• No results found

Jeruzalem zal Stad van Trouw, De Heilige Berg en De Berg van de HERE van de hemelse legers worden genoemd.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Jeruzalem zal Stad van Trouw, De Heilige Berg en De Berg van de HERE van de hemelse legers worden genoemd."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Uitzending 1195: Zacharia 8:4 t/m 19]

De vorige uitzending sloten we af met het lezen van Zacharia 8:3, waarin de HERE beloofde dat Hij zal terugkeren naar Zijn land en in Jeruzalem gaat wo- nen. Jeruzalem zal Stad van Trouw, De Heilige Berg en De Berg van de HERE van de hemelse legers worden genoemd. In de tijd van Abraham en de profeet Jeremia heeft de HERE het al gezegd: Ik ben de HERE, de God van alle mensen, is er iets onmogelijk voor Mij? (Jer.32:27) Tegen Abra- ham zei de HERE: Voor Mij is niets onmogelijk. Wie zou Hem nu niet op Zijn woord geloven?

Zacharia 8 vers 4 en 5: De HERE belooft: Jeruzalem zal weer vrede en vei- ligheid kennen. Er zullen weer ouderen zijn die, leunend op hun stok, door de stad gaan. Overal in de stad zullen weer kinderen spelen. Als de HERE weer in Jeruzalem woont, dan kan Zijn volk er ook veilig wonen. Dat is vandaag nog niet zo, maar dat komt wel! Dat blijkt in de verzen 4 en 5. Oude- ren zullen, leunend op hun stok, door de stad gaan. En het krioelt op straat van de kleine kinderen. Het is vrede in Jeruzalem. Dat is het beeld dat de woorden van de HERE oproepen. Woorden die worden uitgesproken door de profeet Zacharia. Ouderen en kleine kinderen worden immers het eerst de dupe van oorlog en geweld. Ook wij zien dagelijks de beelden van vluchtende mensen, vrouwen, kinderen, ouderen, hele families, die vluchten voor hun leven en slachtoffer zijn van oorlog en andere calamiteiten. Daar waar zij woonden is het niet meer veilig en kunnen kinderen niet meer buiten spelen en ouderen niet door de stad gaan omdat het te gevaarlijk is.

Maar dan, in de stad van God, is er niets dat het leven van ouderen en kin- deren bedreigt. Want waar God woont is ruimte voor iedereen, ook voor kin- deren en oude mensen. Daar waar de HERE niet woont zijn kinderen en oude mensen vaak een probleem. In de stad van God mogen kinderen worden ge- boren en kunnen mensen oud worden. Het leven is er goed, want ze hebben de HERE tot hun God. In het NT horen we de Here Jezus tegen Zijn leerlingen zeggen: Laat de kinderen toch bij Mij komen. Houd ze niet tegen. Want het Koninkrijk van de hemelen is bestemd voor wie is zoals zij (Matth.19

(2)

:14). De HERE zegt bij monde van de profeet Jesaja tegen alle Israëlieten die zijn overgebleven: Ik heb u geschapen en sinds uw geboorte voor u ge- zorgd. Uw leven lang zal Ik uw God zijn. Ook al wordt uw haar grijs van ouderdom, Ik maakte u en Ik zal voor u zorgen. Ik zal u voorthelpen en uw redder zijn (Jes.46:3 en 4). Zo zorgt de HERE voor Zijn volk en kinderen.

En daar waar God woont is ruimte voor iedereen, ook voor kinderen en oude mensen.

Zacharia 8 vers 6: Al lijkt het in uw ogen ongelooflijk, zou het daarom ook in Mijn ogen een onhaalbare zaak zijn? vraagt de HERE aan het geringe aantal overlevenden van Zijn volk. De HERE die de harten en de gedachten kent, ziet de verwondering in de ogen van Zijn volk. Zij hebben de woorden van de HERE gehoord, de profeet Zacharia heeft Gods beloften aan hen doorgegeven, namelijk: 1 – Jeruzalem zal weer vrede en veiligheid kennen.

