• No results found

S c h o o l g i d s IKC De Meerpaal schooljaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "S c h o o l g i d s IKC De Meerpaal schooljaar"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS ZOETERMEER

S c h o o l g i d s IKC De Meerpaal

schooljaar 2018-2019

Het kindcentrum waar TAAL leeft……..

(2)

SCHOOLGIDS 2018 – 2019.

1. Inleiding: karakterisering van de school.

Integraal kind centrum De Meerpaal

.

IKC de Meerpaal ligt centraal in de wijk Palenstein en biedt een totaalpakket op het gebied van opvang, onderwijs, welzijn en vrije tijd.

Bij IKC de Meerpaal werken kinderopvang, basisonderwijs en welzijn nauw samen. Wij vormen één team en hebben één visie op de wijze waarop kinderen spelen, zich ontwikkelen en leren.

De Meerpaal is een reguliere en dynamische openbare school, met extra een taalklas 1 en 2 voor kinderen die nieuw in Nederland zijn en de Nederlandse taal nog moeten leren.

Deze basisschool is een stukje van ons leven. Voor de leerlingen en voor de ouders. Wist u dat u in de loop van de jaren uw kind in totaal ongeveer 7500 uren toevertrouwt aan de zorg van de

leerkrachten van de basisschool? Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Een school kies jij dan ook met zorg. Deze gids is geschreven om u over allerlei zaken te informeren en is bedoeld voor de ouders van onze (toekomstige) leerlingen en andere belangstellenden. In de schoolgids

beschrijven wij onder andere onze visie op het onderwijs, de opzet van ons onderwijs, de zorg voor de leerlingen, wat wij van de leerlingen en u verwachten en zaken die nuttig zijn om te weten.

De school staat voor openbaar onderwijs. Dat wil zeggen dat wij een school zijn die toegankelijk is voor alle kinderen die wij Passend Onderwijs kunnen bieden. Elk kind is van harte welkom en er vindt geen uitsluiting plaats op basis van geloof, cultuur of maatschappelijke positie van de ouders.

Centraal staat het respecteren van elkaar en van elkaars verschillende levensovertuigingen. Een openbare basisschool behoort een veilige plaats te zijn om te leren, te werken en te beleven. Met z’n allen zullen wij ernaar streven om voor uw kind een optimale schooltijd en een fijne jeugd te creëren.

Naast deze schoolgids is er een informatieboekje in de vorm van een jaarkalender, waarin uitgebreid allerlei praktische informatie wordt gegeven. Voor de taalklassen is een apart informatieboekje. Via de website en Facebookpagina van de school worden ouders op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen en leuke wetenswaardigheden uit de groepen.

Mocht u na het lezen van de schoolgids vragen, opmerkingen of suggesties hebben, dan horen wij dat graag!

Ageeth Kampen Directeur

(3)

OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS ZOETERMEER.

Integraal Kind Centrum De Meerpaal

De school waar taal leeft………

1 Enkele zakelijke gegevens.

IKC De Meerpaal Rakkersveld 137, 2722 BN Zoetermeer 079 3311169

directie@opoz.nl Openingstijden:

Maandag t/m vrijdag van 07.15 tot 18.30 uur.

Directie De Meerpaal:

Ageeth Kampen; directeur Anja Hepp; adjunct-directeur Schooltijden:

Ma, di, do vr van 08.30 tot 14.30 uur Woe van 08.30 tot 12.15 uur

Directie Kern:

Linda Pronk; locatieleider College van Bestuur OPOZ Blauw-roodlaan 156 2718 SK Zoetermeer 079 3290825

(4)

2 Een korte karakteristiek van onze school.

De Meerpaal, de school waar taal leeft……….

Op onze dynamische school zitten ongeveer 150 leerlingen verdeeld over 8 groepen, inclusief taalklas 1 en 2. Het team is samengesteld uit een 30-tal medewerkers. Naast leerkrachten zijn aan de school verbonden een conciërge, administratief medewerker, onderwijsassistenten, intern begeleiders, een logopedist, een MRT-er, een kinderfysiotherapeut en een schoolmaatschappelijk werkster.

De missie van onze school is: ‘De leerling heeft regie over het leren’.

De visie van onze school is:

• Alle leerlingen maken minimaal een gemiddelde vaardigheidsgroei door per schooljaar.

• De leerstof is passend bij de leerling.

• De leerkracht kent haar of zijn talenten en ziet de talenten van de leerlingen en motiveert hen daarbij.

• Wij zijn een ‘gezonde school’, letten op de voeding en gebruiken het bewegen om te leren.

• Het is de school waar taal leeft ………

Onze maatschappij is heel talig en belangrijk daarbij is dat de Nederlandse taal goed wordt beheerst.

De Meerpaal besteedt extra veel onderwijstijd aan het taalonderwijs. Om de leerlingen een rijke taalontwikkeling te geven wordt er onder andere samengewerkt met de bibliotheek. Op school is de bibliotheek aanwezig genaamd Bibliotheek op School; BOS. De leerlingen lenen hier de

bibliotheekboeken om thuis te lezen.

In alle groepen krijgen de leerlingen Engels aangeboden, zodat zij spelenderwijs de Engelse taal leren. Ieder jaar is er een thema week waarbij de hele week door de hele school het Engels centraal staat.

De school is verdeeld in 4 afdelingen:

• De groepen 1 en 2 is de onderbouw

• De groepen 3, 4 en 5 is de middenbouw

• De groepen 6 /7 en 7 /8 is de bovenbouw

• Taalklas 1 en taalklas 2 zijn de taalklassen

In de midden- en bovenbouw wordt goed samengewerkt en de leerstof wordt aangepast in

niveaugroepen. De leerlingen krijgen daardoor optimaal les op hun niveau met de juiste benodigde materialen. De hoogbegaafde leerlingen en de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben profiteren hiervan.

(5)

Taalklassen algemeen; 7 t/m 13 jaar

De Meerpaal heeft naast de reguliere groepen 1 t/m 8, een taalklas 1 en taalklas 2. De taalklas is bedoeld voor leerlingen van zeven tot en met twaalf jaar, die korter dan twee jaar in Nederland zijn en geen of nauwelijks Nederlands spreken. In taalklas 1 leren zij in een jaar minimaal tweeduizend Nederlandse woorden. Het is voor deze leerlingen mogelijk om daarna de lessen in de reguliere groepen te volgen of om verder te gaan in taalklas 2. In taalklas 2 krijgen de leerlingen de kernvakken aangeboden om daarna door te stromen naar een midden- of bovenbouwgroep. De Meerpaal heeft binnen OPOZ als enige basisschool taalklassen voor nieuwkomers en inmiddels expertise op dit gebied van meer dan 20 jaar. Wanneer kinderen nieuw in Nederland zijn en de Nederlandse taal niet spreken, leren zij binnen 2 jaar tijd de Nederlandse taal.

4 t/m 6 jaar

Leerlingen van 4 tot en met 6 jaar starten in de onderbouw groep waar zij de Nederlandse taal leren;

de woordenschat, maar veel belangrijker de taalstructuur; hoe de taal is opgebouwd. Het aanbod van de taalstructuur is anders dan op de overige reguliere scholen. De methode in de onderbouw is Piramide en de tutor; een extra leerkracht of onderwijsassistent, oefent eerst met de leerlingen de taal rond het thema dat later op de dag in de groep wordt aangeboden.

Taalklas 1

Leerlingen vanaf 7 jaar tot 14 jaar die geen of weinig Nederlands spreken, lezen en schrijven gaan naar Taalklas 1. Zij leren de Nederlandse taal doormiddel van de methode Mondeling Nederlands Nieuw en Horen Zien en Schrijven. Deze methode bestaat uit 4 cursusblokken en na ieder blok worden de leerlingen getoetst. Iedere leerling heeft een eigen OPP (OntwikkelingsPerspectiefPlan).

In het OPP staan de doelen beschreven waar de leerlingen aan werken. In een weektaak staan de doelen die zij per onderdeel moeten halen. De prioriteit ligt bij taal met woordenschat, lezen en schrijven, maar uiteraard krijgen zij ook vakken als rekenen, gym, algemene ontwikkeling en creatieve vakken aangeboden.

Taalklas 2

Leerlingen in taalklas 2 werken verder met hun OPP (OntwikkelingsPerspectiefPlan) van taalklas 1 aangevuld met de doelen van de kernvakken die aansluiten bij hun leerniveau. De leerstof die zij aangeboden krijgen is dezelfde als in de jaargroepen, alleen versnellen zij het tempo om door de leerstof te gaan om vervolgens zo snel mogelijk aan te sluiten bij de reguliere groepen. De vakken die aangeboden worden zijn rekenen, woordenschat, lezen begrijpend lezen, spelling, schrijven, gym, wereld-oriëntatie en creatieve vakken.

In- en doorstroom

Ieder moment van het jaar mag een leerling instromen in de onderbouw of Taalklas 1.

Aan het einde van taalklas 1 hebben de leerlingen een taalniveau van eind groep 4. Zij beheersen dan meer dan 2500 Nederlandse woorden. Leerlingen stromen, na een vakantie, door aan het einde van cursusblok 4 naar een jaargroep of taalklas 2.

Wanneer de leerlingen van taalklas 2 de leerstof grotendeels beheersen stromen zij na een vakantie door naar de jaargroep of naar het Voortgezet Onderwijs (VO)

(6)

2. De doelen die met het onderwijsleerproces worden beoogd en de mate waarin ze tot nu toe zijn gerealiseerd, geplaatst in de juiste context.

De Meerpaal heeft een continue kwaliteitsfocus op het onderwijs. In de afgelopen jaar heeft een aantal doelstellingen centraal gestaan. Hiermee hebben wij getracht het onderwijsaanbod verder te verbeteren. In het schooljaar 2018-2019 staan de volgende doelen centraal:

Kwaliteitszorg

-In het kader van het kwaliteitsbeleid richten wij ons dit schooljaar op begrijpend lezen o.l.v. een taalcoördinator. Er blijft ondersteuning voor het rekenonderwijs in de onderbouw geboden door het adviesbureau OA en de rekencoördinator.

De ervaringen worden in de teamvergaderingen gedeeld en geëvalueerd. Het formuleren van doelstellingen doen wij vanuit de doorgaande leerlijn. Daarnaast stellen leerlingen ook doelen op, deze zijn zichtbaar op de doelenmuur.

- Het team maakt met elkaar de groepsanalyse en het plan van aanpak voor de komende periode. De grafieken van de Cito-analyses sluiten hierop aan. In het schooljaar 2018-2019 gebruiken wij de OPP trap waarin de vaardigheidsgroei staat met het uitstroomprofiel

- Er is uitvoering geven aan de evaluatie van vier kwaliteitskaarten uit de OPOZ

kwaliteitscyclus: Pedagogisch klimaat, Tevredenheid leerlingen (inclusief veiligheid), sociale veiligheid personeel en het ondersteuningssysteem. N.a.v. deze evaluaties zijn bijbehorende plannen van aanpak opgesteld.

Onderwijsproces

- De Meerpaal heeft het afgelopen jaar geïnvesteerd in taalontwikkeling en rekenen. Dat vervolgen wij en richten ons daarnaast op begrijpend lezen. De coördinator van de

werkgroep taal gaat samen met een deskundige de groepen in. De leerkrachten krijgen van hen feedback en tips om te verbeteren. Dit alles in het kader van het verhogen van de opbrengsten. Tijdens de inhoudelijke teamvergadering en op studiedagen werken wij als team hieraan.

- Steeds vaker worden digitale leeromgevingen gebruikt, waarmee leerlingen in hun eigen tempo en op eigen niveau en met eigen (leer)middelen kunnen leren. Deze ontwikkeling is gericht op het gepersonaliseerd leren. Wij leren leerlingen zelf keuzes te maken als het gaat om leren en sturen van hun eigen leerproces. De leerkracht heeft een coachende rol en ondersteunt de leerling.

- De 21e-eeuwse vaardigheden en het leren leren zijn volop in beweging. Nieuwe inzichten zijn onderdeel van onderwijsontwikkeling op onze school. Kenmerken van het onderwijs van de toekomst, ontleent aan het advies van het platform 2032 van het ministerie van OC&W worden ingezet om ons onderwijs toekomstbestendig te maken. IKC De Meerpaal richt zich op:

1. persoonlijke ontwikkeling zoals nieuwsgierigheid, eigen doelen leren stellen en kritisch denken;

2. een vaste kennisbasis (kernvakken) en meer aandacht voor rekenen en begrijpend lezen in de komende jaren;

3. inzet van moderne media om leerlingen vaardiger te maken in moderne technologie;

4. vakoverstijgende vaardigheden (leren leren);

(7)

5. verdieping en verbreding; eerst bij de leerkracht en vervolgens bij de leerling.

-IKC De Meerpaal heeft een dynamische populatie. Wij streven naar evenwichtige leerlingen die ontwikkelen in de cognitieve vakken, persoonlijkheidsontwikkeling en socialisatie, zodat zij deel kunnen nemen aan de sterk veranderende maatschappij.

- Naar aanleiding van het strategisch beleidsplan van het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer heeft IKC De Meerpaal ingezet op opbrengsten. In het afgelopen jaar heeft de school vorm gegeven aan dit traject door als team in mogelijkheden en verwachtingen te leren denken. Dat is maatwerk en een samenhangend, gedifferentieerd onderwijsaanbod, waarin de school een evenwichtig aanbod aanbiedt in de cognitieve ontwikkeling,

persoonlijkheidsontwikkeling en socialisatie.

- We ontwikkelen ons door ons op te stellen als lerende organisatie, waarin professionals gezamenlijk resultaatgericht aan onze opbrengsten werken. We investeren in duurzame veranderingen en zijn gericht op het behalen van een goed leerrendement.

- De groepsplannen worden gezamenlijk opgesteld vanuit de Cito-resultaten, de methode gebonden toetsen en dagelijkse observaties. Een passend onderwijsaanbod wordt aangeboden, gericht op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.

- In het schooljaar 2018-2019 werken wij met de vakcoördinatoren voor rekenen en voor taal.

Het aanbod is effectief en gericht op verbeterpunten. Iedere inhoudelijke teamvergadering staan deze onderwerpen op de agenda. Deze manier van werken moet leiden tot betere resultaten op het gebied van rekenen en taal.

- Het leeraanbod is passend bij de leerling. De leerkrachten brengen dit steeds beter in kaart, zodat de leerling optimaal kan presteren zowel hoogbegaafden of leerlingen met

leerproblemen vanwege hun intelligentie, sociale thuisomgeving of onvoldoende kennis van de Nederlandse taal.

Zorg en opbrengsten

- De Cito-toetsen van de groepen 3 t/m 8 n.a.v. de Medio- en Eindperiode en groepen 1 en 2 de Eindperiode, zijn het uitgangspunt om de opbrengsten te verbeteren. De

vaardigheidsscore laat de groei van de ontwikkeling van de leerling zien.

- De score van de eindtoets groep 8 van het afgelopen was voldoende, maar is niet af te meten aan het landelijk gemiddelde, dit vanwege de populatie van de school waarbij het aantal leerlingen dat meetelt minder dan 10 is; leerlingen die korter dan 2 jaar op school zitten of korter dan 4 jaar in Nederland zijn tellen niet mee in de score.

Communicatie

- Alle medewerkers van IKC de Meerpaal zijn geschoold in communicatie.

- Het is belangrijk dat wij elkaar goed begrijpen. De leerlingen komen uit diverse landen van over de hele wereld en zo ook hun ouders. Dat maakt dat wij elkaar niet altijd kunnen verstaan en daardoor kunnen misverstanden ontstaan. Belangrijk is om altijd in gesprek te blijven en indien nodig de hulp van Piëzo in te schakelen door gebruik te maken van hun bezoekmannen en –vrouwen of het inzetten van een gecertificeerde tolk, zij kunnen voor ons vertalen.

(8)

alle leerlingen worden ieder jaar thuis bezocht door de leerkracht.

2016 - 2020

De komende jaren wordt op IKC de Meerpaal een professionele leergemeenschap ontwikkeld, die gekenmerkt worden door transparantie, eigenaarschap en verantwoordelijkheid. De organisatie wordt doelbewust volgens deze kenmerken ingericht. Onder professionele organisatie wordt niet verstaan oeverloze data-analyses en toetsscores met formulieren vol toetsgegevens, maar adequate, beknopte analyses waarbij wij streven naar betere resultaten. Dit jaar staat de aanpak en een diepte- analyse van het kernvak taal en dan het onderdeel begrijpend lezen, centraal met als doel te werken volgens de SLO-leerlijnen voor alle kernvakken.

IKC De Meerpaal wil werken aan een aanbod dat aansluit op het niveau van de leerlingen bij binnenkomst van de school om hen te begeleiden naar een leerling die weet hoe te leren.

Wij meten het resultaat niet alleen op basis van cognitieve ontwikkeling. Het is een

uitkomst van werken op basis van cognitieve ontwikkeling, persoonlijkheidsontwikkeling en socialisatie.

3. De ondersteuning aan het jonge kind.

IKC De Meerpaal werkt samen met de peuterspeelzaal en kinderopvang van Kern als één organisatie.

De methode die wij gezamenlijk gebruiken heet Piramide.

De samenwerking in de praktijk loopt goed, iedere maand komen de peuters op school en zij draaien mee in de onderbouw unit. Er komt in het najaar een vaste peutergroep in de school. Wij werken samen om de doorgaande lijn van de leerling eenduidig vorm te geven, door vroeg te signaleren, om zo continuïteit te bieden in de ontwikkeling van het kind. De intern begeleider gaat op afspraak en met toestemming van de ouders naar de peuterspeelzaal om daar de toekomstige leerling te observeren. Er vindt altijd een warme overdracht plaats van de peuterspeelzaal naar de school.

