• No results found

Ontwikkelingen budgetten sociaal domein breedOntwikkelingen budgetten sociaal domein breedColofonColofon

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ontwikkelingen budgetten sociaal domein breedOntwikkelingen budgetten sociaal domein breedColofonColofon"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1.1 1.2 1.3 1.4

2.1 2.2

3.1

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 Voorwoord Voorwoord

Achtergrond van deze factsheet: de historie in beeld Achtergrond van deze factsheet: de historie in beeld Samenvatting

Samenvatting

1 Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG)Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG) 160 miljoen overschot op het bijstandsbudget

Eindelijk weer een overschot

Overschot is ontstaan doordat gemeenten instroom statushouders direct krijgen vergoed Budgetten 2019 en 2020

2 Bijstandsbudget 2018: overschotten en tekorten naar gemeenteBijstandsbudget 2018: overschotten en tekorten naar gemeente Tweederde gemeenten heeft een overschot

Uitzonderlijk veel gemeenten met een overschot 3 Vangnetregeling over 2018Vangnetregeling over 2018

72 gemeenten krijgen vangnetuitkering 4 Tekorten bijstand terugdringen: hoe doe je dat?Tekorten bijstand terugdringen: hoe doe je dat?

Het bijstandsbestand verlagen De prijs van de uitkering drukken Top 10 maatregelen 2018

Ontwikkelingen door de tijd

Besparing door bestandsreductie meestal lager dan 14 duizend euro Ontwikkelingen budgetten sociaal domein breed

Ontwikkelingen budgetten sociaal domein breed Colofon

Colofon

(2)

En niet overal overschotten En niet overal overschotten

Estafette Estafette

Voorwoord

Na jaren van gemeentelijke tekorten op de bijstand, was er in 2018 eindelijk weer een overschot op het landelijke bijstandsbudget. De teller staat op 160 miljoen. We berichtten daar als Divosa al in het voorjaar van 2019 over. In deze factsheet hebben we nu de definitieve cijfers over 2018 in beeld gebracht en verrijkt met andere gegevens.

Het overschot op de bijstand is ontstaan doordat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de instroom van statushouders in de bijstand sinds 2018 direct vergoedt. Omdat 2018 en 2019

overgangsjaren zijn, is er in deze twee jaren extra geld. De jaren ervoor hebben gemeenten immers fors moeten toeleggen op de bijstand.

Het pijnlijke nieuws van deze factsheet is dan ook dat de overschotten op het bijstandsbudget slechts tijdelijk zijn. In 2018 zaten gemeenten qua bijstandsbudget wat ruimer in hun jasje. In 2019 ook. In 2020 is het maar weer afwachten. Geen fijne boodschap voor gemeenten die hun uitgaven voor Jeugdhulp en Wmo snel zien groeien en (wederom) constateren dat de bijdrage van het Rijk daarbij achterblijft.

Voor 2 op de 3 gemeenten vertaalde het landelijke overschot op het bijstandsbudget zich ook op lokaal niveau tot een (klein) overschot. Zij konden daarmee hun tekorten bij Jeugdzorg en Maatschappelijke ondersteuning wat dempen.

1 op de 3 gemeenten had een tekort. Daaronder zitten ook gemeenten die jaar op jaar op jaar een tekort hebben. Het is deze groep die vraagtekens zet bij de manier waarop het landelijke budget over gemeenten verdeeld wordt. Want hoewel het verdeelmodel voor het bijstandsbudget uitermate verfijnd is, is het gebaseerd op gemiddelden, ondoorgrondelijk en onvoorspelbaar. Het levert onvoorziene budgetsprongen op, terwijl gemeenten juist in onzekere tijden behoefte hebben aan voorspelbare, stabiele en passende budgetten.

Het is goed dat de raming van het bijstandsbudget nu weer aansluit bij de daadwerkelijke kosten. Uit een onderzoek van Divosa uit 2017 (https://www.divosa.nl/nieuws/budget-bijstandsuitkeringen- aantoonbaar-te-laag), bleek dat de budgetten in de periode 2015-2017 aantoonbaar te laag waren. Deze conclusie werd in 2018 bevestigd door de Raad voor het Openbaar Bestuur in een briefadvies over de financieringssystematiek van de bijstand.

Maar jammer genoeg is de estafette van grote tekorten in het sociaal domein nog lang niet uitgelopen.

En dat doet pijn. Want wie moet bezuinigen, heeft geen mogelijkheden om te investeren in de toekomst.

(3)

– Erik Dannenberg, voorzitter Divosa

(4)

Achtergrond van deze factsheet:

de historie in beeld

Divosa publiceerde in april 2019 al over de bijstandsbudgetten in 2018. Dat was op basis van voorlopige cijfers. Deze factsheet bevat de definitieve cijfers die januari 2019 door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn vrijgegeven. Deze gegevens zijn verrijkt met informatie over het participatiebudget en een verwijzing naar de stand van zaken rondom de gemeentelijke financiën sociaal domein breed.

In het voorjaar van 2020 zal Divosa ook in een nieuwsbericht de voorlopige cijfers publiceren die gemeenten opgeven over 2019 in het Beeld van de Uitvoering.

Eerder verschenen in deze reeks:

Divosa-monitor Factsheet Bijstandsbudget 2017 (https://www.divosa.nl/publicaties/factsheet- bijstandsbudget-2017-macrobudget-buig)

Divosa-monitor Factsheet Bijstandsbudget 2016 (https://www.divosa.nl/divosa-monitor- bijstandsbudget-2016-macrobudget-buig)

Divosa-monitor Factsheet Bijstands- en participatiebudget 2015 (https://www.divosa.nl/divosa- monitor-factsheet-bijstands-en-participatiebudget-2015-macrobudget-buig-2015)

Divosa-monitor Factsheet Bijstands- en participatiebudget 2014

(https://www.divosa.nl/sites/default/files/publicatie_bestanden/20151007-divosa-monitor-factsheet- bijstandsbudget-en-participatiebudget-2014.pdf) (pdf, 2 MB)

Divosa-monitor Factsheet Bijstands- en participatiebudget 2013

(https://www.divosa.nl/sites/default/files/publicatie_bestanden/130708_Divosa- monitor_Factsheet_Budgetten_2013.pdf) (pdf, 964 kB)

Voor de jaren 2004 t/m 2012 zijn deze gegevens opgenomen in de jaarlijkse Divosa-monitoren.

(5)

Eindelijk weer een overschot op bijstandsbudget in 2018 Eindelijk weer een overschot op bijstandsbudget in 2018

2018 en 2019: extra geld in bijstandsbudget 2018 en 2019: extra geld in bijstandsbudget

2020: afwachten hoe het uitpakt 2020: afwachten hoe het uitpakt

Factsheet Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG)

Samenvatting

Het overschot op het bijstandsbudget in 2018 was 160 miljoen euro.

Het overschot op het bijstandsbudget in 2018 was 160 miljoen euro.

246 gemeenten hadden een overschot (65%).

246 gemeenten hadden een overschot (65%).

134 gemeenten hadden een tekort, vooral gemeenten met meer dan 100 duizend inwoners. Zij 134 gemeenten hadden een tekort, vooral gemeenten met meer dan 100 duizend inwoners. Zij hadden ook vaak grotere tekorten.

hadden ook vaak grotere tekorten.

Overschot ontstaan door tijdelijk extra geld in 2018 en 2019. In 2020 weer regulier bijstandsbudget.

Overschot ontstaan door tijdelijk extra geld in 2018 en 2019. In 2020 weer regulier bijstandsbudget.

In 2018 had tweederde van de gemeenten een overschot op het budget waarmee zij de

bijstandsuitkeringen betalen. Landelijk gezien bedroeg het overschot op het bijstandsbudget 160 miljoen euro. Dat is exclusief de kosten voor de vangnetregeling van 138 miljoen euro. Het geld voor de vangnetregeling is gebruikt om de gemeenten die in 2016 een groot tekort hadden (deels) te

compenseren.

Voor 2018 en 2019 zijn de vooruitzichten beter, onder andere omdat het Rijk de raming van het bijstandsbudget heeft aangepast. De groei van het bestand door extra instroom van statushouders wordt direct in het bijstandsbudget verwerkt. Gemeenten hoeven in het jaar van instroom dus niet meer zelf de uitkeringslasten van statushouders te dragen. Tegelijkertijd is het Rijk bij de raming van het macrobudget uitgegaan van meer uitkeringen dan het CPB. Dit vergroot de kans dat het budget achteraf hoger uitvalt dan de daadwerkelijke realisatie. Uit deze factsheet blijkt dat dit voor 2018 klopt en de vooruitzichten voorspellen hetzelfde voor 2019.

Omdat gemeenten in 2018 en 2019 een hoger macrobudget voor de bijstand krijgen, is er landelijk een overschot en zijn er in deze jaren meer gemeenten met een overschot op het bijstandsbudget. Deze

(6)

Vanaf 2020 is het nog onduidelijk hoe het budget uitpakt. Het ministerie van SZW gaat er vanuit dat er geen verhoogde instroom is van statushouders en reserveert daarvoor geen extra macrobudget. Wel zouden gemeenten mogelijk een meevaller kunnen incalculeren als er veel uitstroom plaatsvindt van statushouders die t/m 2017 zijn ingestroomd. Voor de instroom van deze groep zijn gemeenten in het verleden niet direct gecompenseerd. Dat betekent dat zij bij uitstroom de bespaarde uitkeringslasten houden. Het hangt dus mede af van de uitstroom van statushouders hoe het budget van gemeenten in 2020 zal uitpakken.

(7)

Factsheet Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG)

Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG)

Gemeenten krijgen een budget van het Rijk om de bijstandsuitkeringen te betalen. Het bijstandsbudget (officieel: de gebundelde uitkering, maar ook bekend als macrobudget BUIG) is bedoeld voor de reguliere

bijstandsuitkeringen, maar ook voor de uitkeringen in het kader van de wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (IOAZ)en het levensonderhoud voor startende ondernemers (Besluit bijstandverlening zelfstandigen, Bbz).

Daarnaast is het budget bedoeld om de loonkostensubsidies in het kader van de Participatiewet te betalen.

Deze factsheet kijkt terug naar 2018 en maakt een vergelijking met de jaren ervoor.

Divosa publiceerde in april 2019 al over de bijstandsbudgetten in 2018. Dat was op basis van

voorlopige cijfers. Deze factsheet bevat de definitieve cijfers die in januari 2019 door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn vrijgegeven.

1

Op 25 april 2019 publiceerde Divosa de voorlopige gegevens in een nieuwsbericht op de site:

Overschot BUIG-budget 2018 maar budget 2019 gaat omlaag

(https://www.divosa.nl/nieuws/overschot-buig-budget-2018-maar-budget-2019-gaat-omlaag)

1

(8)

160 miljoen overschot op het bijstandsbudget

In 2018 hadden gemeenten een overschot van 160 miljoen euro op het budget waarmee zij de In 2018 hadden gemeenten een overschot van 160 miljoen euro op het budget waarmee zij de bijstandsuitkeringen betalen.

bijstandsuitkeringen betalen.

Dat is exclusief de kosten van de vangnetregeling van 137 miljoen euro.

Dat is exclusief de kosten van de vangnetregeling van 137 miljoen euro.

