Schriftelijke vragen aan het college (art 33 RvO)
1 mei 2019,
Betreft: vragen op basis van artikel 33 van het RvO : gesprongen waterleiding
Algemene informatie: Een raadslid kan schriftelijke vragen stellen (artikel 33 RvO) aan het college of de burgemeester. Dit wordt gebruikt om van het college of burgemeester een verduidelijking te verkrijgen. Het gaat om het verkrijgen van feitelijke informatie waarbij een opvatting van het college wordt gevraagd. De gevraagde informatie is in het belang van het functioneren als raadslid.
Informatie over de procedure voor raadsleden: Raadsleden dienen schriftelijke vragen in bij de griffier. Daarbij wordt aangegeven of er een voorkeur voor schriftelijke of mondelinge beantwoording bestaat.
1. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn ingediend. Tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden. De beantwoording vindt schriftelijk plaats via een niet ondertekende brief.
2. Het college moet mondelinge vragen uiterlijk beantwoorden in de eerste openbare raadsvergadering, na het verstrijken van de periode van dertig dagen na de datum van indiening van de vragen.
Informatie over de procedure voor de organisatie: De procedure voor de organisatie staat op het intranet bij weten en regelen: schriftelijke vragen art. 33.
Raadsbrief
Datum: 3 juli 2019 Verzenddatum: 3 juli 2019
Behandeld door:
Zaak:
Jasper Vos 2019-020875
Mailadres:
Portefeuillehouder:
Jasper.vos@midden-groningen.nl Anja Woortman
Onderwerp: Beantwoording schriftelijke vragen ex art 33 RvO - gevolgen gesprongen waterleiding op 21 april 2019 in de provincie Groningen
Geachte leden van de raad,
De SP heeft naar aanleiding van een gesprongen waterleiding op 1 mei 2019 schriftelijke vragen gesteld over de eventuele relatie die daar ligt met de aardbevingen ten gevolge van gaswinning.
De vragen van de SP:
Zondag 21 april was [in] het nieuws dat door een gesprongen waterleiding of een lek in de waterleiding tussen Appingedam en Tjuchem inwoners in die omgeving zonder water kwamen te zitten. Op hetzelfde moment was er eenzelfde probleem in Loppersum en in Hoogezand.
De SP heeft naar aanleiding van deze incidenten de volgende vragen:
1. In hoeverre zijn deze problemen te wijten aan de aardbevingen die ontstaan door gaswinning?
2. Nu betreffen het waterleidingen, hoe groot is de kans dat een (hoofd)gasleiding lek kon raken door deze aardbevingen?
3. Zijn de mogelijke problemen in de ondergrondse infrastructuur al in kaart gebracht? Of is het hopen dat het goed blijft gaan?
4. Welke risico’s lopen onze inwoners die rondom deze gasleidingen wonen?
5. In hoeverre ontstaan er indirecte problemen wanneer de druk in de waterleiding afneemt voor bijvoorbeeld de brandweer bij een brand?
De antwoorden:
1. In hoeverre zijn deze problemen te wijten aan de aardbevingen die ontstaan door gaswinning?
Binnen de gemeente is nagegaan of er kennis aanwezig is over de laatste stand van zaken in dit
Pagina: 2 van 3 Datum: 3 juli 2019
Zaak: 2019-020875
dossier. Dat bleek niet het geval. Daarop is contact opgenomen met het waterbedrijf. Zij hebben ongeveer een maand geleden aan de NOS aangegeven na een vraag van gelijke strekking dat het waterbedrijf de storingsfrequentie van hun netwerk permanent volgt en kijkt of er een relatie met aardbevingen is. Tot op heden hebben zij daar geen aantoonbare relatie tussen kunnen vinden.
Voor wat betreft de langere termijn geeft het waterbedrijf aan dat zij eventuele effecten niet kunnen voorspellen. Het waterbedrijf probeert wel te volgen hoe het netwerk zich over de jaren ontwikkelt en of er dan eventueel wel verbanden te leggen zijn. De redenen van falen van waterleidingen kan verschillend zijn en een combinatie van effecten zijn. Van invloed zijn bijvoorbeeld: ondergrond, materiaalsoort, leeftijd, werkzaamheden in de ondergrond, bodembelasting (zwaar transport), bodemdaling, bodembeweging door extreme droogte, ontwortelde bomen enz. enz.
