• No results found

Deze locaties zijn gelegen in een milieubeschermingsgebied voor grondwater, zone 'boringsvrije zone' van Oasen N.V.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Deze locaties zijn gelegen in een milieubeschermingsgebied voor grondwater, zone 'boringsvrije zone' van Oasen N.V."

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Haaglanden

Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres

Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I wrww.odh.nl

Zaaknummer Ons Kenmeri<

Datum

00594331

ODH-2020-00148326 24 december 2020

Beschikking

Provinciale milieuverordening Zuid-Holland - milieubeschermingsgebied voor grondwater Onderwerp

Op 12 oktober 2020 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen van de veri^odsbepaling als bedoeld in bepaling 4.2.1, aanhef en onder b, van bijiage 10, onderdeel B van de Provinciale milieuverordening Zuid- Holland (PMV ZH). De aanvraag betreft het uitvoeren van 38 boogzinkers en een gestuurde boring. De locaties zijn gelegen aan de Kadijkselaan nummers 2 t/m 42d en nummers 1 t/m 55g te Bergambacht, kadastraal bekend als gemeente BergambachL sectie B, perceelnummers: 4155, 4156, 4157, 4158, 4159, 4160, 4161, 4162, 4163, 4164, 4165, 4166, 4167, 4168, 4169, 4170, 4171, 4172, 4173, 4174, 4175, 4176, 4177, 4178, 4179, 4180, 4181, 4700, 5786, 5787, 5789, 3101, 3325, 3361, 3362, 3363, 3364, 3365, 3366, 3367, 3368, 3476, 3509, 3516, 3517, 3540, 3541, 3542, 3544, 3581, 3682, 3691, 3692, 3694, 3695, 3846, 3847, 3865, 3866, 3942,4576, 5553, 5554 en 5701.

Deze locaties zijn gelegen in een milieubeschermingsgebied voor grondwater, zone 'boringsvrije zone' van Oasen N.V.

Besluit

Wij tiesluiten:

I. de aangevraagde ontheffing te verienen aan gemeente Krimpenerwaard. De locaties zijn gelegen aan de Kadijkselaan nummers 2 t/m 42d en nummers 1 t/m 55g te Bergambacht;

II. de voorschriften 1 tot en met 35 te verbinden aan deze ontheffing;

III. de aanvraag van 12 oktober 2020 onderdeel te laten zijn van deze ontheffing.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen.

ing. L. Hopman

Hoofd Toetsing & Vergunningveriening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden

(2)

Rechtsmiddelen

Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven.

(3)

Haaglanden

VOORSCHRIFTEN

Algemeen

1 De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd overeenkomstig het ontheffingsverzoek.

2 De houder van de ontheffing moet doen en nalaten wat redelijkerwijs kan worden gevergd om verontreiniging van grond en grondwater te voorkomen of te b»eperken.

3 De ontheffing geldt voor degene aan wie zij is verieend en voor zijn rechtsopvolgers, conform het bepaalde in artikel 7.5, lid 1, van de PMV ZH.

4 Ten minste 14 dagen v66r de aanvang van de werkzaamheden geeft de houder van de ontheffing daarvan kennis aan het bevoegd gezag voor toezicht en handhaving: Het hoofd van de afdeling Expertise, team Bodem en Archeologie van de Omgevingsdienst Midden Holland, Postbus 45, 2800 AA Gouda, info@odmh.nl.

5 Het binnen het milieubeschermingsgebied voor grondwater in bedrijf zijnde materieel moet zodanig zijn uitgenjst en onderirouden, dat de kans op olie- en/of brandstofverontreiniging van de bodem zo klein mogelijk is.

6 Het opslaan, overslaan, bijvullen en verversen van aardolieproducten ten behoeve van het materieel moet zorgvuldig en zonder morsen, boven of op een vioeistofkerende voorziening, gebeuren.

7 Eventueel gemorste schadelijke stoffen moeten meteen worden verzameld in een vioeistofdichte verpakking en naar een hiertoe geschikte verweri<ingseenheid worden gebracht.

8 Indien als gevolg van lekkage, morsen of anderszins grond en grondwater wordt verontreinigd of gevaar voor verontreiniging dreigt, stelt de ter plaatse verantwoordelijke persoon onmiddellijk het bevoegd gezag en de directeur van het drinkwaterbedrijf hiervan in kennis.

9 Het tijdens de werkzaamheden toe te passen water moet van drinkwaterkwaliteit zijn.

10 Tijdens de werkzaamheden toe te passen materieel en materiaal dat in contact komt met het grondwater, moet voor aanvang van de werkzaamheden grondig gereinigd zijn.

Aanleg- en bouwwerkzaamheden

11 De op of onder het maaiveld toe te passen bouwstoffen moeten voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit, met dien verstande dat geen IBC-bouwstoffen mogen worden toegepast.

12 Indien op het terrein schadelijke stoffen zoals minerale olie, vert en toebehoren, epoxy-coatings, bitumen en brandstoffen, worden opgeslagen, dan moeten deze stoffen goed verpakt worden opgeslagen boven een lekbak die tenminste de inhoud van alle niet-aangebroken verpakkingen tezamen kan bevatten.

13 Chemische stoffen voor onder meer funderingsversterking en het waterdicht maken van

bouwputbodems mogen niet worden gebruikt. Onder deze chemische stoffen verstaan wij onder andere waterglas.

14 Ophoog- of aanvulmaterialen moeten voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit, kxjvendien moeten deze materialen schoon zijn. Grond die tijdens de werkzaamheden wordt toegepast moet van de categorie 'wonen' zijn, of schoner.

15 Funderingspalen mogen niet worden verwijderd.

(4)

16 Vrijkomend bouwafval moet dagelijks worden afgevoerd naar een erkende verwerker.

Uitvoeringswerken

17 De afvoer van rioolwater van een voor de uitvoeringswerken te plaatsen bouwkeet moet geschieden via een vioeistofdicht te maken en te onderhouden stelsel van buisleidingen naar het openbare

vuilwatemool.

18 Indien een aansluiting op het riool niet mogelijk is, moet de afvoer van het rioolwater van de bouwkeet als volgt geschieden:

- De afvoer van de toiletten vindt plaats via een stelsel van buisleidingen, waarin een vioeistofdichte septic tank is opgenomen of met gebruikmaking van een mobiel toilet dat regelmatig wordt geleegd.

Het effluent mag niet in de bodem worden geloosd.

De afvoer van de toiletten, de afvoer van het keukenafvalwater en de afvoer van het overige afvalwater geschiedt via een stelsel van buisleidingen dat vioeistofdicht wordt gemaakt en onderinouden.

De septic tank en bezinkput worden zo vaak als voor een goede werking ervan nodig is, geleegd waarbij de specie wordt afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie of een ontvangput van het openbare vuilwaterriool. De bewijsstukken van lediging en afvoer moeten worden bewaard.

19 Indien het bepaalde in de vorige twee voorschriften niet te realiseren is, moet het rioolwater van de bouwkeet door middel van een vioeistofdicht rioleringstelsel kunnen afstromen naar een vioeistofdichte bak.

- De bak moet zijn uitgerust met een niveausignalering. Bij een vulling van 85 procent moet deze signalering in werking treden.

- De bak moet zodanig worden geplaatst dat deze voor inspectie en lediging met behulp van een puttenzuiger gemakkelijk bereikbaar is.

- De bak moet zo vaak als nodig geleegd worden, waarbij de inhoud moet worden vervoerd naar een ontvangput van het openbare vuilwaterriool.

- De bewijsstukken van lediging en afvoer moeten worden bewaard.

20 Indien een bouwkeet wordt verwarmd mag geen andere verwarming worden toegepast dan gasgestookte of elektrische verwarming.

21 Na beeindiging van de werkzaamheden moeten de bouwkeet en het bijbehorende rioleringsstelsel met putten worden geamoveerd en wel zodanig dat het vrijgekomen terrein in de oorspronkelijke staat wordt teruggebracht.

Aanleg kabels en leidingen in open ontgraving

22 De sleuf moet zodanig worden aangevuld dat de oorspronkelijke bodemopbouw wordt hersteld.

23 Aanvullingsmateriaal mag alleen bestaan uit schoon zand, metselspecie dan wel schone grond, afi<omstig van de ontgraving.

