Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.
Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteu rsrecht.
Toestemming voor reproductie dient men schriftelijk aan te vragen.
Thi film is upplied by the KITLV only on condition that neither it nor part of it is further reproduced
without first obtaining the permission of the KITL V which re erves the right to make a charge for such rep rodll ction. If the material filmed i itself in copyright, the permission of the owners of that copyright )vill al 0 be requiredfor such reproduction.
Application for permi sion to reproduce should be ,nade in writing, giving detail of the propo ed reproduction.
SIGNATUUR
MICROVORM:
SHELF NUMBER MICROFORM:
MMETA 1208
meisje in de rimboe
HET MEISJE IN DE RIMBOE
HET MEISJE IN DE RIMBOE
HET MEISJE IN DE RIMBOE
EEN VERHAAL VOOR JONGE MEISJES
DOOR
TINE VAN KLAVEREN
GEILLUSTREERD DOOR
GERRIT DE MORÉE
NIEUWE SPELLING
I
_ _ _ _ _ _ _ _ GEILL MEISJESBIBLIOTHEEK - No. 27
. . - - =
INHOUD
HOOFDSTUK 1.
Aan de rand van de wildernis HOOFDSTUK 2.
Een verrassende ontmoeting lIOOFDSTUK 3.
Een morgen visite HOOFDSTUK 4.
Een roedjakpartij met een praatje HOOFDSTUK 5.
Het meisje in de rimboe HOOFDSTUK 6.
Cissy is jaloers HOOFDSTUK 7.
Een ontstellende mare HOOFDSTUK 8.
In angst en vrees HOOFDSTUK 9.
In het kamponghuisje HOOFDSTUK 10.
Een schokkend afscheid HOOFDSTUK I!.
Verijdelde toekomstplanncn HOOFDSTUK 12.
Een woordenwIsseling HOO 'L :JTUK 13.
Aan moeder's graf HOOFDSTUK 14.
Vredehof HOOFDSTUK 15.
C1.>sy 'ordt vermIst POOFDSTUK 16.
In doodsgevaar.
HOOFDSTUK 17.
Annie's wraak HOOFDSTUK 18.
Een gewetens.:.chuld HOOFDSTUK 19.
Cissy heert een schitterend plan.
HOOFDSTUK 20.
"Het nIeuwe vertrouwen".
pag.
7 13
19 31 37 45
50 57 62 71 77 88
93 102 108 113
124 131 139 144
HOOFDSTUK I
AAN DE RAND VAN DE WILDERNIS
et huls Vln de fam! Ie Tin .. mers lag een paar honderd meter bezijden de w,,~, die na'\! c'.csl:a Roemi leidde. Het was een flinke, ruime wonIng, met een groot voor- en achtererf, waaraan de laat te tijd bij gebreke van een bewoner echter geen zorg was besteed, zodat alles een enlgszins verw urloosde indruk m"\akte.
Vanuit het venster van de gro e sla'lok'lmer, die zij met haar zusje Nom deelde, had Lien Ti mers een riant uitzicht op de onafzienbare rijstvelden van de dessabevolking, op de zllver- spran:<elende Asahanrivler en - heel in de verte, links van de w ... '1.ing - op da hoger g~le:ren rubbertuinen van de Europese planters.
L!en's donkere ogen, waaruIt de slaap nog niet geheel gewe- ken W:lS, dOOlzoclhen nieuwsgierIg het landschap. De streek viel haar mee noch. tegen. Alles beantwoordde wel zowat aan de voorstelling, die zij zich had gemaakt van een gewest, dat aan de rinboe·) grefi.':;de.
Het was hier veel eenzamer dan In redan, waar zij to dusverre gewoond had. Voor de gezelligheid hoede je je hier tenminste niet te ga;ln ve tlgen. Ook zonder dat men het haar vClzel.er- de, begreep zij wel, dat het leven van de weinige blanken, die in Roemi woonden, zich in doodse een onigheid voortsleepte. Als je echter een pa h bt, die aan ,,'t Bt'stuur" is dan heb je 't maar niet voor het kiezen, wanr je wilt wonen. Je hebt het dan maar te nemen, zoals het je gegeven wordt, en sputteren daartegen heeft even weinig nut, als vechten tegen de bierkaa!.
Lien was met haar v:jttiell jaren oud e wijs gence~, om dit te begrijpen. Al stond het nieuwe tehuis haar slechts matig aan, zij moest het tegen wil en d nk aanvaarden. De eenzaam- he1d zou haar tl'ouwens nIet zo heel zwaar drukken. Aangez1en
.) De r1.-nboe Is de naam voor het oerwoud.
7
AAN DE RAND VAN DE WILDERNIS
8
er in Roeml alleen een lagere school was zou zij het voortgezet onderwijs volgen in Bal1gé, een flinke plaats, die hier bijna vijf- tig kilometer vandaan lag. Daar kwam zij ook in pension en dUi was zij alleen Zaterdags en Zondags maar thuis.
Voor Nora, die pas elf jaar was en hier nog een jaar op school kon, was de verandering echtel' lang niet aangenaam, bedacht
zij. Die zou haar vriendinnetjes uit Medan wel missen. Maar Nora kon zich gelukkig overal spoedig in schikken en zou hier wel weer nieuwe kennisjes vinden. Ach, welja, alles zou wel .,lopen los", meende Lien, en met die gedachte verzoende zij zich met haar nieuwe tehuis In het eenzame Asahan aan Sumatra's Oostkust.
Het openen van de deur verbrak haar stil gepeins. Op de drem- ped verscheen baboe en wenste haar goedenmorgen.
"Nu al wakker, nonna?", ) vroeg zij verwonderd.
,.Welnee, ik slaap nog als 'n os", lachte Lien op die overbodige vraag. "Is mama al op, Sarindtl-?"
"Neen, ik wou nja (mevrouw) jUist gaan wekken", antwoordde baboe. Terwijl zij de deur dichttrok, klonk er E'en langgerekte geeuw van onder het muskietennet boven het ledikant. Terstond daarop vertoonde zich het slaperig gezicht van Nora. Toen z1J haar grote zus reeds helemaal aangekleed zag, sperde zij koddig-
verbaasd haar mond wijd open.
"MOrgen, wat overkomt jou, ben je in de war met den tijd, of heb ik me verslapen?", vroeg zij In een adem door.
"Helemaal niet, moe Is ook nog niet op", stelde Lien haar lachend gerust. "Het ligt aan mij, hoor, toen ik wakker werd, ben Ik er maar uitgegaan. 'k W s z6 nieuwsgierig .••• eenzaam
is 't hier, hè?"
"Gaat nogal", vond Nora terwijl zij uit bed wipte. "Ja, 't 11
.) Nonna, jongejuffrouw. Hollandse ouders in Indiê noemen hun oudste of enige meisje bij afkorting ook wel "non", zoalS in Holland "zus."
AAN DE RAND VAN DE WILDERNIS
AAN DE RAND VAN DE WllDE:RNIS
Medan nie , maar je went gauw. Ik heb tenminste het idee, dat ik hier al een jaar zit, in plaa s v n 'n week.
1evrouw Timr ers en No a waren een' eek eerder uit IIcd:\n vertrokken, dan Lien en haar pa, d e de orige avond pas aan- gekomen waren. Nora voelde zich al een beetje ingeburgerd In Roeml en Llen hoorde haar dan ook honderd uit over alles en nog wat. Het mee t interesseerde zij zich natuurlijk voor de gezelU;;e conve zatie op de plaats.
"Dat zal wel af'/allen, bij Mcdan vergeleken" , verzekerde Nora.
"Er 15 hier maar één meisje, waar we mee om kunnen g::.an, en das is Cissy Dulvestein. Ze Is vij ftien, net zo oud als jij, ea ze gaat ook In B ligé op school. Jullie kunnen fijn samen reizen."
"Gelukkig; ken je ze al?", vroeg Llen tevreden, omdat zij zich kon aanslu·ten bIJ ie. land, die van haar eióen leeftijd was.
"Neen, nog niet g zien, alleen haar portret, toen I - met moe meemocht, om kennis te makf'n De andere planters, die hier wonen, hebben alleen heel kleine kinderen of heel grote, waar we dus niet veel aan zullen hebben voor de gezelligheid. En meneer Bloemhof heeft helemaal geen kinderen. Ik zal dus mijn vermaak wel alleen moeten zoeken, als jij na~ r school bent.
Vervelend, zeg, maar over 'n jaartje kan ik gelukkig ook naar Bal1g6, zeg meneer Bloemhof."
"Wie I,:; die meneer Bloemho!?", Informeerde Lien.
"Het schcolhoofd, wel 'n aardige man, geloot lk. Zijn oJrouw ~;;
'n schat .. 'loe en Ik hebben de eerste drie dagen bij haar gelo- geerd en ze heeft ons reusachtig geholpen bij 't inrichten. Je moe straks bepaald eens naar haar toegaan."
Lien knikte, maar be loot de visite voorlopig nog uit te stel- len. Zij was wat verleg n van aard en hield niet van bezoeken.
Bovendien interesseerde z!j zich veel meer voor Clssy Dulvestein.
"Zeg wanneer kon t da. metsje van Bali"é terug?", vroeg ze.
"Zaterdagmorgen pas n Maandagmorgen vertrekt ze weer. Je gaat zeker gelijk met haar mee naar de tad?"
,.Ja, ik geloof wel, dat pa van plan was, me volgende week weer naar school te doen. Ik zie er wel wat tegenop. bij a.nderen
AAN DE RAND VAN DE WILDERNIS
In pension te gaan. Enfin, er is niets aan te doen, ik zal eraan moeten wennen. Nu, ben je klaar, Nora.? Dan aan we eens kij- ken, of moe al op is."
Mevrouw Timmers zat In de ruime voorgalerij reed aan de gedekte ontbijttafel. "En non, hoe heb je geslapen in ons nieuwe huis?", vroeg Lien, toen deze haar goeden morgen had gekust.
"Heerlijk, moe. Ik was alleen erg vroeg wakker en kon het toen niet meer uithouden In bed. 'k Heb alles eens goed bekeken van- uit mlj.n venster; 't is hier erg afgelegtn, vindt u niet? Als je naar die natte sawah's kijkt, krijg je net een gevoel, of je op 'n onbewoond eiland zit."
"Goedenmorgen, wie spreekt hier van 'n onb woond eiland?"
trad op hetzelfde ogenblik meneer Timmers de voorgalerij In. '
"Ik was zo vrij, pa", lachte Lien. "Ik vinel dat ~'e r niet op vooruit zijn gegaan, wat de gezelligheid betreft. Als de gouver- neur van Sumatra's Oostkust mij de keus had gelaten, waren we in Medan gebleven."
"Gelukkig Is de gouverneur wijzer" l"cht h , a . e aar vader als hij jongedames de beslissing liet, bleef 1 enige
bestuursp~s~'
inhet binnenland waarschijnlijk onbezet. laar Roemi i niet zo'n onbewoond eiland, als je schijnt te dcnl:en. Een plaats met ruim tweeduizend inlanders verdient die naam toch zeker niet."
,,0, maar u ziet over het hoofd dat er maar zes E
I , uropese ge-
z nnen zijn, pa. En maar één meisje, waar we mee om kunnen gaan."
"Inderdaad, in dat opzicht heb je 't ongelukkig getroffen"
mengde mevrouw Timmers zich in het ge prek ... Daar is eChte;
niets aan te doen, we zullen het maar nemen, zoals het valt. En laten we nu opschiet.en met h-;t ontbijt, pa krijgt straks bezoek
meisjes." •
Zodra de ontbijttafel afgeruimd was, keken Lien en Nora ee t
elk rs
aar en toen hun moeder eens aan. "Wat nu, moe? Kunnen we u misschien helpen?", vroeg Lien gedien~tig.
,,Neen, vanmorgen nt~t ... schudde mevrouw Tlmmers het hoofd.
11
..
AAN DE RAND VAN DE WILDERNIS
de laatste koffers voor ik vooruit kan. Zouden
Ik wacht nog op ,
~'ullie
niet wat gaan wandelen? Je moet toch ook den omtrek leren kennen en 't is nog te vroeg voor een bezoek, al nemen ze"t hier blijkbaar niet zo nauw." ..
, G d idee zullen we gaan?
Lien keek Nora eens aan. "n oe ,
Best de dessa dan maar eens In?", stelde Nora voor.
~et ~en
hoofdknikje nam Lien haar arm. Ze staken het erf over naar de weg en sloegen met stevige pas de richting in vandessa Roem!.
'-
HOOFDSTUK 11
EEN VERRASSENDE ONTMOETING
D ssa Roemllag verder dan een uur gaan, van "de plaat,", zoals de vestiging van de Europeanen in de wandeling genoemd werd.
Onderweg passeerden Lien en Nora nu en dan een inlander of 'n inlandse vrouw, die de nieuwe gezichten met een steelsen blik opnamen en dan haastig weer voor zich keken. Een Singkeh (Chinees), die Lien om haar tamelijke lengte blijkbaar voor 'n volwassen nonna aanzag, liep een eind weegs met hen mee en
bood hen tegen verschrikkelijk hoge prijzen allerlei sieraden en zijden stoften uit Zijn mars te koop aan.
Lien slaakte een zucht van verlichting, toen de man er einde- lijk genoeg van kreeg en hen met rust liet.
"Hé, gelukkig, ik dacht dat we 'm nooit kwijt zouden raken",
zei ze, toen de Chinees de weg naar de plaat. vervolgde. "Hoorde je hoe hij ons af wou zetten? Hij vroeg maar vijf en twIntig roepia (gulden) voor die bloedkoralen ketting. In Medan koop
je dezelfde voor tien."
"De man wil zeker gauw rijk zijn", lachte ora. "Kijk eens. hier komen we aan kampong Wagini, dat is de grootste van de dessa, heb ik pa horen zeggen."
Dessa Roemi bestond uit zes kampongs, aparte dorpjes met Vler- tot zeshonderd inwoners, die allen langs de rand va.n 't oer-
woud lagen en slechts door een opengekapte strook van een paar honderd meter daarvan gescheiden waren. Kampong Wa-
gin1 verschilde in niets van de andere Inlandse gehuchtjes, waar- mee Lien en Nota al eens k~nnis hadden gemaakt. Het was een verzameling min of meer armelijke hutten, met een bescheiden voor- en achtererf. De meesten hadden slechts één vertrek met een aarden vloer; sommigen waren echter voorzien van een miniatuur keukentje, waarin wat schalen en een oliestel ston- den. Een of twee slaapbanken en een laa~ tafeltje maakten het P.OYJl't. meubilair uit. Dit woon- en Ilaapvertrek wer<! hier en
13
EEN VERRASS E NDE ONTMO ETING
daar door de bewoners nog gedeeld met een bla ende geit en een paar kippen, die vrij van he erf in- en uitliepen.
Bijna elk erf was ten lotte nog een duiventil rijk met een of meer perkoekoe s, kleint' inlandse duiven. waarvan de inlande:'s geloven, dat zij eens in de honderd jaar een gouden ei leggen en die daarom nooit zullen wegdoen.
"Afschuwelljk wonen is het toch in zoo'n kampon"'hut", merk- te Nora. op, met duidelijk afgrijzen in ha-:.r stem. "Zo benauwd en vies ... , kijk eens, daar loopt zelfs een varken in en uit. Hoe kunnen die menschen in 's hemelsnaam zo Ie 'en?"
.. Och, zij weten immers niet beter of het hoort zo", antwoordde Llen. "Ze hebben altijd zo geleefd en zij zouden het je waar-
sc hij nl jk kwalijk nemen, als je hen dwon;; anders te doen. Toch zijn ze niet allemaal zo merl en s c:dig. Kijk hier eens, hoe netjes alles onderhouden i~."
Zij stonden \'001' een bel oor:i k 0 geruimd er!. dat werkelijk gunst:g afstak bij a dere. Ook het huisje mankte de Indruk, dat overal de h3nd aan gehouden werd Toen zij door de open d _ reen vl..lc'1tige b ik naar bmnen w e"pen bc~.peurden zij, dat de v o".)r van de k:1.mcr en de keu!:en bede ·t " a .. met een Chinese mat el dat er behoorlij!~c sto~lcn en zelfs ledi1:anten aanwezig waren. Alle zag er kr'l:l. ·zindelijk uit en het leek daarbinnen zo knu. en geLelllg, dat Lien en Nora zich nauwelijks konden voor- stellen, dat zij voor een kamponghuisje stonden.
Lien geloofde weldra het raadsel te hebben opgelost. "Natuur- lijk een kampong Europeaan, die hier woont' , zei ze overtuigd.
Wat bedoel je?", vroeg Nora, die in lcdan wel eens van een
k~'mpo g Europeaan had horen spreken, maar niet goed wist wat die aa 1d iding bet kende.
"Nou, 'n Europeaan, die in 'n kampong woont, omdat-ie geen geld heeft voor t!en ander huis. Misschien een koloniaal met een kJ I pcnw1rentje, die liever in Indl~ blijft, dan naa.r Holland terug te gaan. Of anders 'n werklooS employé uit de cultures, die hier zijn toevlucht heeft genomen, omdat hij er goedkooP leven
EEN VERRASSENDE ONTMOETING
kan. Er zijn er zoveel die dat In dezen tijd moelen doen, als ze niet doodarm in Holland terug willen komen."
"Akelig voor die meru:en, vind je niet? Verbeeld je dat wij als inlanders in zo'n ~ampong moesten leven. Ik zou er vast niet aan kunnen wennen, 'k was binnen een week dood,"
"Nou, zo'n vaart zou het wel niet lopen", lachte Lien. "Je gaat zo gauw niet dood. En als je moest, als je niets anders overbleef, zou je je spoedig genoeg aanpassen. Dat hebben deze mensen ook moeten doerJ. Maar het blijft toch ellendig, zo armoedig te moeten gaan leven, als je het eerst goed hebt gehad."
Juist toen zij door wilden lopen, kwam er een vrouw achter het huisje vandaan. Zij was als een inl'tndse gekleed in sarong en kabaai, m:\ar toch zag Lien dadelljk, dat zij geen volbloed inlandse was. Niet alleen had zij een bijna blanke teint, doch daarenboven maakten haar gelaats rekken het duidelijk, dat zij van gemengd ras wa . Een ze~{er zelfbewustzijn in haar houding bracht Lien terstond op de vreemde gedachte, dat zij een dame was, die zich voor de aardigheid als in andse verkleed had.
De vreemde ju!Irouw - zoals Llen haar in gedachten reeds noemde - nam de mi3isji:'s met een verrasten blik op, blijkbaar zag zij dadelljk, dat lij vreemden voor zich had. Zelfs bleef zij onwlllekeurig even staan, doch plo eling neep zij de lippen op elkaar en verdween in huis, de deur achter zich lultend.
Llen keek Nora pijnlijk verrast aan. "Kom, laten we door- lopen", verzocht ze. "Zag je hoe dat mens naar ons keek, toen ze de deur dicht deed? Net or ze boos was en ons niet kon uitstaan."
"Mi~<"ch1en was ze wel kwaad, omdat wij zo onbescheiden naar
binnen stonden te gluren", veronderstelde Nora.
"Best mogelijk, het was ook wel een beetje onbehoorlijk", gat Lien toe.
"Vind je het geen gekke verschljn1ng in een kampong? Het leek wel een dame,"
15
EEN VERRASSENDE ONTMOETING
"Dat dacht ik ook onm1ddellljk. Een gewone inlandse is zU 1n geen geval. Haar vader zal wel een Europeaan geweest zijn.
ik denk dat zij de vrouw is van 'n employé, zoals ik straks zel.
We zullen het toch pa eens vragen."
Toen zij de hoek omsloegen van een erf, slaakte Lien een l1chte kreet van verbazing. Dichtbij naderde hen een ongeveer vijftienjarig meisje, dat sprekend veel weg had van de juffrouw uit het hulsje. Alleen was zlj nog iets lichter van kleur. doch evenals deze liep zij gekleed als een inlandse en op blote voeten.
De ontmoeting was zo verrassend, dat Lien en Nora en ook het vreemde meisje waren blijven stilstaan.
,,Hallo", zei Lien onw11lekeurlg.
"Goedendag", antwoordde het meisje aarzelend. Haar stem had een beschaafde klank, maar er lag meer beleefdheid en verrassing dan vriendelijkheid in. De ontmoeting scheen haar zelfs onaan~enaam, want zij maakte reeds een haastige bewe- ging, om door te lopen.
Lien had er niet 't minste erg In en stak met 'n hartelijk gebaar de hand uit. "Dat Is een verrassende ontmoeting in een kampong", hernam zij met een gl1rnlach. "Je woont zeker in dat nette huisje daarginds? We hebben dan bepaald je moeder zoeven gezien ..•. "
Het schoot haar plotsellng te binnen, dat het meUlJe er mis- schien niets van begreep wie zij waren en daarom ging zij in
een adem door: "Mijn naam is Lien Timmers en dit is mijn zusje Nora. Wt zijn pas uit Medan overgeplaa~t, pa Is bestuurs- ambtenaar, weet je. We wonen in het huls langs de weg, dat weet je natuurlijk wel te staan?"
Vragend keek zij he metsj e aan n nu pas viel haar iet.<!
vreemds op in haar houding. Er lag een pijnlijke trek op haar smal gezichtje en haar ogen kregen een stugge ultdrukkJng, alsof de ontmoeting haar met tegenzln vervulde. Ook gaf zij Lien geen hand, zodat deze de har haastig terugtrok. Zo bleven ze een ogenblik staan: Lien pijnlijk verbaasd en geêrgerc!.
Nora verbluft omdat het meisje zo yreemd deed en het m~e
EEN VERRASSENDE ONTMOETING
zelf volhardend in haar onvriendelijk zwijgen en blijkbaar ver- legen met zichzelf.
Nora maakte plotseling een eind aan ctle zonderllnge kenn1&.
making. "Ga je mee, Lien?" vroeg ze resoluut, en met een snibbige blik op het meisj e.
De korte vraag bracht ook de anderen tot zichzelf. Lten voelde zich eensklaps verongelijkt en zelfs beleedlgd. Toen het meisje opnieuw een beweging maakte om door te lopen, kon zIJ niet nalaten, lucht te geven aan haar ergernis.
"Je schijnt e nogal iets te verbeelden, dat wij geen hand of 'n woord waard zijn", viel zij spottend uit. ,Neem mij niet kwalijk, als ik soms te vrijpostig ben geweest: in 'n kampong verwacht je natuurlijk niet, een prinses tegen te zullen komen en dat nog wel op blote voeten ..•. "
Zij had direct spijt van haar hatelijkheidjes, maar het wa.!
te laat. Er steeg een vuurrode blos naar het gelaat van het meisje en de tranen kwamen haar in de ogen. Doch terstond daarop beheerste zij zich .. Zij wierp het hoofd achterover en keek Lien met een donkere blik aan. "Ik begrijp niet, waarom je je met mij bemoeit", viel zij uit. "Jullie weten zeker niet wie ik ben? Als je het wel wist, zou je je beslist niet met me willen inlaten. Pas maar goed op, dat die SChijnheilige lui van de plaats er niets van te weten komen, je zou het misschien moeten bezuren, dat je me aangekeken en met me gesproken had."
Alsof zij door iemand achtervolgd werd zo Vlug, snelde het vreemde meisje weg. Lien en Nora keken haar verbluft na.
"Heb je nou ooit? ... " vleI Lien verbijsterd uit. "Wat bedoelt dat kind, wat heeft ze?"
"Ik denk niet goed wij ", antwoordde Nora.
Inderdaad was het gedrag van het meisje zeer zonderling.
Haar houding leek bepaald vijanctlg, terwijl zij haar toch niets
~aan hadden.
"Ik begrijp het al", hernam Llen. "Haar moeder - ik denk
wel, dat die juffrouw van zoeven haar moeder 1.5 - keek ook
&1 zo verstoord. Ze -'Chtjnen een hekel te hebben aan de bewo-
17
EEN VER RASSENDE ONTMOETING
18
ners van de plaats, dat is het hele geheim. Kom, laten we maar doorlopen, thuis komen we misschien wel meer te horen."
Zij wandelden door nr ar d volgende kampong, maar de herinnering aan de 'en"'s '('nde on'moeting (leed hun elke belang'telling voor de om"evil'1~ verliezen. Telkens en telkerul kwamen ze el" weer op terug. Op weg naar huis werd Llen echter heel stil, hetgeen Nora poedlg genoeg opviel.
"Zeg, wat heb je zo Ineen ?" vroeg ze, en Lien zo diep in gedachten verzonken scheen, dat ze helemaal geen antwoord meer gaf.
Lien schrok op uit haar'" peins. , k denk nog steec1s aan dat vrermde meisje en 11. ar moeder", beke de z'J. ,.Het pijt me, dat ik zo hatelijk egen haar wa . wie wee wat er achter zit."
"Ach kom, 'a zou er ach er zi en?" haalde Nora de schou- der:; op. "Ik denk, dat zlj z eh te goed ach voor de kampong
en dat ze jaloer is op de lui van de plaats."
.. cen, da~ g loef 1· nle ", z i Llen, d al aardig wat meer mensenkennL'5 had opgedaan d' nNora, .. Voor kleinzielig zle Ik ze nu niet bepaald aan. Er moel e 'n andere verklaring zIjn voor die vreemd houdln rr. Dat zij tranen In haar ogen kreeg bewiJ ,dat ze erg f!evoelig is voor - Jot, Het spijt me, dat ik haar gek etst' heb."
,Kom je hoeft je zelf ni te ve 'Ij ten, h or", meende Nora.
,,'t Is haar eIgen chuld, dat e wat c:;cherp uitviel. Waarom
,
stelde zij zich ook zo onbele fd en nuffig aan? Zij had ons toch best een hand kunnen geven en vertellen wIe zIJ was. Wij hebben toch niets met haar g had?"
,.Ja, eigenlijk heb je gelljk", gaf Liy aarzelend toe, alsof zij het nog niet me zichzelf eens wa.'5 . • ,Toch heb ik er hinder v: n Ik gf'loo! beslist, d t ze op I ct punt stond te gaan hullen.
Soedah, er ~ nle meer aan te doen, lalen we er maar niet meer over spreken."
Me deze verzuchting zette zij de verrassende ontmoeting voorloplg uit haar gedachten.
HO OFDSTUK 111
EEN MOR GENVISITE
"We hebben op een zonderlinóe man;~r kennls<"emaakt met 'n meisje, dat we nu nog niet k nnen, moe", ving zij tamelijk raac1selachtig aan.
"Hoe bedoel je?", vroeg mevrouw Timmers lachend.
Lien en Nora legden haar de ontmoetlno in geuren en leuren uit. Meneer Timmers, dIe juist de v00l3alerij in kwam, toen zij aan hun verhaal begonnen, luisterde zonder veel belangstell1ng toe Eerst toen Llen de raadselachti3e woorden herhaalde, die het meisje hun had toege"oe~d, werd hij wa meer oplettelId.
"Een vreemde geschl"denis", vond m vrouw T mmers. zodra Lien Uitgesproken was. "Wie kan da zijn, p~?"
"Ik weet niet, voor zover mIJ b~kend is, wonen hier geen Europeanen in de kampong<::. Ik zou het eens na kunnen g an, maar van zoveel belang lijkt me de geschic enls niet"
"Dat is ze ook niet", beaamde me TOU\'\!. "Toe \ zou ik w I eens een verklaring w·llen hor '11 van d".t zonclcrLl 'ctr:q. A Ik een van de dames van de plaats z e, zal ik er toe I :ons naar vragen."
Alsof zij er een voorgevoel van had rre ad. da haar bezoek van pas zou komen, reed op hetzelfde ()(Y::mblil~ een v n de dames In 'n bendie (wagentje) het erf op,
"Daar is mevrouw Duivesteln", zei meneer Timm r , de trap van dr voorgalerij afdalend, om de bezo koter bij 1 et uitstijgen behulpzaam te zijn.
Mevrouw Dulve teln was een no al snibbl~(' dflmt', die meer gfneesd dan bemind of gezien was op de plan -. ZIJ had een tamelijk hoge dunk van haar eigen voor reffelijkheid, bezat een scherpe tong, waarvoor niets of niemand zich veilig kon achten,
en was altijd erg opdringerig met goede raad.
,,Dag, m'n lieve mevrouw, Ik kom eena kijken hoe u het
19
EEN MO RGEN VIS ITE
maakt", kwam zij met uitgestrekte hand de voorgalerij In.
"Bent u al zowat geïnstalleerd? Als ik u soms dienen kan met mijn ervaring en goede raad, hebt u maar te spreken, mevrouw- tje; men zit op een vreemde plaats altljd wel met het een ot ander in de war, nietwaar?"
"Zeker, dank u voor uw belangstelling, mevrouw", antwoordde mevrouw Timmers beleefd, haar bezoekster een stoel aanbIe- dend. "Mocht ik soms hlpr ot daar mee verlegen komen te zitten .... "
"Dan komt u maar g rust bij me aankloppen", viel mevrouw Duh'estein haar onmiddellljk in de rede. .,Hoe is het, hebt u
al uw barang (goederen) reeds aangekregen?"
"Neen, vanmiddag ot morgenvroeg verwachten we de laatste koffers en als die geborgen zijn, is de Installatie gelukkig achter de rug. Voorlopig tenmlruJte. Bij een verhuizing blijkt gewoonlijk eerst later pas, dat men het zo ot zo beter in had kunnen richten, nietwaar!"
"Natuurlijk. Ik ben van mening dat de ervaring vanzelf wel uitwijst, hoe men het meeste nut van een huis kan trekken.
Alles schikt zich langzamerhand wel en dnrom geef ik altijd de raad, zich niet dadelijk het hoofd te breken !net de vraag.
ot dit of dat wel goed geplaatst Is."
.,Zo heb ik er ook over gedacht. hoofdzaak Is voorlopig dat
w~ wonen en dat het ert een behoorlijk aanzien krljgt."
"Ja, dat laat nog wel een en ander te wenschen over", be·
aamde mevrouw Duivesteln, met een onderzoekende blik op het verwilderde voorerf.
Toen mevrouw Timmers koffie had geschonken, viel haar bUk op LIen. dir zich met. Nora bel'chpid~n P.. hterat had gehouden.
"Ach, nu heb Ik vergeten u onze Lien voor te stellen, mevrouw", sprak zij op verontschuldigende toon ... KIJk eens, hier Ls zij.
vindt u haar niet erg groot voor haar leeftijd?"
Mevrouw Duive.:;tein llad Lien reeds gezien voor zij de voor·
galer.j betrad, maa' zij had n.let de minste notitie van haar
pnomen. ALt chtgenote Jall c1en yoornaamsten planter na
EEN MORGENVISITE
de landstreek stond zIJ erop. dat men de vonnen tegenover haar in acht nam en daarom had zIJ gewacht, tot men het melaJe aan haar voorstelde.
Lien was op een wenk van haar moeder naderbij gekomen.
Een beetje verlegen onder de critische blik van mevrouw Dut- vestein, gaf zij haar blozend een hand. De bezoekster knikte haar vluchtig toe en nam haar van top tot teen op. Elk spoor van hartelijkheid ontbrak In haar begroeting. "Zo, ben jij LIen?
Je gaat ook naar school in BaUgé, hè?"
"Jawel, mevrouw", beaamde Lien beleefd.
..
"Zo, dan kan je met mijn Clssy op en neer reizen, dat komt goed uit. Ga je ook bij meneer Toepoei in pension?"
"Ik weet het niet, mevrouw, pa moet een en ander nog rege- len, geloof ik."
Meneer Timmers, die de bendle naar het achtererf had laten brengen, kwam juist de voorgalerij weer in. Hij had de laatste vraag van mevrouw Duivestein verstaan en zette zich hoofd- schuddend in een ligstoel.
"Ik weet nog niet, bij wIen ik haar thuis zal doen, mevrouw", zei hij. "Ik heb een paar adressen gekregen van leraren van de zendingschool, bIJ een hunner zal Lien wel een plaatsje kun- nen vinden."
"Als ik u een goede raad mag geven, vertrouw haar dan toe aan meneer Toepoei, meneer Timmers. Keurig nette mensen, Cissy is er ook. Die anderen.... ach, hm .... wat zal ik ervan zeggen? Hier Is het dit en daar is het dat, nietwaar? ••• u
Mevrouw Duivestein zette een gezicht, alsof zij over de
"anderen" maar liever zweeg. En meneer Timmers, die In Medan al zo een en ander had gehoord omtrent de onhebbe- lijkheden van zijn bezoekster, ging er wijselijk niet verder op ln, doch bracht het gesprek haastig op iets anders. Eensklaps herinnerde hIJ zich de ontmoeting van de meiSjes.
"Pardon, voor ik het vergeet, wilde ik u lets vragen", onder- brak hU zichzelf plot,wtng. "Weet u m.1s.sch1en ook, ot er "Ia BuroP.fU.D 1n kampong Wag1Dt woon\t"
21
EEN MOR GE VISITE
"Een Europeaan?", vroeg mevrouw Duivesteln verbaasd.
"Neen, ik weet heel besll:st van nle ."
"Zonderling", vond meneer Timmer'. "Lien en Nora hebben vanmorgen een dame in de kampon" ge;:ien, die .... "
Er scheen mev ouw Dt Ive teln plotseling iets in te vallen.
ZO neep even de lippen op el1caar en viel meneer Timmers met een schelle stem in de rede. 1 Dat c:che I met haar dochter In de rimboe, bedo lt u De aanl ::mg van 'n gemene schurk, Durft die vrouw zich een dame e noemen?"
neer Timmc:rs en zijn VLOUW .:~ fchrokken even "ao die lIltval. Het vrien elijl~ gel ge held~!;cÎ~cht "an hun bezoekster was geheel veranderd. Er lag zo eel b o'"held cn verachting In, dat mevrouw Tlmmers, die erg z"ch zinnig w. s" p.otseling een zekere antipcthie In zIch \'0'" de opkomen. .~eneer Tlmmers haastte zich de verkeerde ndr 1 • \VCb te nemen, die zijn woor- den blijkbaar hadden g w :-t,
"Ik weet niet hoe die juffer zich elf noemt", hernam hij schouderophalend. ,De kinderen k!'egen alleen de indruk, dat zij een dame was."
"Een halfbloed''', vleI mcvrou vader was een sergeant-majoor moeder een Javaanse." •
D Jl':e.c: ein scherp ui , "Haar an het Indische Leger, haar
Meneer en mevrouw Timmer wi!'seldcn een snelle bUk. ZIJ begrepen, dat hun bezoekster behoorde tot de domme en ver- waande lul, die de gekleurde ras. en als minderwaardIge men- sen beschouwen, MPVIOliW Dulv.esteln mat de waarde van een mens niet af aan zijn deugden en innerlijke be chaving. maar In hoofdzaak aan de kleur van zijn huid. Meneer Timmers was toevallig iemand, die zulke dwaasheden maar niet over zijn kant lIet gaan.
"Of ik met een Inland e. en h lfbloed of n blanke te doen heb, doet er vr.or mij weinig toc", merkte hIJ droog op. "Ik kijk er altijd maar naar wat iemand is al mens. En daarom kan die juffrouw in de kampong zeer goed een echte dame zijn. Dat ligt m ar aan ha.ar be chavlng en karakter. Ik ken
EE N MORGENVISITE
haar niet en dus matig ik me geC'n oorder! 1, 'lrcv"r Ilan. Soe- d:-h, we kllr.nE:n ct~nr ':Cl "1' :~\'cr:l.,:' C\' !' zwi "tn. U hebt me cntec nir.L~; 't kng !!'Cfl,:H:,r:l. 1. (0 \ ' 'J ,\'" 'l'; t: niet, dat die juifrouw en dat me~ 'je rnOEUt"l' n dochtt'r w:lr,m?"
E !2g een vE'rbeien trek VGn ernir ·s 0:11 de mond van mevrouw Duivestcin. Zij .. as het rtt gcwl'nd dat men haar terechtwee.:; en ZIJ verdroeG di .. heel slecht. De dames op de plaats wisten dat en te!'wille van de ,'nde ,n de kleine Euro- peese samenlev'ng hi ld n zij d' .. 1' r('I,e1',:n'" mee. Als een ander haar dan ook op deze gemocdf'Jijl;e Ol, n' r terechtgewezen had, zou zij onget :v Ij f.:> I I s~herp uit'), \':.t:Ien zijn, Maar tegen- over meneer Timm rs dt:rfde zij dit 1 id. E:11 bestuursambte- naar Is op een k ei ne I,laat een p.:-,< COIl v~n gewicht, die men graag een beetje ont~lct (,11 b'j wiC!1 m,:,n het liefst in het gevlei tracht te komen, omj:l hij het iC11 nnd hstig genoeg kan maken met allerlei reglement n en verordeningen.
-
Daarom sl1l-te mevrouw' Dulves ein ha"r erbcrnts maar weg, ot beter gezegd, zij s ortte ze uit 0..,. r de hoofden van "die schepsels in de kampong,""Juist, meneer Timmers, mocder en dochter", antwoordde zij, "De vrouw is getrouwd met e 11 schurk, 'n zekeren Blonk ... "
"Blonk' ", viel me:1eer Timm rs ha::.r verrast in de rede. "Ik herinner mij hem nOb uit Medan, h:j zit ginds in de gevangenis,"
"Precies, hij is veroordeeld tot een jaar en daar zijn nu drie maanden van om, Hij wa~ tuinol1zlchter bij mijn man en heeft schandelijk misbruik gemaa};:t van het vertrouwen, dat wij in hem gesteld hebbn. H rinnert u zich de geSChiedeniS nog, mevrouw?"
Mevrouw Timmers schudde het hoofd. "Niet zo goed meer", gaf zij ten ant.woor . "Ik meen wel dat ik er van gehoord heb, maar het is vcrmoecle ijk het eue 001' in en het andere uit gegaan."
"Soedah, 't i gauw verteld", hernam de bezoekster. "Blonk was al negen jaar bij ons in betrekking en woonde op de tuin.
In het begin van het 'Jorige jaar gingen mijn man en 1k naar
23
EEN MORGENVISITE
Europa en Blonk voerde zolang het beheer. Wij bleven een jaar weg en toen we terugkwamen bleek, dat de schurk Onl
op een lage manier bestolen had. Hij heeft ons voor niet minder dan negen duizend gulden benadeeld. Toen het uitkwam wilde mijn man hem zonder meer ontslaan, maar daar heb ik een stokje voor gestoken. Wie zich brandt moet maar op de blaren zitten, vind ik. Dat schepsel, die zogenaamde mevrouw Blonk, had altijd een verbeelding van jewelste en van haar dochter Annie kon gerust gezegd worden, dat de appel niet ver van de stam viel. Soedah. ik heb mijn zin doorgedreven, dat begrijpt u wel. De politie is in de zaak gemoeid en die Blonk heeft nu zijn gerechte straf. Zijn vrouwen Annie zijn in de kampong gaan wonen en ze wonen er nu nog. Als Blonk vrijkomt, zullen ze wel gauw gaan verkassen, want hier op de plaats kijkt na- tuurlijk niem~nd ze aan. Soedah, hoe eerder ze gaan, hoe liever het ons zal zijn, hIer zijn die twee schepsels maar een voortdurende ergernis."
. Terwijl de bezoekster haar relaas ten beste gaf,. hadden me- neer en mevrouw Timmers elkander een paar maal veelzeggend aangekeken. Mevrouw Duivesteln bleek niet mee te vallen bij nadere kennismaking. ZIJ mocht dan nog zoveel reden hebben boos te zijn op Blonk en misschien ook wel op diens vrouW en dochter, 1n elk geval pleitte het niet voor haar arakter, dat zij er blijkbaar grote voldoening in vond, dat Blonk alleen door haar toedoen in de gevangenis gekomen was. Dat haar man de geschiedenis had willen laten rusten - mIssch1en wel terwille van het gezin - bewees duidelijk genoeg, dat hij een goed hart bezat en hoog genoeg stond, om de wraakroepende stem der vprgelding het zwijgen op te kunnen leggen. Mevrouw Duivesteln was echter wraakzuchtig en al was dit begr3jpeUJk na hetgeen gebeurd was, het viel toch In haar tegen, dat
sU
blijkens haar woorden zelfs nu nog, terwijl Blonk reeds zwaar gestraft wa.~, onverzoenlijk en bepaald haatdragend bleef.
Toen zij zweeg schudde meneer Timmer! het hoofcl .eDIt ,,Een onge1ukk18e piOhled.nSa, meftOUW. JIoe kWam 8loû • etsenlJ.1k toet"
J:J:N MORGENVISITE
"Ja, dat mag de hemel weten", antwoordde de bezoekster.
"HIJ verdiende een goed salaris en daarom was het zo ver-
chrikkelljk ondankbaar, dat hij ons bestal. Later hebben we 'n gerucht opgevangen, dat hij zwaar speculeerde en dat hij een acht of negen duizend gulden moest bijpassen. Die stal hij toen maar van ons. Lenen noemde hiJ het. Maar toen het misllep met die speculatie was hij alles kwijt, ook ons geld.
SChande Is het, afschuweliJk .••• "
"Ja, 't Is nooit prettig, als je je in iemand bedrogen ziet", merkte mevrouw Timmers op. "Met dat al is en blijft het on- gelukkig voor zijn vrouwen kind. Het zal hen niet licht vallen,
de schande en vernedering te dragen. En ook het leven In de kampong is nu niet bepaald een pretje voor mensen, die aan de Europeese samenleving gewend. zijn en er thuis horen."
"Ach kom, thuishoren ..•. ", viel mevrouw Dulvestein bits uit.
"Ik zeI u al, het zijn maar halfbloeds. Als ze ergens thuishoren, dan is het waar zij nu zitten. Dat meI je 66k. Ze verbeeldde zich wonderwat. Door haar gefleem en gevlei kwam ze bIJ alle leraren in Ballgé in de gratie en op die manier kon zij ge-
makkelijk altijd de eerste van de klas zijn ..•. "
"Oh, is zij In Baligé op school geweest?", vleI meneer Timmers haar plotseling In de rede.
"Ja, natuurlijk moest zij ook naar Ballgé, gelijk met mijn Cissy. WIe het niet zo nauw neemt met "mijn en dijn" kan het gerust doen, nietwaar?"
Meneer Ttmmers wisselde opnieuw een bUk met zijn vrouw.
Uit de hatelijke gezegden van mevrouw Duivestein bleek over- duidelijk, dat zij jaloers was op Annie Blonk. Lag hierln mis- schien de oorzaak van haar minaChting en haat, waarmee hun bezoekster de twee beklagenswaardige slachtoffers van Blonk's misstap voortdurend bejegende? Het scheen van wel, want uit nieta was nOi gebleken, dat mevrouw Blonk of haar dochtertje teta hadden gedaan of nagelaten, waarmee zij de sympathie en deelneming van weldenkende mensen konden hebben ver- 'Peeld,
EEN MOR GENViSITE
26
Mevrouw Timmers kO!1 nooit r;oed ';el n, dat men llehtva:lrdig de staf over iemand b"ak n op de :lr.ar ei '11 zachtzinnige ma- nier ging zij er dan oo~: Lecien:n, z0nder nochtans haar mening te verbloemen.
"Ik begrijp, dal u niet b:pauld In~e,)om;,n bent. met dien Blonk", begon zjj p~in ... '-'! d. "Ik :tou et 00 niet zijn. als ik zo bedrogen was u·t';ekom~n. M,:n d'tt luit niet uit, dat men medelijden kan hebhen met zijn vrouwen kind. Ik blil! erbij dat het verschril'helij' is \'00 zulke ml' S,-n, In bekrompen omstandigheàcn te moeten le\ n do l' de schuld "an 'n ander en daarenboven nog. g~bu'd te moet n gaan onder de min- aChting van hun vroegcre kennis~en. Die verat!ltlng hebbcn ze naar mijn inzicht ni t verdiend. Zeker niet, als men hen anders niets ten la te c:an leg~en. d~n dat zij in innige be-
trekking star-,n tot ie"'ncnd, etie een m.s ... l~p ge::et heef: en deze misschien diep I:etre'lrt .... "
Mevrouw Duivestein heOl'de alle verbluft :1~n. Zij .:us ge- wend, dat de damc van de plaats 11 ... 1' r ~ ar den mond prak.en en moest nu tot ha r ergerni. ervaren dat hier iemand was, die niet van zins C.l en tc zijn ha:lr mel.ing voct~toot, over te nemen, Zij ma~}:te een wrevelig geb r om mevrouw Timmers te ondcl'brl.l\:e , l a r deze liet zich niet van haar
stuk brengen.
Op een gemo t.!(' 'jke :jna, v r honend oon ging zij voort.
"Het komt mij voor, me 'rouw, dnt u de dingen doo' een te sterk gekleurd bril c7Jet. Ik heop tiat u me niet kwalijk zult nemen, dat ik 00' m;n r .• ening eens uit. De geschiedenis van dien Blonk laat ik erbuit n, zij ga:l.t ons niet aan. Maar u brengt er dingen bij e pas, waarbij ook wij of liever Llen be- trokken is.'
"U. , ., Llen ?", viel mevrouw Duivestein plotseling uIt, met ecn paar ole.l die groot ", ... re.l v n verbazing,
" Zeker", bea:>.n de mevrouw Timmer onverstoorbaar. "Het
1s mij heus niet aang naam te weten, dat de leraren in Bal1gé er lievelingetjes op n houden. Het komt niet te pas, dat kin-
EEN MOR GE NVISITE
deren beoordeeld worden naar het succc • waarmee ze zich in de gun t van nn Ie 'aar hebben weten te dringen. Al'3 Annie Blonk werkelijk de eerste van haar klas is, alleen omdat zij zo in het gevlei tu at bij haar Ic. ar, da 1 wordt het tijd, dat rlijn man e~ns een stokje steekt voor de onbillIJke bevoor-
rechting. Op die manier zou Lien alti d achterop komen, want die houdt niet van vle·crijtjes."
Mevrouw Duivest in schrok zichtbaar, Die ultwerkiT"g had zij niet voo Zlen van haal' klakkeloze be 'chuldJging aan het adres der leraren van Baligé. Als die meneer Timmers werke- lijk een onderzoek liet instellen - en daar zag hIJ streng en secuur genoeg voor uit, vond ze - dan kon ze wel eens lelijk te pas komen. Zij moest dus een, draai aan haar woorden zien te geven, maar hoe? Gelukkig VOOl h ar, had zij spoedig een redmiddel bij de h~nd.
"U moet me goed verstaan, mev ouwtje", 7ei ze m~ haar innemendste glimlach. "Ik sprak. over .vat gewee t is. Er kan nu geen ~pr~ke meer z'jn van bevoor echtin , want u h('gl'ijpt wel, d"t die Annle direct van sc 1001 wegge aagd Is, toen dat met haar vader voorviel."
Me.1Cer Tin1l1erS, deal dien tijd gezwegen had, veerde plot- sell.lg op. "Wnt zegt' u ?", viel 'lij verontwaardigd uit. "Weg- gejaagd omdat hanr v:1,c,er,... neen, maar dat. is de ~c} ande-
o
lijk te onrechtvaardigheid, w. arvnn ik ooit gehoord heb, Daar zal ik een onderzoek n:1.ar lat r, ins elien. De cho!en genieten sub idle (geldcl!jl'" ondersteuning) 'Van het Gouvernempnt en dit schrijft voor, dat zij en leerling alle n mogen weren cO grond van persoonlijk wangedrag."
Mevrouw Duivestein verbleekte tot in haar hnls. "U ... 0 u begrijpt me verkeerd", ~pr:l.k zij met zoveel haast, dat zij strui- kelde over haar woorden. ,.Eigenlijk is het zo gegaan: mIjn Cissyen dnt sch psel reisden altijd samen, zonls vanzelf spreekt.
Enne .... toen dàt gebeur 'e, k lum er natuurlijk opspraak van.
Ik verbood C ssy, no lanr;e~ met die Annie om te gaan 1"11 toen d je de poppen aan 't dans n. Die meid vloog Cissy op 'n dag
EEN MORGENV I SITE
lewoon aan en omdat Cis een juffrouw Goedzak is en nog geen vliel kwaad kan doen, kreeg ze er z6 van langs van die gemene kat, dat ze thuis moest blijven van school. En toen was ik vanzelf verplicht er een eind aan te maken. Ik zel tegen me- neer Toepoei, dat ik Cissy van school afnam, als hij dat chepsel niet wegstuurde, en toen koos hij de beste weg en zond Annie naar de kampong terug. Zegt u nu eens, dat Ik ongelijk had zo te handelen, meneer Timmers. Men kan toch zijn elgen
"lees en bloed niet laten mishandelen door zo'n schepsel? Het bloed liep het kind langs het gezicht."
Meneer Timmers fronste de wenkbrauwen een. "Ja, dan staat de zaak natuurlijk heel anders", gaf hij toe. ,Als Annle begonnen is, kon meneer Toepoei moeilijk anders doen. En dan heeft het meisje haar rechtvaardige straf beet. handtas- telijkheden komen niet te pas op school."
,,0 zo", zeI mevrouw Duivestein voldllan. ,.Als ik u een goede raad mag geven, houdt uw kinderen dan maar geru:;~ van dat schepsel vandaan, zij kunnen er wel slechter, maar niet beter van worden. Ik blijf erbij dat de appel niet ver van de stam valt. En hoe u daarover oordeelt weet ik niet ..•. "
Met deze woorden stond mevrouw Duivestein op, vermoede- UJk vond ze dat de aardigheid van de visite eraf was, als ze
zo op haar woorden moest letten. Om een zo gunstig moge- UJke indruk achter te laten was zij uiterst Uef voor Lien en Nora, cUe 1n hun hoekje het hele gesprek gevolgd hadden.
"Komen jullie Zaterdagmiddag kennis maken met Clssy, meisjes? Dan zal ik hal\f zeggen dat zij een roedjakpartij *) geeft".
"Heel graag, mevrouw", zel Lien beleefdheidshalve, hoewel
zij liever niet gegaan was, omdat zij mevrouw Duivestein maar een naar mens vond.
"Goed, zal ik dan tegen vier uur de bendle sturen?"
*) Roedlak ts een allegaartje van onrijpe vruchten, overgoten met een sausje.
EEN MORGENVISITE
"Welneen, mevrouw, geeft u zich cUe moeite maar niet", kwam meneer Timmers tussenbeide. "De meisjes kunnen best lopen, zover is het niet naar uw huis. En zij moeten toch ook de weg leren kennen."
"Zoals u wenst, ik wil u anders met genoegen van dIenst zijn", verklaarde de bezoekster ijverig.
Uitgeleide gedaan door meneer Timmers, cUe haar behulp- zaam was bij het ~nstijgen, ging mevrouw Duivestein heen. Toen meneer Timmers in de voorgalerij terugkwam, keek hij zijn
vrouw eens aan. :>e aanwezigheid van de meisjes weerhield hen hun mening omtrent de bezoekster uit te spreken, doch de veelzeggende blik di . zij wisselden bewees overduidelijk, dat cUe niet onverdeeld gunstig was. Wat zij verzwegen napte Nora er echter uit.
"Een akelig mens, vind ik die mevrouw Dulvestein". sprak ze. "Vind jij ook niet. Lien?"
Lien zweeg, maar dat zwijgen was welsprekend genoeg.
"Ik geloof er niks van, dat die Annie zoo'n akeligheid
w",
hernam Nora. "Nou ik alles weet begrijp ik best, dat zij een hekel heeft aan de mensen van de plaats en dat zij ons niet wilde kennen. Zij zal wel braaf uitgescholden zijn, voor zIJ Cissy aanvloog. Want zoo katterig zag zij er toch niet uit. Als 1k haar weer eens zie, zal Ik haar zeggen ...• "
"Zeg haar maar llever niets", kwan mevrouw Timmers er twsen. ,,Als je dat meisje ziet, kan je haar groeten en daar is het mee afgelopen. Ze heeft zelf duidelijk te verstaan gegeven, dat zij niets gesteld Is op verdere kennismaking en je laat haar
dus maar met rust. Je mag haar niet kwalijk bejegenen, maar je hoeft haar ook niet aan te halen. Dat zou maar wrijVing Keven op de plaats en pa's positie brengt mee, dat we met Ieder- een gOede vrienden moeten blIJven."
Nora keek teleurgesteld Nu zij Wist dat haar vader 1n de aevanien13 zat, was zIJ vervuld van medelijden met het meisle uIt de rimboe en had zij zich reeds voorgenomen een poging te doen, om vriendschap te .sluiten.
EEN MORGENV 'SITE
e?"
,Bedoelt u. dat ik helemaal niet met haar om mag gaan, mo . vroeg z'j met een bpnepen stem.
"Juist, ik heb het liever niet. In de eE'rste pI aa t.<; kennen wij haar niet, voorts wil zij er z If niets van weten en ten derde zou het maar een verkeerde indruk maken, zoals ik reed!
ze1."
Mevrou~ Timmers keerde in huis terug en Nora keek Llen eens aan. "Een strop", zuchtte zij. "Ik had me er juist al blij mee gem akt, dat ik misschien toch nog gezelschap zou hebben, als jij naar school was Soedah, d n maar niet. Misschien had het kind ook zelf niet gewild."
ij Li ' arm en trok haar mee Met die ve:-zuchtlng nam z en s
het erf op.
HOOFDSTUK IV
E EN ROEDJAKPARTIJ ME T E E N PRAATJE
issy Duivestein gaf haar roedjakpartij in de achtergalerij. ZIJ had al een paar maal na, r Llen en Nora uitgekeken en toen zIJ hen in de verte zag aankomen, snelde zij h n haastig tege- moet. Klein, d1k propje als zij w ,was zij spoedig buiten adem en toen zij de meisjes naderde, bleef zij hijgend staan.
"Hallo, hé, is dat lopen", bracht zij met moeite uit, Lien en Nora nieuwsgierig opm'mend. De meisjes chenen haar wel aan te staan, want met een spontaan gebaar strekte zij allebei de handen uit.
•
"Ik weet het al, Lien en Nora, heeft mama me gezegd. Dat
ik Cissy heet, hoef ik juUie zeker ook niet meer te vertellen?"
"Neen, dat weet ik al viel' dagen", lachte Lien. "Ik ben blij dat ik je eens zie; weet je dat ik ook naar Baligé ga?"
"Natuurlijk, heb ik ook van mama ehoord. FiJn zeg we kunnen samen reizen. Kom je ook bij mevrouw Toepoei ln pension?"
"Ik weet nog niet, pa zal Maandag wel eens kijken, waar hIJ me onderdak brengt", antwoordde Lien. •
"Hé, dat zou helemaal fijn zijn, als we blj elkaar konden blij- ven. Toe, doe je best een, 't is wàt enig waar ik ben."
Lien beloofde het en stijf gearmd gingen zl' het achtererf op van den "Gouden Hoorn", zoo als de tuin van meneer Duivesteln heette. Lien en Nora brach en mevrouw Duivestein de compli- menten van hun ouders en volgden Clssy naar de aChtergalerij.
Het eerste hal! uur viel er ~e veel ,,~ prate .. , om a",n de r~d
lakschotels te kunnen denken. Cissy vertelde van BtJigé en de school, Lien en Nora haaloen herinneringen op aan Medan en aan Holland, waar zij twee jaar geleden nog met verlof waren geweest. Toen zij eIndelijk hun versnaperingen aan zouden spre- ken, kwam meneer Duivestein eens kijken.
"Zo, Zijn dat nu de jongedames van het nieuwe bestuur?", schertste hij. "Aangenaam kennis te maken. Ik hoop dat jullie
31
EEN ROEDJAKPART IJ MET EEN PRAATJE
het me niet te lastig maakt, hoor! En dat je me niet het vel over de oren stroopt met de belasting. Ik betaal toch al genoeg, het gouvernement kon me wel eens 'n llj!rente toekennen, van wat ik al bij gespekt heb."
Zijn goedig gezicht en zIJn vriendelijke stem stelden de met -
jes terstond op hun gemak.
"Het komt in orde, meneer", ging Lien lachend op zijn scherts In. ..Ik zal vandaag nog 'n briefje schrijven naar den toean besaar in Buitenzorg,*) dan krijgt u vast wel wat u verdient."
Meneer Dulveseln deed quasi of hij schrok. "De hemel beware me daarvoor", viel h1j ult. "Veronderstel, dat iemand altljd chts kreeg wat h1j verdieude. Dan waren er 'n hoop ongeluk- ge mensen meer op de wereld, jongedame."
Lachend ging h1j heen en de meisjes konden eindelIJk eens aan hun roedJak denken. ZIJ snoepten zoveel van het frult, dat mevrouw Dulvestein bezorgd kwam waarschuwen, dat zij zich In
acht moesten nemen.
"Voorzlchtlg, meisjes, het kon je wel eens opbreken. Zou je er nu niet mee eindigen, Cissy? Ju kunt er toch al niet te best tegen."
De melajes lieten zich raden en de rest wegnemen. Toen even later een korte pauze het levendige gesprek onderbrak, veran-
derde Clssy plotseling van onderwerp.
"Zeg, wat heb ik gehoord van mama? Hebben Jullie Annle Blonk In de kampong ontmoet?"
Lien en Nora hadden afgesproken, dat zij niet over het meisje In de rimboe zouden spreken, omdat dit Cissy misschien onaan- genaam kon zijn. Maar nu deze er zel! over begon, hoefden zij
geen terughouding meer In acht te nemen. • Ja Dinsdagmorgen hebben wij haar gezien", antwoordde
"
,Lien.
"Zo, en wat zei ze? Sprak ze nog over mij? En stond ze niet gek te k.ljken. toen ze plotseling twee vreemde gezichten voor zich zag?"
.) Toean Besaar, de Groote Heer. is de naam, die de inlanders aan den gouverneur-generaal geven.
EEN ROEDJAKPARTIJ MET EEN PRAATJE
Met een blik vol verwachting keek Cissy van Lien naar Nora.
LIen verhaalde haar de ontmoeting in geuren en kleuren en toen zij uitgesproken was, trok er een voldaan glimlachje over Ctssy's gelaa t.
"Zo, dus je hebt haar eens flinl: op haar plaats gezet", viel hij opgewonden uit. "Nu, dat doet me plezier, ze verdiende eens zo'n lesje. Ze kon je zeker wel a~nvregen, toen je sprak van een prinses op blote voeten?"
Llen schudde ernstig het hoofd. Het stond haar een beetje tegen, dat Cissy er zoveel genoegen in vond, dat zij zo bits tegen Annie opgetreden was, maar na hetgeen die twee samen hadden gehad, achtte zij dit wel enigszins verklaarbaar.
.. Neen, er was geen sprake van, dat zij me kwaad wou doen", antwoordde zij. "Ik zei al: ze stond op het punt te gaan huilen.
Maar toen kwam zeker haar trots boven en beheerste zij zich.
Ik had er spijt van, dat ik zo tegen haar opgetreden was, maar zo gaat het gewoonlijk: berouw komt altijd na de zonde."
"Spijt, waarom had je er spijt van?", vroeg Cissy verbaasd.
"Nu, het kind heeft mij niets gedaan en dus had ik helemaal het recht niet, haar te kwetsen of te beledigen."
.. PH .... maak je Je daar bezorgd over? Stel je maar gerust uit je hoofd, dat je die zou kunnen beledigen. Ze is er eenvoudig niet vatbaar voor; ze heeft 'n huid als een olifant. Verbeeld je:
toen haar vader al gesnapt was, durfde ze nog met 'n dood- onschuldig gezicht op school te komen."
Lien was onaangenaam getroffen. "l-lU ja, maar zij had toch niets op haar geweten?", merkte zlj op.
"Nou, op haar geweten, daar blijf ik buiten. Mama zegt altIJd, dat de appel niet ver van de stam valt. Vertrouwen zou ik haar Voor geen cent meer. Ma~r dat nu eens daargelaten. Ik kan me maar niet begrijpen, hoe je nog onder de ogen durft te komen van fatsoenlijke mensen, als je vader door de politie weggehaald
1s wegens diefstal. Ik zou niet weten, waar ik me bergen moest van schaamte. Als ik tenminste in .. haar" schoenen gestaan had, zou ik me maar liever niet meer op school hebben vertoond.
En JlJ?,"
EEN ROEDJAKPARTIJ MET EEN PRAAT JE
Llen's gezicht stond een beetje donker. Clssy viel haar plotse- ling tegen na de prettige indruk, (re zij van haar gekregen had.
Zij begreep dat Cissy moelIljl~ kon sympathiseren met Annle Blonk, maar dat maakte het toch nict nodig, hanr op een be- paald gemene manier yerdacht te mnkell. In een andere zin kon zij ha:lr woord"l1 niet opvatt n, h t was werkelijk een ge- mene verdachtmaking, als men van iemand zei, dat men hem voor geen cent vertrouwde. Bevreesd :lIs zij '::\ h:1o.r nieuwe kennl je af te stoten, wilde zij eerst het antwoord schuldig blij-
ven op Cissy's uitval. Haar rechtvaardige Inborst verzette zich daar echter tegen en na een korte aarzeling, nam zIJ Annle's verdediging op zich.
"Ik denk, dat Annle zich ook wel g !lchaamd zal hebben, die- p r MI schlcn d"n wiJ k nn u vermoeden. Ik z~i van de week al tegen Nor ,dat zij mIJ een erg gevoelig meisje toescheen en jui t die hekken zich zol ts sterk aan. Het zal haar heel wat mee·te gekost h~bben, \Veel' naar ~chool te gaan en net te doen, or er niets gebem d wa '. Maar zIJ zal ook begrepen liebben, dat het om haar toekomst ging en dat zal de doors ag wel gegeven hebben. Ik vind h t 1link, dat ze haar chaamte heeft durven overwinnen. Haar zelf treft immers niet de minste blaam? Je zegt n wel, dat je hanr voor g en cent vertro wt, maar heert zU Je ver rouwen dan ooit beschaamd? Als dat het geval Is, blij!
ik overni buiten."
"Nee .... neen, dat niet", gaf Cissy a 'zelend toe, met een on- 'rust· ge blik In haar ogen. ". faal' toch kan ik iemand, die zo'n
vader heeft, niet la ger meer ve trouwen. Het spreekwoord zegt .... "
, Een spreekwoord Is nog niet, wat een axioma Is In die ver- velende ~Isltllnde", vleI Lien a:tr vlug in de red. "Ik zou niet weten, wan cm d tm Isje g en vertl'OU 'en meer waard zou zijn.
Ik ken haar niet voldo nde. om te ,,;eten wie of wat zij Is. Maar het feit alleen, dat haar vader lets lelIjks heeft gedaan, doet haar In mUn oeg de achting en het vertrouwen nog niet verHe- zen. Ik vind dat. zIJ erg te b !;lngcn Is en als ik bljvool'beeold vro g I' vriendin me haar gewec.!:t \',' s d •. n zou k nu dubbel zoveel met haar op hebben.'
EEN ROEDJAKPARTIJ MET EEN PRAATJE
"Ze Is mijn vl'iendin nooit g weest, gelukkig", merkte Cissy een beetje bits op. "Haar vader w.,s per slot van rekening Pa', km'eht maal' en de afstand tussen atroon en ondergeschikte . oet bewaard blijvC'u, z~3't m ma a.tiJd. Dnar heb Ik me ook n1o.r gtd.ag:"l1. We ging-en op en n er naar huis, kwamen zo nu en dan e"ns samen n daar 1 e wos de kou af. Ze was geen eens een volbloed blank; wect je dD '('I?"
Llen knikte en ging maar nIet verder meer op d ge chledenls In. Zij voelde e~n 1;)ee je medelIjdeu met CI.:;~y. haar laatste ,;oordcn bewezen, dai zIJ ten aanzien van mensen met gemengd bloed een st ndpunt Innam, d t zij haar vnd~r altijd als laat- dunkend, dom en bekrompen had horen veroordelen. Daartegen te vechten kon alleen de af tr.nd. die repè.~ lus en hen was ont- staan, maar verbreden I:'n dat wilde zij \oorl.omen. In B1.lIgé,
zou zij dagelljJ;s met Cissy om moeten g n en dus wa het beter, die twistpunten maar te laten rus Pil.
"Soedah, l~~ten we het liever een over lets anders hebben", verbrak zij d~ lngevllllen pauze. " Iet wordt zo cnclerhand tijd om naar huls te gaan ook."
"Hè, nu al?", vroeg Clssy, die onmiddellijk haar goede stem- ming terugvond, toen het pijnlijke onderwerp van de baan was.
,,'t Is zes uur, toch zel:er nog veel te vroeg om h en te gaan?"
"Neen, toch niet, want om half ze (;11 eten we, Cissy. En moe houdt er niet van, op iemand te moeten w:l.cl ten, hè. Nora?"
,,0 neen, d:m krJj~en we vast op ons kop", verzeker e Nora, blij dat zij ook weer eens lets mocht zeggen.
"Nou, dan 11 er niets aan te doen", berustte Cissy. "Ik ga jul- lie natuurlijk 'n eindje wegbrengen. En lopen jullie morg,m nog eens aan? Anders Zit Ik die lange, vervelende Zondag helemac.l alleen."
"Morgen krijgen we visIte van meneer en mevrouw Bloemhol", herlnr.erde Llen zich. "We kunnen dan moeilijk weglopen, maar kom Jij liever bIJ ons, Clssy. Wij zijn nog wel niet in staat een roedjakpartlj te geven, maar moe heert vandaag cake gebakken, dus we kunnen je toch enthalen."