• No results found

Het hoofd boven water

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het hoofd boven water"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het hoofd boven water

Samenvatting van het boek

Wim Hagoort

Eind mei verscheen, zoals al kort besproken in ‘De Graver’ van 28 juni 2018, ‘Het hoofd boven water. De geschiedenis van de Gelderse zeepolder Arkemheen gemeenten Nijkerk en Putten 1356 (806)-1916’.

Hieronder volgt een korte bespreking van de inhoud.

De nederzetting Archi

De Arkemheen dankt zijn naam aan een klein groepje boerde- rijen dat in de 9e eeuw Archi werd genoemd. Deze boerde- rijen lagen aan een kreek, die nu de Laakse Slenk heet en in het Hulkesteinse bos in Zuide- lijk Flevoland ligt, ongeveer één kilometer ten noorden van de huidige Arkemheense zeedijk.

Archi werd later Ark. Er was al heel wat gebeurd voordat de in- woners van Putten en Nijkerk op 28 maart 1356 van de Gel- derse hertog toestemming kre- gen om met een aarden dijk hun woongebied te bescher- men tegen de steeds verder op- rukkende Zuiderzee. Vanaf ca.

1000 hadden bewoners van de polder samen met klooster-

lingen uit Werden, Elten en Paderborn - nu allemaal plaatsen in Duitsland – het poldergebied in cultuur gebracht en tientallen boer- derijen gebouwd, vooral op terpen.

Krekenpatroon in zuidelijk Flevoland. De karolingi- sche nederzetting Archi lag aan de rechtse kreek ca.

1200 meter van de huidige Arkemheense zeedijk.

(2)

Het dijkbestuur

De Gelderse hertog gaf in 1356 niet alleen toestemming om een dijk te bouwen, maar regelde tevens hoe de polder Arkemheen bestuurd moest worden. Dat liet hij vastleggen in een dijkbrief.

Zo bepaalde hij onder meer dat de inwoners van Putten en Nijkerk gezamenlijk verantwoordelijk waren voor het onderhoud van de zeedijk. Het dijkbestuur was in handen van de dijkgraaf en drie heemraden. Van deze vier bestuurders kwamen er twee uit Putten en twee uit Nijkerk. De functie van dijkgraaf wisselde om de drie jaar tussen Putten en Nijkerk. Dat is zo gebleven tot 1875. Dijk- graaf en heemraden werden gekozen door een kiescollege. Dat wa- ren de Zestienen: acht polderbewoners uit Putten en – uiteraard om moeilijkheden te voorkomen – acht uit Nijkerk. Eind 16e eeuw bezaten ook kloosters en rijke burgers uit Harderwijk landerijen in de Arkemheen. Op grond daarvan eisten zij een heemraadzetel in de dijkstoel. Putters en Nijkerkers, onder leiding van o.a. di- verse dijkgraven uit het bekende geslacht van Van Oldenbarne- velt, verzetten zich daar hevig tegen. Ten slotte werd door bemid- deling van de Staten van Gelre de onderlinge ruzie bijgelegd en kwam er een Harderwijkerse heemraad.

Het onderhoud van de zeedijk

Het grootste probleem bij het besturen van de polder was het on- derhoud van de zeedijk. Begin 17e eeuw verkeerde de Arkem- heense zeedijk in een zeer slechte staat van onderhoud. Het was zelfs zo erg dat de Staten van Gelre besloten in te grijpen. Zij eis- ten dat het dijkonderhoud voortaan na aanbesteding, door de dijkstoel betaald werd uit de waterschapsbelasting - het morgen- geld - dat iedere eigenaar van onroerend goed in de polder jaar- lijks moest betalen. Om er achter te komen wie van de bescher- ming van de dijk profiteerden, werd in 1610 door Bernardt Kem- pinck de eerste kaart van de polder getekend. Ook kwam er een nieuw dijkrecht. Veel bleef bij het oude, maar de functies van dijkschrijver (secretaris) en ontvanger (penningmeester) werden nu duidelijker omschreven. Vrij onbekend is dat er begin 17e