De pedagogisch medewerkers en de leerkrachten overleggen met elkaar en bereiden een

gezamenlijk doel voor. Zo is er een VVE-coördinator die waakt over het proces, zodat dit in beweging blijft. De ouders van de peuters worden uitgenodigd om kennis te maken met de school en mogen een kijkje in de klas nemen wanneer hun peuter in de klas is.

De leerlingen leren via de thema’s van de methode Piramide, deze methoden omvat alle leerdoelen die de leerling dient te behalen voordat zij doorstromen naar groep 3. Om dit te kunnen toetsen gebruiken wij Onderbouwd, de Cito toets E1 en E2 en de leesvoorwaarden toetsen van Struiksma.

(9)

4. De ondersteuning voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften:

De school is gelegen in de wijk Palenstein te Zoetermeer. Wij bieden regulier onderwijs met extra ondersteuning van derden op het gebied van zorg. Het onderwijs op IKC De Meerpaal is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen; de mogelijkheden daartoe kennen grenzen, deze worden op individuele basis bepaald aan de hand van de criteria, die vermeld staan in de beschrijving van de IHI-aanpak. Zie:

• Het schoolondersteuningsprofiel (bijlage 1)

• De beschrijving van de IHI-procedure (bijlage 2)

5. De invulling van de onderwijstijd.

De leerlingen in de onder-, midden en bovenbouw unit zijn 940 uur per jaar op school. In 8 jaar tijd volgen de leerlingen 7520 uur onderwijs.

De schooltijden voor de groepen 1 t/m 8 zijn:

Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 uur tot 14.30 uur.

Woensdag van 8.30 uur tot 12.15 uur.

In alle groepen zit in de klassenmap een weekrooster waarop alle vakken staan en wanneer deze gegeven worden.

IKC De Meerpaal heeft een evenwichtige verdeling van onderwijstijd voor cognitieve ontwikkeling, persoonlijkheidsontwikkeling en socialisatie. Bij de cognitieve ontwikkeling willen wij de leerlingen op een passend niveau laten uitstromen.

Naast de cognitieve vakken wordt aandacht besteed aan de sociale vaardigheden van de leerlingen en worden normen en waarden als vak aangeboden. Per groep wordt structureel gewerkt volgens de uitgangspunten van de Kanjertraining, waarin de instructie en verwerking zijn opgenomen. Daarnaast bieden wij Rots & Water aan zodat leerlingen beter om leren gaan met hun gevoel. Voor leerlingen die nieuw zijn in Nederland is het Nieuwe Helden programma van Jonge Helden, waarbij het voornamelijk gaat om de erkenning van het vaderland.

Wij willen leerlingen goed voorbereiden op het participeren in de maatschappij en het

vervolgonderwijs. Wij leren onze leerlingen sociale en maatschappelijke competenties aan, waarmee zij als zij de school verlaten in staat zijn op een goede manier met anderen samen te leven en als

‘bagage’ voor onze democratische samenleving. Actief Burgerschap is een geïntegreerd onderdeel van het lesaanbod. De leerlingen uit de bovenbouw unit krijgen een half uur per week onderwijs over verschillende stromingen van een externe docent.

Het ontwikkelproces van IKC De Meerpaal is beschreven in het schoolplan 2016-2020. De school wil de komende jaren verbeteren in haar onderwijs door passender onderwijs aan te bieden en aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van leerlingen en meer brede schoolontwikkelingen, zoals de invoering van passend onderwijs, 21st century skills, het gepersonaliseerd leren en

ouderbetrokkenheid 3.0.

(10)

De verwijzingen schooljaar 2017-2018:

Groep 8 leerlingen stromen uit naar:

Praktijkonderwijs 2 VMBO met LWOO 4 Beroepsgerichte

leerweg

0 Kaderberoepsgerichte leerweg

2

VMBO TL 2

HAVO TL 2

HAVO 0

HAVO/VWO 1

NT 2 3

De vrijwillige ouderbijdragen.

In principe is het openbaar onderwijs gratis. Wel worden er op de openbare scholen voor Primair Onderwijs in Zoetermeer voor enkele onderdelen van het onderwijs, indien

leerlingen daar gebruik van maken, financiële bijdragen van ouders gevraagd. Dit betreft in elk geval het schoolreisje en het schoolkamp.

Op onze school gaat het om de volgende bedragen en wijze van betalen:

Voor de Meerpaal geldt dat er jaarlijks een schoolreiscommissie wordt aangesteld die tot taak heeft de schoolreis voor te bereiden. Deze commissie bepaalt de bestemming van de schoolreis en de door de ouders te betalen bijdrage. Dit laatste in samenspraak met de Medezeggenschapsraad. Dit jaar is de schoolreisbijdrage voor groep 1 t/m 7 inclusief taalklassen, € 25,00 en voor het kamp van groep 8; de schoolverlaters € 80,00

Alle leerlingen van IKC de Meerpaal blijven tussen de middag op school voor de lunch i.v.m.

het continurooster. Daaraan zijn geen kosten verbonden, de kinderen nemen wel zelf de lunch mee.

Naast deze bedragen wordt van de ouders ook een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd. Voor IKC de Meerpaal is dat € 25,00 per leerling.

(11)

6. A. De rechten en plichten van ouders/verzorgers (en leerlingen)

1. De ouders/verzorgers hebben recht op informatie over de ontwikkeling van hun kind op school.

2. De ouders/verzorgers hebben recht op medezeggenschap via de MR.

3. De ouders/verzorgers hebben het recht om een klacht in te dienen.

4. De ouders/verzorgers zijn verplicht om hun kind onderwijs te laten volgen vanaf de leeftijd van 5 jaar; gewoonlijk gaat een kind vanaf 4 jaar naar school.

B. De rechten en plichten van de school en de directeur (namens het bevoegd gezag)

1. De school moet een schoolplan hebben, waarop het onderwijs in de school is gebaseerd.

2. De school moet een schoolgids hebben, waarin onder meer de doelen van het onderwijs op de school staan verwoord.

3. De school moet leerlingendossiers bijhouden, waarin de ontwikkeling van de leerlingen wordt vastgelegd. Ouders/verzorgers hebben recht op inzage.

4. De school heeft de plicht om ouders/verzorgers te informeren over de ontwikkeling van hun kind.

5. De school heeft zorgplicht, hetgeen betekent dat hij/zij zorg moet dragen voor passend onderwijs voor elke leerling op zijn/haar eigen school. Indien dit niet mogelijk is, moet de directeur op zoek naar een passende plek elders voor de betreffende leerling.

6. De school moet voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte handelingsplannen opstellen en uitvoeren.

7. De school mag een leerling schorsen en/of verwijderen op grond van een door het bevoegd gezag vastgestelde regeling. Deze regeling kan aan de orde zijn wanneer een leerling zich misdraagt of wanneer de school niet langer in staat is om een leerling passend onderwijs te bieden.

(12)

8. De klachtenregeling (bijlage 3)

Indien u vragen heeft over het onderwijs aan uw kind of over de gang van zaken in de groep van uw kind adviseren wij u in de eerste plaats contact op te nemen met de betreffende leerkracht.

Indien het voorgaande naar uw mening niet tot een bevredigend resultaat leidt, kunt u contact opnemen met de directeur van de school. Bij haar kunt u ook terecht wanneer u vragen heeft over de algemene gang van zaken op de school. Komt u er samen niet uit dan kunt u zich desgewenst wenden tot het College van Bestuur.

In aanvulling op dit algemene beleid op de school geldt er sinds 1 augustus 1998 een officiële klachtenregeling. Een klachtenregeling voor alle soorten klachten, dus ook op het gebied van de ongewenste intimiteiten, discriminatie, agressie, geweld en pesten.

Er is voor alle openbare scholen voor Primair Onderwijs in Zoetermeer één klachtenregeling vastgesteld, waarin onder meer is vastgelegd, dat er

a. op elke school een ‘Contactpersonen klachtenregeling’ is;

b. op het niveau van het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer een ‘Vertrouwenspersonen klachtenregeling’ is en

c. het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer zich heeft aangesloten bij de landelijke klachtencommissie.

Alvorens een klacht bij de landelijke klachtencommissie in te dienen, dient u deze eerst te richten tot het College van Bestuur; pas wanneer dit niet tot een bevredigend resultaat leidt, staat de weg naar de landelijke klachtencommissie open. Deze procedure is vastgesteld door de landelijke

klachtencommissie.

De ‘Contactpersonen klachtenregeling’ hebben uitsluitend de bevoegdheid om een klager te verwijzen naar de vertrouwenspersoon.

Op onze school is de volgende ‘Contactpersoon klachtenregeling’ benoemd:

Mevr. Anita Fischer-Leenders email: a.leenders@opoz.nl

De ‘Vertrouwenspersoon klachtenregeling’ gaat na of een klager geprobeerd heeft de klacht met de aangeklaagde, met de directeur van de betrokken school of met het College van Bestuur op te lossen. Het bevoegd gezag heeft voor het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer de volgende

‘Vertrouwenspersoon klachtenregeling’ benoemd:

Mevr. Lily van Oijen, email: vertrouwenspersoonopoz@gmail.com

De ‘Landelijke klachtencommissie’ onderzoekt de klacht door onder andere de klager, de aangeklaagde en eventuele getuigen en/of deskundigen te horen. Het adres van de

klachtencommissie luidt: Stichting Onderwijsgeschillen, t.a.v. Landelijke Klachtencommissie, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht, telefoon 030-2809590; e-mail: info@onderwijsgeschillen.nl

9. Sponsoring (bijlage 4)

Het OPOZ heeft een sponsorregeling, waarin is geregeld binnen welke grenzen de school gebruik mag maken van sponsoring om gelden te verwerven ten behoeve van het

(13)

onderwijs op de school. Deze regeling is met instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) vastgesteld.

10. Alegemene Verordening Gegevensbescherming; AVG

DE PRIVACY BINNEN OPOZ.

Op de scholen binnen OPOZ, maar ook op organisatieniveau gaan wij zorgvuldig om met de privacy van onze leerlingen. Dit wordt vastgelegd in het OPOZ-privacyreglement, dat momenteel nog in ontwikkeling is. Wij maken alleen gebruik van leerlinggegevens als dat nodig is voor het leren en begeleiden van deze leerlingen. De meeste leerlinggegevens ontvangen wij van de ouders/verzorgers bij de inschrijving op de school. Daarnaast registreert de school gegevens van de leerlingen in het leerlingvolgsysteem om de ontwikkeling van de leerlingen goed te kunnen volgen. Soms registreert de school bijzondere leerlinggegevens als dat nodig is voor de juiste begeleiding, zoals dyslexie, ADHD of een hoge intelligentie.

De meeste leerlinggegevens worden opgeslagen in het digitale administratiesysteem Parnassys. Dit programma is beveiligd en de gegevens zijn alleen toegankelijk voor de directie en het onderwijsgevend personeel van de school. Voor leerlingen die behoefte hebben aan extra ondersteuning beschikt de school over een digitaal ‘groeidocument’, waarin de ontwikkeling van de betreffende leerling wordt vastgelegd. Ook de toegang tot dot document is beveiligd.

Tijdens de lessen op de OPOZ-scholen wordt gebruik gemaakt van digitaal lesmateriaal. Voor het gebruik hiervan is – om in te kunnen loggen - een beperkte hoeveelheid leerlinggegevens nodig. Met de leveranciers van dit materiaal hebben wij verwerkersovereenkomsten gesloten, waarin is vastgelegd dat de leerlinggegevens niet zonder toestemming mogen worden gebruikt voor andere doelen dan het inloggen.

Ouders/verzorgers hebben het recht om alle gegevens over hun kind(eren) waarover de school beschikt, in te zien. Als de gegevens niet juist zijn, moet de school deze corrigeren. Als de opgeslagen gegevens niet (meer) relevant zijn voor de school, mag u vragen die gegevens te laten verwijderen.

Wanneer de school leerlinggegevens met andere organisaties wil uitwisselen dan is hiervoor vooraf toestemming nodig van de ouders/verzorgers, tenzij de school wettelijk verplicht is de informatie te verstrekken.

Voor het gebruik door de school of de OPOZ-organisatie van foto’s en video-opnames van leerlingen is vooraf toestemming van de ouders/verzorgers noodzakelijk.

Het OPOZ zal binnen afzienbare tijd over een privacyreglement beschikken. Hierin zal beschreven staan hoe we op de OPOZ-scholen en op organisatieniveau omgaan met leerlinggegevens en wat de rechten zijn van ouders/verzorgers. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) heeft instemmingsrecht met betrekking tot het OPOZ-privacyreglement.

(14)

Bijlage 1

Schoolondersteuningsprofiel

A. Passend Onderwijs Schoolondersteuningsprofiel

IKC de Meerpaal

Gelegen in de wijk Palenstein te Zoetermeer

Wij bieden regulier onderwijs en taalklasonderwijs voor leerlingen die nieuw in Nederland zijn.

Het aantal leerlingen is 160

De directie bestaat uit Ageeth Kampen; directeur en Anja Hepp; adjunct-directeur De intern begeleiders zijn: Anita Leenders en Patricia Hazebroek

Tot de basisondersteuning, die onze school alle leerlingen biedt, behoren minimaal de volgende interventies:

▪ Preventie en vroegtijdige herkenning van leer-, opgroei- en opvoedproblemen

▪ De zorg voor een veilig schoolklimaat

▪ Een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie

▪ Een aanbod voor meer of minderbegaafde leerlingen

▪ Een aanbod gericht op sociale veiligheid

▪ Een aanbod gericht op het voorkomen van gedragsproblemen

▪ Het toepassen van een protocol voor medische handelingen

IKC de Meerpaal hanteert bij het lesgeven een direct instructiemodel, waarbij wij zo goed mogelijk proberen in te spelen op de onderwijsbehoefte van leerlingen. Meerbegaafde leerlingen kunnen snel aan de slag en minderbegaafde leerlingen krijgen extra instructie.

IKC de Meerpaal garandeert alle leerlingen een doorgaande lijn van groep 1 tot en met groep 8.

Voor leerlingen, die er niet in slagen om zich het volledige onderwijsaanbod van de basisschool eigen te maken, formuleert onze school in nauwe samenwerking met de ouders/verzorgers een

ontwikkelingsperspectief.

Passend onderwijs en onze school

Onze school maakt samen met bijna alle (speciale) basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs in Zoetermeer deel uit van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Primair Onderwijs Zoetermeer 28-17. Gezamenlijk zorgen wij ervoor dat er voor elke leerling een passende onderwijsplek beschikbaar is. Op de website van het samenwerkingsverband (www.passendonderwijszoetermeer.nl) vindt u uitgebreide informatie over het samenwerkingsverband.

Ondersteuning

(15)

In het schoolondersteuningsprofiel staat beschreven wat onze school op het gebied van ondersteuning biedt. Op onze school verzorgen wij onderwijs van zo hoog mogelijke kwaliteit. Wij denken daarbij vanuit de mogelijkheden van de leerlingen en helpen hen hun mogelijkheden te benutten. Die aanpak duiden we aan met ‘ondersteuning’ en vormt de basis van de IHI-aanpak. De verkorte beschrijving van de IHI- aanpak is onderdeel van het schoolondersteuningsprofiel. De uitgebreide versie is te vinden op de website van het samenwerkingsverband. Soms signaleren de leerkracht en/of de ouders/verzorgers dat de ontwikkeling van een leerling niet naar verwachting verloopt. De IHI-aanpak voorziet dan in overleg tussen de betrokkenen, waaraan ook de intern begeleider en de directeur van de school, deelneemt. En indien nodig deskundigen van buiten de school.

Basisondersteuning

Alle scholen binnen het samenwerkingsverband hebben via hun bestuur afspraken gemaakt over het niveau van basisondersteuning dat iedere school moet aanbieden.

Ook daarbij staat de IHI-aanpak centraal. Onderdeel van de basisondersteuning is, dat elke school haar basiskwaliteit op orde heeft, het dagelijkse onderwijs op de leerling afstemt (handelingsgericht werken), een interne ondersteuningsstructuur heeft en een aantal preventieve en licht curatieve interventies kan uitvoeren, zoals ondersteuning bieden bij taal en begeleiding bieden op het gebied van gedrag. Een interne ondersteuningsstructuur wil zeggen dat de leerlingen regelmatig volgens een vast schema gevolgd en besproken worden door de leerkracht en de intern begeleider.

Extra ondersteuning

Sommige leerlingen hebben meer ondersteuning nodig dan de school met eigen mogelijkheden kan bieden. In dat geval spreken wij van extra ondersteuning. Binnen het samenwerkingsverband zorgen wij ervoor dat deze leerlingen de juiste extra ondersteuning krijgen aangeboden. Dat kan door inschakeling van ambulante begeleiding of andere ondersteuning bij ons op school; een arrangement of plaatsing op een andere (speciale) school. De inzet van extra ondersteuning verloopt altijd via een IHI-overleg, waaraan ook de ouders/verzorgers en ter zake deskundigen deelnemen. Wij doen dat zoveel mogelijk in samenwerking met andere organisaties die bij Meerpunt zijn aangesloten. Meerpunt is een

Zoetermeerse netwerkorganisatie, waarin vele organisaties samenwerken, die actief zijn rondom de ondersteuning en zorg voor gezinnen in Zoetermeer.

Tot slot.

Zoals in de IHI-aanpak staat beschreven trachten wij in samenwerking met de ouders/ verzorgers de leerlingen, die daaraan de behoefte hebben passende basisondersteuning of extra ondersteuning te bieden. Wanneer het, ondanks alle inspanningen, toch niet lukt om tot een gezamenlijk plan van aanpak voor een leerling te komen, dan bestaat de mogelijkheid om via de school externe advisering binnen het samenwerkingsverband in te roepen.

B. Meerpunt.

Alle basisscholen in Zoetermeer hebben zich via hun besturen aangesloten bij Meerpunt, het Zoetermeerse Centrum voor Jeugd en Gezin. Binnen Meerpunt werken onderwijs en vele zorginstellingen samen om alle leerlingen de beste ondersteuning en zorg te bieden, die zij nodig hebben.

(16)

C. De grenzen aan onze zorg.

Bij de plaatsing van zorgleerlingen op onze school vervullen de ‘grenzen aan de zorg’ een belangrijke rol. Deze grenzen zijn niet voor alle scholen gelijk; de scholen beschikken immers over ongelijke mogelijkheden. Op onze school wordt een leerling pas ingeschreven, wanneer wij er zeker van zijn, dat we een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling van deze leerling. Bij het overleg tot plaatsing worden de volgende aspecten in ogenschouw genomen:

● De ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling.

● De sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling, waarbij ook de belangen van de andere leerlingen worden meegewogen.

● De mate van zelfredzaamheid van de leerling.

● De benodigde medicatie van de leerling.

● De deskundigheid binnen de school.

● Het draagvlak binnen de school.

● De veiligheid voor alle betrokkenen binnen de school.

● De geschiktheid van het schoolgebouw.

● De te leveren kwaliteit op school.

Onze school zal elke keer zorgvuldig afwegen of plaatsing van een zorgleerling verantwoord is.

D. Medicatie op school.

Er zijn leerlingen, voor wie het noodzakelijk is om op school medicijnen in te nemen of die beperkte medische handelingen moeten ondergaan. Doorgaans bestaat daartegen geen bezwaar, mits er goede afspraken tussen de ouders/verzorgers en de school worden gemaakt.

In de eerste plaats is het belangrijk, dat de school tijdig en volledig wordt geïnformeerd. Dat kan tijdens het intakegesprek of in de loop van de schoolloopbaan van de leerling. Het is in het belang van de leerling, dat het hele schoolteam van de verstrekte informatie op de hoogte is. De leerling heeft immers niet alleen met de eigen leerkracht te maken. Uiteraard wordt daarbij zorgvuldig omgegaan met privégegevens. Het overleg loopt dan ook via de directeur en/of de intern begeleider, die er zorg voor dragen, dat het hele schoolteam op de hoogte is.

Medicatie en beperkte medische handelingen vormen een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers, leerling en school. Het is belangrijk, dat schriftelijk wordt vastgelegd in een medicatie protocol wat ieders verantwoordelijkheid is. Daarbij zal de school voor wat betreft haar

verantwoordelijkheid niet verder gaan dan de school ook daadwerkelijk waar kan maken.

E. Het schoolmaatschappelijk werk.

(17)

Binnen onze school besteden we veel aandacht aan leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben.

Daarbij hebben wij ook de mogelijkheid om veelvuldig schoolmaatschappelijk werk in te schakelen, zo ook bij de IHI-procedure. De inschakeling van schoolmaatschappelijk werk biedt extra mogelijkheden om een leerling te helpen.

Bijlage 2

Beschrijving van de IHI-werkwijze in het primair onderwijs:

Integraal Handelingsgericht Indiceren (IHI).

(vastgesteld door het bestuur van het samenwerkingsverband op 16-05-2012)

De doelstelling van de IHI-werkwijze

De doelstelling van de IHI-werkwijze is tweeledig:

Zoveel mogelijk leerlingen in het reguliere onderwijs behouden met behulp van een ondersteuningsaanbod op basis van hun onderwijsbehoeften, waarbij minimaal de in het

samenwerkingsverband afgesproken kwaliteit wordt geleverd en dat wordt uitgevoerd in samenhang met mogelijke gezinsondersteuning.

Leerlingen, waarvoor het reguliere onderwijs (tijdelijk) onvoldoende ondersteuningsmogelijkheden te bieden heeft, zo snel mogelijk (tijdelijk) op de juiste plek elders met het juiste aanbod en de gewenste kwaliteit een onderwijsplek te bieden in samenhang met mogelijke gezinsondersteuning.

Het landelijke kader.

Met de in deze notitie beschreven IHI-werkwijze wordt gepoogd doelstellingen, zoals deze verwoord staan in de Wet Passend Onderwijs, in de praktijk te realiseren. De IHI-werkwijze biedt alle

betrokkenen handvatten om dit daadwerkelijk waar te maken.

De lokale positionering.

Het onderwijs in Zoetermeer is kernpartner binnen het Zoetermeerse Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG), dat als Meerpunt door het leven gaat. Meerpunt bundelt de onderlinge afstemming van zo’n 20 partners met betrekking tot de ondersteuning van en zorg voor jongeren in hun sociale omgeving.

(18)

derhalve ook worden aangeduid als de ‘onderwijsvariant van de Meerpunt-aanpak.

Meerpunt vormt ‘de lijm tussen alle partners’

Meerpunt vormt ‘de paraplu boven de gezamenlijke ondersteuning en zorg’

Meerpunt-basisprincipes zijn:

= gezamenlijke verantwoordelijkheid,

= samenwerking tussen zorgverleners,

= ketenaanpak,

= centrale rol voor ouders/verzorgers (niet praten over, maar met het gezin)

= uitvoerende zorgverleners nemen deel aan IHI-overleg.

= 1 gezin – 1 plan met 1 zorgcoördinator.

De kern van de IHI-werkwijze.

Het bundelen van alle beschikbare deskundigheid in een zo vroeg mogelijk stadium van een

ondersteunings- c.q. zorgtraject vormt de kern van de IHI-werkwijze, omdat daarmee de kiem wordt gelegd voor een kwalitatief vervolgtraject onder gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Tot de kern van de IHI-werkwijze kunnen tevens de volgende aspecten worden gerekend:

De leerling, leerkracht en ouder centraal.

De ouders/verzorgers als gelijkwaardige partners.

Denken in mogelijkheden i.p.v. in onmogelijkheden.

Handelingsgericht denken en werken.

Transparantie.

Preventie.

De relatie van de IHI-werkwijze tot de zorgplicht.

De IHI-werkwijze heeft – overeenkomstig de Wet Passend Onderwijs - betrekking op alle leerlingen van de school, vanaf het moment van aanmelding. De Wet Passend Onderwijs spreekt in deze van

‘de zorgplicht’. Op basis van de ‘Meerpuntprincipes’ geldt de IHI-werkwijze ook, wanneer er nog geen sprake is van een formele aanmelding, maar de school op basis van het kennismakingsgesprek zorgen heeft omtrent de ondersteuningsbehoefte van de leerling.

Het 1-loket-principe.

De school, waar de leerling is aangemeld of onderwijs krijgt aangeboden, vormt voor de ouders/verzorgers feitelijk het enige loket, waar zij voor hun dochter/zoon als het gaat om een passend onderwijs-, ondersteunings- c.q. zorgtraject als zodanig mee te maken krijgen. Achter dit loket dragen de samenwerkende partners binnen Meerpunt de gezamenlijke verantwoordelijkheid om het passende aanbod te realiseren zonder dat de ouders/verzorgers naar een of meer andere loketten worden doorverwezen.

(19)

Schoolspecifieke voorwaarden voor een succesvolle IHI-werkwijze.

Er is een helder beschreven en goed functionerend intern zorgsysteem inclusief een inzichtelijk schoolondersteuningsprofiel, dat bij alle betrokkenen bekend is,

De leerkrachten werken handelingsgericht; ze zijn bereid en - al of niet met onder-steuning -in staat hun voordeel te doen met IHI-adviezen.

Er is sprake van een goede samenwerking tussen directeur, IB en leerkrachten, gericht op het

preventief onderkennen van ondersteuningsbehoeften bij leerlingen en het zo snel mogelijk voorzien in die behoeften.

Er is sprake van een goede samenwerking tussen IB enerzijds en SMW. OAD (onderwijsadviesdienst) en AB (SBO/SO) anderzijds.

De IB is globaal op de hoogte van de sociale kaart van Zoetermeer, maar specifiek van de sociale kaart van de wijk waarin de school staat.

Er is sprake van een goede overdracht van gegevens van leerlingen, die behoefte hebben aan extra ondersteuning tussen voorschoolse voorzieningen en de scholen en tussen de scholen onderling.

De leerling en de leerkracht gezamenlijk centraal.

Binnen de IHI-werkwijze gaat het primair om de ontwikkeling van leerlingen, maar daarbij staat tevens de leerkracht centraal. De rol van de leerkracht is van doorslaggevende betekenis. De leerkracht kan het gewenste ondersteuningstraject in de directe relatie met de betreffende leerling(en) maken en breken. Handelingsgericht denken en werken vormt daarbij een voorwaarde voor succes en de bereidheid om ‘in de huid van de leerling te willen kruipen’. Deze positie van de leerkracht vereist, dat er in IHI-verband altijd alleen in het bijzijn van de leerkracht gesprekken worden gevoerd over leerlingen uit zijn/haar groep.

De betrokkenheid van de ouders/verzorgers en de leerlingen.

De ouders/verzorgers zijn binnen de IHI-werkwijze mede verantwoordelijk voor het creëren en uitvoeren van het gewenste ondersteunings- c.q. zorgaanbod. Zij zijn de primair-verantwoordelijken voor hun kinderen. Als zodanig worden gesprekken over de ondersteuning van c.q. de zorg voor de kinderen binnen de IHI-werkwijze altijd in aanwezigheid van hun ouders gevoerd, waarbij deze een gelijkwaardige positie innemen in relatie tot hun gesprekspartners. Waar mogelijk c.q. wenselijk worden de kinderen bij de ontwikkeling en uitvoering van het ondersteunings- c.q. zorgaanbod en de gesprekken daaromtrent betrokken.

De rolverdeling tussen IB en SMW.

Binnen de IHI-werkwijze vormen IB en SMW een centraal tandem. De IB’er is de interne regisseur van de IHI-werkwijze. Het SMW voert de externe regie van de IHI-werkwijze. Beide regies worden in nauwe onderlinge samenwerking vormgegeven. Het SMW is op de hoogte van de Zoetermeerse sociale kaart. Het SMW is bevoegd een domeincheck uit te voeren en – binnen de gemaakte afspraken – een melding te doen in de verwijsindex.

(20)

1 gezin – 1 plan.

De ondersteunings- c.q. zorgbehoefte van een leerling beperkt zich lang niet altijd tot alleen het onderwijs. In die situaties is het wenselijk, dat de sociale omgeving van de leerling wordt betrokken bij het formuleren en uitvoeren van het gewenste aanbod. Meerpunt biedt daartoe ook optimale mogelijkheden vanwege het grote aantal aangesloten kernpartners. Binnen de IHI-werkwijze kan desgewenst de bredere problematiek binnen de sociale omgeving van de leerling – met behulp van het daartoe binnen Meerpunt ontwikkelde ‘CJG-spoorboekje’ – en door middel van een domeincheck in beeld worden gebracht.

Daarop sluit het realiseren van zorgcoördinatie aan en het opstellen en uitvoeren van een ‘1 gezin – 1 plan’. Ook het maken van afspraken over het voeren van de regie verdient daarbij aandacht. De regietaak van de IB beperkt zich binnen de uitvoering van ‘1 gezin – 1 plan’ tot de bijdrage, die binnen de school wordt geleverd als onderdeel van het totale plan.

Het schoolspecifieke zorgadviesteam en de IHI-werkwijze.

Elke school beschikt over een team van deskundigen, elders ook wel aangeduid als zorgadviesteam (ZAT). De deskundigen vormen gezamenlijk een flexibel zorgteam c.q. netwerk, dat in wisselende samenstelling op het juiste moment overleg pleegt. Daarbij gaat het erom, dat op cruciale momenten die leden van het team bijeenkomen, die nodig zijn om de eerstvolgende stap in de uitvoering van het ondersteunings- c.q. zorgtraject te zetten teneinde de noodzakelijke voortgang te realiseren. Alle overlegsituaties (van smal tot breed) maken onderdeel uit van de IHI-werkwijze en noemen we IHI- overleg.

In het ‘Meerpunt-spoorboekje’ worden de brede IHI-overleggen, die plaatsvinden op de niveaus 4 of 5 van zorg en die worden georganiseerd nadat er een domeincheck heeft plaatsgevonden met als doel de ontwikkeling van ‘1 gezin – 1 plan’ aangeduid met de term ‘rondetafelgesprek’.

Bureau Jeugdzorg.

Contactfunctionarissen van Bureau Jeugdzorg zijn gekoppeld aan SMW’ers, waardoor uitvoerende medewerkers van Bureau Jeugdzorg sneller zijn in te schakelen bij ondersteunings- c.q. zorgtrajecten.

Deze contactfunctionarissen adviseren in IHI-overleg over procedures e.d., maar praten niet mee over leerlingen, die zij alleen ‘van papier of van horen zeggen’ kennen. Uitvoerende medewerkers van Bureau Jeugdzorg, die betrokken zijn bij leerlingen c.q. gezinnen nemen deel aan IHI-gesprekken over deze leerlingen c.q. gezinnen.

Geen papieren kinderen meer.

Binnen de IHI-werkwijze is een belangrijk principe, dat er over de ondersteunings- c.q. zorgbehoefte van een leerling en de formulering van een aanbod in dat kader niet wordt meegesproken door volwassenen, die de betreffende leerling alleen ‘van papier of van horen zeggen’ kennen.

(21)

De privacy-regels.

De IHI-werkwijze is gebonden aan de privacy-regels, zoals binnen Meerpunt afgesproken. Kernachtig kunnen deze als volgt worden omschreven:

Wees open

Vraag toestemming en leg dit schriftelijk vast Voer zonodig overleg zonder toestemming als

toestemming niet kan worden gevraagd of niet wordt gegeven;

de situatie ernstig is;

overleg nodig is voor de hulp die dringend moet worden geboden.

Een besluit tot overleg zonder toestemming wordt pas genomen nadat er intern collegiaal overleg is gepleegd of advies is gevraagd.

Wees zorgvuldig

Maak (ook) aantekeningen in je dossier van:

verkregen toestemming;

afweging en besluit bij overleg zonder toestemming, inclusief wie over dit besluit is geraadpleegd.

De intake.

Een zorgvuldige intake van nieuwe leerlingen (zowel de onder- als de zij-instroom) is ‘het halve werk’.

De ketenaanpak vervult hierbij een belangrijke rol. In het kader van de zorgplicht kan het wenselijk zijn om – na een gedegen schoolinterne voorbereiding – een domeincheck uit te voeren, gevolgd door een rondetafelgesprek overeenkomstig de afspraken in het ‘Meerpunt-spoorboekje’.

Beargumenteerde adviezen uit ‘rondetafelgesprekken’ vervullen een belangrijke rol bij de besluitvorming in het kader van de zorgplicht.

Bij de intake van leerlingen op scholen binnen het samenwerkingsverband vervullen de ‘grenzen aan de zorg’ een belangrijke rol. Deze grenzen zijn niet voor alle scholen gelijk; de scholen beschikken immers (deels) over ongelijke ondersteuningsprofielen. Een leerling behoort pas ingeschreven te worden, wanneer de school er zeker van is, dat het een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de verdere ontwikkeling van de leerling. Bij het overleg tot plaatsing worden de volgende aspecten in ogenschouw genomen:

De ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling.

De sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling, waarbij ook de belangen van de andere leerlingen worden meegewogen.

De mate van zelfredzaamheid van de leerling.

De benodigde medicatie van de leerling.

De deskundigheid binnen de school.

Het draagvlak binnen de school.

(22)

De geschiktheid van het schoolgebouw.

De te leveren kwaliteit op school.

De school zal elke keer zorgvuldig af moeten wegen of plaatsing van een (zorg)leerling verantwoord is. Voor zover mogelijk zal daarbij ook gebruik moeten worden gemaakt van informatie van de eventuele vorige school of van de voorschoolse periode. Ook de thuissituatie en eventueel het resultaat van eerder gevoerd IHI- of Meerpuntoverleg behoort bij de afweging een rol te spelen.

17. De meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.

Elke school is wettelijk verplicht om een meldcode ‘Kindermishandeling en huiselijk geweld’ te hanteren. Deze meldcode moet afgestemd zijn op de zorgprocedures zoals die binnen de school gangbaar zijn. De meldcode past prima binnen de IHI-werkwijze. De 5 bij de meldcode behorende stappen maken als volgt onderdeel van deze werkwijze uit:

Stap 1A. De leerkracht (of iemand anders binnen de school) vangt signalen op.

1B. De leerkracht brengt in samenwerking met de IB’er en de SMW’er deze signalen in kaart.

Stap 2. De SMW’er raadpleegt Veilig Thuis en/of het Steunpunt huiselijk geweld.

Stap 3. De leerkracht en/of de IB’er voeren samen met de SMW’er een gesprek met de betreffende ouder/verzorger (desgewenst kan worden afgesproken, dat de IB’er hier niet bij is).

Stap 4. De leerkracht, de IB’er en de SMW’er (eventueel aangevuld met andere bij het gezin betrokken deskundigen) bespreken de situatie. Daarbij wordt de ernst van de situatie gewogen.

Stap 5A. Het IHI-overleg, genoemd bij 4, neemt een beslissing m.b.t. het organiseren van ondersteuning voor het gezin of het doen van een melding bij Veilig Thuis.

5B. Er wordt een 1 gezin – 1 plan ontwikkeld en uitgevoerd c.q. Veilig Thuis onderneemt actie.

(23)

Bijlage bij de beschrijving van de IHI-werkwijze.

De IHI-werkwijze in globale stappen.

Vooraf:

1. Onderstaande beschrijving mag niet de indruk wekken, dat wordt getornd aan het uitgangspunt van maximale flexibiliteit. Steeds weer dient de onderwijs- professional zich de vraag te stellen:’Wat is nodig in het belang van deze leerling?’

