• No results found

DE SOORTEN OPNAMES BINNENOPNAMES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE SOORTEN OPNAMES BINNENOPNAMES"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE SOORTEN OPNAMES BINNENOPNAMES

Binnen is er altijd, ook als de zon schijnt, veel minder licht dan buiten.

Men kan hierbij twee dingen doen:

1. Enkel met het aanwezige licht :


Het diafragma volledig open zetten (bv.2,8 f) en een lage sluitersnelheid.


Indien uit de hand wordt gefotografeerd dan minstens 1/60ste sluitersnelheid gebruiken
 Is er dan nog onvoldoende licht dan moeten we kiezen voor een hogere ISO-waarde,
 minstens ISO 200 of 400 of zelfs hoger.


Opgepast: hoe hoger de ISO-waarde hoe meer ruis de foto gaat bevatten.

2. Met flitser :


Indien er nog steeds onvoldoende licht is of de sluitersnelheid is te laag dan moeten we flitsen. Indien het een grote ruimte is dan kan de flits nog onvoldoende zijn omdat de afstand te groot is. Daarom laten we de ISO-waarde hoog staan omdat het bereik van de flitser dan veder reikt.

De witbalans laat je best op AUTO staan bij het aanwezige licht.

Indien je de flitser gebruikt zet de witbalans best op flitser (indien aanwezig) Invallend licht

1. Tegenlicht:


Bij daglicht liefst niet fotograferen naar een raam toe want dan heb je tegenlicht.


Indien je dit toch wil toepassen dan spotmeting toepassen en invulflits gebruiken.

2. Van opzij:


Iemand naast het raam plaatsen met invallend daglicht levert mooie foto’s op.


Soms in combinatie met een invulflits. Oppassen dat je niet richt op een blinkend vlak voor de weerkaatsing. Ook best de flitser op rode ogen zetten.


Als het aan de andere kant van het raam zeer donker is en je wenst niet te flitsen dan zal de ene kant van het gezicht te donker zijn.


Om dit op te lossen kan je een reflectiescherm gebruiken.


Kan gaan van een wit laken, een stuk karton waarop aluminiumfolie is bevestigd tot een in de handel verkrijgbaar reflectiescherm.

CONCLUSIE:

Gevoeligheid:ISO 400 of hoger indien aanwezig licht wordt gebruikt

Opnamestand : sluitertijdvoorkeur – indien mogelijk niet te laag (onscherpte) Bij tegenlicht: spotmeting of invulflits

BUITENOPNAMES

In de buitenlucht is er normaal veel meer licht dan binnen. En het licht is er meer verdeeld Daarom stel je best de ISO-waarde terug lager in.

Bij zonnig weer naar ISO 100 en bij bewolkt weer naar ISO 200.

Nooit de ISO-waarde te hoog instellen want hoe lager hoe rijker de kleuren en hoe minder de ruis.

De witbalans bij zonnig weer best op zon instellen en bij bewolkt weer op wolkje Bij voortdurende wisselingen best op AUTO laten staan.

Bij veel licht heb je een grotere speelruimte met belichting.

Wil je alles in beeld scherp hebben (grote scherptediepte) dan kies je de stand diafragma (A) en zet je diafragma volledig dicht (bv f/16)

Hoe kleiner het diafragma wordt hoe lager de sluitersnelheid zal worden.

Wens je daarentegen je onderwerp scherp en de rest zoveel mogelijk onscherp (kleine scherptediepte) dan diafragma helemaal open (bv.f/2.8) Deze instelling levert de mooiste foto’s op.

Hoe meer je inzoomt hoe groter dit effect zal zijn.

CONCLUSIE:

(2)

Gevoeligheid: ISO 100 bij zon of hoger indien bewolkt – Bv.ISO 200

Opnamestand : diafragmavoorkeur – bij grote scherptediepte=klein diafragma bij kleine scherptediepte= groot diafragma Bij tegenlicht: spotmeting of invulflits

ZON EN MENSEN

Mensen in de zon fotograferen is niet zo eenvoudig.

Iemand die met zijn gezicht naar de zon staat zal zijn ogen dichtknijpen en grimassen trekken.

Iemand met zijn rug naar de zon geeft technische problemen 1. in de lens kunnen lichtkringen optreden

2. een lichtzweem

3. persoon onderbelicht (zijn voorkant helemaal zwart)

Maar er kunnen ook mooie foto’s mee genomen worden indien je gebruik maakt van : 1. een zonnekap

2. de hand boven de lens houd (oppassen dat je hand niet zichtbaar is) 3. camera op de Preset tegenlicht plaatsen

Gebruik ook spotmeting op het gelaat

En ook een invulflits verlicht de persoon en zal ondanks het tegenlicht toch goed belicht zijn indien de afstand tussen camera en persoon niet al te groot is.

In vele gevallen levert dit schitterende resultaten op.

Ook steeds gebruiken indien de zon van opzij komt.

CONCLUSIE:

Gevoeligheid: ISO 100 bij zon of hoger indien bewolkt – Bv.ISO 200

Opnamestand : diafragmavoorkeur – bij grote scherptediepte=klein diafragma bij kleine scherptediepte= groot diafragma Bij tegenlicht: spotmeting of invulflits

PORTRETTEN

Gebruik zoveel mogelijk een groot diafragma om iemand beter te laten uitkomen tegen de achtergrond. De persoon is scherp en de achtergrond flou.

Heeft je camera de preset instelling portret dan kan je die gebruiken.

De camera gebruikt korte sluitertijden omdat het diafragma volledig open staat.

Gebruik minstens 1/60ste

Let erop dat de achtergrond geen storende objecten bevat. Het beste is een egale achtergrond.

Portret binnen:

Gebruik zoveel mogelijk zijdelings licht van een raam. Schilders maken hiervan veel gebruik.

Portret buiten:

Laat je persoon niet naar de zon kijken want de ogen worden hierbij dichtgeknepen.

Prachtige portretten maak je in de schaduw van een gebouw of boom.

Plaats iemand ook niet vlak naast een muur met een felle kleur. Die kleur zal gereflecteerd worden op je persoon.

Laat iemand zijn hoofd lichtjes naar boven richten. Zo krijg je meer diepte in de foto en vermijd je een dubbele kin.

Als iemand van de camera wegkijkt laat dan wat ruimte in de richting naar waar de persoon kijkt. En meestal is het ook beter om je persoon niet in het midden van het beeld te plaatsen.

Instellingen van de camera :

Bij zonnig weer, stel de ISO-waarde in op 100 Binnen verhogen naar ISO200 of zelfs 400.

(3)

Witbalans volgens de omstandigheden (zon,schaduw,wolken of Auto) Zoom zoveel mogelijk in om een kleinere scherptediepte te verkrijgen.

Daardoor zal de persoon (zeker kinderen) zicht rustiger voelen omdat je niet vlak voor die persoon staat.

De lens met de beste brandpuntafstand ligt tussen de 70 en 135 mm.

CONCLUSIE:

Gevoeligheid: ISO 100 buiten of ISO 400 binnen Opnamestand : diafragmavoorkeur of preset Portret

Diafragma : zo groot mogelijk voor weinig scherptediepte

HUISDIEREN

Honden en katten zijn vaak zeer fotogeniek, zeker als ze ergens lekker zitten te dutten in huis Indien binnen probeer ze dan te fotograferen als ze vlak naast een raam liggen.

Maar geen fel invallend zonlicht omdat de andere kant dan te donker is.

Want flitsen is uit den boze bij dieren. Het geeft lelijke schaduwen, hun ogen lichten fel op en hun vacht gaat blinken. Voor de rest gelden dezelfde instellingen zoals bij portretfotografie.

ACTIE BIJ DIEREN Bevriezen

Om hun beweging te bevriezen zal je een zeer korte sluitersnelheid nodig hebben.

Best de camera instellen op sluitersnelheid (S) en op minstens 1/125ste zetten.

Indien je camera presets heeft dan op Sport zetten.

Snelheid suggereren

Kies een lage sluitersnelheid – bv.1/60ste

Hierbij is het van essentieel belang dat je mooi de beweging van het dier volgt met je camera op het moment dat je afdrukt.

De foto zal een mooie illusie geven van beweging.

Een mooi voorbeeld hiervan is bij opvliegende duiven.