Inclusief de kosten voor de vangnetregeling, komt het overschot op het bijstandsbudget uit op 23 Inclusief de kosten voor de vangnetregeling, komt het overschot op het bijstandsbudget uit op 23 miljoen euro.

miljoen euro.

Het budget voor de bijstand in 2018 bedroeg 6,2 miljard. Daar gingen nog de kosten voor de

vangnetregeling van af (138 miljoen euro) en kwamen de baten bij uit terugvordering en verhaal van bijstand (133 miljoen).

Bedragen 2018 in euro's

Bedragen 2018 in euro's

Macrobudget gebundelde uitkering 6.216.049.291

Kosten vangnetregeling 137.932.272

Baten terugvordering en verhaal 132.732.405

Bijstandslasten

Bijstandslasten 6.188.914.1906.188.914.190

Gemeenten hadden in totaal 6,2 miljard beschikbaar om te besteden aan bijstandsuitkeringen. Hun lasten waren ook zo’n 6,2 miljard, waardoor het restsaldo uitkomt op 23 miljoen. Dat is 0,4% van de

(9)

6,2 miljard aan beschikbare middelen.

(10)

Eindelijk weer een overschot

Voor het eerst sinds een aantal jaren, hebben gemeenten weer een overschot op het bijstandsbudget.

Voor het eerst sinds een aantal jaren, hebben gemeenten weer een overschot op het bijstandsbudget.

Tellen we overschotten en tekorten over een langere periode (zeven jaar) bij elkaar op, dan zien we dat die elkaar niet uitmiddelen; het tekort is 149 miljoen over 2012-2018.

In de periode 2015-2018 bedraagt de optelsom van overschotten en tekorten -474 miljoen. In 2015 zijn gemeenten begonnen met de Participatiewet. Zij kregen er toen meer taken bij rondom jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning.

(11)

Divosa: ‘Gemeenten onvoldoende gecompenseerd’

Divosa: ‘Gemeenten onvoldoende gecompenseerd’

Factsheet Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG)

Overschot is ontstaan doordat gemeenten instroom

statushouders direct krijgen vergoed

Het overschot is niet onverwacht. Sinds 2018 wordt de instroom van statushouders direct in het bijstandsbudget verwerkt. In de jaren hiervoor moesten gemeenten in het jaar van instroom uit eigen zak de bijstandsuitkeringen voor statushouders betalen. Pas het jaar erna was de (voorspelbare) instroom van deze groep in het budget verwerkt. Gemeenten konden die voorgeschoten bijstandlasten terugverdienen bij uitstroom van statushouders uit de bijstand. Vanwege de wijziging zat er incidenteel ongeveer 80 miljoen extra in het macrobudget. Bovendien konden gemeenten in 2018 profiteren van het feit dat de eventuele uitstroom van statushouders die al in de bijstand zaten, niet direct werd afgeroomd.

In het najaar van 2019 berichtte Divosa dat gemeenten over 2015, 2016 en 2017 honderden miljoenen tekort kwamen en dat de overschotten over 2018 en waarschijnlijk ook 2019 dit onvoldoende compenseren. Divosa is van mening dat het Rijk de aanbeveling van de ROB uit 2018 moet volgen, die stelt dat de enorme tekorten over de jaren 2016 en 2017, (deels)

gecompenseerd moeten worden. Divosa vindt dat het macrobudget jaarlijks moet aansluiten bij de werkelijke kosten die gemeenten maken zoals dat ook wettelijk is bepaald. Daarnaast moet de verdeling van het budget zodanig zijn dat ook op gemeenteniveau de budgetten aansluiten bij de uitgaven.

Zie het volledige bericht: Budgetten gebundelde uitkeringen (BUIG) 2019 en 2020 gepubliceerd (https://www.divosa.nl/nieuws/budgetten-gebundelde-uitkeringen-buig-2019-en-2020-

gepubliceerd)

2

Het ministerie nam in de eigen raming de uitstroom van statushouders uit 2016 en 2017 niet mee in de eigen raming. Zo wilde het ministerie voorkomen dat gemeenten de bijstand voor deze groep bij instroom in de bijstand wel hebben voorgeschoten, maar deze niet terugverdienen bij uitstroom. Hierdoor komt het ministerie op hogere aantallen voor statushouders ten opzichte van het CPB. Het uiteindelijke verschil tussen de CPB-raming en de raming van SZW voor 2018 bedraagt 80 miljoen.

2

(12)

Budgetten 2019 en 2020

Het budget voor 2019 bedraagt 6 miljard euro. Voor 2020 6,1 miljard.

Het budget voor 2019 bedraagt 6 miljard euro. Voor 2020 6,1 miljard.

Verwachting: budget 2020 krijgt bijstelling naar beneden Verwachting: budget 2020 krijgt bijstelling naar beneden

De kosten voor de vangnetregeling zijn 108 miljoen euro in 2019 en 41 miljoen euro in 2020.

De kosten voor de vangnetregeling zijn 108 miljoen euro in 2019 en 41 miljoen euro in 2020.

Het deelbudget Bbz is in 2020 een stuk hoger dan in voorgaande jaren vanwege de overheveling van Het deelbudget Bbz is in 2020 een stuk hoger dan in voorgaande jaren vanwege de overheveling van het levensonderhoud voor zelfstandigen naar het macrobudget.

het levensonderhoud voor zelfstandigen naar het macrobudget.

Macrobudget Macrobudget gebundelde gebundelde uitkering in mln uitkering in mln euro

euro

2015

2015 20162016 20172017 20182018 20192019 2020

(voorlopig)

Totaal Totaal

macrobudget macrobudget (incl. reservering (incl. reservering vangnetregeling) vangnetregeling)

5.595,2 5.691,6 5.889,6 6.216,0 6072,6 6147,4

Deelbudget Deelbudget Participatiewet Participatiewet

5.277,0 5.304,1 5.466,4 5.774,2 5658,8 5716,0

Deelbudget IOAW

Deelbudget IOAW 258,9 326,3 361,7 377,6 350,5 343,6

Deelbudget IOAZ

Deelbudget IOAZ 27,8 28,8 30,5 31,7 31,8 32,4

Deelbudget Bbz

Deelbudget Bbz 31,5 32,3 30,9 32,5 31,4 55,4

Kosten Kosten

vangnetregeling vangnetregeling

24,8 61,3 70,6 137,9 107,8 41,2

Totaal Totaal

macrobudget macrobudget (excl. reservering (excl. reservering vangnetregeling) vangnetregeling)

5.570,4 5.630,3 5.819,0 6.078,1 5.964,8 6.106,2

(13)

Het budget voor 2019 is in het najaar van 2019 definitief vastgesteld. Het budget voor 2020 is nog voorlopig. In het budget voor 2020 heeft het ministerie van SZW geen verhoogde instroom van statushouders meegeraamd. Het ministerie is er bij de raming vanuit gegaan dat de instroom van statushouders voor 2020 weer op een regulier niveau zit. Daarbij zit er mogelijk nog wat ruimte in het bijstandsbudget voor 2020. Dat komt omdat het ministerie de uitstroom van statushouders die t/m 2017 zijn ingestroomd in de bijstand, niet heeft meegenomen in de raming voor 2020. In die jaren kregen gemeenten immers de instroom van statushouders niet direct vergoed. Gemeenten worden daarvoor gecompenseerd op het moment dat deze mensen uitstromen. Zij mogen de bespaarde uitkeringslasten in 2020 dan zelf houden. Bij (veel) uitstroom van deze groep statushouders, kan dat voor gemeenten een meevaller opleveren. De precieze omvang daarvan hangt af van de mate van uitstroom van statushouders. Voor de statushouders die in de jaren 2018 en 19 zijn ingestroomd in de bijstand, verwerkt het ministerie overigens wel een inschatting van hun uitstroom in het budget. Voor die jaren heeft het ministerie immers de instroom wel direct vergoed. Hun ingeschatte uitstroom wordt (vanaf twee jaar na instroom) afgeroomd.

Het voorlopige budget voor 2020 zal in het voorjaar nog worden bijgesteld (nader voorlopig budget) en in september 2020 definitief worden vastgesteld. Omdat het ministerie in het nader voorlopig budget voor 2020 rekening heeft gehouden met een realisatie van gemiddeld 415 duizend bijstandsuitkeringen in 2019 , zal het budget op dat punt naar beneden worden bijgesteld. Het gemiddeld aantal

uitkeringen lijkt in 2019 namelijk lager uit te gaan vallen.

Bij de aanpassingen in het budget voor 2020 wordt er rekening gehouden met het daadwerkelijk aantal gerealiseerde uitkeringen in 2019 én de daadwerkelijk gerealiseerde prijs in dat jaar. Ook wordt er in de nieuwe berekeningen van het budget gebruik gemaakt van de meest actuele gegevens voor de

loonprijsontwikkeling. Doel hiervan is dat de budgetraming voor 2019 zo goed mogelijk aansluit bij de realiteit.

Meer over de budgetten van 2019 en 2020 is te vinden op de website van de Rijksoverheid: Voorlopige verdeling bijstandsbudgetten 2019

(https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/09/30/voorlopige-verdeling-bijstandsbudgetten- 2019)

Meer over de budgetten voor de bijstand in het verleden in ‘Een kleine geschiedenis van het bijstandsbudget’ uit 2018: Factsheet bijstandsbudget 2017 (Macrobudget BUIG)

(https://www.divosa.nl/factsheet-bijstandsbudget-2017-macrobudget-buig#een-kleine-geschiedenis- van-het-bijstandsbudget)

3

4

Dat betekent dat dit in 2020 alleen uitwerking heeft voor de instroom van 2018. Pas in 2021 wordt de eerste uitstroom van het instroomcohort 2019 verwacht.

3

Bijstand 386 dzd, IOAW 23 dzd, IOAZ 2 dzd, BBZ, 3,5 dzd, zie Toelichting Voorlopig Budget.

(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2019/09/30/toelichting-voorlopig- budget-2020)

4

(14)

Bijstandsbudget 2018:

overschotten en tekorten naar gemeente

Landelijk was het overschot op de bijstand 0,4% , maar de verschillen tussen gemeenten zijn groot.

5

We rekenen hier met het budget dat gemeenten krijgen. Dat is het macrobudget minus de reservering voor de vangnetregeling, maar mét de inkomsten uit terugvordering en verhaal.

5

(15)

Factsheet Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG)

Tweederde gemeenten heeft een overschot

65% van de gemeenten had in 2018 een overschot op het bijstandsbudget. Dat zijn 246 van de 380 65% van de gemeenten had in 2018 een overschot op het bijstandsbudget. Dat zijn 246 van de 380 gemeenten.

gemeenten.

Voor 35% van de gemeenten was er een tekort. Dat zijn 134 gemeenten.

Voor 35% van de gemeenten was er een tekort. Dat zijn 134 gemeenten.

Voor 79 gemeenten was dat tekort groter dan 5%.

Voor 79 gemeenten was dat tekort groter dan 5%.

Gemeenten met meer dan 100 duizend inwoners hadden vaker een tekort en ook vaker grotere Gemeenten met meer dan 100 duizend inwoners hadden vaker een tekort en ook vaker grotere tekorten.

tekorten.

Het macrobudget wordt volgens een verdeelmodel over gemeenten verdeeld. Gemeenten met meer dan 40 duizend inwoners vallen onder het objectieve verdeelmodel. Bij gemeenten die objectief

verdeeld worden gaat de verdeling van het macrobudget volgens een aantal objectieve kenmerken zoals het aantal lager opgeleiden woonachtig in de gemeente. Gemeenten met minder dan 15 duizend

inwoners vallen onder het historische verdeelmodel. Een historisch verdeelmodel houdt in dat de gemeenten een aandeel krijgen van het macrobudget dat is gebaseerd op hun bijstandsvolume van twee jaar geleden. Gemeenten met 15 tot 40 duizend inwoners krijgen hun budget verdeeld op basis van een gemixt verdeelmodel; zij krijgen een deel historisch vergoed en een deel objectief.

55% van de gemeenten die onder het historische verdeelmodel vallen had in 2018 een overschot 55% van de gemeenten die onder het historische verdeelmodel vallen had in 2018 een overschot (tegen 65% op het totaal).

(tegen 65% op het totaal).

6

7

(16)

(https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/financien-gemeenten-en-

provincies/documenten/publicaties/2017/09/29/beschrijving-verdeelsystematiek- bijstandsbudgetten)

Aangepast op 9 maart. In een eerdere versie stond 45%, maar dat bleek niet correct te zijn.

7

(17)

Factsheet Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG)

Uitzonderlijk veel gemeenten met een overschot

Het percentage gemeenten met een overschot (65%) lag in 2018 hoog.

Het percentage gemeenten met een overschot (65%) lag in 2018 hoog.

Bij een goed geraamd bijstandsbudget hoort het percentage overschot- en tekortgemeenten rond de 50% te schommelen. Dat 65% van de gemeenten een overschot had, is dus vrij uitzonderlijk. Dit heeft te maken met het feit dat de raming van het budget in 2018 is aangepast in het voordeel van

gemeenten (zie voor een toelichting paragraaf 1.3).

De 9 jaren ervoor is het percentage tekortgemeenten veel hoger dan gemiddeld. De belangrijkste reden is de ontoereikendheid van het macrobudget.

8

Zie voor een uitgebreidere toelichting de factsheet over 2017 (https://www.divosa.nl/factsheet- bijstandsbudget-2017-macrobudget-buig)

8

(18)

Vangnetregeling over 2018

Gemeenten met een tekort boven een bepaalde drempel kunnen een beroep doen op de vangnetregeling. Voor gemeenten met tekorten in 2018 is die drempelwaarde 5%. Bovendien geldt dat zij over de jaren 2016, 2017 en 2018 gezamenlijk ook een tekort moeten hebben van meer dan 5%.

Gemeenten die de vangnetregeling over 2017 krijgen toegekend, krijgen hun tekort tussen 5% en 12,5%

voor de helft vergoed. Tekorten boven de 12,5% krijgen zij volledig vergoed. 9 Zie voor de exacte voorwaarden de website van de toetsingscommissie

(https://www.toetsingscommissievp.nl). In de afgelopen jaren zijn er meerdere veranderingen doorgevoerd. Vanaf 2019 is de ondergrens niet meer 5%, maar 7,5%.

9

(19)

Factsheet Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG)

72 gemeenten krijgen vangnetuitkering

19% van de gemeenten deed over 2018 een beroep op de vangnetregeling. Het gaat om 73 19% van de gemeenten deed over 2018 een beroep op de vangnetregeling. Het gaat om 73 gemeenten.

gemeenten.

72 gemeenten kregen een vangnetuitkering toegekend. Daarmee is een bedrag gemoeid van 41 72 gemeenten kregen een vangnetuitkering toegekend. Daarmee is een bedrag gemoeid van 41 miljoen euro.

miljoen euro.

73 gemeenten hebben een aanvraag gedaan voor de vangnetregeling. Eén aanvraag is uiteindelijk afgekeurd omdat er uit het accountantsrapport fouten en onzekerheden naar voren kwamen in de berekening van het gemeentelijke saldo voor het bijstandsbudget. Het bedrag aan fouten en

onzekerheden is afgetrokken van het bedrag aan vangnetuitkering. Omdat het bedrag aan fouten en onzekerheden hoger lag dan de vangnetuitkering, is er geen vangnet uitgekeerd.

De 5 gemeenten die geen verzoek hebben ingediend, maar dat wel hadden kunnen doen, kwamen in aanmerking voor een uitkering variërend van 37 euro tot en met 12.010 euro. De Toetsingscommissie, die de aanvragen beoordeelt, gaat er vanuit dat voor deze gemeenten de inspanningen voor het aanvragen van de vangnetuitkering niet opwegen tegen de baten.

Gemeenten moeten de vangnetuitkering gezamenlijk opbrengen. De kosten voor de vangnetuitkeringen over 2018 worden in 2020 van het landelijke bijstandsbudget betaald.

10

(20)

Aantal verzoeken 73

Aantal toekenningen 72

% toekenningen 98,6%

Aantal gemeenten 2018 380

% gemeenten in vangnetregeling 19%

Bedrag toekenningen in € 41 mln

Bedrag toekenningen als % van het macrobudget 0,7%

Gemiddeld uitgekeerd bedrag in € 571.798

Toetsingscommissie Vangnet Participatiewet (2020) Jaarverslag 2019

10

(21)

Bij kleine gemeenten werkt het anders Bij kleine gemeenten werkt het anders

Factsheet Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG)

Tekorten bijstand terugdringen:

hoe doe je dat?

Het verdeelmodel verdeelt het landelijke budget voor de bijstand onder de gemeente en gaat er daarbij vanuit dat elke gemeente het budget krijgt dat nodig is. De gedachte hierachter is dat als een gemeente geld tekort komt, deze gemeente ondergemiddeld presteert.

Een gemeente met meer dan 40 duizend inwoners en een tekort op het bijstandsbudget heeft dus meer bijstandsgerechtigden dan het verdeelmodel voor deze gemeente voorspelt. Ook kan het zijn dat de gemiddelde prijs van de uitkering in de gemeente hoger is dan voorspeld.

Het voorspelde aantal bijstandsuitkeringen per gemeente is terug te vinden in een online rekenmodel (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2019/10/21/rekentool-participatiewet-2020) dat het ministerie van SZW jaarlijks laat maken.

Gemeenten met minder dan 15 duizend inwoners vallen onder het historisch verdeelmodel.

Hun budget volgt de omvang van hun bijstandsbestand met een vertraging van twee jaar. Deze gemeenten hebben een tekort op hun bijstandsbestand als hun bestand stijgt of als de

gemiddelde prijs van de uitkering stijgt. Na twee jaar zal het budget zich hebben aangepast aan de uitgaven.

Gemeenten met 15 tot 40 duizend inwoners vallen onder het gemixte verdeelmodel en zitten qua scenario tussen de objectieve en historisch verdeelde gemeenten in.

(22)

Het bijstandsbestand verlagen

Gemeenten kunnen hun tekort terugdringen door hun bijstandsbestand te verlagen en/of de gemiddelde prijs van de uitkering naar beneden te krijgen door meer in te zetten op parttime werk en/of loonkostensubsidies.

De Divosa Benchmark Werk & Inkomen organiseert jaarlijks bijeenkomsten waar gemeenten vertellen hoe ze dit aanpakken. Op landelijk niveau waren er in 2019 twee bijeenkomsten

Langdurig in de bijstand, dus kansloos?! (https://www.divosa.nl/verslag-benchlearnbijeenkomst- landurig-de-bijstand-dus-kansloos)

Van Koning naar keizer in re-integratie (https://www.divosa.nl/publicaties/benchleanbijeenkomst- van-koning-naar-keizer-re-integratie)

In de Divosa Benchmark Jaarrapportage vertelde een gemeente met een hoge bestandsafname hoe zij dat bereikt hebben: De Fryske Marren over het verkleinen van het bijstandsbestand

(https://www.divosa.nl/divosa-benchmark-werk-inkomen-jaarrapportage-2018#3-gemeenten-aan-het- woord--de-fryske-marren-over-het-verkleinen-van-het-bijstandsbestand)

(23)

Factsheet Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG)

De prijs van de uitkering drukken

Naast de inzet op bestandsreductie, kunnen gemeenten ook proberen om de gemiddelde prijs die zij voor een uitkering betalen te verlagen. Dat betekent vooral het verhogen van de inkomsten uit parttime werk of de inzet van loonkostensubsidies. Behulpzaam hierbij:

Divosa werkwijzer parttime werk (https://www.divosa.nl/werkwijzer-verrekening-parttime- inkomsten)

Wat is een goed werkproces bij de verrekening van parttime inkomsten in de bijstand?

Verbeterscan processen rondom parttime werk (https://www.divosa.nl/onderwerpen/training- opleiding/scan-en-verbeter-je-proces-rond-parttime-werk)

Wat kan jouw gemeente in haar processen veranderen om parttime werk voor bijstandsgerechtigden toegankelijker en prettiger te maken?

(24)

Top 10 maatregelen 2018

Gemeenten zetten vooral werkgerelateerde activiteiten in om hun bijstandsbestand te verlagen. Ook is er veel aandacht voor jongeren en statushouders. Dit zijn de top 10 maatregelen die gemeenten die een beroep deden op de vangnetregeling in 2018 hebben ingezet om hun bijstandsbestand te verlagen:

Werkactiviteiten inzetten (gesubsidieerd of met behoud van uitkering) Werkactiviteiten inzetten (gesubsidieerd of met behoud van uitkering)

Vooral: re-integratietrajecten, werkervaringsplekken, loonkostensubsidies, jobcoaches, begeleiding &

ondersteuning en scholing

Inzet op jongeren (vooral sluitende aanpak) Inzet op jongeren (vooral sluitende aanpak)

Vooral: gericht op doelgroepen zoals jongeren uit praktijk en speciaal onderwijs en voortijdig schoolverlaters.

Extra aanpak statushouders Extra aanpak statushouders

Vooral: extra aandacht en trajecten gericht op werk, scholing en taalonderwijs Verplichtingen bijstandsgerechtigden strenger handhaven

Verplichtingen bijstandsgerechtigden strenger handhaven Vooral: extra aandacht voor handhaving en sancties Intensieve begeleiding naar regulier werk

Intensieve begeleiding naar regulier werk

Vooral: versterking werkgeversdienstverlening, banenbeurzen en zelfstandig ondernemerschap stimuleren

Betere of meer intensieve werkgeverscontacten Betere of meer intensieve werkgeverscontacten

Vooral: meer samenwerking met UWV, werkbedrijven, onderwijs en uitzendbureaus Meer banen zoeken of creëren

Meer banen zoeken of creëren

Vooral: meer social return on investment, maar ook economische kansen pakken en jobhunters inzetten

Organisatie en bedrijfsvoering Organisatie en bedrijfsvoering

Vooral: inzet Divosa Benchmark Werk en Inkomen en andere monitoringsinstrumenten en bezoeken van bijeenkomsten van Divosa, Stimulansz en de Programmaraad

Meer nadruk leggen op werk zoeken bij aanvraag van een uitkering Meer nadruk leggen op werk zoeken bij aanvraag van een uitkering

Vooral: ‘streng aan de poort’ en bij aanvraag uitkering direct naar werk bemiddelen Hernieuwde aandacht voor mensen die langer in de uitkering zitten

Hernieuwde aandacht voor mensen die langer in de uitkering zitten

Vooral: bestandsanalyse/herscreening van zittende bijstanstandsgerechtigden Dit blijkt uit een analyse van de Toetsingscommissie vangnet Participatiewet op het

maatregelenoverzicht dat gemeenten met tekorten op de bijstand bij hen hebben ingediend. Deze analyse is niet representatief omdat het alleen de maatregelen in beeld brengt van gemeenten met tekorten van meer dan 5% die een aanvraag hebben ingediend.

De meest recente aanvragen van gemeenten over 2016, 2017 en 2018, inclusief de getroffen maatregelen, zijn beschikbaar op de website van de toetsingscommissie: Informatie over eerdere aanvragen (https://www.toetsingscommissievp.nl/vangnetuitkering-2019/informatie-over-eerdere- aanvragen). Met een tool kan worden nagegaan welke maatregelen door welke (categorie van) gemeenten worden getroffen.

1

2

3 4 5

6 7

8

9 10

11

Jaarverslag Toetsingscommissie

11

(25)
(26)

Nieuw in de top 10 Nieuw in de top 10

Hoger in de top 10 Hoger in de top 10

Lager in de top 10 Lager in de top 10

Niet meer in de top 10 Niet meer in de top 10

Ontwikkelingen door de tijd

In 2015 voerde Divosa een gelijksoortige analyse uit (https://www.divosa.nl/nieuws/top-10-

maatregelen-om-beroep-op-bijstand-terug-te-dringen). We brengen de verschillen in beeld, alhoewel we daarbij moeten aantekenen dat de analyses zijn uitgevoerd over andersoortige aanvragen en een andere groep gemeenten en dat deze verschillen heel goed de verschillen tussen de jaren kunnen verklaren:

Extra aanpak statushouders:

Extra aanpak statushouders: de aandacht voor statushouders heeft te maken met de verhoogde asielinstroom van de afgelopen jaren waardoor er meer statushouders in de bijstand zitten.

Organisatie en bedrijfsvoeringsmaatregelen:

Organisatie en bedrijfsvoeringsmaatregelen: de extra aandacht kan te maken hebben met de introductie van de Participatiewet in 2015 waardoor gemeenten actief op zoek gingen naar kennis over (verbetering van) hun uitvoering. Een andere verklaring is dat de Toetsingscommissie gemeenten inmiddels actief bevraagt of zij kennis uitwisselen met andere gemeenten (externe consultatie) waardoor tekortgemeenten dit ook sneller benoemen.

Werkactiviteiten inzetten (van 8 naar 1):

Werkactiviteiten inzetten (van 8 naar 1): dit heeft vooral te maken met de verhoogde aandacht van gemeenten voor loonkostensubsidies.

Inzet op jongeren (van 5 naar 2):

Inzet op jongeren (van 5 naar 2): dit heeft te maken met de toenemende focus op jongeren met een arbeidsbeperking die voorheen in de Wajong stroomden, maar sinds 2015 onder de Participatiewet vallen.

Verplichtingen strenger handhaven (van 9 naar 4):

Verplichtingen strenger handhaven (van 9 naar 4): dit is mogelijk terug te voeren op de toenemende beschikbaarheid van banen waardoor het zinvol kan zijn om gericht te sturen op het zoeken en accepteren van werk (voor de mensen die in staat zijn om te werken).

Intensieve begeleiding naar regulier werk (van 2 naar 5):

Intensieve begeleiding naar regulier werk (van 2 naar 5): dit heeft te maken met de veranderingen in het bestand. Doordat het goed gaat met de economie, zijn veel mensen die kunnen werken ook daadwerkelijk aan het werk.

Betere of meer intensieve werkgeverscontacten (van 1 naar 6):

Betere of meer intensieve werkgeverscontacten (van 1 naar 6): dit is te verklaren doordat gemeenten daar in de afgelopen jaren (met de inrichting van 35 arbeidsmarktregio’s en de start van de

Participatiewet) al veel tijd in hebben gestoken. Waarschijnlijk heeft dit minder aandacht nodig dan voorheen omdat er al veel is gebeurd.

Meer banen zoeken of creëren (van 3 naar 7):

Meer banen zoeken of creëren (van 3 naar 7): door de florerende arbeidsmarkt, hoeven gemeenten hier minder aandacht aan te besteden.

Het recht op een uitkering vaker en efficiënter controleren (van 4 naar 12):

Het recht op een uitkering vaker en efficiënter controleren (van 4 naar 12): het is onduidelijk waarom dit minder als maatregel wordt genoemd.

Parttime en flexibel werk stimuleren (van 7 naar 14):

Parttime en flexibel werk stimuleren (van 7 naar 14): idem.

(27)

Factsheet Bijstandsbudget 2018 (Macrobudget BUIG)

Besparing door

bestandsreductie meestal lager dan 14 duizend euro

Afhankelijk van hun situatie bespaart een gemeente maximaal 14 duizend euro als het bijstandsbestand met één uitkering daalt. Maar het kan net zo goed nul euro zijn, of zelfs negatief uitpakken. We herhalen hier kort de belangrijkste conclusies van een analyse uit de Divosa-factsheet van vorig jaar:

De maximale besparing van een gemeente op een uitkering is 14 duizend euro, maar die is er alleen als de gemeente het qua bestandsreductie beter doet dan het gemiddelde.

Daalt in andere gemeenten het bestand net zo hard? Dan is de besparing voor de gemeente nul.

Doen andere gemeenten het beter? Dan heeft de gemeente zelfs extra kosten.

Kleine gemeenten ( <15 dzd inwoners) besparen altijd een uitkering als hun bestand afneemt, maar kunnen die besparing maximaal twee jaar inboeken.

Grotere gemeenten met een groot tekort op hun budget besparen niet tot nauwelijks als hun bestand afneemt.

De werkelijke besparing die een gemeente kan inboeken voor bestandsreductie verschilt per gemeente.

Dat hangt samen met de omvang van de gemeente, of de gemeente een tekort heeft en hoe groot dat tekort is. Van grote invloed is ook in hoeverre andere gemeenten een daling van hun bijstandsbestand weten te realiseren. Dat kan zelfs leiden tot extra kosten voor een gemeente, zelfs als het bestand is gedaald.

Meer informatie hierover in de Divosa Factsheet over 2017 (https://www.divosa.nl/factsheet- bijstandsbudget-2017-macrobudget-buig#welke-besparing-levert-bestandsreductie-op).

12

Het Rijk hanteert een gemiddeld brutobedrag per uitkering van ruim € 14.376 over 2018.

Uitvoeringskosten zijn hier niet in meegenomen.

12

(28)

Uitgavengroei sociaal domein Uitgavengroei sociaal domein

Bijstandsbudget minder ruim vanaf 2020 Bijstandsbudget minder ruim vanaf 2020

Ontwikkelingen budgetten sociaal domein breed

De gemeentelijke uitgaven aan maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg groeien harder dan gemiddeld. Gemeenten komen hierdoor in financiële

problemen.

De gemeentelijke uitgaven aan Jeugdzorg en Maatschappelijke ondersteuning groeien hard. De uitgaven aan Jeugdzorg groeiden van 2017 op 2018 met 12,1% en de kosten voor Maatschappelijke ondersteuning groeiden met 6,1%.

Door de overschotten op de bijstandsbudgetten, zijn de gemeentelijke tekorten op het sociaal domein nog enigszins gedempt. Doordat veel gemeenten een overschot hadden op hun bijstandsbudget, noteerden zij immers ook lagere kosten op de post waarop onder andere de verstrekking van

bijstandsuitkeringen wordt geboekt. Daardoor was de stijging van kosten in het sociaal domein met 4,2% ten opzichte van 2017 ongeveer gelijk aan stijging van de totale gemeentelijke uitgaven.

In 2018 is de raming van het bijstandsbudget aangepast en neemt het ministerie de instroom van statushouders direct mee in de raming van het aantal bijstandsgerechtigden. 2018 en 2019 zijn overgangsjaren en de gemeenten zitten qua bijstandsbudget daarom wat ruimer in hun jasje (in de jaren ervoor hadden zij immers een ontoereikend budget).

Omdat gemeenten in 2018 en 2019 een hoger bijstandsbudget krijgen, is er landelijk een overschot en zijn er in deze jaren meer gemeenten met een overschot op het bijstandsbudget.

Vanaf 2020 is de overgangsperiode voorbij en corrigeert het ministerie van SZW de raming van het landelijke bijstandsbudget niet meer in het voordeel van gemeenten. Dat betekent dat gemeenten rekening moeten houden met een minder ruim bijstandsbudget.

13

14

Op landelijk niveau. Per gemeente kan dit beeld verschillen. Er zijn immers gemeenten die een tekort hebben op de bijstand én op Maatschappelijke ondersteuning én op Jeugdzorg.

13

Uitgavengroei sociaal domein zet door in 2018 (https://www.divosa.nl/nieuws/uitgavengroei- sociaal-domein-zet-door-2018)

14

(29)

Divosa Divosa

Auteur Auteur

Met medewerking van Met medewerking van

Eindredactie Eindredactie

Webredactie Webredactie

Versie Versie

Colofon

Aidadreef 8 | 3561 GE Utrecht Postbus 9563 | 3506 GN Utrecht 030 233 23 37

info@divosa.nl (mailto:info@divosa.nl) www.divosa.nl (https://www.divosa.nl)

Marije van Dodeweerd (Divosa)

Jos Huijts (Divosa)

Rob Vermeulen (Divosa)

Jasja van Moorsel (Divosa)

maart 2020

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze aanbeveling ziet op het in gesprek gaan met cliënten en burgers om een goed beeld te krijgen van hun ervaringen, vragen en zorgen rond privacy en wat de gemeente kan doen om

Totaaloverzicht gegevens kwartaalrapportage Sociaal Domein gemeente Sittard-Geleen vanaf 1e kwartaal 2016. Totaaloverzicht Participatiewet 2016 2017

Leden worden, op voordracht van de Adviesraad, benoemd, geschorst en ontslagen door het college van de gemeente Rheden.. Het lid woonachtig in Rozendaal wordt benoemd door het

Met dit product investeert u in een ‘foto’ van de huidige situatie, die we uitgebreid met u bepreken en (helpen) analyseren. Relevant zijn onder meer de thema’s

Eind 2016 is een lokaal project gestart waarbij ook inwoners die niet tot de doelgroep van Senzer behoren maar wel in een kwetsbare positie verkeren naar werk dan wel een uitkering

In onze samenleving zijn er veel mensen die zich eenzaam voelen, door omstandigheden niet in de reguliere maatschappij mee kunnen of door een ziekte zoals dementie veel ondersteuning

•De leden van de Sociale Teams zien de meerwaarde in de nieuwe werkwijze. •De leden in de teams ervaren kortere lijnen met elkaar en met de

Het stimuleringsprogramma Gezond in de Stad (GIDS) wordt door het Rijk voortgezet in de jaren 2018 tot en met 2021. De middelen voor Gezond in de Stad zijn bedoeld om de