ORDE VAN DIENST
Hervormde Gemeente Katwijk aan Zee wijkgemeente Sion.
Zondag 15 mei 2022 aanvang: 18.00 uur Nieuwe Kerk
Dr. G. van Zanden
Intochtslied: Gezang 134: 1 en 5 “De Heer is God, een enig Heer”.
De Heer is God, een enig Heer, de Heer is God en niemand meer;
erkent het, alle volken,
van waar de zon in 't oosten blinkt, tot waar z' in 't westen nederzinkt in 't rood der avondwolken!
De Heer is God, de Heer regeert, Jehova, die het licht formeert en 't donker op doet komen.
Door Hem is alles wat bestaat,
Hij maakt de vreed' en schept het kwaad:
verheerlijkt Hem, gij vromen!
Treedt toe en spreekt, gij dwaas geslacht, die al uw heil van d' aarde wacht,
en aan het stof blijft kleven,
die over 's levens vloek steeds klaagt, maar goden met u mede draagt, die geen verlossing geven!
Treedt toe, spreekt uit, beraadslaagt saam, is daar op aard een and're naam,
waaruit g' u troost kunt lezen!
"Ik ben de Heiland," spreekt de Heer,
"Ik ben uw God en niemand meer, Ik ben en zal het wezen."
Welkom en Afkondigingen Persoonlijk gebed
Votum en Groet
Psalm 1: 1 “Welzalig hij, die in der bozen raad”.
Welzalig hij, die in der bozen raad
Niet wandelt, noch op 't pad der zondaars staat, Noch nederzit, daar zulken samenrotten,
Die roekeloos met God en godsdienst spotten;
Maar 's HEEREN wet blijmoedig dag en nacht Herdenkt, bepeinst, en ijverig betracht.
Geloofsbelijdenis
Psalm 142: 7 “Voer mij uit mijn gevangenis”.
Voer mij uit mijn gevangenis,
Tot roem Uws naams, die heerlijk is;
Dat mij 't rechtvaardig volk omring', En vrolijk van Uw weldaân zing'.
Schriftlezing: Richteren 2: 6-23
6. Toen Jozua het volk had laten gaan, waren de Israëlieten weggegaan, ieder naar zijn erfelijk bezit, om het land in bezit te nemen.
7. En het volk diende de HEERE al de dagen van Jozua en al de dagen van de oudsten die lang geleefd hadden na Jozua en die alle grote daden van de HEERE gezien hadden, die Hij voor Israël verricht had.
8. Maar toen Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van de HEERE, gestorven was, honderdtien jaar oud,
9. en zij hem begraven hadden in het gebied dat zijn erfelijk bezit was, in Timnath-Heres, op een berg van Efraïm, ten noorden van de berg Gaäs,
10. en ook heel die generatie met zijn vaderen verenigd was, stond er na hen een andere generatie op, die de HEERE niet kende, en evenmin de daden die Hij voor Israël verricht had.
11. Toen deden de Israëlieten wat slecht was in de ogen van de HEERE en zij dienden de Baäls.
12. Zij verlieten de HEERE, de God van hun vaderen, Die hen uit het land Egypte had geleid, en gingen achter andere goden aan, goden van de volken die rondom hen woonden. Zij bogen zich voor hen neer en verwekten de HEERE tot toorn.
13. Want zij verlieten de HEERE en dienden de Baäl en de Astartes.
14. Toen ontbrandde de toorn van de HEERE tegen Israël en Hij gaf hen over in de hand van plunderaars, die hen plunderden. Hij leverde hen over in de hand van hun vijanden van rondom, zodat zij niet meer konden standhouden tegen hun vijanden.
15. Overal waarheen zij uittrokken, was de hand van de HEERE tegen hen, ten kwade, zoals de HEERE gesproken en zoals de HEERE hun gezworen had. Zij kwamen zeer in het nauw.
16. En de HEERE deed richters opstaan, die hen verlosten uit de hand van hen die hen plunderden.
17. Zij luisterden echter ook niet naar hun richters, maar gingen als in hoererij achter andere goden aan en bogen zich voor hen neer. Al snel waren zij afgeweken van de weg die hun vaderen gegaan waren, toen die luisterden naar de geboden van de HEERE. Zíj deden zo niet.
18. En wanneer de HEERE voor hen richters liet opstaan, was de HEERE met de richter en verloste Hij hen uit de hand van hun vijanden, al de dagen van de richter, want het
berouwde de HEERE vanwege hun gekerm over hen die hen onderdrukten en die hen in het nauw brachten.