2 – Er zullen weer ouderen zijn die… door de stad gaan. En 3 – Overal in de stad zullen weer kinderen spelen. Maar de HERE weet wat Zijn volk denkt, en God vraagt: Al lijkt het in uw ogen ongelooflijk, zou het daarom ook in Mijn ogen een onhaalbare zaak zijn? Want wat is er overgebleven van Gods volk? Een ‘gering aantal overlevenden’. Het is maar een povere rest, die van giften en gaven moet leven in die half herbouwde stad met een tempel in aanbouw. Een tempel die niet te vergelijken is met de prachtige tempel van Salomo. Nee, in de ogen van ‘het geringe aantal overlevenden’

is dat wat de HERE belooft een onhaalbare zaak. Ze kunnen er eenvoudig niet bij, dat dit waar zou zijn. Valt het u op? De HERE verwijt het volk die ongelo- vigheid niet. Hij buigt Zich als het ware naar hen toe en vraagt: zou het daar- om ook in Mijn ogen een onhaalbare zaak zijn? In die vraag ligt de climax van het eerste deel van Zacharia 8. Hier is de HERE dezelfde God zoals we Hem in Genesis 18 bij de oude kinderloze Abraham ontmoeten als Hij belooft, dat Sara het volgend jaar een zoon zal krijgen. Dan klinkt diezelfde vraag: zou voor God iets te wonderlijk zijn? Hier is de HERE dezelfde God, zoals we Hem ontmoeten bij Jeremia, die een akker heeft moeten kopen buiten Jeruza- lem terwijl de stad op het punt staat ingenomen te worden door de Babyloni- ers. Als Jeremia vraagt, hoe dat nu moet, dan antwoordt de HERE: Ik ben de HERE, de God van alle mensen, is er iets onmogelijk voor Mij (Jer.32:27).

(3)

Er zijn meer mensen in de Bijbel die worstelen met Gods toezeggingen en be- loften.Ook Mariakrijgt in Lucas 1:37 eenzelfde antwoord, als zij de wonderlijke boodschap ontvangt dat ze moeder zal worden van de Zoon van God. De engel Gabriël zegt tegen haar: Voor God is niets onmogelijk. Wat Hij zegt, gebeurt. Maria geeft daarop een opvallend antwoord, zij zegt: Goed, de HE- RE mag met mij doen wat Hij wil. Ik hoop dat het zo zal gaan als u mij hebt gezegd (Lucas 1:38).Maria kan het niet geloven, zij heeft er moeite mee.

En als de leerlingen van de Here Jezus na het gesprek met de rijke jongeman vragen: maar wie kan er dan ooit gered worden? (Marcus 10:27), krijgen ook zij hetzelfde antwoord. Jezus zegt: Menselijk gezien niemand! Maar bij God is alles mogelijk. Dat is het geheim van Gods beloften en de vervulling er van: de HERE doet het Zelf. In Exodus 15 zingen Mozes en de andere Israëlieten een lied voor de HERE. In vers 11 zingen zij: Wie onder de goden is gelijk aan de HERE, wie is zo heerlijk en heilig als U, bewonderens- waardig in roemrijke daden, niet te volgen in wonderlijk doen en laten?

De boodschap die Zacharia namens de HERE mag doorgeven is buitenge- woon en geweldig. De HERE zegt: Al lijkt het in uw ogen ongelooflijk, in Mijn ogen is het geen onhaalbare zaak. De HERE is een God van wonderen (o.a. Ps.77:15). Of het nu gaat om de geboorte van Isaäk of de Here Jezus. Of het nu gaat om de herbouw van de tempel en de terugkeer van de HERE in Jeruzalem, of om de redding en verlossing van zondige mensen. Bij de HERE is het geen onhaalbare zaak.

In Psalm 9:2 zegt David: HERE, ik prijs U met mijn hele hart. Ik vertel iedereen over de geweldige dingen die U doet. En in Psalm 26:7 zegt hij: Ik zing daar (bij Uw altaar; vs.6) uit volle borst een lied om U te loven en ver- tel er over Uw wonderen. En in Psalm 71:17 lezen we: O God, sinds ik een kind was, hebt U mij alles geleerd, tot op de dag van vandaag vertel ik anderen over Uw wonderen. In Psalm 86:10 zegt David: Want U bent een grote God en U doet wonderen. Alleen U, mijn God, kunt dat doen.

Zacharia 8 vers 7 en 8: Kijk, zegt de HERE van de hemelse legers, Ik ga Mijn volk bevrijden uit de landen in het oosten en het westen of waar het

(4)

zich ook bevindt. Ik zal de mensen terugbrengen naar hun eigen land en zij zullen in Jeruzalem wonen. Zij zullen Mijn volk zijn en Ik zal hun God zijn, eerlijk en rechtvaardig! In de verzen 7 en 8 spreekt Zacharia van nog meer beloften. Het was uit de visioenen al duidelijk geworden, dat de HERE, als Hij sprak over Zijn volk, niet alleen dacht aan het geringe aantal overle- venden in Juda en aan het kleine groepje teruggekeerde ballingen uit Babel.

Er zijn er nog veel meer, die God wil brengen binnen de poorten van Jeruza- lem en die Hij de naam van Sions kinderen wil doen dragen. In Psalm 87 lezen we: Jeruzalem ligt op de heilige bergen. De HERE houdt van haar poorten, meer dan van alle andere steden in het land Israël. Stad van God! Er zijn geweldige dingen over u te vertellen. Wanneer Ik de namen noem van Egypte, Babel, Filistea, Tyrus of zelfs Ethiopië, is er altijd wel iemand die daar geboren is. Maar van Jeruzalem zal worden gezegd dat er velen geboren zijn. God, de Allerhoogste, zal Zelf deze stad zegenen.

In Psalm 126:1 en 2 lezen we: Als de HERE de ballingen laat terugkomen in Jeruzalem, zal het net zijn of wij dromen. Dan breken wij uit in gejuich en iedereen lacht van blijdschap. Dan zullen zelfs de ongelovige volken rondom ons zeggen dat de HERE wonderen bij ons doet. De HERE belooft de Israëlieten vanuit alle windstreken om Zich heen te verzamelen. Hij zal Zijn zonen en dochters van de uithoeken van de aarde terugbrengen naar Israël.

Allen die Hem hun God noemen, zullen komen, want de HERE heeft hen tot Zijn eer gemaakt, Hij heeft hen geschapen (Jes.43:5-7).

Er zit in Zacharia 8:7 en 8 ook iets, dat over de grenzen van de oude bedeling heen gaat, tot aan de horizon van de nieuwe bedeling. Er loopt vanuit Zach.8 ook een lijn naar de Here Jezus. De Heiland zegt in Johannes 10 vers 16: Ik heb nog meer schapen, die niet bij deze stal horen. Ik moet zorgen dat die er ook bijkomen. Zij zullen Mijn stem horen en dan zal het één kudde zijn met één Herder. En er loopt vanuit Zach.8 ook een lijn naar Openb.21:3, naar het nieuwe Jeruzalem. God zorgt er Zelf voor, dat Zijn huis en Zijn stad vol wordt. Maar als Gods huis en stad vol zal worden, waar komen dan al die bewoners vandaan? Een actuele vraag, omdat we vandaag om ons heen zien dat velen afhaken. Zach.8:7 geeft het antwoord: Ik ga Mijn volk bevrijden uit de landen in het oosten en het westen of waar het zich ook bevindt.

(5)

Kort gezegd: ze komen overal vandaan. In Psalm 113:3 lezen we: Over de hele aarde moet de naam van de HERE worden geprezen. Er zijn straks geen plaatsen meer waar de naam van de HERE niet wordt geprezen. Zij zul- len komen uit alle rassen, volken, stammen en taalgroepen, een ontelbare menigte mensen (Openb.7:9). Het is met het oog op deze belofte, dat het Evangelie verkondigd zal worden aan de mensen in Jeruzalem en ook in Judea en Samaria, en zelfs tot in de verste uithoeken van de wereld (Hand.1:8). De overste of heerser van de wereld, de satan, staat daar machte- loos tegenover, al is hij nog zo sterk. Want het is ook nu weer God die het doet. De HERE die wonderen doet en groot is in wijsheid en kracht.

Christus, de Leeuw uit de stam van Juda, de nakomeling van David heeft de overwinning behaald. Hij heeft Zich opgeofferd en hen met Zijn bloed voor God vrijgekocht uit alle rassen, volken, stammen en taalgroepen (Openb.5:9).

De Heilige Geest werkt het verlossingswerk uit in het leven van mensen en lijft hen in bij de gemeente van Christus die zalig wordt. Het is een groot werk van God die onder u aan het werk is. Hij zorgt ervoor dat u Hem graag wilt ge- hoorzamen en dat u ook doet wat Hij van u vraagt. Zo bereikt Hij Zijn doel (Fil.2:13). In een andere vertaling lezen we: Want God is het, die om Zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt. Bij mensen is het onmogelijk, maar niet bij God. Als de HERE iets zegt, dan doet Hij het ook, want Hij weet Zelf wat Hij doen zal en er is niemand of niets dat Hem kan weerhouden om Zijn besluit uit te voeren.

Zacharia 8 vers 9: De HERE van de hemelse legers spoort Zijn volk aan met de woorden: Ga door met uw werk en maak het af! Aarzel toch niet langer! De fundamenten van de tempel zijn nu gelegd en u hebt gehoord dat de profeten u verteld hebben dat het herstel van de tempel begonnen is. Het kan eenvoudig niet op. Na de vijf beloften, die we in de vorige verzen hebben gelezen, komen we nu nog eens een aantal beloften van God tegen.

De HERE maakt duidelijk, dat Hij geen zuinige God is, maar mild en overvloe- dig schenkt wat Zijn volk en kinderen nodig hebben. Op het eerste gezicht is al duidelijk, dat de verzen 9 t/m 13 één geheel vormen, omdat vers 9 begint met inleidingswoorden, die we 10x in de Hebreeuwse tekst van Zach.8 tegen- komen, namelijk: ‘zo zegt de HERE van de hemelse legers’.

(6)

Bovendien begint en eindigt deze belofte met dezelfde woorden: 'Ga door met uw werk…’ En in vers 13 wordt er nog aan toegevoegd: Wees daarom niet bang en laat de moed niet zakken. Heel bekende woorden, die we meermalen in Gods Woord tegenkomen en die feitelijk het hele Evangelie sa- menvatten. Mensen die gezien hun achtergrond en hun schuld tegenover God en hun omstandigheden alle reden hebben om bang te zijn, maar zij hoeven niet bang te zijn op grond van wat God tot hen zegt. Gods Woord overtuigt hen ervan, dat ze niet bang hoeven zijn. Als zij blijven letten op wat er voor ogen is, blijven zij bang, maar als zij de HERE geloven op Zijn woord wordt al- les anders.

Zacharia 8 vers 10: Vóór de aanvang van dit werk viel er voor niemand iets te verdienen en leverde het vee niets op. Wie de stad verliet, kon nooit met zekerheid zeggen dat hij zou terugkeren, want Ik zette alle mensen tegen elkaar op. Als de inwoners van Jeruzalem letten op hun om- standigheden en ze realiseren zich wat de oorzaak van dat alles is, dan heb- ben ze alle reden om te aarzelen, want dan wordt het nooit meer wat. Dan kan het nooit meer wat worden met Jeruzalem, de tempel en met Gods volk. Maar God zegt: Ga door met uw werk en maak het af! De woorden van de HERE geven moed en kracht aan mensen die hopen op God en het van Hem ver- wachten. Niet dat de HERE met deze woorden over het verleden heenstapt en voorbijgaat aan wat er is gebeurd. Dat doet God nooit. De HERE herinnert het volk aan de tijd ‘vóór de aanvang van dit werk’. Toen was er een situatie om de moed bij te verliezen. De mensen konden werken zoveel ze wilden, maar hun inspanningen leverden niets op. Vandaag herkennen we er het beeld in van landen waar misoogsten en economische wantoestanden de mensen apathisch en moedeloos maken. Ze kijken maar wat voor zich uit. Waarom zouden zij zich nog inspannen? Het levert toch niets op. Zwoegen, wat baat het een mens? En in zo’n situatie kan het inderdaad gevaarlijk zijn om de be- scherming van de stad te verlaten, dan moet je uitkijken voor een roofoverval.

Soms is dat voor de mensen de enige mogelijkheid om nog iets te pakken te krijgen en in leven te blijven. En hoe komt dat? De HERE zegt: want Ik zette alle mensen tegen elkaar op. Zo gaat het toe in een samenleving die met God geen rekening houdt en niet luistert naar Zijn woord (o.a. Jes.57:20, 21).

(7)

En hoe is het in onze samenleving? Houden wij als volk rekening met de HE- RE? Zeker een onderwerp om regelmatig voor te bidden!

Zacharia 8 vers 11 t/m 13: Maar nu is het allemaal anders, nu zal Ik het volk dat de ballingschap overleefde, beter behandelen! zegt de HERE van de hemelse legers. Uw gewassen groeien goed, de wijnstokken bui- gen onder het gewicht van de druiven en het land is vruchtbaar, want er valt ruim voldoende regen. Al deze zegeningen schenk Ik aan het volk dat nog in het land over is. Want zoals u een vervloekte bent geweest onder de volken die u omringden, volk van Juda en Israël, zo zult u nu een zegen zijn, want Ik zal u heil en verlossing geven. Wees daarom niet bang en laat de moed niet zakken. Ga door met de herbouw van de tem- pel. De boosheid van God is voorbij. Bij deze verzen denk ik aan de woorden van Psalm 85:1 t/m 5, waar de Korachieten zingen: U bent altijd goed ge- weest voor Uw land, HERE. U hebt het volk van Jakob uit de ellende ge- red. U hebt de zonden van het volk vergeven en bedekt. U hebt Uw ver- ontwaardiging laten varen en U afgekeerd van Uw grote toorn. Bevrijd ons nu weer, o God, U bent onze Verlosser. Laat Uw weerzin tegen ons varen. En dat heeft de HERE gedaan!

Zacharia 8 vers 14 t/m 17: Zoals Ik Mij had voorgenomen u kwaad te doen toen uw voorouders Mijn toorn opwekten, en Ik geen berouw had van Mijn besluit, zo heb Ik Mij nu voorgenomen Jeruzalem en de stam Juda te zegenen. Wees daarom niet bang. Dit is wat ú moet doen: spreek de waarheid tegen elkaar, laat het bij de rechtspraak eerlijk toegaan en zoek daarbij het beste voor elkaar, smeed geen boze plannen tegen elkaar en zweer niet dat iets waar is als het niet zo is! Want al dit soort dingen haat Ik hartgrondig, zegt de HERE. In vers 15 zegt de HERE: Ik heb Mij nu

voorgenomen Jeruzalem en de stam Juda te zegenen. En waarom? Omdat Jeruzalem en de stam Juda zo ten goede zijn veranderd? Nou, dat denk ik niet, laten we nog eens terug denken aan de vraag van de HERE over het vasten in Zacharia 7. Toen moest de HERE de pijnlijke vraag stellen: toen u vastte en rouwde in de vijfde en zevende maand, hebt u dat toen wel van harte voor Mij gedaan?

(8)

Het was in zoveel opzichten eerder een uiterlijke bekering dan een innerlijke.

Maar toch zegt de HERE in de verzen 11 t/m 13: 'Ik zal het doen'. En dan doet de HERE het niet om het volk, maar om wille van Zijn grote en heilige Naam. In Deuteronomium 23 lezen we er ook een voorbeeld van. Daar heeft Mozes het over de vervloeking die Bileam over het volk Israël moest uitspre- ken, maar de HERE zorgde ervoor dat het een zegening werd. We lezen in Deuteronomium 23 vers 5: Maar de HERE, uw God, heeft niet naar Bileam geluisterd; integendeel, Hij veranderde de vloek voor u in een zegen om- dat de HERE, uw God, van u houdt. Dat is het geheim van Gods beloften:

de eenzijdige liefde van de HERE, die uit Hemzelf opkomt, en die ge- grond is in Zijn eeuwig welbehagen (Rom.9 en 11).

Zacharia 8 vers 18 en 19: De HERE van de hemelse legers stuurde mij nog een boodschap: Uw traditionele perioden van vasten en rouwen in de vierde, vijfde, zevende en tiende maand zijn nu voorgoed voorbij, vanaf nu zullen het vrolijke feesten worden, maar let op: heb de waarheid en de vrede lief.

Maar daarover meer in de volgende uitzending.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is precies dit soort van spreken, de- ze invulling van wat opvoeden is of kan zijn, die niet meer ter sprake gebracht wordt omdat opvoe- den voor ons vandaag een heel

Want let hierop: Christus heeft niet alleen voor de Zijnen het Koninkrijk der hemelen verkregen, wanneer de wereld voorbij zijn zal, maar ook, als het loon Zijns lijdens, de

Vaak stellen wij vast dat terminaal zieken veel banger zijn voor de manier waarop ze zullen sterven dan voor de dood zelf', weten Ann Herman, Lies Deltour en ziekenhuispastor

wij aanbidden U, o God van trouw (God van trouw). U ziet mij als een kind dat gered is, dankzij het bloed van het Lam. Hier ben ik, geef mijzelf aan U over, ik ben gekocht en

Wash away our worried thoughts with the power of your love Lord, like a fountain, we lift our lives to you, singin', singin'. Paul Baloche,

Kijk ik, Heer, naar wat U maakte, naar de sterren en de maan, wie ben ik dan toch, o Here, dat U met mij bent begaan.. Toch hebt Gij de mens, o Here, bijna

Voor veel bijenonderzoekers is duidelijk dat deze sterfte niet door de nieuwe groep van bestrij- dingsmiddelen werd veroorzaakt, maar door virussen die worden overgebracht

Andere, kleinere, onderwerpen waarbij ambtenaren wordt verweten hun werk niet goed te hebben gedaan of waarbij zij als incompetent worden bestempeld zijn onder meer: