergunning worden verleend aan de vreemdeling die een innovatieve onderneming opricht waarmee hij arbeid als zelfstandige

Asked why their demands turned political, many participants echoed Maluleke’s (2016) assertion that the shutting down of universities in the context of student protests

compound was determined by HPLC analysis. d) Radioligand bidning studies M.M. van der Walt Radioligand binding studies were performed to determine the Ki values for the