• No results found

Van Everdingen. Bestemmingsplan Regels

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Van Everdingen. Bestemmingsplan Regels"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Van Everdingen

Bestemmingsplan

Regels

(2)
(3)

Van Everdingen

Bestemmingsplan Regels

Status ontwerp plan Datum 27-10-2014

Identificatienummer

NL.IMRO.0310.0008BP15004-ON01

(4)
(5)

Inhoudsopgave

Regels 5

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 7

Artikel 1 Begrippen 7

Artikel 2 Wijze van meten 10

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 11

Artikel 3 Bos 11

Artikel 4 Groen 13

Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied 14

Artikel 6 Wonen 15

Artikel 7 Waarde - Archeologie 17

Hoofdstuk 3 Algemene regels 19

Artikel 8 Anti-dubbeltelregel 19

Artikel 9 Algemene bouwregels 20

Artikel 10 Algemene gebruiksregels 21

Artikel 11 Algemene afwijkingsregels 22

Artikel 12 Algemene wijzigingsregels 23

Artikel 13 Algemene procedureregels 24

Artikel 14 Overige regels 25

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 27

Artikel 15 Overgangsrecht 27

Artikel 16 Slotregel 28

(6)
(7)

Regels

(8)
(9)

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Van Everdingen' met identificatienummer NL.IMRO.0310.0008BP15004-ON01 van de gemeente 'De Bilt'.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan-huis-verbonden beroep

een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 antenne

een constructie, bestaande uit een mast, een ontvang- en zendmast of een stelsel van draden, dan wel een schotel bestemd voor (tele)communicatiedoeleinden.

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak.

1.9 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.10 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.11 bijgebouw

a. aangebouwd bijgebouw

een op hetzelfde bouwperceel aan de woning/gebouw vaststaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht hieraan ondergeschikt is, waarbij de functionele ongeschiktheid niet geldt voor huisvesting in verband met mantelzorg;

b. vrijstaand bijgebouw:

(10)

een op hetzelfde bouwperceel los van de woning/gebouw staand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht hieraan ondergeschikt is, waarbij de functionele ongeschiktheid niet geldt voor huisvesting in verband met mantelzorg .

1.12 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.13 bouwgrens de grens van een bouwvlak.

1.14 bouwlaag

een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van een kelder voor zover gelegen onder gebouwen, dakopbouw en/of zolder, die gelet op de bouwtechnische eisen in het Bouwbesluit onbruikbaar zijn voor de woonfunctie.

1.15 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.16 bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel.

1.17 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.18 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.19 dakterras

een plat dak dat door wijze van afwerking geschikt is gemaakt om te worden gebruikt als terras; een balkon (uitstekend of op een erker) wordt niet als een dakterras gezien.

1.20 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of een bedrijfsactiviteit.

1.21 dienstverlenend beroep Een beroep als bedoeld in artikel 1.22.

1.22 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;

1.23 erftoegangsweg

een weg bedoeld voor het toegankelijk maken van erven; deze wegcategorie is in beginsel toegankelijk voor elke vervoerswijze.

(11)

1.24 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.25 hoofdgebouw

gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of

toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.26 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.27 overkapping

een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven.

1.28 peil

voor hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

1.29 seksinrichting

de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.

Hieronder wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, erotische massagesalon of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.

1.30 voorgevel

de op de verbeelding met de aanduiding 'gevellijn' weergegeven voorgevels.

1.31 woning of wooneenheid

een ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;

1.32 woningvergroting

elk bouwkundig ondergeschikte vergroting van de oorspronkelijke woning.

(12)

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 Basisregels

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1.1 de afstand tot de bouwperceelgrens

tussen de grenzen van een bouwperceel en enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend gebouw waar die afstand het kortst is;

2.1.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, zonnepanelen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.1.3 de diepte van verdiept bouwen vanaf het peil tot bovenkant funderingsvloer;

2.1.4 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.1.5 de lengte, breedte en diepte van een gebouw

tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenwerkse gevelvlakken (en/of het hart van de scheidingsmuren);

2.1.6 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd ter plaatse van het bouwwerk;

2.2 Aanvullende regels

2.2.1 de bouwhoogte van ondergeschikte bouwonderdelen

De in lid 2.1.2 genoemde ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, mogen de maximale bouwhoogte met niet meer dan 3 meter overschrijden. Voor zonnepanelen geldt een maximale bouwhoogte van 0,7 meter.

(13)

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bos

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. bos en bebossing;

b. de ontwikkeling, bescherming en instandhouding van het bos;

c. de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende natuur- en landschapswaarden;

d. met daarbij behorende voorzieningen zoals wegen, paden, parkeer- en waterhuishoudkundige voorzieningen en huisaansluitingen;

en verder:

e. ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom' eveneens de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende waardevolle boom, met kenmerken zoals benoemd in de bijlage 1 'Boomgegevens locatie Boslaan' behorende bij deze regels;

f. een ontsluitingsweg ten behoeve van de aangrenzende woonbestemmingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - ontsluiting'.

g. een geluidswerende voorziening in de vorm van een muur ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidswerende voorziening'.

3.2 Bouwregels

Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen en geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:

a. erfafscheidingen met een maximale hoogte van 1,30 m;

b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidswerende voorziening' en geluidswerende voorziening in de vorm van een muur met een maximale hoogte van 2,70 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen parkeervoorzieningen worden gerealiseerd, waarbij maximaal 3 verharde parkeerplaatsen per woning mogen worden gerealiseerd.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.4.1 Verbod

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

a. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;

b. het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, waaronder ook

begrepen de aanleg van leidingen, allen dieper dan 0,60 m onder maaiveld, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd, alsmede de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage;

c. het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of drainage met uitzondering van grondwateronttrekkingen;

d. het vellen of rooien van bos, alsmede het verwijderen van houtopstanden en/of landschapselementen;

e. het aanleggen, verbreden en verharden van (toegangs)wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m², met uitzondering voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - ontsluiting';

f. het verwijderen van onverharde wegen of paden;

g. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.

(14)

3.4.2 Onderhoud

Het in lid 3.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:

a. het normale onderhoud en beheer betreffen;

b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt;

c. mogen worden uitgevoerd op grond van een reeds verleende vergunning.

3.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen

a. geen onevenredige aantasting van bos, natuur- en landschapswaarden;

b. en indien binnen de aanduiding 'waardevolle boom' geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 3.1 genoemde doeleinden ontstaat.

(15)

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. parken, plantsoenen, bosschages en overige groenvoorzieningen;

b. bestaande ontsluitingen, ten behoeve van aangrenzende bestemmingen.

inclusief bijbehorende:

c. voet- en fietspaden;

d. speelvoorzieningen;

e. objecten voor de beeldende kunst.

en verder

f. ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom' eveneens de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende waardevolle boom, met kenmerken zoals benoemd in de bijlage 1 'Boomgegevens locatie Boslaan' behorende bij deze regels;

4.2 Bouwregels

Op of in de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:

a. 10 meter voor objecten voor de beeldende kunst;

b. 7 meter voor palen en masten;

c. 5 meter voor speelvoorzieningen;

d. 2 meter voor erf- en/of terreinafscheidingen;

e. 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

a. het ophogen van de bodem;

b. het aanleggen, verbreden en/of verharden van wegen, paden, banen en/of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

c. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

d. het verlagen of het verhogen van het waterpeil;

e. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies;

f. het uitvoeren van overige grondbewerkingen, zoals woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen.

4.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 4.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:

a. het normale onderhoud en beheer betreffen;

b. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer van de grond.

c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht verkrijgt;

d. mogen worden uitgevoerd op grond van een reeds verleende vergunning.

(16)

Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. erftoegangswegen;

b. (buurt)ontsluitingswegen;

c. voet- en fietspaden;

d. parkeer- en/of stallingsvoorzieningen;

e. groen- en speelvoorzieningen;

f. civieltechnische- en waterhuishoudkundige werken;

5.2 Bouwregels

Op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan:

a. 10 meter voor objecten voor de beeldende kunst;

b. 7 meter voor palen en masten;

c. 5 meter voor speelvoorzieningen;

d. 2 meter voor erf- en/of terreinafscheidingen.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan het oppervlak en de locatie van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover dit noodzakelijk is om de veiligheid van- en het gebruik door weggebruikers te waarborgen.

(17)

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. het wonen in de vorm van vrijstaande woningen met bijgebouwen;

b. de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen;

c. tuinen en erven;

d. parkeren;

en verder:

e. ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom' eveneens de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende waardevolle boom, met kenmerken zoals benoemd in bijlage 1 'Boomgegevens locatie Boslaan' behorende bij deze regels;

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

6.2.1 Woningen

a. binnen de als 'Wonen' bestemde gronden mag per bouwvlak maximaal één vrijstaande woning opgericht worden;

b. de vrijstaande woningen dienen binnen het bouwvlak te worden opgericht;

1. ter plaatse van de aanduiding 'Waardevolle boom' mag overeenkomstig worden gebouwd, met dien verstande dat artikel 6.5 onverminderd van toepassing is;

c. de bouwhoogte van woningen mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)';

d. woningen dienen plat afgedekt te worden;

e. de voorgevels van de woningen dienen in de naar de aanduiding 'gevellijn' toegekeerde bouwgrens gebouwd te worden.

6.2.2 Bijgebouwen

Het bebouwen van een bouwperceel met bijgebouwen bij woningen is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

a. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag per bouwperceel niet meer dan 50 m² bedragen met een maximum van 15 % van het bouwperceel;

b. bijgebouwen dienen plat afgedekt te worden;

c. de maximale bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt 3 meter.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

a. achter de (verlengde) voorgevel zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:

1. 7 m voor palen en masten;

2. 2 m voor erf- en/of terreinafscheidingen;

3. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2.4 Verdiept bouwen

Verdiept bouwen is toegestaan onder het grondoppervlak van de woning, aan- en uitbouwen en bijgebouwen, mits wordt voldaan aan de volgende regels:

a. de oppervlakte van het verdiept bouwen mag niet meer bedragen dan de grondoppervlakte van de bebouwing die op grond van het bestemmingsplan bovengronds, binnen het bouwvlak is toegestaan;

b. de diepte van het verdiept bouwen mag niet meer bedragen dan 2 meter beneden peil;

c. het verdiept bouwen mag niet leiden tot een toename van het aantal woningen;

6.3 Nadere eisen

Binnen de bestemming zijn dakterrassen niet toegestaan.

(18)

6.4 Specifieke gebruiksregels

6.4.1 Aan huis verbonden beroep

In een woning zijn aan-huis-verbonden beroepsactiviteiten toegestaan onder de volgende voorwaarden:

a. de activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven. Dit betekent, dat ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep niet meer dan 40% van het vloeroppervlak van een woning mag worden gebruikt;

b. de activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie;

c. de activiteiten mogen zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;

d. de activiteiten mogen geen detailhandel en geen prostitutie betreffen;

e. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;

f. de bewoner mag maximaal 1 medewerker in dienst hebben.

6.4.2 Geluidswerende voorziening

Onder gebruiken, gebruik nemen of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken, gebruik nemen of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:

a. woning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' indien de geluidswerende voorziening met een hoogte van 2,70 meter ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidswerende voorziening' niet is gerealiseerd, onderhouden en duurzaam in stand wordt gehouden.

6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.5.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 6.1 en binnen de aanduiding 'Waardevolle boom' bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

a. het vellen of rooien van bos, alsmede het verwijderen van houtopstanden en/of landschapselementen;

6.5.2 Uitzonderingen

Het in lid 6.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:

a. het normale onderhoud en beheer betreffen;

b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan in werking treedt;

c. mogen worden uitgevoerd op grond van een reeds verleende vergunning.

6.5.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 6.1 genoemde doeleinden ontstaat.

(19)

Artikel 7 Waarde - Archeologie

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.

7.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd volgens de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen tot een diepte van 110 cm onder maaiveld. Voor diepere ingrepen moet voorafgaand door middel van karterende boringen worden aangetoond dat de realisatie niet zal leiden tot een aantasting van de archeologische waarde van het terrein.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot:

a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;

b. de verplichting tot het doen van opgravingen;

c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

7.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 7.1 bedoelde gronden dieper dan 110 cm onder maaiveld de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

a. het ophogen van de bodem;

b. het aanleggen, verbreden en/of verharden van wegen, paden, banen en/of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

c. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

d. het verlagen of het verhogen van het waterpeil;

e. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies;

f. het uitvoeren van overige grondbewerkingen, zoals woelen, mengen, afgraven, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen.

7.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 7.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:

a. het normale onderhoud en beheer betreffen;

b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt;

c. mogen worden uitgevoerd op grond van een reeds verleende vergunning.

7.4.3 Archeologisch rapport

De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in7.4.1 dient een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en

wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

7.4.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot:

(20)

a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;

b. de verplichting tot het doen van opgravingen;

c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

7.4.5 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 7.1 genoemde doeleinden ontstaat.

7.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de

archeologische beroepsgroep, ter plaatse geen archeologische waarden zijn vastgesteld.

(21)

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 8 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

(22)

Artikel 9 Algemene bouwregels

9.1 Afwijkende maten

a. In die gevallen dat goothoogten, bouwhoogten, afstanden, oppervlakten en inhoud op de dag van de inwerkingtreding van het plan afwijken van de regels van het plan mogen deze bestaande bouwhoogten, oppervlakten en inhoud in afwijking daarvan als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, mits deze afwijkende maatvoering op legale wijze tot stand is gekomen.

(23)

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

Als een strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:

a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;

b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;

c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van dienstverlening;

d. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woonruimte.

(24)

Artikel 11 Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van de regels van het plan, indien het betreft:

a. het oprichten van bouwwerken ten algemene nutte, mits de inhoud van elk van deze gebouwtjes niet meer bedraagt dan 50 m³ en de bouwhoogte ervan niet meer bedraagt dan 3,50 meter;

b. het overschrijden van de in lid 2.2.1 genoemde regels ten aanzien van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, mits de maximale bouwhoogte met niet meer dan 3 meter wordt overschreden, waarbij voor zonnepanelen maximale bouwhoogte van 0,7 meter geldt;;

c. het plaatsen van masten ten behoeve van mobiele telecommunicatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

1. de bouwhoogte van een vrijstaande mast mag niet meer bedragen dan 50 meter;

2. bouwhoogte van een mast op een gebouw mag niet meer bedragen dan 6 meter;

3. plaatsing van een mast op een gebouw is uitsluitend mogelijk indien het betreffende gebouw 15 meter of hoger is;

4. plaatsing op woongebouwen is slechts toegestaan, indien kan worden aangetoond, dat plaatsing elders niet mogelijk is.

(25)

Artikel 12 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in dit plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen voor zover dit van belang is voor een technisch betere

realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 5 meter bedragen;

(26)

Artikel 13 Algemene procedureregels

Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet eerder genomen dan het moment nadat belanghebbenden gedurende twee weken na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld mondeling of bij voorkeur schriftelijk zienswijzen tegen de nadere eis bij het college van

burgemeester en wethouders in te dienen.

(27)

Artikel 14 Overige regels

14.1 Algemeen

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerpbestemmingsplan.

14.2 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen

Ten aanzien van parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen geldt het volgende:

a. indien de omvang of de functiemogelijkheden van een gebouw daartoe aanleiding geven, moet ten behoeve van het parkeren of het stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Deze ruimte mag niet overbemeten zijn, gelet op het gebruik of de bewoning van het gebouw, waarbij rekening moet worden gehouden met de eventuele bereikbaarheid per openbaar vervoer.

b. de in het eerste lid bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt voldaan:

1. Indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 1,80 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 5,00 m bedragen;

2. Indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedragen;

c. indien de functiemogelijkheden van een gebouw aanleiding geven tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

d. het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde onder a en b een omgevingsvergunning verlenen:

1. indien het voldoen aan die bepalingen naar het oordeel van het bevoegd gezag op overwegende bezwaren stuit;

2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- en losruimte wordt voorzien.

(28)
(29)

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken

a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijking middels een omgevingsvergunning verlenen van lid 15.1 sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 15.1 onder a met maximaal 10%.

c. Lid 15.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van

inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

15.2 Overgangsrecht gebruik

a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 15.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 15.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

d. Lid 15.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

(30)

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Van Everdingen'.

(31)
(32)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden van het bevoegd gezag

(7) Verandert de bruto inhoud f j Ja > Beantwoord de volgende twee vragen over de bruto van het bouwwerk door de inhoud van het

De gemeente De Bilt is niet primair verantwoordelijk voor alle watertaken, maar moet de waterbelangen wel goed beschrijven en afwegen binnen de ruimtelijke ordening.. Een van

1 Werk of werkzaamheden uitvoeren Binnen welk bestemmingsplan zullen de werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden worden uitgevoerd. Omgevingsplan

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Onderstaande grafiek geeft naar geslacht en leeftijd de samenstelling weer van het aantal personen dat in het vierde kwartaal van 2016 werkzaam is bij het Rijk.. De blauwe kleur geeft

heden om de eigen toegankelijkheidsstrategie te verantwoorden. Verwacht wordt dat het oplossen van deze knelpunten in combinatie met een meer ontspannen houden betreffende

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in gronden