(5)

Haaglanden

Aanleg rioolwaterpersleiding in open ontgraving

24 De riolering mag niet anders worden gebruikt dan waarvoor deze is bestemd. Stoffen die de toegepaste materialen kunnen aantasten, mogen niet worden getransporteerd via het rioleringsstelsel.

25 Indien het rioleringsstelsel of een deel daarvan buiten gebruik wordt gesteld, moet de niet meer in gebruik zijnde leiding worden schoongespoeld en worden afgedicht, dan wel verwijderd.

26 De zakelijk gerechtigde of onderhoudsplichtige moet er voor zorgen dat het rioleringsstelsel te alien tijde in goede staat van onderhoud verkeert. De riolering moet worden geinspecteerd overeenkomstig NEN 3398:2015 (Buitenriolering, inspectie en toestandsbeoordeling) en beheerd overeenkomstig de richtlijnen NEN-EN 752:2017 (Buitenriolering - Rioolmanagement).

Horizontaal gestuurde boringen

27 Voor het aanmaken van de boorspoeling mag slechts klei worden toegepast. Het toepassen van

andersoortige organische of anorganische hulpstoffen is niet toegestaan, uitgezonderd natriumhydroxide voor het reguleren van de zuurgraad. De toe te passen klei moet voorzien zijn van een erkende

kwaliteitsverklaring, deze verklaring moet op het werk aanwezig zijn.

28 Het tijdens en na de boring gebruikte spoelwater moet worden opgevangen in een daartoe geschikte vioeistofdichte opvang voorzien ing en afgevoerd worden naar een erkende verwerker.

29 Grond die bij de werkzaamheden vrijkomt moet verzameld en afgevoerd worden naar een erkende verwerker.

30 Het boorgat moet ter plaatse van de slecht dooriatende bodemlagen worden opgevuld met een hiervoor geschikt kleiproduct, bijvoorbeeld bentoniet, zodat de doorboorde bodemlagen weer slecht dooriatend worden. De hiervoor genoemde opvulmaterialen moeten voorzien zijn van een erkende

kwaliteitsveri<laring, deze verklaring moet op het werk aanwezig zijn.

De wijze van aanbrengen van het opvulmateriaal moet twee weken voordat met de werkzaamheden wordt aangevangen aan het bevoegd gezag worden bekend gemaakt.

Het aanbrengen van het opvulmateriaal moet geschieden in aanwezigheid van het bevoegd gezag of een daartoe door hem aangewezen ambtenaar.

Aanleg riolering middels boogzinkers

31 De mantelbuis van de boogzinkers welke beschreven staan in Profiel BZ 6 versie 3: boorprofiel 2345- 0820-01-BZ6 en Profiel BZ 5: boorprofiel 2345-0520-01-BZ5, moet worden voorzien van verklikkers die een zodanige werking hebben dat bij een eventuele breuk de inhoud van het riool aan het maaiveld uittreedt via deze verklikkers.

(6)

OVERWEGINGEN

Aanleiding

Op 12 oktober 2020 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen van de verbodsbepaling als bedoeld in bepaling 4.2.1, aanhef en onder b, van bijiage 10, onderdeel B van de PMVZ. De aanvraag betreft het uitvoeren van 38 boogzinkers en een gestuurde boring. De locaties zijn gelegen aan de Kadijkselaan nummers 2 t/m 42d en nummers 1 t/m 55g te Bergambacht, kadastraal bekend als gemeente Bergambacht, sectie B, perceelnummers: 4155, 4156, 4157, 4158, 4159, 4160, 4161, 4162, 4163, 4164, 4165, 4166, 4167, 4168, 4169, 4170, 4171, 4172, 4173, 4174, 4175, 4176, 4177, 4178, 4179, 4180, 4181, 4700, 5786, 5787, 5789, 3101, 3325, 3361, 3362, 3363, 3364, 3365, 3366, 3367, 3368, 3476, 3509, 3516, 3517, 3540, 3541, 3542, 3544, 3581, 3682, 3691, 3692, 3694, 3695, 3846, 3847, 3865, 3866, 3942, 4576, 5553, 5554 en 5701.

Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd:

- Definitief ontwerp rioolvernieuwing, nieuw gebied 1, d.d. 7 juli 2020, van Ingenieursbureau Krimpenenwaard;

- Definitief ontwerp rioolvernieuwing, nieuw gebied 2, d.d. 7 juli 2020, van Ingenieursbureau Krimpenerwaard;

Definitief ontwerp rioolvernieuwing, nieuw gebied 3, d.d. 7 juli 2020, van Ingenieursbureau Krimpenerwaard;

- Overzichtstekening principetekeningen boogzinkers / gestuurde boring, blad 1, d.d. 17 augustus 2020, Ingenieursbureau Krimpenerwaard;

Overzichtstekening principetekeningen boogzinkers / gestuurde boring, blad 2, d.d. 17 augustus 2020, Ingenieursbureau Krimpenerwaard;

- Milieukundig bodemonderzoek Kadijkselaan in Bergambacht, d.d. 15 juli 2020, van Unihorn bv, documentnummer 3905-20035-13-RAP-MOZ-01-v2.0;

- Verslag vooroverieg vervanging rioolstelsel nabij de Kadijkselaan in Bergambacht, d.d. 12 februari 2020, van Omgevingsdienst Haaglanden;

Verslag vooroverieg ven/anging rioolstelsel nabij de Kadijkselaan in Bergambacht, d.d. 18 September 2020, van Omgevingsdienst Haaglanden;

- Memo, Boogzinker Kadijkselaan 55-55a te Bergambacht, d.d. 28 juli 2020, van Bob den Boer B.V.;

- Dwarsprofiel horizontaal gestuurde boring, d.d. 6 September 2020, van Bob den Boer B.V., tekeningnummer 2610-0920-01-BT;

- Dwarsprofiel Boogzinker, d.d. 12 mei 2020, van Bob den Boer B.V., tekeningnummer 2345-0520-01- BB2;

- Dwarsprofiel Boogzinker, d.d. 12 mei 2020,van Bob den Boer B.V., tekeningnummer 2345-0520-01- BB3;

- Dwarsprofiel Boogzinker, d.d. 12 mei 2020, van Bob den Boer B.V., tekeningnummer 2345-0520-01- BB4;

- Dwarsprofiel Boogzinker, d.d. 28 juli 2020, van Bob den Boer B.V., tekeningnummer 2345-0520-01- BB5;

- Dwarsprofiel Boogzinker, d.d. 26 augustus 2020, van Bob den Boer B.V., tekeningnummer 2345- 0820-01-BB.

Procedure

Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7.11, tweede lid, van de PMV ZH zijn toegepast op deze beschikking.

Adviezen

Gelet op artikel 3:5 van de Awb en artikel 7.11, eerste lid, van de PMV ZH zijn de volgende adviseurs in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek:

1 Burgemeester en wethouders van de Gemeente Krimpenerwaard;

(7)

Haaglanden

4 Oasen N.V.

Tevens is de Omgevingsdienst Midden-Holland om advies verzocht.

Naar aanleiding van het ontheffingsverzoek is advies uitgebracht door het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard

Het advies van het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard d.d. 16 oktober 2020 luidt als volgt:

'Ik heb van u een verzoek om advies in het kader van de Provinciale milieuverordening ontvangen. Het verzoek heeft beti'ekking op het door middel van boogzinkers aanbrengen van drukriolering onder watergangen ter plaatse van de Kadijkselaan te Bergambacht, gemeente KrimpenenA^aard.

De waterstaatkundige belangen verzetten zich niet tegen de uitvoering van de werkzaamheden. De activiteiten moeten bij het hoogheemraadschap gemeld. Er wordt daarbij voorgeschreven dat boven de kabel of leiding overal en te alien tijde een gronddekking van tenminste 1,30 meter aanwezig moet zijn ten opzichte van de aanwezige vaste waterbodem of kunstwerk. Als hieraan wordt voldaan hebben wij geen biezwaar tegen het afgeven van de ontheffing.'

Met betrekking tot het door het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard ingediende advies merken wij het volgende op:

Wij wijzen de initiatiefnemer op het advies van het hoogheemraadschap en nemen verder het advies voor kennisgeving aan.

Toetsingskader en grondslag beschikking

Wetgeving en beleid

Op 20 februari 2019 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de Omgevingsvisie Zuid-Holland

vastgesteld, waarin het beleid ten aanzien van de drinkwatervoorziening in Zuid-Holland is vastgelegd. Deze visie weri<t door naar de provinciale besluitvorming op het terein van milieu en water. Dit beleid vindt zijn weerslag in de PMV ZH.

Het beleid is erop gericht de waterwinning voor de drinkwaterproductie te waarborgen door de gebieden waarbinnen waterwinning plaatsvindt te beschermen. Als gevolg van artikel 1.2 van de Wet milieubeheer zijn regels ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning op 1 januari 2015 door Provinciale Staten van Zuid-Holland (negende tranche PMV ZH) vastgelegd.

In de PMV ZH zijn voor een aantal activiteiten verbodsbepalingen opgenomen ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de watenA^inning. Onder voorwaarden kunnen Gedeputeerde Staten van een aantal veriDodsbepalingen ontheffing verienen.

Met betrekking tot het grondwater wordt hiermee bereikt dat nu en in de toekomst grondwater kan worden gebruikt voor de productie van drinkwater.

Op grond van bepaling 4.2.1, aanhef en onder b, van bijiage 10, onderdeel B, van de PMV ZH, is het verboden in een boringsvrije zone buiten inrichtingen de grond dieper te roeren dan 2,5 m beneden het maaiveld of anderszins werken op of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt die de beschermende werking van de slecht dooriatende bodemlagen kunnen aantasten; onder deze werken worden in elk geval verstaan

bodemstabiliseringswerken, grond- en funderingswerken en het plaatsen en verwijderen van damwanden en heipalen.

(8)

Van het genoemde verbod kan ons college ontheffing verienen op grond van bepaling 4.2.3, eerste lid, van bijiage 10, onderdeel B van de PMV ZH. Ontheffing van het genoemde vertjod is alleen mogelijk, indien de activiteiten op zodanige wijze worden uitgevoerd dat de bescherming van de bodem en de kwaliteit van het zich daarin bevindende grondwater voldoende zijn gewaarborgd.

Beoordeling

De locaties zijn gelegen in een milieubeschermingsgebied voor grondwater, zone 'boringsvrije zone' van Oasen N.V.

Op een afstand van ca. 1,5 km ten zuidoosten van de locaties wordt door Oasen N.V. grondwater gewonnen voor de productie van drinkwater op een diepte van 12 tot 50 m-NAP.

Volgens gegevens uit DINOIoket (boorprofiel B38B0036), van een boring op een afstand van ca. 20 m ten oosten van Kadijkselaan 3, bestaat de ondergrond vanaf het maaiveld tot ca. 10,3 m-mv (11,4 m-NAP) uit veen- en kleilagen en tot ca.49,1 m-NAP uit zandlagen die ondertjroken worden door een kleilaag op een diepte van respectievelijk 15,6 tot 16,7 m-NAP en 19,8 en 20,1 m-NAP. Uit boorprofiel B38B0616, van een boring op een afstand van ca. 35 m ten oosten van de locatie Kadijkselaan 21, blijkt dat de ondergrond vanaf het maaiveld tot ca. 8,4 m-mv (9,7 m-NAP) bestaat uit klei- en veenlagen gevolgd door zandlagen tot einde boring op 10,3 m-NAP.

Deze aanvraag komt voort uit de noodzaak het huidige riool te vervangen dat niet meer voldoet en ver- /weggezakt is in de slappe ondergrond. Hierdoor komt het geregeld voor dat er overstort plaatsvindt op het oppervlaktewater. De aanvraag bevat de volgende ingrepen: de aanleg van een persriool waarbij ca. 578 meter in open ontgraving en ca. 252 meter in 38 boogzinkers uitgevoerd wordt. Daarnaast wordt ook een voedingskabel aangebracht. Daarvoor is een gestuurde boring van ca. 56 meter nodig. De rioolpersleiding heeft een diameter van 75 mm en de mantelbuis van de voedingskabel heeft een diameter van 50 mm. In veriDand met vergelijkbare situatie/uitgangspunten bij diverse uit te voeren boogzinkers zijn vijf verschillende (standaard) profielen vastgesteld. Hierover is vooroverieg gevoerd. Het gaat om de volgende profielen:

- Profiel BZ 2: boorprofiel 2345-0520-01-BZ2, 12 stuks, lengte boring 14,4 m, de diepte van de hartlijn ten opzichte van mv/NAP betreft op het diepste punt 2,06 m-mv/4,38 m-NAP, ruimgat 165 mm, restdikte afdichtende slecht dooriaatbare laag tot de zandlagen bedraagt ca. 5,2 m;

- Profiel BZ 3: boorprofiel 2345-0520-01-BZ3, 21 stuks, lengte boring 10,5 m, de diepte van de hartlijn ten opzichte van mv/NAP betreft op het diepste punt 2,28 m-mv/4 m-NAP, ruimgat 165 mm, restdikte afdichtende slecht dooriaatbare laag tot de zandlagen bedraagt ca. 5,6 m;

- Profiel BZ 4: boorprofiel 2345-0520-01-BZ4 versie 2, 3 stuks, lengte boring 14,9 m en de diepte van de hartlijn ten opzichte van mv/NAP betreft op het diepste punt 2,76 m-mv/4,01 m-NAP, ruimgat 165 mm, restdikte afdichtende slecht dooriaatbare laag tot de zandlagen bedraagt ca. 5,6 m;

- Profiel BZ 5: boorprofiel 2345-0520-01-BZ5, 1 stuk, lengte boring 20,6 m en de diepte van de hartlijn ten opzichte van mv/NAP betreft op het diepste punt 3,49 m-mv/4,77 m-NAP, ruimgat 165 mm, restdikte afdichtende slecht dooriaatbare laag tot de zandlagen bedraagt ca. 4,8 m;

- Profiel BZ 6 versie 3: boorprofiel 2345-0820-01-BZ6, 1 stuk, lengte boring 26,2 m en de diepte van de hartlijn ten opzichte van mv/NAP betreft op het diepste punt 5,45 m-mv/6,73 m-NAP, aiimgat 165 mm, restdikte afdichtende slecht dooriaatbare laag tot de zandlagen bedraagt ca. 3 m.

Het gaat hier om een persriool. Daarbij wordt onder druk rioolwater door een leiding geperst. Ingeval van lekkage komt derhalve ven/uild water in de ondergrond terecht met grote risico's voor de kwaliteit van het grondwater in de dieper gelegen zandlaag, het eerste watervoerend pakket. In verband met die risico's en de dikte van de onder de boogzinkers resterende slecht dooriatende beschermende laag welke bij boring Profiel BZ 6 versie 3: boorprofiel 2345-0820-01-BZ6 ca. 3 meter bedraagt en bij boogzinker Profiel BZ 5:

(9)

Haaglanden

Het gaat daarbij om de verplichting tot het aanbrengen van verklikkers waardoor in geval van lekkage het uitkomende rioolwater aan het maaiveld uittreedt en die de risico's reduceren en bij een mogelijk incident t)eheersbaar houden.

Tenslotte is er een boorplan voor de gestuurde boring opgesteld. Dat is boorprofiel 2610-0920-01-BT versie 2. Dit boorprofiel heeft een lengte van 62,9 m en een ruimgat van 65 mm. Diepte van de hartlijn ten opzichte van mv/NAP betreft op het diepste punt 5,25 m-mv/6,7 m-NAP. De restdikte van de afdichtende slecht dooriaatbare laag tot de zandlagen bedraagt ca. 3 m.

De slecht dooriatende laag beschermt het grondwater in het watervoerend pakket waar drinkwater uit wordt gewonnen. Gezien de eerdergenoemde dikte van de slecht dooriatende lagen en de maatregel in het genoemde voorschrift 31 vinden wij dat in dit geval de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd.