2. Nu betreffen het waterleidingen, hoe groot is de kans dat een (hoofd)gasleiding lek kon raken door deze aardbevingen?
De gasleidingen zijn vanaf het eerste moment in beeld geweest als potentieel risicovol als het gaat om falen. Het ligt voor de hand dat het falen van gasleidingen onwenselijk is.
Vanuit de NCG is een uitgebreid onderzoek gehouden over de infrastructuur door de Antea Group (“Kwalitatieve risicoanalyse infrastructuur Groningen”).
Uit het onderzoek van de Anteagroup volgt dat de kwetsbaarheid en de zogenaamde “kritikaliteit”
(de combinatie van effect en kwetsbaarheid van het type infrastructuur) van het gasleidingnetwerk zeer gering is.
https://www.nationaalcoordinatorgroningen.nl/downloads/rapporten/2018/juni/13/kwalitatieve- risicoanalyse-infrastructuur-groningen
Via bovenstaande link kunt u het rapport vinden. Als u meer informatie wenst dan moeten wij naar de Gasunie verwijzen.
De kleinere leidingen vallen onder beheerder Enexis. Enexis werkt aan het vervangen van potentieel gevaarlijke leidingen maar geeft aan dat aardbevingen daarop niet of nauwelijks van invloed zijn. Via de onderstaande link kan berichtgeving daarover van begin juni 2019 worden gevonden.
https://www.rtvnoord.nl/nieuws/209433/Nog-94-kilometer-aan-gevaarlijke-gasleiding-in- Groningen
3. Zijn de mogelijke problemen in de ondergrondse infrastructuur al in kaart gebracht? Of is het hopen dat het goed blijft gaan?
Mede op basis van het Antea onderzoek is er in het zogenaamde PAI overleg van de
aardbevingsgemeenten (Plan van Aanpak Aardbevingsbestendige Infrastructuur) een vervolg
gegeven aan wat de regio met de infrastructuur zou moeten aanvangen. Het is de bedoeling dat dit gebeurt in de vorm van gebiedsgerichte pilots. Voor de gemeente gaat het vooral om de invloed van aardbevingen op het rioolstelsel. Daarvoor wordt gewerkt aan een onderzoeksvoorstel. Ook worden de risico’s in beeld gebracht voor de openbare ruimte en openbare orde als zich een zware
Pagina: 3 van 3 Datum: 3 juli 2019
Zaak: 2019-020875
beving voordoet. Dit gebeurt in samenwerking met de andere bevingsgemeenten.
4. Welke risico’s lopen onze inwoners die rondom deze gasleidingen wonen?
Op dit moment wordt dat risico als zeer gering betiteld in het Antea rapport. (Zie ook antwoord op vraag 2). Voor de laatste inzichten op dit vlak moeten wij doorverwijzen naar de Gasunie. Deze kennis is niet binnen de gemeente beschikbaar.
5. In hoeverre ontstaan er indirecte problemen wanneer de druk in de waterleiding afneemt voor bijvoorbeeld de brandweer bij een brand?
Hierover doet het rapport van Antea geen uitspraken maar in de casus van de brandweer heeft de brandweer ook de mogelijkheid te pompen uit oppervlaktewater als sloten, kanalen en meren. De brandweer is uitgerust om juist ook haar werk te kunnen uitvoeren onder omstandigheden die lastig zijn zoals uitgevallen stroom, werken in de nacht en onder bijzondere condities met bijzondere stoffen en temperaturen.
Ook ziekenhuizen hebben bijvoorbeeld de mogelijkheid om zelfstandige in een aantal
basisvoorzieningen te voorzien voor een beperkte tijd (stroomaggregaten, waterreservoir, koeling e.d.).
De veiligheidsregio Groningen heeft verschillende scenario’s uitgewerkt rondom veiligheid en rampen en bereid zich ook voor op de gevolgen van bijvoorbeeld een zwaardere aardbeving. Via de volgende link kunt u zien wat de veiligheidsregio onder andere doet om met de gevolgen van aardbevingen om te gaan.
https://www.veiligheidsregiogroningen.nl/wat_wij_doen/actueel/aardbevingsoefening/aardbeving soefening_2018/
Met vriendelijke groet,
Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen
A. Hoogendoorn H.J.W. Mulder
Burgemeester Gemeentesecretaris