(3)

eeuw 48 dijkhuizen aan de zeedijk stonden, waarvan 36 aan de Putterdijk. De bewoners,waarvan we alle namen kennen, waren vooral dijkwerkers, vissers en schaapherders. Eind 18e eeuw wa- ren alle huizen verdwenen. De grote reparaties aan de zeedijk be- gin 17e eeuw werden voornamelijk uitgevoerd door aannemers en dijkwerkers uit West-Friesland. Op enkele plaatsen werd de dijk versterkt met houten palen en schoeiingen. Houthandelaren in Hoorn leverden de palen en planken. De ruimte tussen de dijkvoet en de houten schoeiing werd opgevuld met Veluwse heide. De grasplaggen voor de bedekking van het dijktalud werden uit de weilanden gestoken. Er ontstonden vaak flinke ruzies over wie z’n weiland hiervoor beschikbaar moest stellen! Omtreeks 1730 ble- ken de paaldijken langs de kust van de Zuiderzee aangetast door de paalworm. Bij storm en ontij braken de paalschermen af als luciferhoutjes. Er zat niets anders op dan tegen zeer hoge kosten de paaldijken te vervangen door steendijken. Tientallen rijke in- woners van de Veluwe leenden grote kapitalen aan de polder. On- der leiding van de West-Friese dijkbouwer Pieter Straat werd tus- sen 1750 en 1754 ruim drie kilometer paaldijk vervangen door een steendijk. De stenen kwamen hoofdzakelijk uit Scandinavië.

Maar ook kapot geslagen Drentse hunebedden werden gebruikt als versterking van de zeedijk. Ook de houten duikersluizen wer- den door de paalworm niet met rust gelaten. Daarom verving de dijkstoel tussen 1768 en 1776 vijf houten sluizen door stenen exemplaren, waaronder de Wielsluis, de Rassensluis en de Lan- geroesluis in de Putterdijk. Alle bestekken en tekeningen waren van de Amsterdamse architect Jan Bolten.

In 1795 brak een nieuwe tijd aan. Nederland werd bezet door de Fransen, was kort een koninkrijk onder Lodewijk Napoleon en tussen 1810 en 1813 zelfs een deel van Frankrijk. Al in 1795 wa- ren alle leden van de dijkstoel en de polderbeambten patriotten.

In deze periode werd ook Rijkswaterstaat opgericht. Door alle soorten nieuwe wetgeving wist de dijkstoel niet meer precies waar het bestuurlijk aan toe was. In 1804 kwam de polder financieel in

(4)

zwaar weer. Er moest zelfs surseance van betaling worden aange- vraagd. Een betalingsregeling en een subsidie van koning Lode- wijk Napoleon brachten uitkomst.

Wind- en stoomgemalen

In de periode 1820-1885 waren er vooral zorgen over de lozing van het binnenwater. De ontginningen van de zuidelijke veengebieden hadden tot ge- volg dat de beken in de polder het water niet voldoende kon- den afvoeren. Veel rapporten en vergaderingen waren nodig voor men uiteindelijk in 1863 besloot een windgemaal te bou- wen aan het eind van de Wiel.

De ‘Hertog Reijnout’ had echter onvoldoende capaciteit om ook de Putterpolder droog te malen.

In 1874 werd daarom het Put- ter windgemaal gebouwd aan

de Langeroebeek. Maar ook die voorzieningen bleken in de laatste decennia van de 19e eeuw onvoldoende. In 1882 en 1885 werden beide windgemalen vervangen door moderne stoomgemalen De fi- nanciën werden in de jaren zeventig op orde gebracht door dijk- graaf Willen baron van Goltstein van Oldenalller, in die zelfde tijd ook Minister van Koloniën. Omstreeks 1860 was het buitenbeloop van de Arkemheense zeedijk volledig met stenen bedekt. Iedereen geloofde dat dijkdoorbraken definitief tot het verleden behoorden.

Dat bleek ijdele hoop.

De stormvloed van 1916

Een zware noordwester storm sloeg op 13 en 14 januari 1916 diverse gaten in de Arkemheense steendijk. De Arkemheen liep langzaam on- der water, waardoor er gelukkig geen slachtoffers te betreuren waren.

Mr. Willem baron van Goltstein van Oldenaller (1831-1901). Kamerheer des Konings, lid van de Eerste en Tweede Kamer, Minister van Koloniën en dijkgraaf van de Arkemheen van 1871 tot voor- jaar 1875 (portret door G.J. Gerstenhouwer, ge- meentehuis Putten).

(5)

De schade was echter groot. Zelfs zo groot, dat de dijkstoel niet in staat was de kosten voor dijkherstel op te brengen. De provincie kwam te hulp met geld en mankracht op voorwaarde dat dijkstoel en geërfden hun zelfbestuur opgaven. Na 560 jaar kwam een einde aan de strijd om met eigen middelen het hoofd boven water en de voeten droog te houden.

Is de Arkemheen een voorbeeeld van het be- kende Nederlandse pol- dermodel? Ik geloof het wel. Dijkgraaf, heemra- den en geërfden waren afkomstig uit drie plaat- sen: Putten, Nijkerk en Harderwijk. Niet altijd werd er harmonieus sa- mengewerkt, maar nooit leidde dit tot onbestuurbaarheid van de pol- der. Hoe lang een conflict zich soms voortsleepte, altijd overwon het algemeen belang. Daarom viel dit stukje Gelderland nooit volledig ten prooi aan de Zuiderzee. Tot zover een overzicht van de feitelijke in- houd van het boek.

Persoonlijke verhalen

De echte geschiedenis zit echter verscholen in het dagelijks leven van gewone mensen. Wezenlijk is de vraag hoe mensen vroeger leefden, werkten, bestuurden en aan de samenleving bouwden.

De bron hiervoor was het nooit eerder uitvoerig onderzochte ar- chief van de Arkemheense polder, dat zich nu bevindt in het Gel- ders Archief in Arnhem. Deze rijke bron verschafte de mogelijk- heid om vele polderbewoners uit Putten en Nijkerk zelf aan het woord te laten: dijkgraven en heemraden, ontvangers en dijk- schrijvers, dijkbodes en kosters, dijkbouwers en dijkopzichters, maar ook sluisbouwers, kaartenmakers en ambtsjonkers. Om hun optreden meer te laten spreken zijn in dit boek authentieke

Het Putterstoomgemaal in de polder Arkemheen (foto: Martin Weijmer).

(6)

historische teksten opgenomen, zoals oorkonden, brieven, dag- boekfragmenten, afkondigingen, eedafleggingen, verordeningen, onkostenrekeningen, kwitanties, kaartteksten, gerechtelijke uit- spraken en dagbladadvertenties. Voor de noordwest Veluwe vult dit boek een lacune in de Nederlandse waterstaatsgeschiedenis en is van onmiskenbaar belang voor de Gelderse geschiedenis. Tien- tallen afbeeldingen en kaarten illustreren deze poldermonografie.

Kortom: voor nog vele generaties vertelt dit boek dé geschiedenis van de polder Arkemheen.Veel aspecten uit ‘Het Hoofd boven wa- ter‘ kunt u terugvinden in de tentoonstelling ‘Honderd jaar Zui- derzeewet’ die tussen juni en eind december wordt gehouden in Museum Nijkerk.

‘Het hoofd boven water’ is een gebonden uitgave van 584 pagina’s, in fullcolour, geïllustreerd met 177 afbeeldingen, 77 kaar- ten/kaartjes, 97 kaderteksten (primaire historische teksten), een ze- vental registers en een lijst met geraadpleegde literatuur. Het boek is verkrijgbaar bij de plaatselijke boekhandel voor € 24,95.

+++

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

knie, een spraakcomputer of een pacemaker om zo goed mogelijk te kunnen doen wat ze graag willen, en zo min mogelijk afhankelijk te zijn van anderen. Mensen

In geval van be- lastingen die van lange duur zijn neemt de sterkte van een paal altijd af, ongeacht een aantasting door schimmels of bacteriën (Van Etten et al. In geval van

Tijdens het gesprek praatte Distelmans heel openlijk over het ondraaglijke lijden van sommige mensen, over waarom hij euthanasie uitvoerde, ook al was het illegaal (‘Men laat geen

Deze handreiking geeft door middel van adviezen en bespreekpunten een handvat om evenementen in, op, met boven en rondom water mogelijk te maken op een zo verantwoord

Wel kunnen de normen uit de zwemwaterrichtlijn gebruikt worden als richtlijn voor direct contact met water en/of evenementen waarbij gezwommen wordt.. In deze richtlijn zijn de

Zo werden brieven verstuurd die niet door de afzenders zelf geschreven waren, maar door iemand in hun naaste omgeving die de schrijfkunst wel voldoende beheerste of eventueel

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

[r]