Risico's

De mate waarin de bouwactiviteiten een risico voor de bodem vormen, hangt samen met de omvang en de duur van deze activiteiten. Niet in alle gevallen is er sprake van een wezenlijk risico. Ten behoeve van het uitvoeren van werken wordt gebruik gemaakt van tijdelijke verblijven en machines. Het voorhanden hebben van schadelijke stoffen en het afvoeren van afvalwater op de bouwplaats is een bedreiging voor de kwaliteit van de bodem. Eveneens zijn de activiteiten, zoals het aanleggen van riolering, het graven van een bouwput en het plaatsen van een bronbemaling, van invloed.

Ook het toepassen van bepaalde bouwstoffen kan een bedreiging zijn voor de kwaliteit van de bodem. Met name in kwetsbare gebieden zoals waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden dienen

ophoogmaterialen zoals grond, zand en bouwmaterialen voor woningbouw gecontroleerd te worden op kwaliteit voordat ze worden toegepast. Toe te passen materialen mogen niet uitlogen naar de bodem.

De kans op verontreiniging van het te winnen grondwater wordt groter naarmate de (mechanische) ingreep reikt tot de laag waaruit het grondwater gewonnen wordt. Bij een freatische winning is het risico van verontreiniging groter dan bij een winning uit een watervoerend pakket op grotere diepte die bovendien is afgedekt door een weerstand biedende laag. Mechanische ingrepen kunnen op drie manieren de

grondwaterkwaliteit aantasten:

1. Het watervoerend pakket waaruit drinkwater wordt gewonnen wordt toegankelijk gemaakt voor verontreinigende stoffen. Het risico voor aantasting van de grondwaterkwaliteit neemt toe naarmate dek- of weerstandbiedende lagen worden aangetast, de oppervlakte waarover de ingreep plaatsvindt groter is of de tijdsduur waarover de ingreep plaatsvindt groter is.

2. Het gebruik van chemische stoffen voor onder andere fijnderingsversterking en het waterdicht maken van bouwputbodems.

3. Het gebmik van werktuigen en bouwstoffen waardoor verontreiniging voor de bodem kan ontstaan.

Beschouwingen ten aanzien van te nemen maatregelen

Voor het uitvoeren van boringen wordt als boorvloeistof gewoonlijk bentoniet of een gelijkwaardig product toegepast, veelal gemengd met ter plaatse aanwezig vervuild oppervlaktewater. Dit brengt risico's mee voor de kwaliteit van het grondwater. Het te gebruiken water voor het aanmaken van de boorspoeling dient daarom van drinkwaterkwaliteit te zijn.

Daarnaast zijn wij van mening dat bentoniet, door gebruik als smeermiddel, schadelijke stoffen kan opnemen, waarna het door ons als afvalstof zal worden aangemerkt. Alle voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het gebruik van schadelijke stoffen dienen daarom gericht te zijn op het voorkomen van verontreiniging van de bodem door de afvalstof op te vangen zodat deze niet met de bodem in aanraking kan komen of met de bodem kan worden vermengd.

(10)

In dit geval behoeft het uitvoeren van een horizontaal gestuurde boring geen verslechtering van de huidige milieuhygienische situatie ter plaatse in te houden, mits de gewenste activiteit zodanig zal worden uitgevoerd dat alle mogelijke risico's met betrekking tot verontreiniging van de bodem zoveel mogelijk zullen worden voorkomen. Om dit te bereiken dient materieel in goede staat te verkeren en moet de vrijkomende grond en het gebruikte boorvloeistof worden opgevangen om deze af te voeren naar een hiertoe geschikte

verwerkingsinrichting. Daarbij kan de gebruikte boorvloeistof eventueel tijdelijk worden opgeslagen.

Om de risico's van de bouwactiviteiten zoveel mogelijk af te dekken zijn aan deze ontheffing voorschriften verbonden met betrekking tot het plaatsen van een eventueel aanwezige bouwkeet en het gebruik van (graaf)machines. Om veronb^einigingen naar de bodem te voorkomen dient gebruik gemaakt te worden van een bodemafdichting met folie.

Gelet op de maatregelen die genomen worden om bodem- en grondwaterverontreiniging te voorkomen, wordt voldaan aan het 'stand still'-beginsel.

Aan de te verienen ontheffing zijn voorschriften veriaonden, die de risico's voor verontreiniging van de bodem en het grondwater, tijdens en na het uitvoeren van de werkzaamheden zoveel mogelijk moeten reduceren.

Conclusie

Gelet op vorenstaande overwegingen bestaat er voor ons geen aanleiding de gevraagde ontheffing in het belang van de bescherming van het milieu te weigeren, mits wordt voldaan aan de door ons aan de ontheffing te verbinden voorschriften, die nodig zijn ter bescherming van de kwaliteit van de bodem en het grondwater.

Voor de realisering van de aangevraagde activiteit kunnen naast de PMV ZH andere wettelijke regelingen van toepassing zijn.

(11)

Haaglanden

BEGRIPPENLIJST

In dit besluit wordt verstaan onder:

Boringsvrije zone Grondwater-

beschenningsgebied Waterwingebied

Het gebied van Oasen N.V. dat als zodanig is aangewezen in bijiage 6 van de PMV ZH en is aangegeven op de daarvan deel uitmakende kaart 8

Bodem Hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet bodembescherming;

Schadelijke stoffen Stoffen of combinaties van stoffen, in welke vomn ook, waarvan hetzij in het algemeen, hetzij in het gegeven geval kan worden venA^acht dat zij - op of in de bodem gerakend - de bodem met het zich daarin bevindende grondwater verontreinigen of kunnen verontreinigen; hieronder worden in elk geval verstaan de stoffen of combinaties van stoffen, die voorkomen op een door ons

vastgestelde lijst;

Het drinkwaterbedrijf Oasen N.V., Postbus 122, 2800 AC Gouda;

Het bevoegd gezag Omgevingsdienst Midden-Holland, Postbus 45, 2800 AA Gouda

Het hoofd van de afdeling Expertise, team Bodem en Archeologie van de Omgevingsdienst Midden Holland, Postbus 45, 2800 AA Gouda;

Milieutelefoon Telefoonnummer 0888 333 555, dag en nacht bereikbaar voor het melden van calamiteiten.

Aandachtspunten

Wij zijn bevoegd de ontheffing in te trekken indien de voorschriften, die aan de ontheffing zijn verbonden, niet worden nageleefd. Wij zijn daartoe ook bevoegd, indien de belangen, die door deze verordening worden beschermd dat nodig maken en andere maatregelen daarvoor geen opiossing bieden. Deze andere

maatregelen zijn:

a. het wijzigen van de voorschriften die aan de ontheffing zijn verbonden;

b. het veriDinden van nadere voorschriften aan deze ontheffing.

Voorts zijn wij bevoegd - anders dan op aanvraag van de houder van de ontheffing - een ontheffing geheel of gedeeltelijk in te trekken indien gedurende drie jaar geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de ontheffing.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kwetsbare soorten voor energie-infrastructuur in Nederland; Overzicht van effecten van hernieuwbare energie-infrastructuur en hoogspanningslijnen op de kwetsbaarste soorten

Horizontale samenwerking bijvoorbeeld meerdere vervoerders • Bepaal het gewicht van uw project • Ga na of u alleen in staat bent dit concept toe te passen • Indien u dit samen

men in een kassencomplex voor lelie- teelt, waar regelmatig woekerziekte is gevonden: grond, compost, drainagewa- ter en plantmateriaal zijn nauwlettend onderzocht.. In het

De behandelingen met Caragoal 7 kg/ha en met 300.000 nematoden per pot resulteerden in significant lager aantal bloembladeren met schade door de lichte slakken (objecten E en G) dan

Dit verschijnsel wordt bereikt door een systeem van (half) bolvormige of pr i smatische elementen. De zichtbaarheidsafstand van het materiaal op motorvoertuigen wordt

[r]

The articles in this issue capture recent research on the special needs and circumstances of students, employees in the workplace, victims in the criminal justice

This study aims to monitor unions’ Internet use and analyses the website content of trade unions in the top five economies African countries, namely Nigeria, South Africa,