Het stappenschema is hierbij slechts hulpmiddel en geen doel

2. In elke stap is de volgende vraag van belang:‘Hoe kan de leerkracht het beste worden ondersteund bij zijn/haar handelingsgerichte houding t.a.v. de ondersteuningsbehoefte van de betreffende leerling?’

3. Preventie kan veel leed voorkomen. Hoe eerder een specifieke ondersteuningsbehoefte wordt gesignaleerd, des te meer kans dat hieraan adequaat tegemoet gekomen kan worden. Dit uitgangspunt legt extra druk op de eerste stappen in het hieronder geformuleerde stappenschema.

Stap 1 De leerkracht.

De leerkracht is de centrale professional, die op basis van de noodzakelijke competenties de leerlingen in zijn/haar groep handelingsgericht stimuleert, volgt, observeert en begeleidt. Het is de leerkracht, die in een zo vroeg mogelijk stadium bij de ouders/verzorgers ‘aan de bel moet trekken’ wanneer de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van een leerling daartoe aanleiding geeft.

Stap 2 De leerkracht – de ouders/verzorgers.

In goed overleg tussen de leerkracht en de ouders/verzorgers – waar mogelijk met inschakeling van de leerling zelf – wordt op basis van handelingsgericht werken in een zo vroegtijdig mogelijk stadium een zo passend mogelijk ondersteuningsaanbod gerealiseerd.

Stap 3 De leerkracht – de ouders/verzorgers – de IB’er.

(24)

De leerkracht en de ouders/verzorgers krijgen advies en ondersteuning van de IB’er; onder meer n.a.v.

leerling(zorg)besprekingen.

Stap 4 De leerkracht – de ouders/verzorgers – de IB’er en de SMW’er.

De ondersteunings- c.q. zorgbehoefte reikt (mogelijk) verder dan alleen het onderwijs. De SMW’er wordt ingeschakeld.

Stap 5 De leerkracht – de ouders/verzorgers – de IB’er – de SMW’er – de AB’er uit het SBO – de AB’er uit het SO – de onderwijsadviseur – de directeur

Afhankelijk van de situatie vindt er IHI-overleg plaats met en tussen diverse professionals op basis van ‘alle deskundigheid aan de voorkant’.

Stap 6 De domeincheck.

Indien er nadrukkelijk sprake is van multi-problematiek en er moet worden toegewerkt naar 1 gezin – 1 plan voert de SMW’er de domeincheck uit. Het is ook mogelijk, dat deze bij de uitvoering hiervan door een andere professional namens de school is betrokken. Een melding in de verwijsindex kan onderdeel zijn van de domeincheck.

Stap 7 Het ‘rondetafelgesprek’.

Ter voorbereiding op de ontwikkeling en uitvoering van een ‘1 gezin – 1 plan’ wordt een rondetafelgesprek georganiseerd. Onder leiding van de aangewezen zorgcoördinator vindt deze vorm van IHI-overleg plaats.

Stap 8 Het 1 gezin – 1 plan.

Overeenkomstig de richtlijnen in ‘Het Meerpunt- spoorboekje’ wordt deze fase uitgevoerd.

Stap 9 Het ondersteunings- c.q. zorgtraject.

Gedurende het ondersteunings- c.q. zorgtraject voeren de IB’er (intern) en de SMW’er (extern) van de school gezamenlijk de trajectbewaking uit.

Stap 10 Het SBO en SO.

(25)

Wanneer gedurende de uitvoering van het ondersteunings- c.q. zorgtraject duidelijk is geworden (ondersteund door een breed gedragen advies van de betrokken professionals), dat de huidige school niet langer als passend kan worden beschouwd en de leerling geplaatst moet worden op een school met specifieke ondersteuningsvoorzieningen dan moet alles in het werk worden gesteld om dit zo snel mogelijk te realiseren.

Tot augustus 2014 hebben we hierbij nog te maken met de bestaande indicatieregels. Van de kant van het SBO en SO is echter toegezegd, dat – wanneer aan de afgesproken zorgvuldigheidseisen is voldaan – maximale medewerking zal worden verleend.

Zoetermeer, mei 2012.

Bijlage 3

Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer

KLACHTENREGELING

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen Artikel 1.

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. school: een school als bedoeld in de Wet op het Primair Onderwijs;

b. klachtencommissie: de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs;

c. klager: een (ex-)leerling, een ouder/voogd/verzorger van een minderjarige

(ex-)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins betrokken is bij het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer, die een klacht heeft ingediend;

d. klacht: klacht over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde;

e. contactpersoon: de persoon als bedoeld in artikel 2;

f. vertrouwenspersoon: de persoon als bedoeld in artikel 3;

g. aangeklaagde: een (ex-)leerling, ouder/voogd/verzorger van een minderjarige

(ex)-leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins betrokken is bij het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer;

(26)

bestaat uit leden aangewezen door de geledingen ouders, personeel en bevoegd gezag resp. directie van de school.

i. bevoegd gezag: het bestuur van het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer.

j. college van bestuur: het orgaan, dat belast is met het bevoegd gezag.

k. raad van toezicht: het orgaan, dat belast is met het toezicht op het bevoegd gezag.

Hoofdstuk 2: De behandeling van klachten Paragraaf 1: De contactpersoon

Artikel 2: De aanstelling en de taak van de contactpersoon klachtenregeling.

1. Er is op iedere school ten minste één contactpersoon klachtenregeling die de klager verwijst naar de directeur, het bevoegd gezag of de vertrouwenspersoon.

2. De directeur van de school benoemt, schorst en ontslaat namens het bevoegd gezag de contactpersoon klachtenregeling. De benoeming vindt plaats op voorstel van een

benoemingsadviescommissie.

3. De in lid 2 genoemde benoemingsadviescommissie bestaat uit 3 personen: een ouder, een leerkracht en de directeur.

Paragraaf 2: De vertrouwenspersoon

Artikel 3: De aanstelling en de taak van de vertrouwenspersoon

1. Het bevoegd gezag beschikt over ten minste één vertrouwenspersoon die functioneert als aanspreekpunt bij klachten.

2. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de vertrouwenspersoon. De benoeming vindt plaats op voorstel van een benoemingsadviescommissie.

3. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt.

4. De vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht; in eerste instantie bij het bevoegd gezag of – indien dit wenselijk wordt geoordeeld –

rechtstreeks bij de landelijke klachtencommissie. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure.

4. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties.

5. Indien de vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen, doch geen concrete klachten bereiken, kan hij deze ter kennis brengen van het bevoegd gezag, resp. de klachtencommissie.

6. De vertrouwenspersoon geeft gevraagd of ongevraagd advies over de door het bevoegd gezag te nemen besluiten met betrekking tot ingediende klachten.

7. De vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in die

(27)

hoedanigheid verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd.

8. De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag verslag uit van zijn werkzaamheden.

Paragraaf 3: Aansluiting bij de klachtencommissie Artikel 4: Aansluiting bij de landelijke klachtencommissie.

a. Het bevoegd gezag is aangesloten bij de “Landelijke klachtencommissie onderwijs”.

b. De “Landelijke klachtencommissie onderwijs” verricht haar werkzaamheden op basis van een reglement.

Paragraaf 4: Het indienen van een klacht.

Artikel 5: Het indienen van een klacht.

1. De klager dient – al of niet na inschakeling van de contactpersoon klachtenregeling of de vertrouwenspersoon – een klacht in bij de directeur van de school, het bevoegd gezag of eventueel direct bij de klachtencommissie.

2. De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, tenzij het bevoegd gezag of de klachtencommissie anders beslist.

3. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, neemt het bevoegd gezag de klacht in behandeling, tenzij er argumenten zijn om de klacht ter behandeling door te verwijzen naar de klachtencommissie.

4. Indien de klacht rechtstreeks wordt ingediend bij de klachtencommissie, kan deze commissie volgens artikel 4a van het ‘Reglement van de klachtencommissie’ besluiten de klacht aan het

bevoegd gezag toe te zenden met het verzoek of het bevoegd gezag aanleiding ziet te trachten tot een oplossing te komen. In principe zal het bevoegd gezag van het OPOZ hieraan in alle gevallen haar medewerking verlenen, waarbij de reglementaire termijn in acht worden genomen.

5. Indien de klacht wordt ingediend bij een ander OPOZ-orgaan dan de in het eerste lid

genoemde, verwijst de ontvanger de klager ter stond door naar de contactpersoon klachtenregeling van de betreffende school, de vertrouwenspersoon, de directeur van de betreffende school, het bevoegd gezag of de klachtencommissie. De ontvanger is tot geheimhouding verplicht.

6. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een zorgvuldige behandeling van de ingediende klacht op basis van hoor en wederhoor.

7. Het bevoegd gezag kan een voorlopige voorziening treffen.

8. Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend.

9. Het bevoegd gezag deelt – voor zover van toepassing - de directeur van de betrokken school mondeling of schriftelijk mee, dat er een klacht m.b.t. de school wordt onderzocht door het bevoegd gezag of de klachtencommissie.

(28)

gemachtigde.

Artikel 6: De in houd van een in te dienen klacht.

1. Een klacht wordt schriftelijk ingediend en ondertekend.

2. Van een mondeling ingediende klacht wordt terstond door de ontvanger als bedoeld in artikel 5, eerste lid, een verslag gemaakt, dat door de klager voor akkoord wordt ondertekend en waarvan hij een afschrift ontvangt.

3. Een klacht bevat ten minste de naam en het adres van de klager, de dagtekening en een omschrijving van de klacht.

4. Indien niet is voldaan aan het gestelde in het derde lid, wordt de klager in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen twee weken te herstellen. Is ook dan nog niet voldaan aan het gestelde in het derde lid, dan kan een klacht niet-ontvankelijk worden verklaard.

5. Indien een klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard wordt dit aan de klager, de aangeklaagde, het bevoegd gezag en de directeur van de betrokken school gemeld.

Artikel 7 De in acht te nemen termijnen.

1. Het bevoegd gezag bepaalt binnen 2 weken na ontvangst of het de klacht in behandeling neemt. De klager wordt binnen 1 week na het genomen besluit hierover geïnformeerd.

2. Indien het bevoegd gezag de klacht in behandeling neemt, volgt het de klachtenprocedure zoals die ook door de landelijke klachtencommissie wordt gehanteerd.

3. Het bevoegd gezag neemt binnen 8 weken na het moment, waarop besloten is de klacht in behandeling te nemen, een besluit over de klacht. Eventueel kan deze termijn met maximaal 4 weken worden verlengd. Indien deze laatstgenoemde situatie zich voordoet informeert het bevoegd gezag klager en aangeklaagde tijdig.

Paragraaf 5: De besluitvorming door het bevoegd gezag naar aanleiding van adviezen van de klachtencommissie.

Artikel 8: Beslissing op advies.

1. Binnen 4 weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie deelt het bevoegd gezag aan de klager, de aangeklaagde, de directeur van de betrokken school en de

klachtencommissie schriftelijk gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen neemt en zo ja welke. De mededeling gaat vergezeld van het advies van de klachtencommissie en het verslag van de hoorzitting, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.

(29)

2. De in het eerst lid genoemde termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt het bevoegd gezag met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en de klachtencommissie.

3. De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt door het bevoegd gezag niet genomen dan nadat de aangeklaagde in de gelegenheid is gesteld zich mondeling en/of schriftelijk te verweren tegen de door het bevoegd gezag voorgenomen beslissing.

Hoofdstuk 3: Slotbepalingen Artikel 9: Openbaarheid.

1. Het bevoegd gezag legt deze regeling op elke school ter inzage.

2. Het bevoegd gezag stelt alle belanghebbenden op de hoogte van deze regeling.

Artikel 10: Evaluatie.

De regeling wordt binnen vier jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

Artikel 11: Wijziging van de regeling.

a. Deze regeling kan door het bevoegd gezag worden gewijzigd of ingetrokken.

b. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad heeft wettelijk instemmingsrecht ten aanzien van de klachtenregeling.

Artikel 12: Overige bepalingen.

1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.

2. Deze regeling kan worden aangehaald als “Klachtenregeling Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer”.

3. Deze regeling treedt in werking op 1 februari 2012.

Zoetermeer, januari 2012.

(30)

Bijlage 4

Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer

SPONSORING IN HET OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS ZOETERMEER

1. Inleiding

Sponsoring komt in het onderwijs steeds vaker voor. Zowel op school- als organi- satieniveau worden via die weg in toenemende mate materialen en financiën verkregen. In het medezeggenschapsreglement van de scholen is opgenomen, dat de oudergeleding instemmingsrecht en de personeelsgeleding adviesrecht heeft ten aanzien van sponsoractiviteiten. Teneinde te voorkomen, dat de mede- zeggenschapsorganen in de praktijk bij elke uiting van sponsoring in actie moeten komen, maar tevens ter voorkoming van ‘wildgroei’ – met alle risico’s van dien – is het gewenst, dat er ter zake van sponsoring beleid op organisatie- en schoolni-veau wordt vastgesteld. Het in deze notitie geformuleerde beleid heeft betrekking op beide niveaus. Sponsoring dient te worden onderscheiden van schenkingen.

2. Definitie van sponsoring

Van sponsoring is sprake in het volgende geval:

(31)

De ene partij, de sponsor, stelt gelden, goederen of diensten ter beschikking aan de andere partij, de gesponsorde en

A. De gesponsorde verplicht zich daartegenover tot een tegenprestatie waarmee leerlingen in schoolverband worden geconfronteerd;

B. In ieder geval is er sprake van sponsoring in het geval de tegenprestatie bestaat uit het uitdragen (in de ruimste zin des woords) van de naam of het merk of een product van de sponsor of een derde. Onder ‘uitdragen’ wordt mede verstaan het uitdragen door de sponsor mogelijk te maken of toe te staan, zoals bijvoorbeeld het uitdelen van produkten;

C. Onder ‘in schoolverband’ wordt mede verstaan: ‘tijdens buitenschoolse activiteiten’.

D. Onder sponsoring vallen:

• Gesponsorde lesmaterialen

• Advertenties

• Uitdelen van producten

• Sponsoring van activiteiten

• Sponsoring van gebouw/inrichting/apparatuur

• Sponsoring van cateringactiviteiten

3. Sponsoring en de doelstelling van de school

A. Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taken en doelstellingen van de organisatie, zoals verwoord in het Strategisch Beleidsplan.

B. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van betrokkenen.

C. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen.

D. Sponsoring mag niet appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid of misleidend zijn.

4. Sponsoring en de positie van de organisatie

Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokken personen in gevaar brengen.

5. Sponsoring en de onderwijsinhoud en continuïteit

A. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de geformuleerde kwalitatieve eisen.

B. Er mag geen sprake zijn van bemoeienis door de sponsor met de onderwijsinhoud en/of de organisatie van het onderwijs.

C. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.

D. In lesmaterialen en leermiddelen mag geen (impliciete of expliciete) reclame voorkomen.

E. Er mag in lesmaterialen gen leermiddelen, die (mede) via sponsoring zijn verkregen, geen sprake zijn van onvolledige of subjectieve informatie.

(32)

verplichte afname van software bij de sponsor of van een verbod op het gebruik van software van een ander bedrijf dan dat van de sponsor.

6. Sponsoring in de vorm van reclame

Reclame, gericht op leerlingen, mag niet stimuleren tot ongezonde en/of gevaarlijke activiteiten en mag niet de leerlingen aanmoedigen om ouders te stimuleren producten of diensten van de sponsor af te nemen.

7. Klachten

A. De binnen het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer vastgestelde klachtenregeling geldt ook voor klachten met betrekking tot sponsoring.

B. Klachten met betrekking tot de inhoud van reclame-uitingen kunnen ook worden ingediend bij de Reclame Code Commissie.

8. Goedkeuring

In het geval de prestatie van de sponsor een waarde vertegenwoordigt van meer dan € 2500,= behoeft de sponsoring(-overeenkomst) de schriftelijke toestemming van het bevoegd gezag.

Vastgesteld door de bestuurscommissie op 14 november 2000.

Bijlage 5

Welkom bij JGZ

Opgroeien en opvoeden gaat gelukkig meestal goed en zonder problemen. Toch gaat het niet altijd vanzelf. Alle ouders hebben wel eens vragen over de ontwikkeling en opvoeding van hun kinderen.

JGZ ondersteunt ouders bij hun alledaagse zorg. En we geven op de juiste momenten vaccinaties die beschermen tegen ziekten. De diensten van JGZ zijn gratis, met uitzondering van sommige cursussen en themabijeenkomsten.

Voor kleine en grote kinderen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook andere groepen zijn gestart met spelletjes die de groep meer groep maken en hierdoor een veilige sfeer voelbaar wordt.. We blijven hieraan werken, het hele

Deze gids is dus een belangrijk naslagwerk be- doeld voor iedereen: voor nieuwe leerlingen en hun ouders, maar ook voor leerlingen en hun ouders die al langer aan onze school

Advies en Meldpunt Kindermishandeling (tel. Het AMK is de instelling voor iedereen met vragen, zorgen of meldingen over kindermishandeling. Jaarlijks worden in Nederland naar

Een bijzondere erkenning voor de vrijwilligers van het Apollo Ensemble kwam van het Prins Bernhard Cultuurfonds Flevoland: het ensemble kreeg de Lelyprijs 2020, voor mensen of

In de school leren wij kinderen daarom goed samen te leven en samen te werken met anderen en zorg te hebben voor onze wereld (Zie ook Kerndoel

Als een leerling in geval van ziekte of herstel van een ongeval voor langere tijd niet naar school kan komen, dan wordt in overleg met de ouders bekeken hoe het onderwijs,

De comparanten beslissen dat de aan de mede-eigendom ver- bonden lasten, met name de kosten van onderhoud, herstelling en vernieuwing, zullen worden omgeslagen naar

Als de beschikking is afgegeven en de startdatum duidelijk is worden de overeenkomsten tussen cliënt en ZZP’ers ingevuld en ondertekend, waar nodig door bewindvoerder en