19. Maar bij het sterven van de richter gebeurde het dat zij zich weer afkeerden en nog verderfelijker handelden dan hun vaderen, door achter andere goden aan te gaan, die te dienen en zich daarvoor neer te buigen. Zij gaven geen van hun daden op en evenmin hun halsstarrige levenswandel.
20. Daarom ontbrandde de toorn van de HEERE tegen Israël, en Hij zei: Omdat dit volk Mijn verbond heeft overtreden, dat Ik hun vaderen geboden heb, en zij naar Mijn stem niet geluisterd hebben,
21. zal Ik ook geen enkel van de heidenvolken meer voor hun ogen verdrijven die Jozua heeft overgelaten toen hij stierf,
22. opdat Ik door hen Israël op de proef stel, om te zien of zij de weg van de HEERE in acht zullen nemen door daarin te gaan, zoals hun vaderen die in acht genomen hebben, of niet.
23. Zo liet de HEERE deze heidenvolken blijven, door hen niet onmiddellijk te verdrijven en hen niet in de hand van Jozua over te geven.
Gebed
Psalm 16: 1 en 2 ”Bewaar mij toch, o alvermogend God!”
Bewaar mij toch, o alvermogend God;
'k Betrouw op U; schenk hulp, verhoor mijn smeken.
O mijne ziel, gij hebt vrijmoedig tot
Uw God en HEER, uw Bondgod, durven spreken:
"Gij zijt de HEER; ik zal U nooit verzaken, Ofschoon tot U mijn goedheid niet kan raken."
Maar 't heilig volk, dat op deez' aarde leeft,
Dat heerlijk volk, mijn lust, ontvangt al 't voordeel.
De snode schaar, die rijke giften geeft
Aan and're goôn, verzwaart de smart in 't oordeel.
'k Zal op 't altaar hun offerbloed niet plengen, Noch ooit hun naam op mijne lippen brengen.
HC zondag 34
Vraag en antwoord 92
Vr. Hoe luidt de wet des Heeren?
93
Hoe worden deze tien geboden gedeeld?
In twee tafelen;
waarvan de eerste leert,
hoe wij ons jegens God zullen houden;
de andere, wat wij onzen naaste schuldig zijn.
94
Wat gebiedt God in het eerste gebod?
Dat ik,
zo lief als mij mijner ziele zaligheid is, alle afgoderij, toverij,
waarzegging, superstitie of bijgeloof,
aanroeping van de heiligen of van andere schepselen, mijde en vliede,
en den enigen waren God recht lere kennen, Hem alleen vertrouwe,
in alle ootmoedigheid en lijdzaamheid mij Hem alleen onderwerpe,
van Hem alleen alles goeds h verwachte, Hem van ganser harte liefhebbe,
vreze en ere, alzo,
dat ik eer van alle schepselen afga en die varen late,
dan dat ik in het allerminste tegen Zijn wil doe.
95
Wat is afgoderij?
Afgoderij is, in de plaats des enigen waren Gods, Die Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft, of benevens Hem,
iets anders verzinnen of hebben, waarop de mens zijn vertrouwen zet.
Prediking:
Het eerste gebod, of: de Liefste en onze liefjes I. De huwelijksakte
II. De liefjes III. De Liefste
Psalm 73: 13 “Wien heb ik nevens U omhoog”
Wien heb ik nevens U omhoog?
Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog, Op aarde nevens U toch lusten?
Niets is er, waar ik in kan rusten.
Bezwijkt dan ooit, in bitt're smart Of bangen nood, mijn vlees en hart, Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed.
Dankgebed
Collecten:
1. Diaconie 2. Kerk
3. Ouderenpastoraat
Slotzang: Gezang A: 1, 2 en 9 ”Mijn ziel, herdenk met heilig beven”
Mijn ziel, herdenk met heilig beven, Hoe God, met majesteit bekleed, Zijn wet op Horeb heeft gegeven, Waar Hij deez' woorden horen deed
"Ik ben de HEER, uw God en Koning, Die van Egypte u bevrij',
U leidend' uit uw slaafse woning;
Dient dan geen goden nevens Mij.''
Och, of wij Uw geboôn volbrachten!
Genâ, o hoogste Majesteit!
Gun door 't geloof in Christus krachten, Om die te doen uit dankbaarheid Zegen