Stel je camera in met een sluitersnelheid van bv.1/60ste (hangt wel af van de snelheid van het onderwerp) . het lichaam van de duif zal mooi scherp zijn en de vleugels tonen tekenen van beweging.

CONCLUSIE:

Gevoeligheid: ISO 200 of 400

Opnamestand : diafragmavoorkeur of Portret

Diafagma : zo groot mogelijk voor weinig scherptediepte Actiefoto’s: Preset Sport of hoge Sluitersnelheid

STRAND EN SNEEUW Dit zijn extreme toestanden.

Daarom moeten wij aanpassingen doen of de sneeuw wordt grijs i.p.v. wit en het strand vertoont teveel witte vlakken.

Heeft je camera preset instellingen voor strand en sneeuw dan is dat de makkelijkste weg.

Indien niet dan doen we het volgende:

Overbelichten

1. stel de gevoeligheid in op ISO 100 2. stel de witbalans in op “zon”

3. de sluitersnelheid op 1/250ste 4. en de belichtingscompensatie op +2

de camera krijgt 4x zoveel meer licht binnen dan bij de automatische lichtmeting.

(4)

Bevat uw compositie veel donkere gedeelten dan de belichtingscompensatie iets lager instellen +1.

Via het LCD-schermpje kan je het resultaat bekijken, maar nog juister is via het “histogram”

Indien je personen fotografeert in de sneeuw met fel tegenlicht kan je best een invulflits gebruiken. In de schaduw stel je de witbalans best in op “schaduw”, anders wordt alles snel blauw van kleur (blauwzweem) OPGELET:

Zand en water zijn de grootste vijanden van een camera. Zelfs het verwisselen van een geheugen of een lens is ten zeerste af te raden.

Vermijd ook extreme temperaturen zoals vrieskou en zon.

Bij vrieskou de camera zo vlug mogelijk terug in de tas opbergen. Zeker de batterij is hier gevoelig voor.

Bij zon de camera ook niet te lang bloot stellen en zeker niet in een gesloten auto laten liggen in de zon.

Zonlicht dat door de lens valt kan het sluitergordijn beschadigen.

Verder onderhoud van de camera

Ook al heb je niet met zand of water te maken gehad, toch zal je regelmatig je camera eens moeten onder handen nemen omdat stof en vette vingers je camera snel bevuilen.

1. Body : gebruik een niet pluizende doek en een zacht borsteltje


In de handel zijn speciale borsteltjes met een peertje (om lucht te blazen) te koop.

2. LCD-schermpje : met reinigingdoekjes voor brillen

3. Lens : stof : lensreinigings doekjes uit microvezels gebruiken
 vette vingers : lensreinigings vloeistof gebruiken TIP: Nooit een zakdoek of gewone lap stof gebruiken voor de lens.

Actie in de sneeuw

Je persoon van dicht bij fotograferen.

Hoe dichter hij of zij is hoe beter de belichting zal zijn omdat er dan minder kans is op overbelichting. Je onderwerp niet in het midden zetten maar meer ruimte laten in de richting waar hij of zij naar glijdt, loopt enz…

Groepsfoto in de sneeuw

Juist inzoomen. Indien teveel ingezoomd dan zal de achtergrond niet meer zichtbaar zijn.

En niet teveel voorgrond in beeld nemen want die is hier niet zo belangrijk.

Werk best in de “Programmastand “(P) en belichtingscompensatie +1 tot +1,5 Geen spotmeting toepassen want anders zal de sneeuw ervoor fel overbelicht zijn.

Sneeuwportret

Omdat je van kortbij fotografeert is de belichting niet zo moeilijk. Gebruik best spotmeting

Vragen aan je persoon om zijn zonnebril af te zetten is niet zo’n goed idee want de persoon zal zijn ogen moeilijk kunnen open houden.

Een leuk effect is de weerspiegeling van de omgeving in de zonnebril.

CONCLUSIE:

Gevoeligheid: ISO 100 of 200

Opnamestand : Sluitertijdvoorkeur of Preset Sneeuw of Strand Belichtingscompensatie: +1 tot +2

Witbalans: AUTO of zon, wolken of schaduw

(5)

VERGEZICHT EN BERGEN Plaats van de horizon

Zet de horizon niet in het midden van je foto. Oogt zeer saai;

Zet hem wat lager, dat geeft een gevoel van weidsheid.

Bij een landschapsfoto verdeel je de horizon in als volgt:

1/3 lucht en 2/3 landschap of omgekeerd volgens de belangrijkheid van het onderwerp.

Een persoon vóór een horizon fotografeer je van tamelijk dichtbij want anders is je onderwerp te donker en moeilijk herkenbaar. Plaats die persoon ook nooit in het midden van het beeld.

Bij gebruik van de preset stand “bergen” wordt de autofocus op oneindig gezet.

CONCLUSIE:

Gevoeligheid: ISO 100 bij zon of hoger indien bewolkt – Bv.ISO 200

Opnamestand : diafragmavoorkeur – zo klein mogelijk voor een grote scherptediepte
 of preset “Bergen” (stelt scherp op oneindig)

Ook de Programma stand kan gebruikt worden

NATUUR EN CLOSE-UP

Om een close-up te maken heb je ofwel een macro lens nodig of een speciale macro-instelling nodig om aan macrofotografie te doen.

Hierbij moet je scherpe foto’s kunnen maken van op zeer korte afstand.

Gelukkig hebben de meeste camera’s zo’n instelling. De preset-instelling “Macro”

Wegens de zeer korte afstand is een exacte scherpstelling van groot belang.

Ook hiervoor zijn de meeste camera’s uitgerust met een automatische scherpstelling..

Want omdat je zeer kort moet komen met je camera neemt de scherptediepte af.

Heb je geen macro-instelling dan moet je gebruik maken van een korte sluitertijd (S)

Maar met een gewone lens zal je nooit zo dicht kunnen komen, want er zijn camera’s die met een macro- instelling tot op 1 cm van een onderwerp kunnen komen.

Hier is het LCD-schermpje van groot nut.

Wel oppassen dat je eigen schaduw of die van de camera niet op het onderwerp valt.

En zorg dat de zon niet van achter je rug komt, maar liefst van opzij omdat je hiermee meer diepte en wat schaduw op je foto krijgt.

Ook erg mooie effecten kan je verkrijgen met tegenlicht.

TIP: bij veel wind kan je best een wit stuk karton gebruiken om onscherpte te voorkomen omdat, zeker bij planten, deze heen en weer wiegen.

CONCLUSIE:

Gevoeligheid: ISO 100 of 200

Opnamestand : Sluitertijdvoorkeur of Preset Macro Witbalans: AUTO of zon, wolken of schaduw

(6)

IN DE DIERENTUIN

Hiervoor heb je liefst een behoorlijke telelens voor nodig zoals eentje met een bereik tussen de 70 en 300 mm.

Supersnelle sluitertijd heb je niet nodig want de meeste dieren liggen toch meestal te suffen.

Maar door de niet al te snelle sluitertijd is het wel belangrijk om de camera op een muurtje te zetten of de belichtingsstabilisator in te schakelen als je camera die heeft.

Deze stabilisator is ook zeer nuttig wanneer je veel moet inzoomen omdat het dan veel moeilijker wordt om een rustig beeld te verkrijgen.

CONCLUSIE:

Gevoeligheid: ISO 100 of 200 Opnamestand : Programmastand

Lens : zoomlens tussen de 70 en 300 mm Witbalans: AUTO of zon, wolken of schaduw Dieren binnen

Dieren binnen is al veel moeilijker omdat daar veel glas is en dit weerkaatst zowat alles.

Je moet het daar doen met het aanwezige licht,want een flitser kan je hier niet gebruiken.

Dus gaan we de ISO-waarde zeker moeten verhogen tot ISO 400 en zelfs meer.

Best kan je de camera zelf de belichting laten regelen door de Programmastand (P) te gebruiken.

De sluitertijd mag hier wat lager zijn omdat de dieren toch meestal stil liggen.

Wel wordt het moeilijker om de camera stil te houden. Daarom plaats je die liefst op een muurtje of leun je met je lichaam ergens tegen zodat je de camera stabieler kan houden.

Schakel hier dan ook best de beeldstabilisator in.

CONCLUSIE:

Gevoeligheid: ISO 400 of hoger Opnamestand : Porgrammastand

Witbalans: AUTO of zon, wolken of schaduw

CITYTRIPS

Omdat in de stad de lichtomstandigheden vaak wisselen laat je best de belichting over aan de automatische instelling van de camera.

Ofwel kies je voor de Volautomatische modus (AUTO)of de Programmastand(P) en de witbalans ook op automatisch. Fotografeer gebouwen zoveel mogelijk met zijlicht.

In een stad kunnen grote contrasten optreden tussen licht en schaduw.

Daarom best de lichtmeting “spotmeting” toepassen op de lichte delen.

De schaduw zal donker zijn , maar de lichte delen zullen juist belicht zijn.

Fotograferen in de stad wanneer de zon opkomt kan zeer mooie beelden opleveren.

Zoek ook naar mooie typische details, sferen en kleuren.

Want details van een gebouw, monument enz…zegt dikwijls mee dan een totaalbeeld.

Als lens heb je veel nut van een “groothoeklens” Bv.36 of zelfs 24 mm omdat hierbij een veel grote bereik is.

Een gebouw zoals een kerk bv. kan volledig op de foto zonder verder achteruit te gaan om de afstans tussen camera en gebouw te vergroten.

Perspectief

Wanneer je een groot gebouw met een breedhoeklens fotografeert krijg je dus dat hele gebouw op de foto maar je hebt een aanzienlijke perspectiefvervorming.

(7)

Als je je camera naar boven richt gaan d zijmuren van een gebouw schuin naar mekaar toelopen.

Dit kan een mooi effect opleveren maar ook de indruk wekken dat het gebouw op omvallen staat.

Bij een groothoeklens gaat ook de voorgrond wordt groot weergegeven tegenover de achtergrond.

Zorg er zeker voor dat het gebouw mooi verticaal staat, want een scheef gebouw is niet mooi.

Dit kan je oplossen door op het knopje DISP (display) te drukken zodat er hulplijnen verschijnen in je LCD- schermpje of zoeker.

CONCLUSIE:

Gevoeligheid: ISO 100 of 200

Opnamestand : Volautomatisch of Programmastand Hoige contrasten: spotmeting op lichte delen

Witbalans: AUTO

Interieurs

Dit zullen vooral kerken en museums zijn. Zeker bij kerken is een flits ontoereikend wegens de grootte En in museums mag je meestal niet flitsen wegens de waardevolle zaken zoals schilderijen.

Ook soms glas en schilderijen die het licht weerkaatsen.

Daarom moet we onze toevlucht nemen tot het aanwezige licht.

Daarom moet de ISO-waarde verhoogd worden naar ISO 400 of hoger Het diafragma volledig open en de sluitersnelheid laag.

Daarom steeds een stabiele ondergrond kiezen zoals een kerkstoel.

En om onscherpte te voorkomen kan je je camera op zelfontspanner “selftimer” zetten.

TIP: vergeet niet een extra reservebatterij mee te nemen . en bij langer periode ook een extra geheugen CONCLUSIE:

Gevoeligheid: ISO 400 of hoger Opnamestand : Programmastand

Witbalans: AUTO

SPORT EN SPEL

Door de snelle beweging zijn sporters of auto’s moeilijk in beeld te krijgen.

Een reflexcamera is sneller in het vastleggen van beelden dan een compactcamera.

Om scherp stellen doe je best het volgende:

Stel scherp op een bepaalde plaats en kadreer .

Wacht tot die sporter of auto voorbij komt en druk dan af.

De camera-instelling moet ingesteld worden op een snelle sluitertijd of op preset “Sport”

Hoe kort die sluitertijd moet zijn hangt af van de snelheid van het onderwerp.

Bij helder weer is dat geen probleem maar indien zwaar bewolkt dan dient de ISO-waarde hoger gezet te worden om een snelle sluitertijd te kunnen instellen.Flitsen kan ook in bepaalde omstandigheden maar zeker niet gebruiken tijdens sportwedstrijden omdat het plotse flitslicht sporters kan afleiden.

Zoomlens

In veel omstandigheden zal een zoomlens tussen de 70 en 300 mm zal meestal voldoen.

Maar bij veel inzoomen staat de kans op bewegingsonscherpte.

Het wordt moeilijker om de camera stil te houden. Daarom plaats je die liefst op een muurtje of leun je met je lichaam ergens tegen zodat je de camera stabieler kan houden.

Schakel hier dan ook best de beeldstabilisator in.

Ook is een statief hier een zeer goede oplossing.

Door de hoge sluitersnelheid zal de beweging bevriezen.

Bij sommige sporten zoals balsporten , volleybal enz…, kan je best wachten tot die sporter op zijn hoogste punt is omdat die dan even stil hangt.

Best ook uw camerastandpunt laag houden om dit effect te verhogen.

(8)

Indien je toch snelheid wil suggereren doe je best het volgde:

Hierbij is het van essentieel belang dat je mooi de beweging van de sporter volgt met je camera op het moment dat je afdrukt.

De foto zal een mooie illusie geven van beweging.

CONCLUSIE:

Gevoeligheid: hoog genoeg voor korte sluitertijden Opnamestand : sluitertijdvoorkeur of Preset Sport Lens : zoomlens tussen de 70 en 300 mm Witbalans: AUTO of zon, wolken of schaduw FLITSEN

Ingebouwde flitsers in camera’s zijn niet erg krachtig alhoewel er onderling wel wat verschil is.

Mensen vooraan aan een tafel zullen goed belicht zijn, maar die achteraan zitten verdwijnen in het donker.

Tussen 2 en 4 meter zal de belichting goed zijn.

Daar buiten is het probleem als volgt:

• minder dan 2 meter = overbelichting

• verder dan 4 meter = onderbelichting

Het flitsbereik kan je vergroten door de gevoeligheid te verhogen. I.p.v. ISO 100 stel je die in op 400.

Hierdoor zal de belichting verder dan 4 meter beter zijn. De kleding van personen speelt ook een belangrijke rol. Want lichte kleding reflecteert veel meer het licht dan donkere.

Ingebouwde flitsers veroorzaken zeer dikwijls rode ogen omdat de flitser

Omdat een ingebouwde flitser kort bij de lens staat en de pupillen van de ogen bij duisternis ver open staan wordt de kans op rode ogen zeer groot (bloedvaten in de ogen weerkaatsen).

Daarom is er in de flitserkeuze een stand Rode Ogen. Dit voorkomt rode ogen door voor de eigenlijke flits een korte flits te geven zodat de pupillen zich sluiten door deze eerste flits

Heb je een flitserschoentje op je camera dan kan je een externe flitser erop plaatsen.

Deze is veel krachtiger en de kop ervan is verstelbaar Dit is heel belangrijk.

Wil je een egale belichting dan klap je de kop van je flitser naar omhoog naar het wit plafond toe.

Bij de computergestuurde modellen zal de instelling van de camera automatisch aangepast worden.

Heb je een gewoon model dan zal je 1 of 2 stoppen diafragma meer moeten openzetten omdat een onrechtstreekse flits een lager lichtopbrengst heeft dan en rechtstreekse.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat de voor- delen voor werkgevers op langere termijn onze- ker zijn en de nadelen van werknemers evident, slaat de balans voor de samenleving duidelijk naar de negatieve

Zo was zij lid van het bestuur van SRON, de stich- ting ruimtevaartonderzoek Nederland; is zij al jaren actief in de Internationale Astrono- mische Unie (IAU); was zij lid van

Dat is een van de redenen waarom ondernemers er voor kiezen een non-profit organisatie op te richten in plaats van een for- profit organisatie waar ze winst

De meest voorkomende symptomen zijn: een personeelsstop is ingevoerd, contracten voor bepaalde tijd worden niet verlengd, vacatures zijn niet ingevuld, diensten worden

Omdat de voor- delen voor werkgevers op langere termijn onze- ker zijn en de nadelen van werknemers evident, slaat de balans voor de samenleving duidelijk naar de negatieve

Vanuit deze mélange van lichaam en geest, die bij Levinas anders wordt gezien dan bij Scully, 10 wordt in dit werkstuk de vraag gesteld of de (zorg)ethiek van Scully en

Voor ongeveer 10% van de non participanten (degenen met de laagste zoekosten, laagste waarde van thuiswerk en hoogste productivi- teit) vinden we dat het wenselijk is dat ze

Gebruikt men deze knop niet, zijn er toch gegevens gewijzigd en wordt naar een andere record gegaan (ander deelhabitat of een andere soort) of wordt het formulier gesloten,