• No results found

Inspectierapport Baloe (KDV) Schiestraat AN BEVERWIJK Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Baloe (KDV) Schiestraat AN BEVERWIJK Registratienummer"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Baloe (KDV) Schiestraat 18 1946AN BEVERWIJK

Registratienummer 652771105

Toezichthouder: GGD Kennemerland

In opdracht van gemeente: BEVERWIJK

Datum inspectie: 18-08-2014

Type onderzoek : Regulier onderzoek

Status: Definitief

(2)

2 van 11

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Veiligheid en gezondheid ... 7

Inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ... 10

Gegevens toezicht ... 10

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 11

(3)

3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 18-08-2014

Baloe te BEVERWIJK

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.

Beschouwing

Op 18-08-2014 heeft GGD Kennemerland, in opdracht van gemeente Beverwijk, een onaangekondigde inspectie uitgevoerd bij kinderdagverblijf ‘Baloe’.

Tijdens dit onaangekondigde risicogestuurde inspectiebezoek zijn enkele voorwaarden (welke verder zijn uitgewerkt in het rapport) uit de Wet Kinderopvang en de bijbehorend "Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" en "Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen"

getoetst.

Kinderdagverblijf ‘Baloe’ is een van de locaties van SKOV kinderopvang Beverwijk.

Het kinderdagverblijf heeft twee verticale groepen, van nul tot vier jaar, waar per groep maximaal 12 kinderen worden opgevangen. Op beide groepen staan bij een volle bezetting 2 en in een enkel geval 3 pedagogisch medewerkers.

Het kinderdagverblijf heeft een natuurtuin als buitenspeelruimte.

Het KDV voldoet op dit moment, op een punt na, geheel aan de ,tijdens deze inspectie getoetste, voorwaarden uit de Wet Kinderopvang en bijbehorend "Besluit kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen" en "Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen".

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.

Eén van de beroepskrachten beschikte niet over een passende VOG.

Houder gaf aan de VOG z.s.m. opnieuw aan te vragen, passende VOG is met zienswijze meegestuurd.

(4)

4 van 11

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Binnen dit domein is de pedagogische praktijk getoetst.

Pedagogische praktijk

Emotionele veiligheid

De beroepskrachten communiceren met de kinderen

De beroepskrachten laten warmte zien door gepast lichamelijk contact; zij beantwoorden de omhelzing van het kind.

Het is de eerste dag na de vakantie. Een jongetje staat tegen de benen van de beroepskracht aan.

De beroepskracht pakt hem op en zegt; ‘wil je even knuffelen? Ja ik heb jou ook gemist he?’.

Open sfeer in de groep

Het dagschema biedt een balans tussen structuur en flexibiliteit.

De kinderen worden gestimuleerd om tenminste één keer per dag buiten te spelen in de natuurtuin.

Als het gaat regenen mogen ze ook buiten blijven, de beroepskrachten bieden dan een paraplu of poncho aan. Kinderen die willen mogen naar binnen.

Persoonlijke competentie Opdoen van eigen ervaringen

Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.

De meeste kinderen zijn vrijwel de gehele tijd intensief bezig. Er is een hoge mate van betrokkenheid bij alles waar zij mee bezig zijn.

Er wordt gespeeld met divers spelmateriaal zoals: een poppenwagen, keukentje, met een

vliegtuigje, een paar kinderen lezen een boekje, er wordt samen met de beroepskracht geverfd en met een telraam gespeeld.

Ondersteuning individuele kinderen

Beroepskrachten observeren of een kind hun steun of hulp nodig heeft .Vervolgens bieden zij passende steun.

Er loopt een jongetje rond die nog niet weet wat hij wil doen?

De beroepskracht merk dit op en vraagt: waar wil jij mee spelen? Samen pakken ze het boekje waar hij in wil kijken. ‘Ga maar lekker even op de bank zitten’.

Sociale competentie

De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren

De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten.

Na het buitenspelen vraagt de beroepskracht aan de kinderen; Zullen we liedjes gaan zingen?

Ze gaan op de grond zitten met het liedjes boek. De beroepskracht zingt het voor en vraagt de kinderen mee te doen. ‘ook allemaal meeklappen en stampen he?’. Alle kinderen doen vrolijk mee.

Interactie tussen kinderen onderling

De beroepskracht moedigen interactie tussen groepsgenootjes actief aan.

Zij richten de aandacht van de kinderen op elkaar.

Een kind uit de groep heeft een boekje op schoot. Hij neemt het initiatief om ‘voor te lezen’ aan de anderen kinderen. Deze kinderen staan om hem heen. Hij wijst de plaatjes aan in het boek. De beroepskracht merkt dit op en zegt ‘wat leuk he dat B. jullie voorleest, dat kan hij al goed he?’.

(5)

5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 18-08-2014

Baloe te BEVERWIJK Normen en waarden

Afspraken, regels en omgangs vormen worden uitgelegd

Na het buitenspelen moeten kinderen hun jas weer uit doen. Ook de schoenen worden eerst geveegd en gaan dan uit.

Een jongetje heeft zijn ( natte) jas nog aan. De beroepskracht legt het jongetje uit dat hij zijn jas nog uit moet doen ‘je jas is nat en moet nu even drogen, hang hem maar in de gang op in de gang’.

Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld

Beroepskrachten zijn consequent in wat ze willen uitdragen en hoe ze zelf handelen in de omgang met kinderen.

De beroepskrachten zijn gelijkmatig van stemming en reageren en handelen in verschillende situaties rustig en vriendelijk tegen elkaar en de kinderen.

Gebruikte bronnen:

• Observaties tijdens binnen en buitenspelen

(6)

6 van 11

Personeel en groepen

Binnen dit domein zijn de volgende items getoetst.

-de verhouding beroepskrachten in relatie tot de leeftijd en het aantal kinderen.

-de diploma's en verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten.

Opvang in groepen

Beide groepen in het kinderdagverblijf bestaan uit maximaal 12 kinderen. Er werken dan twee beroepskrachten.

De leeftijden van de kinderen in relatie tot het aantal beroepskrachten voldoen aan de voorwaarden.

De afwijking van de beroepskracht kind ratio is niet langer dan de toegestane norm van 3 uur per dag bij een dagopening van 10 uur.

Er wordt altijd met minimaal twee beroepskrachten gewerkt.

Diploma's van de beroepskrachten

De diploma’s van de beroepskrachten voldoen allen aan de voorwaarden.

Verklaring omtrent het gedrag

Een van de VOG's van de beroepskrachten is niet op het juiste functieprofiel aangevraagd.

Alle andere verklaringen omtrent het gedrag ( VOG) zijn wel in orde.

Houder gaf aan dit z.s.m. te corrigeren.

Gebruikte bronnen:

• Presentielijsten (augustus)

• Personeelsrooster (augustus)

(7)

7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 18-08-2014

Baloe te BEVERWIJK

Veiligheid en gezondheid

Binnen dit domein is gekeken naar de meldcode kindermishandeling en naar het vierogenprincipe.

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een passende meldcode kindermishandeling vastgesteld.

De beroepskrachten zijn op de hoogte van de inhoud van de meldcode.

Vierogenprincipe

Het vierogen beleid is bekend bij de beroepskrachten.

Er zijn verschillende maatregelen genomen waarmee dit beleid voldoet aan de gestelde voorwaaden.

Gebruikte bronnen:

• Observaties

• Meldcode kindermishandeling

• Pedagogisch beleidsplan en vierogenbeleid

(8)

8 van 11

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 18-08-2014

Baloe te BEVERWIJK

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

(art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Vierogenprincipe

De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(10)

10 van 11

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Baloe

Website : http://www.skovbeverwijk.nl

Aantal kindplaatsen : 36

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Stichting Kinderopvangvoorzieningen

Adres houder : Moensplein 5

Postcode en plaats : 1942ER BEVERWIJK

Website : www.skovbeverwijk.nl

KvK nummer : 41224622

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Kennemerland

Adres : Postbus 5514

Postcode en plaats : 2000GM HAARLEM

Telefoonnummer : 023-7891613

Onderzoek uitgevoerd door : M. Sperling Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : BEVERWIJK

Adres : Postbus 450

Postcode en plaats : 1940AL BEVERWIJK

Planning

Datum inspectie : 18-08-2014

Opstellen concept inspectierapport : 28-08-2014 Vaststelling inspectierapport : 03-09-2014 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie

: 05-09-2014 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 03-09-2014 Openbaar maken inspectierapport : 05-09-2014

(11)

11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 18-08-2014

Baloe te BEVERWIJK

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

Bij het aanvragen van de nieuwe VOG-verklaringen in het kader van de nulmeting continue screening heeft de SKOV de verplichte aanvraagformulieren gebruikt die bestemd zijn voor de kinderopvang (d.d. augustus 2012).

Op deze formulieren zijn de hokjes voor de functieaspecten 84 en 86 al zwart ingekleurd.

De overige functieaspecten voor screening worden handmatig aangekruist.

Zeer waarschijnlijk heeft de medewerker van de gemeente de zwarte hokjes niet

overgenomen tijdens de aanvraag bij deze persoon. De SKOV heeft voor alle medewerkers opnieuw een VOG aangevraagd: bij bijna iedereen is dit met het betreffende formulier goed gegaan behalve bij deze persoon.

Alle personen hadden al een VOG, maar in het kader van continue screening zijn de VOG’s

opnieuw aangevraagd. Bij binnenkomst van de VOG’s is het helaas aan onze aandacht

ontsnapt om te controleren of de juiste functieaspecten op de VOG stonden vermeld. We

gingen er namelijk van uit dat dit goed was.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3

Indien bij dagopvang per dag ten minste tien aaneengesloten uren opvang wordt geboden, kunnen in afwijking van het vereist aantal minimaal in te zetten beroepskrachten, voor

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

Op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, artikel 1.62, vijfde lid, wordt de houder bij een nader onderzoek niet in de gelegenheid gesteld om een

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 3 onder d en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang) Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving

Een verklaring omtrent het gedrag wordt door de houder binnen een door de toezichthouder gestelde termijn overgelegd indien de toezichthouder redelijkerwijs mag vermoeden dat

de personen die op basis van een andere overeenkomst met de houder structureel tijdens opvanguren werkzaam zijn of zullen zijn op de locatie waarmee de houder een kindercentrum

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 3 onder d en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang) Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving