• No results found

Natuuronderzoek van twee meertjes in de Vereenigde Binnenpolder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Natuuronderzoek van twee meertjes in de Vereenigde Binnenpolder"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Natuuronderzoek van twee meertjes in de Vereenigde Binnenpolder

Verslag Ben Kruijsen m.m.v. Wim Kuijper 2 oktober 2020

Inleiding

In het weidegebied de Vereenigde Binnenpolder (Dijkland) liggen twee kleine meertjes die in 2019 en 2020 op hun natuurwaarden zijn onderzocht. Het betreft de Spaarnwouderplas (Kerkemeertje) en het Spaarnwoudermeer. In 2019 stond de natuur boven water centraal. Het betreft vooral onderzoek naar het voorkomen van broedvogels en de plantengroei. In 2020 is de natuur onder water onderzocht: de kleine waterdiertjes (“macrofauna”) en de visfauna. Het onderzoek visfauna is uitbesteed aan Ravon en de uitkomsten zijn nu nog niet bekend. De macrofauna werd tweemaal onderzocht, in mei en begin september.

De Spaarnwouderplas en het Spaarnwoudermeert zijn meertjes omgeven door moerassige zones ingebed in een weidelandschap. Ze zijn eind jaren tachtig van de vorige eeuw gegraven.

Foto’s in dit rapport zijn van de auteur tenzij anders vermeld.

Spaarnwouderplas/Kerkemeertje

De Spaarnwouderplas staat al geruime tijd bekend vanwege haar vogelrijkdom zowel voor broed- als trekvogels. Voor vogelaars is het een “hotspot” in de regio. Het terrein is voor recreanten niet toegankelijk. Voor hen is een vogelhut aangelegd van waaruit men goed zicht heeft op het meertje, omliggende milieus en de vogels. Vogels die vaak pleisteren op het meertje in het broedseizoen zijn diverse eendensoorten zoals kuifeend en slobeend, voorts kluut, grauwe gans, tureluur, kievit en grutto. De weidevogels broeden in de weilanden in de omgeving. In het winterhalfjaar zijn er veel rustende en foeragerende watervogels waarbij vooral de grote aantallen smienten opvallen. Het meertje en omgeving zijn belangrijk voor pleisterende vogels die hier een rustgebied dankzij de ontbrekende recreanten.

De Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland knot wilgen nabij de parkeerplaats en ruimt er vuil op. In het natuurterrein geldt in principe een beheer van nietsdoen. Een eilandje met schelpen speciaal voor broedende kluten en andere kale-bodem broeders wordt vrijgehouden van vegetatie.

Begrazing door koeien in het omliggende weiland is van invloed op de vegetatie.

Figuur 1. Spaarwouderplas/ Kerkemeertje. 8 mei 2020

(2)

2 Figuur 2. Spaarwouderplas. 8 mei 2020. Opvallend is de geringe diepte waar Wim Kuijper bezig is met het macrofaunaonderzoek.

In 2019 zijn rond het meertje planten aangetroffen die wijzen op brakke omstandigheden, zoals goudknopje, zilte rus, moeraszoutgras e.a. Goudknopje is een vrij zeldzame soort van brakke pioniersituaties in West-Nederland. Het water van het meertje is kennelijk enigszins brak. Hoe dit komt is op dit moment onduidelijk. Bij saliniteitsmetingen in 2020 bleek het meertje licht brak. Dit kan komen omdat men in droge perioden gebiedsvreemd water

afkomstig van de Mooie Nel inlaat, maar ook enige kwelinvloed kan niet worden uitgesloten.

Metingen in een nabijgelegen sloot wezen daar op zoet water.

Figuur 3. Spaarwouderplas voorjaar 2019 met zicht op de vogelhut vanaf de parkeerplaats Vooral bij het tweede bezoek (1 september) was het water troebel en geen zicht op de bodem.

Mogelijk wordt dit (o.a.) veroorzaakt door koeien en/of vis. Het ondiepe (enige cm) water in de rietkraag was helder. Hierin werden geen dieren aangetroffen.

Een belangrijk aandeel in de fauna waren watervlooien, vlokreeften en waterwantsen. Andere soorten zijn alleen in klein aantal aanwezig.

(3)

3 Bij de slakken is Jenkins’ waterhoren (fig. 4) de enige die regelmatig werd waargenomen.

Figuur 4. Jenkins’ waterhoren. De dieren kropen op brokken stevige klei op de bodem.

Opvallend waren een aantal eendenbloedzuigers op de onderkant van een steen (fig. 5)

Figuur 5. Spaarnwouderplas. Eendenbloedzuiger

De aangetroffen soortencombinatie geeft aan dat we met brak water te maken hebben. Het algemeen voorkomen van vlokreeften, waterwantsen en de arme molluskenfauna wijzen hierop.

(4)

4

Het Spaarnwoudermeer

Rond dit grotere meertje treffen we struik- en bosrijke zones en lokaal brede rietkragen op een venige bodem aan. De grotere van dit natuurterrein impliceert meer potenties voor een

gevarieerde fauna. De flora is door de aanwezigheid van overwegend voedselrijke milieus niet heel bijzonder te noemen. Hoewel niet specifiek onderzocht zou het de moeite waard zijn de zoogdierenfauna nader te onderzoeken. Wellicht zijn soorten als waterspitsmuis en Noordse woelmuis in het terrein aanwezig.

De afgelopen jaren zien we veel minder waarnemingen van watervogels in en bij het

Spaarnwoudermeer (Figuur 6). We zien hier smient, slobeend, kuifeend, tafeleend en grauwe gans. De meer geïsoleerde ligging voor vogelaars is hier waarschijnlijk mede debet aan. Een zogenaamd waarnemerseffect dus. Uit het vogelonderzoek in 2019 blijkt, dat de aantallen watervogels lager zijn dan bij de Spaarnwouderplas. Waargenomen zijn meerkoet, krakeend, kuifeend, knobbelzwaan, fuut en grauwe gans. Deze soorten zullen hier in de oeverzones broeden. Er is een groot oppervlak aan rietvegetaties. Daardoor zien we hier als broedvogel algemene rietsoorten als kleine karekiet, blauwborst, rietgors en rietzanger. Groepjes watersnippen gebruiken het terrein als pleisterplaats tijdens de trek.

Het terrein herbergt ook een behoorlijk oppervlak aan vochtige en natte bosjes. Zangvogels als tjiftjaf, fitis, koolmees, merel, kneu en roodborsttapuit zijn vastgesteld tijdens het

broedseizoen. Ook is in 2019 de koekoek en de groene specht zingend waargenomen. In 2020 is in een nat struweel langs het meer door de auteur tot tweemaal toe een zingende Cetti’s zanger waargenomen. Dit is een zeldzame soort in opmars en in de regio in 2020 op meerdere plaatsen zingend waargenomen.

Op avonden in april rond de 15 graden C. werden er diverse roepende veenmollen (groot insect verwant aan sprinkhanen) op weilanden en langs sloten aan de west- en zuidwestzijde van het natuurgebied waargenomen.

Figuur 6 Het Spaarnwoudermeer oktober 2019

(5)

5 Het Spaarnwoudermeer (fig. 7) heeft een ander karakter dan de Spaarnwouderplas. Het bevat een ander type water en macrofauna. Het is grotendeels door goed begroeide oevers omgeven, o.a. door struikgewas, natte ruigtes en vochtige bosjes. De bodem langs de oevers bestaat uit zwarte modder met veel plantenresten. De diepte is een halve tot 1 meter, in het midden is het mogelijk dieper. Het meer staat in contact met omliggend water. In de zuidpunt sluit een wetering aan op het meer. Op enkele plekken wordt de oever gebruikt door recreanten.

Figuur 7. Spaarnwoudermeer. 8 mei 2020. Macrofaunaspecialist Wim Kuijper controleert het vangnet.

Spaarnwoudermeer

Een eenvoudige zoutgehaltemeting op beide onderzoek data gaf een saliniteitswaarde aan van circa 0 ‰. Het zoete water is helder, door de zwarte bodem toont het echter ondoorzichtig.

De fauna bestond uit tientallen soorten, opvallend in aantal waren vlokreeften,

zoetwaterpissebedden, larven van libellen (juffers), (duiker-)wantsen en slakken. Diverse andere dieren waren, zoals gebruikelijk, met een enkel exemplaar aanwezig. Dit betreft bijvoorbeeld de staafwants en haar eieren (fig. 8), waterschorpioen, tuimelaar (grote waterkever fig. 9) en

de grote

zoetwatermossels (figuur 11).

Figuur 8.

Spaarwoudermeer.

De karakteristieke uiteinden van de eieren van de staafwants. De eitjes zelf zitten in de stengel

(6)

6 Figuur 9. Spaarnwoudermeer. Tuimelaar.

Opvallend was de aanwezigheid van zoetwatergarnalen (fig. 10). Deze soort komt

voornamelijk in wat grotere voedselrijke zoete wateren voor. Ze zijn echter niet algemeen verspreid in Nederland.

Figuur 10. Spaarnwoudermeer. Zoetwatergarnaal, kop met karakteristieke tandjes. Foto Wim Kuijper.

(7)

7 De grote zoetwatermossels, zoals schildersmossel, zwanen- en vijvermossel (fig. 11), zijn vaak lastig aan te tonen. De dieren zitten met lage dichtheden half ingegraven in de bodem.

Figuur 11. Spaarnwoudermeer, levende vijvermossel.

Vaak helpen ratten, reigers e.d. hun aanwezigheid aan te tonen. Deze dieren eten de mossels op de oevers op en laten de schelpfragmenten achter. Zo ook hier naast het meer. Op de oever lag eveneens een dode paling.

De fauna geeft aan dat het meer zoetwater bevat. Een zeer kleine invloed van iets zout is echter mogelijk.

Aanbevelingen voor beheer/ onderzoek van het Spaarnwoudermeer

Wij volgen de aanbevelingen gedaan in het rapport van Kruijsen en Diemeer uit 2019. De aanleg van een of meerdere natuurvriendelijke oevers in het Spaarnwoudermeer kan de macrofauna een positieve impuls geven.

Kruijsen en Diemeer bevelen ook aan een hakhoutbeheer in te stellen rond het

Spaarnwoudermeer. Hierdoor is er minder gelegenheid voor predatoren van weidevogels zoals kraaien om er te broeden. Hierdoor kunnen de weidevogels in de weilanden rond het meertje tot een beter broedresultaat komen.

Tot slot wordt aanbevolen zoogdieronderzoek te laten plaatsvinden bij dit meertje en directe omgeving. Mogelijk komen waterspitsmuis en Noordse woelmuis, beide beschermde soorten onder de Wet Natuurbescherming, in het gebied voor.

---

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naar mijn indruk komt dat door de keerzijde van de het rendement dat deze bedrijven maken, namelijk die van het risico.. Veel hedgefondsen maken voor het opbouwen van hun

Als de ionsterkte van het monster niet bekend is, wat meestal het geval zal zijn, kan met deze methode de nitraatconcentratie niet nauwkeurig worden bepaald.. Wel kan de

Door de rol van feedback in het leren van studenten te verkennen, en vragen te stellen over welke proces- sen gaande zijn bij studenten tijdens het ontvangen van feedback en

BAMA-structuur – Opleiding verpleegkunde Binnen België hebben wij momenteel twee oplei- dingen verpleegkunde : gegradueerde verpleeg- kundige, die binnen de

Stel dat we voor elk punt in N met twee inkomende pijlen beide pijlen verwijde- ren, en vervolgens alle ongelabelde bladeren verwijderen en overbodige punten onderdruk- ken totdat

Diane-Lee Pretorius has received permission from ________________________________________ to conduct a focus group for the research study entitled, Guidelines to design

Had ieder Kapitein het voorbeeld van Witte, de Ruyter, de Wilde en Evertsen gevolgd, dan zou de uitslag van het gevecht heel anders geweest zijn; maar velen volgden hun' eigen zin

Sprenger van Eijk, Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk