DEEL 3
LIVESTREAM ‘leven naar Gods plan’
THEMA: RENTMEESTERSCHAP
1. Het doel.
2. Het mandaat.
3. Rentmeesterschap.
‘Leven naar Gods plan’
is een kwestie van
rentmeesterschap.
1 Korinthe 6:19-20 (HSV)
19 Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent?
20 U bent immers duur gekocht.
Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.
Wat is een
rentmeester?
A. Het woordenboek omschrijft een
rentmeester als 'iemand die belast is met het beheer van goederen en zaken die niet van hemzelf zijn’.
B. Het woord "rentmeester" in het Nieuwe Testament betekent "de
beheerder van een huishouden of huishoudelijke zaken; een
manager”
C. Een rentmeester is een persoon die door een eigenaar is gemachtigd
om toe te zien op bezittingen,
eigendommen en huishoudelijke zaken.
D. Rentmeesters kwamen veel voor in de bijbelse cultuur. De meeste
rijke mensen en heersers hadden rentmeesters aan wie ze het
toezicht op personeel en
eigendommen toevertrouwden.
Hoe wordt dit concept van rentmeesterschap gezien in de relatie van
de gelovige met God?
God is de
eigenaar van
alle dingen.
Genesis 14:19 (HSV).
19 En hij zegende hem en zei:
Gezegend zij Abram door God, de
Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit!
Job 41:2 (HSV).
2 Wie treedt Mij tegemoet, zodat Ik het hem zou vergelden? Wat onder heel de hemel is, is van Mij.
Psalm 24:1 (HSV)
De aarde is van de HEERE en al wat zij bevat, de wereld en wie er wonen.
Psalm 50:10-12 (HSV)
10 want al de wilde dieren in het woud
zijn van Mij, de dieren op duizend bergen.
11 Ik ken alle vogels van de bergen, het wild van het veld is bij Mij.
12 Als Ik honger had, Ik zou het u niet
zeggen; want van Mij is de wereld en al wat zij bevat.
1. God is de gever of bron.
(Jak. 1: 17-18; Handelingen 17:25) 2. Degene aan wie verslag wordt
gegeven. (Rom. 14:12)
3. De beloner of degene die de rekeningen betaalt.
(Hebreeën 11: 6)
De gelovige is een
rentmeester.
Als rentmeester is de gelovige:
1. De ontvanger.
2. Verantwoordelijk en moet verantwoording afdragen tegenover de eigenaar.
3. Degene die getrouw zijn worden
beloond.
Wat zijn de
verschillende
gebieden waarin rentmeesterschap
beoefend moet
worden?
A. Rentmeesterschap houdt allereerst en vooral in dat men zijn leven aan God teruggeeft.
B. Rentmeesterschap houdt een
verstandig en eervol gebruik van je tijd in.
C. Rentmeesterschap betekent dat je
goed omgaat met jouw talenten en
vermogens.
D. Rentmeesterschap houdt een goed begrip en gebruik van iemands
bezittingen in.
E. Rentmeesterschap betekent jouw financiën zorgvuldig en
doelgericht gebruiken voor het
koninkrijk van God.
Wat is een definitie van christelijk
rentmeesterschap?
Rentmeesterschap heeft betrekking op onze verantwoordelijkheid voor het
aangezicht van God m.b.t. het beheer van:
• geestelijke goederen (gaven / bedieningen / ambten).
• je leven in relatie met medemens en natuur.
• persoonlijke gezondheid (geestelijk/
fysiek).
• middelen (tijd / bezit= vermogen en
inkomsten/talenten).
Wat zijn de
belangrijkste
eigenschappen van een goede
rentmeester?
A. Trouw en loyaliteit.
B. Inspanning (bedrijvigheid).
C. Discipline en gehoorzaamheid.
D. Vruchtbaarheid en productiviteit.
E. Nederigheid en het hart van een dienaar.
Welke waarheden
benadrukte Jezus in
zijn onderwijs over
rentmeesterschap?
Jezus' belangrijkste leer over
rentmeesterschap is te vinden in twee gelijkenissen in Mattheüs 25: 14-30 en Lukas 16: 1-13.
A. Als we niet gebruiken wat God ons heeft gegeven, zullen we het
verliezen.
B. God verwacht van ons dat we onze
talenten gebruiken om Zijn koninkrijk te vergroten.
C. God verwacht van ons dat we wijsheid gebruiken als we onze talenten
gebruiken.
D. Wij zijn verantwoordelijk om te
worden wat God ons mogelijk heeft gemaakt om in Christus te worden.
E. Ook al lijkt God niet direct toezicht te houden op wat we doen, er zal een
dag van afrekening of verantwoording komen.
F. De ijverige zal door de Heer worden beloond.
G. De goddelozen en zullen door de Heer worden geoordeeld.
Wat voor soort vragen moeten gelovigen
zichzelf stellen op het gebied van
rentmeesterschap?
A. Erken ik dagelijks dat alles wat ik heb van God is?
B. Zoek ik Gods goedkeuring boven de goedkeuring van de mens in de
levensstijl die ik leid?
C. Gebruik ik mijn tijd, talenten,
capaciteiten en financiën op een
manier die God eer zou brengen?
D. Draag ik bij aan de uitbreiding van het Koninkrijk van God door het
gebruik van alles wat ik heb?
E. Beheer ik de zaken van mijn leven op zo'n manier dat het voor God
gemakkelijk zal zijn om tegen mij te zeggen: