• No results found

Samen komen we verder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samen komen we verder"

Copied!
59
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samen komen we verder

Het ontwerp van één publiekrechtelijke organisatie-eenheid waar beheer en onderhoud en participatie elkaar versterken

Conceptnotitie Mei 2015

Samen komen we verder

Het ontwerp van een publiekrechtelijke organisatie-eenheid waar beheer en onderhoud en participatie elkaar versterken

Conceptnotitie Juni 2015

(2)

Voorwoord

Beste lezer,

Samen Verder. Waar sociaal en fysiek elkaar versterken.

De fysieke wereld ontmoet het sociale domein en vice versa. Sterker nog, in Samen Verder worden het fysieke en het soci- ale één. Een bijzonder gebeuren in een unieke opgave waarbij technisch beheer en onderhoud én participatie door men- sen met een afstand tot de arbeidsmarkt mee te laten doen, samen verder gaan. Als bestuurlijk verantwoordelijken en als werkgevers zijn wij trots u dit rapport te mogen presenteren.

In de afgelopen periode is intensief samengewerkt aan een unieke opgave. Wie heeft het voor mogelijk gehouden dat twee gemeenten en een sociale werkvoorzieningsbedrijf in gezamenlijkheid er aan werken om een aantal zeer variëren- de organisatieonderdelen te bundelen tot één geheel. Onder het motto Samen Verder is een organisatieontwerp tot stand gekomen van één publiekrechtelijke organisatie-eenheid voor beheer en onderhoud.

Eén aspect hebben ze gemeen: ze hebben elkaar diep in de ogen aangekeken en hebben de drive en het geloof om er een succes van te maken. Getuige de aanpak waarbij de leden van stuur-, project-, werk- en niet te vergeten klankbord- groepen volop en voortvarend aan de slag zijn gegaan met deze opgave. Getuige ook de presentatie tijdens de jaarlijkse bijeenkomst bij SWB op 23 april 2015. Daar hebben de raadsleden van de gemeenten Hengelo, Hof van Twente en Borne voor het eerst een toelichting mogen krijgen van deze opgave. De drie partners en de projectleiding vertelden hoe zij deze opgave aanpakten en vertelden allerlei anekdotes hoe de opgave in de gelederen van hun organisaties leefde. Vol enthousiasme en gedrevenheid hebben de aanwezigen kunnen horen welke vormen deze bijzondere opgave Samen Verder aanneemt.

In deze rapportage komen de resultaten van het organisatieontwerp van Samen Verder aan de orde. Wij wensen u – raadsleden, medewerkers, betrokkenen en alle andere belangstellenden – veel leesplezier.

Met vriendelijke groeten,

Ellen Nauta, Marcel Elferink & Mariska ten Heuw

Ellen Nauta

Marcel Elferink

Mariska ten Heuw

(3)

Samenvatting

De vervolgopdracht “Samen Verder” heeft tot doel een concrete uit- werking te geven van de integratie van verschillende organisatieon- derdelen van de gemeente Hengelo, gemeente Hof van Twente en SWB Midden Twente in één organisatie-eenheid voor beheer en onderhoud.

Uitgangspunt bij deze opgave is dat de organisatie-eenheid publiek- rechtelijk moet zijn en vanuit Hof van Twente is specifiek gesteld dat het geen nieuwe extra gemeenschappelijke regeling mag zijn.

De totstandkoming van deze organisatie-eenheid draagt bij aan vijf doelen:

1) Meer participatie (mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en burgers).

2) Op peil houden van de dienstverlening en kwaliteit van de openbare ruimte.

3) Het mogelijk laten zijn voor andere partijen om aan te sluiten.

4) Kostenvoordelen realiseren.

5) Een vitalere organisatie.

In dit rapport “Samen komen we verder” geven we het ontwerp van de nieuwe organisatie-eenheid.

De essentie van “Samen Verder” en daarmee de organisatie-eenheid

De bedoeling van de opgave “Samen Verder” is om synergie te realiseren tussen participatie en kwalitatief beheer en onderhoud. Deze essentie komt tot uitdruk- king in de missie van de nieuwe organisatie-eenheid: “Kwalitatief beheer en onderhoud waarbij we een meerwaarde creëren door mensen in hun kracht te zetten”. Beheer/onderhoud en participatie komen in deze publiekrechtelijke organisatie-eenheid bij elkaar en versterken elkaar.

Op het gebied van participatie kan de nieuwe organisatie-eenheid veel nieuwe arbeidsplekken in het kader van de Participatiewet realiseren. Bij de start zijn dat er al minimaal 14 en verder minimaal 49 tot 2024. Hiermee geeft de nieuwe organisatie-eenheid volledig invulling aan de (vertaalde) taakstelling op grond van het sociaal akkoord (34,3 arbeidsplekken voor Hof van Twente en Hengelo).

De nieuwe organisatie-eenheid gaat een grote bijdrage leveren aan de dienstver- lening en het op peil houden van de kwaliteit van de openbare ruimte. De huidi- ge afspraken met de gemeentebesturen en de samenleving zijn hierbij zoveel mogelijk het uitgangspunt. Het is daarbij belangrijk om de verbinding en af- stemming met bestuur en ambtenaren van de gemeenten op een goede wijze vorm te geven. Om de dienstverlening en de kwaliteit van de openbare ruimte zo veel mogelijk op peil te houden, is vakmanschap nodig. De organisatie-eenheid geeft daarnaast de ruimte en faciliteert bewoners en instellingen om zelf een deel van de openbare ruimte te onderhouden.

De identiteit, (kern)waarden en cultuur van de organisatie-eenheid

De nieuwe organisatie-eenheid is een professionele en flexibele organisatie voor beheer en onderhoud, waarbij participatie hoog in het vaandel staat. De

(kern)waarden van de organisatie-eenheid zijn: flexibiliteit, kwaliteit, ontwikke- ling, plezier en samenwerking. De medewerkers staan aan de basis van het suc- ces van deze organisatie. De medewerkers zijn de visitekaartjes. Een investering in de medewerkers om een cultuuromslag te bewerkstelligen is dan ook van wezenlijk belang. Er zijn veel overeenkomsten (o.a. resultaatgericht en mensge- richt), maar ook duidelijk verschillen voor wat betreft huidige cultuur. Een eigen identiteit binnen de bestaande GR is daarbij belangrijk. Het is gewenst om in de volgende fase te gaan werken aan gedeelde cultuurwaarden op het gebied van resultaatgerichtheid, aansturing, motivering, samenwerking, persoonlijk leider- schap / ondernemerschap, eigenaarschap en partnerschap.

(4)

De taken van de nieuwe organisatie-eenheid

De organisatie-eenheid richt zich op de uitvoerende taken op het gebied van beheer en onderhoud, zoals groenbeheer, netheid, wegen, waterhuishouding, riolering, terreinelementen en gebouwen. De regietaken over deze werkvelden blijven bij de gemeenten. Deze taken omvatten onder andere het op- en vast- stellen van financiële en beleidskaders, het bepalen en vaststellen van kwali- teitsniveaus en het op- en vaststellen van meerjarenprogramma’s.

De organisatie-eenheid richt zich ook op taken van arbeidsontwikkeling en speelt een rol bij de instroom, ontwikkeling en uitstroom van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De gemeenten vervullen bij elk stadium de rol van regie- voerder. De SWB verzorgt de diagnostisering en het begeleidingstraject, zoals de begeleiding van individuele arbeidsontwikkelingstrajecten en -bemiddeling.

Partnerschap tussen de organisatie-eenheid, gemeenten en SWB

In de uitvoering van hun taken zijn de nieuwe organisatie-eenheid, de gemeen- ten en SWB sterk met elkaar verweven en op elkaar aangewezen. Het is de be- doeling dat de gemeente en de organisatie-eenheid gaan samenwerking op basis van partnerschap. Het uitgangspunt is het bereiken van gemeenschappelijke (maatschappelijke) doelen en effecten. Hiervoor worden duidelijke en meetbare afspraken gemaakt. Het partnerschap focust zich op het bereiken van gezamen- lijke doelen, het leveren van maatschappelijke meerwaarde, het gebruik van elkaars kennis en kunde, vertrouwen in en afstemming met elkaar, en verant- woordelijkheid nemen, afleggen en aanspreken. Voor een goed functioneren van het partnerschap is wederzijdse afhankelijkheid van belang. Deze wederzijdse afhankelijkheid ontstaat op de gebieden van werk en inkomen, beheer en on- derhoud en op het gebied van de bedrijfsvoering.

De personele zijde van de organisatie-eenheid

De organisatie-eenheid bestaat in totaliteit uit circa 290 medewerkers. Het per- soneel komt in dienst bij de Gemeenschappelijke Regeling SWB. Er zullen ver- schillende categorieën personeel in de nieuwe organisatie-eenheid werkzaam

zijn: ambtelijk personeel en medewerkers vanuit WSW, WWB, Wajong en Parti- cipatiewet. Wij stellen voor om uit te gaan van een werkgarantie, maar niet van een functiegarantie. Dit betekent dat er geen gedwongen ontslagen zullen zijn.

In de implementatiefase maken we een onderscheid tussen sleutelfuncties (van wezenlijk belang voor uitvoering beleid), nieuwe functies en ongewijzigde func- ties. Hiervoor komt een sociaal plan en een functieboek. De betrokken ambtelijk medewerkers behouden hun status. Voor wat betreft de arbeidsvoorwaarden zijn er geen grote verschillen. In het totale proces betrekken wij de (bijzondere) ondernemingsraad en het (bijzonder) georganiseerd overleg.

Het natuurlijk verloop in de organisatie-eenheid is 84 personen tot en met 2024.

Dit grote verloop biedt de mogelijkheid om een vitale organisatie op te bouwen met een evenwichtige leeftijdsopbouw. Hierbij houden wij rekening met een goede balans tussen behoud van vakkennis en de instroom van medewerkers vanuit de Participatiewet. Bij de start van de organisatie-eenheid creëren we in ieder geval 11 extra werkplekken voor mensen met een afstand tot de arbeids- markt. Tot 2024 creëren we minimaal 49 arbeidsplekken.

De organisatie-eenheid financieel gezien

De nieuwe organisatie-eenheid zal bij aanvang een totaalbudget/omzet hebben van zo’n € 19 miljoen (excl. overhead). Uit de berekeningen van de financiële gevolgen komt het (indicatieve) beeld naar voren dat er significante operationele voordelen zijn te behalen. Reeds ingeboekt aan besparingen is een bedrag van € 395.000. Daarnaast kunnen we nog een extra besparing realiseren tussen de € 153.000 en de € 305.000 . Een deel van deze besparingen realiseren we aan de zijde van Sociale Zaken. Hierbij is nog geen rekening gehouden met een verdere verlaging van de (ambtelijke) kosten door een verdere optimalisering.

Het samengaan tot één identiteit/eenheid binnen de bestaande GR zal in de periode van 2015 – 2017 leiden tot eenmalige implementatielasten van in totaal

€ 760.000. Dit kan onder andere gefinancierd worden uit de te behalen bespa- ringen.

(5)

Wij stellen voor om de bestaande overheadkosten van de GR als basis te nemen en deze uit te breiden met het additioneel noodzakelijke personeel en kosten. Bij de invulling van de additionele overheadkosten maken we gebruik maken van de mensen van de gemeenten en SWB, die de betreffende werkzaamheden nu ook al verrichten. Op deze wijze worden de personele gevolgen en de desintegratie- gevolgen geminimaliseerd.

Gelet op de positie van de gemeente Borne is het nodig om de “status aparte”

van de gemeente Borne bestuurlijk en financieel te organiseren. Dit kan door binnen de GR de nieuwe eenheid als een zelfstandig profit center (met eigen verlies- en winstrekening) te beschouwen. In het volgende stadium van het pro- ject werken we dit nader uit.

De juridische aspecten van de organisatie-eenheid

Een Gemeenschappelijke Regeling (GR) is de meest wenselijke rechtsvorm voor de nieuwe organisatie-eenheid. Vanuit juridisch oogpunt is aansluiten bij een gemeente (centrumgemeente) niet wenselijk. De centrumgemeente is risicodra- ger van veel nieuw personeel en is minder geschikt voor zwaan-kleef-aan. Om geen extra publiekrechtelijke rechtspersoon te creëren is het voorstel aan te sluiten bij de bestaande GR van SWB. Dit maakt ook de uitvoering van de Partici- patiewet eenvoudiger. Gezien de herkenbaarheid van de organisatie-eenheid is een eigen identiteit binnen de bestaande GR belangrijk.

Vanwege de wijziging van de Wet Gemeenschappelijke Regeling is het noodzake- lijk om de huidige GR SWB aan te passen. Daarbij wordt voorgesteld om de GR ook gelijk aan te passen ten aanzien van de Participatiewet en het beheer en onderhoud als taak op te nemen. Op deze wijze wordt de continuïteit van de publieke opdracht geborgd, de ketensamenwerking geformaliseerd en het uit- voerende proces vereenvoudigd. Voor de aanpassing van GR SWB zijn collegebe- sluiten en raadszienswijzen nodig van de gemeenten Hengelo, Hof van Twente en Borne.

Een juridische aandachtspunt is de vennootschapsbelasting (VpB). In het kader van VpB geeft de integratie van de organisatie-eenheid in de bestaande GR een groot voordeel. Voorspelbare verliezen in de uitvoering van de WSW kunnen worden gebruikt ter compensatie van een eventueel positief resultaat op de uitvoering van het beheer en onderhoud. In de implementatiefase worden het effect voor aanbesteding, mededinging en omzetbelasting nader uitgezocht.

De organisatie-eenheid gehuisvest

Wij stellen voor om te kiezen voor één centrale huisvesting in Hengelo, één cen- trale huisvesting in de Hof van Twente en een ondersteunende locatie in Borne voor. Hierbij is het uitgangspunt dat de medewerkers, die algemeen uitvoerend werk verrichten, dit zoveel mogelijk vanuit de werklocatie (in de wijk) doen. Spe- cifiek uitvoerend werk wordt verricht vanuit de centrale werven en het vraagge- richt werk (service, meldingen) start vanuit huis. In de volgende fase werken we een business case uit om de beoogde toekomstige huisvesting nader vorm te geven. Vooralsnog willen we werken vanuit de bestaande huisvestingen.

De implementatiefase

De planning van de implementatiefase ziet er in grote lijn als volgt uit:

1) Voorbereiden instellen projectbureau: juli - augustus 2015 2) Start projectbureau: 1 september 2015.

3) Aanpassen GR: voor 1 januari 2016.

4) Voorbereiden functieboek: voor 1 april 2016.

5) Plaatsen medewerkers: voor 1 november 2016.

6) Formele start aangepaste GR: 1 januari 2017.

(6)

Inhoudsopgave

Voorwoord 2

Samenvatting 3

Inhoudsopgave 6

Inleiding ‘Samen komen we verder’ 7

Deel 1 – Essentie van Samen Verder 9

1. Ontwikkelingen, beleid en regelgeving 10

1.1 Arbeid: participatiewet en sociaal akkoord 10

1.2 Kwaliteit openbare ruimte en dienstverlening 12

2. Vertaling naar Samen Verder 15

2.1 Missie en visie 15

2.2 Doelen participatie 16

2.3 Doelen beheer en onderhoud 16

Deel 2 – Opzet organisatie-eenheid 18

1.Organisatie 19

1.1 De richting van de organisatie-eenheid 19

1.2 De taken van de organisatie-eenheid 20

1.3 Partnerschap 26

1.4 Cultuuraspecten 28

2. Personeel 30

2.1 Betrokken personeel 30

2.2 Vitale organisatie 31

2.3 Rechtspositie 32

2.4 Medezeggenschap 32

2.5 Sociaal plan en plaatsing medewerkers 33

3. Financiën 35

3.1 Huidige budgetten beheer en onderhoud 35

3.2 Financiële mogelijkheden Participatiewet 36

3.3 Besparingsmogelijkheden 37

3.4 Implementatielasten, investeringen en financiering 39

3.5 Overhead- en desintegratiekosten 40

3.6 Risico’s en overige financiële aspecten 41

4. Juridische constructie 44

4.1 Juridische constructies 44

4.2 Welke rechtsvorm is nu geschikt voor Samen Verder? 45

4.3 Aanpassing van de bestaande GR 46

4.4 Overige (juridische) aspecten 47

5. Huisvesting en faciliteiten 48

5.1 Huidige situatie 48

5.2 Mogelijke opties huisvesting 49

5.3 Voorstel huisvesting en tractie 49

6. Conclusies en aanbevelingen 51

6.1 Conclusies en aanbevelingen 51

6.2 Planning volgende fase 53

Bijlagen

Taken beheer en onderhoud 54

Ketenproces: instroom, ontwikkeling en uitstroom 56

Inventarisatie cultuuraspecten binnen bestaande organisaties 57

Natuurlijk verloop 59

(7)

Inleiding ‘Samen komen we verder’

In april 2013 hebben het college van Hengelo en het dagelijks bestuur van SWB Midden Twente een bestuurlijke opdracht uitgezet om te onderzoeken ‘wat samenwerken dan wel samengaan van uitvoeringsonderdelen van beheer en onderhoud openbare ruimte van de gemeente Hengelo en SWB kan opleveren’.

Uit het onderzoek bleek dat er veel voordelen te behalen zijn door een integrale benadering te kiezen voor de relevante uitvoeringsonderdelen van de gemeente Hengelo en SWB. Hierdoor ontstaat een grotere organisatorische eenheid met een eenduidige focus op de gezamenlijke maatschappelijke opdracht. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek is besloten om een nieuwe bestuurlijke opdracht te verstrekken. De bestuurlijk opdracht en de uitgangspunten zijn hier- onder weergegeven.

Bestuurlijke opdracht:

Het concreet uitwerken van de beoogde integratie van de verschillende organi- satieonderdelen op basis van de onderstaande doelen en uitgangspunten.

Uitgangspunten:

 Participatie: het vergroten en versterken van participatie door kansen te bieden aan mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt (leer- werkbedrijf) binnen de ontwikkelingen van sociale zekerheid.

 Kwalitatief werk: het minimaal handhaven van een kwalitatieve uitvoe- ring van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte door:

 Het minimaal handhaven van een effectieve dienstverlening rich- ting de bewoners waarbij burgerparticipatie wordt bevorderd.

 Het inzetten op vakbekwaam en professioneel beheer van de openbare ruimte.

 Deelname: het bieden van de mogelijkheid dat omringende gemeenten (Hof van Twente, Oldenzaal, Borne etc) kunnen aansluiten en deelne- men.

 Financieel voordeel: een efficiënte organisatie voor het beheer en on- derhoud van de openbare ruimte en daarmee een kostenbesparing in bedrijfsvoering te realiseren.

 Vitale organisatie: het ernaar toewerken om een vitale en toekomstbe- stendige organisatie te willen zijn en te blijven.

De uitkomsten en achterliggende gedachten van de bestuurlijke opdracht zijn gedeeld met de gemeente Hof van Twente op ambtelijk en bestuurlijk niveau.

Als reactie hierop heeft de gemeente Hof van Twente in september 2014 defini- tief besloten actief mee te willen doen in het verdere proces. Met name de kop- peling van de sociale invalshoek, vanuit de optiek van de Participatiewet, met een fysieke invulling wordt gezien als een hoofddoel voor dit traject. Verder heeft de Hof van Twente aangegeven dat het besluit om daadwerkelijk deel te nemen aan de nieuwe organisatorische eenheid afhangt van de resultaten van verdere uitwerking van het onderzoek. Een belangrijk aspect voor de Hof van Twente was ook dat zij geen nieuwe extra gemeenschappelijke regeling willen naast SWB en Twente Milieu.

De vervolgopdracht: drie hoofdscenario’s

De vervolgopdracht heeft tot doel een concrete uitwerking te geven van de be- oogde integratie van de verschillende organisatieonderdelen beheer en onder- houd. Bij de uitwerking van de opdracht wordt rekening gehouden met drie hoofdscenario’s voor de positionering van de beoogde publiekrechtelijke organi- satie-eenheid: 1) dicht bij de gemeenten, 2) dicht bij SWB, of 3) als afzonderlijke entiteit buiten de gemeenten en SWB.

(8)

In het begin van de vervolgopdracht is er op hoofdlijnen een fasering aangege- ven voor de opgave Samen Verder. Deze fasering ziet er als volgt uit:

 Fase 1: Voorbereiding – bepalen opzet, werkwijze en uitzetten opdrachten

 Fase 2: Organisatie-ontwerp – uitwerken van opdrachten

 Fase 3: Implementatie – inrichten en vormen

Op basis van de bestuurlijke opdracht hebben we een projectorganisatie opge- zet. Deze projectorganisatie bestond uit een stuurgroep, een projectgroep, di- verse werkgroepen en klankbordgroepen. We hebben veel medewerkers vanuit de gemeenten Hof van Twente, gemeente Hengelo en SWB via onder andere de klankbordgroepen betrokken om goede input te kunnen krijgen en om draagvlak te krijgen voor het gehele project.

De werkgroepen organisatie, financiën, personeel, juridisch en huisvesting zijn vanaf het begin hard aan het werk gegaan om de opgave uit te werken. Ook zijn twee werkgroepen QuickWins aan de slag om de mogelijkheden van intensievere samenwerking vorm te geven en deze om te zetten naar concrete maatregelen en acties.

Naast het uitwerken van de concrete vraagstelling in een rapport hebben we vanaf het begin ook aan draagvlak voor de opgave gewerkt. We hebben een communicatieplan gemaakt om de medewerkers te informeren en te betrekken bij de planvorming. In dit kader hebben we onder andere vele informatiebijeen- komsten georganiseerd, projectborden met info gemaakt, werk- en afdelings- overleggen bezocht en meerdere open dagen georganiseerd. Dit heeft er in ge- resulteerd dat de medewerkers goed geïnformeerd zijn over de plannen en de benodigde info konden krijgen. Ook merkten we gaandeweg dat het draagvlak voor de plannen groter werd.

Indeling rapport

Dit rapport is het einddocument van de fase organisatie-ontwerp. Dit rapport bestaat uit twee delen. In het eerste deel geven we de essentie van Samen Ver- der weer. Hierbij gaat het met name over de ‘wat-vraag’. Welke missie hebben we en wat zijn de meetbare doelen? In het tweede deel komt aan de orde hoe we het gaan doen. De opzet van de organisatie komt in het tweede deel aan de orde. Aan bod de aspecten organisatie, personeel, financiën, juridische aspecten en huisvesting. Dit zijn de resultaten die de verschillende werkgroepen hebben uitgewerkt. We sluiten af met de belangrijkste conclusies, adviezen en aanbeve- lingen en geven een beeld van de vervolgaanpak inclusief beoogde planning.

(9)

Onze koers en de synergie tussen sociaal en fysiek

Deel 1 | Essentie van Samen Verder

In het eerste deel van dit rapport komt de essentie van Samen Verder aan de orde. Eerst gaan we in de meest relevante ontwikkelingen en het beleid en de regelgeving van de overheid. Vervolgens geven we de essentie voor het traject Samen Verder weer. Deze essentie omvat de richting voor het samenvoegen van meerdere bestaande organisatieonderdelen samen.

(10)

1. Ontwikkelingen, beleid en regelgeving

De samenleving verandert. Langzaam maar zeker is er een verschuiving waarneembaar van de verzorgingsstaat naar een participatiesamenle- ving. Niet de overheid is verantwoordelijk voor welvaart en welzijn, maar de burgers zijn hier met name zelf ook verantwoordelijk voor.

Door de bezuinigingen verschaalt het aanbod aan voorzieningen vanuit de overheid. De nieuwe samenleving vraagt om een andere aanpak van vraagstukken. Meedoen, creatief en verantwoordelijkheid zijn daarbij enkele sleutelwoorden. De overheid heeft de ambitie om ieder- een in staat te stellen als volwaardig burger mee te doen en bij te dra- gen aan de samenleving. Dit geldt onder andere op het gebied van ar- beid en voorzieningen.

1.1 Arbeid: participatiewet en sociaal akkoord

Participatiewet

De Participatiewet is erop gericht om mensen zoveel mogelijk te laten meedoen op de reguliere arbeidsmarkt. De Participatiewet moet mensen die nu nog aan de kant staan, meer kansen geven om mee te doen en waar mogelijk door be- taald werk zelf in hun onderhoud te voorzien. De gemeente ondersteunt mensen die niet in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Er is extra aandacht voor de inzetbaarheid van mensen met een arbeidsbeperking.

Met de invoering van de Participatiewet worden de bestaande wetten onder één regeling gebracht. Het gaat daarbij om de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de Wet Werk en Arbeidsondersteuning Jong

gehandicapten (Wajong). Dit betekent dat voor iedereen dezelfde rechten en plichten gaan gelden.

De doelstelling van de Participatiewet is om werkzoekenden met arbeidsver- mogen naar werk toe te leiden, bij voorkeur naar regulier werk. De doelgroep van de wet bestaat uit mensen met arbeidsvermogen die zijn aangewezen op (tijdelijke) ondersteuning om in hun bestaan te voorzien en/of op ondersteuning om aan het werk te komen. Jongeren met een arbeidsbeperking maar met ar- beidsmogelijkheden, komen niet langer in de Wajong terecht. Zij horen tot de doelgroep van de Participatiewet. De WSW wordt met ingang van 1 januari 2015 afgesloten voor nieuwe instroom. Voor sommige mensen zal het ook vanaf die datum nodig blijven om in een beschutte werkomgeving te werken.

Instrumenten Participatiewet

De Participatiewet kent een aantal instrumenten die ingezet kunnen worden om mensen te ondersteunen om aan het werk te komen. De gemeente heeft een centrale rol in de uitvoering van de Participatiewet. De gemeente kan voor ie- dereen dezelfde instrumenten en voorzieningen inzetten. Werkervaringsplaats, loonkostensubsidie, werkplekaanpassing, persoonlijke begeleiding en de no- riskpolis zijn in deze de belangrijkste instrumenten. In voorkomende gevallen kan training of gerichte scholing ter ondersteuning worden aangeboden.

 Werkervaringsplaats: uitkeringsgerechtigden kunnen via een dergelijke plaats werkervaring opdoen of leren te functioneren in een arbeidsrelatie.

(11)

 Loonkostensubsidie: dit is een compensatie voor een werkgever voor de lagere productiviteit van een werknemer met een arbeidsbeperking. 1

 Werkplekaanpassing: indien een werkplaatsaanpassing voor een persoon met een arbeidsbeperking nodig is voordat hij aan het werk kan, dan is beta- ling van de kosten hiervan mogelijk.

 Persoonlijke begeleiding: aan mensen die niet in staat zijn om zonder onder- steuning werk te vinden en behouden, kan begeleiding op de werkplek door een job coach worden geboden.

 No-riskpolis: deze polis zorgt ervoor dat de werkgever compensatie ontvangt voor de loonkosten, wanneer een werknemer met arbeidsbeperkingen ziek wordt.

Sociaal akkoord

Om extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking te genereren heeft het kabinet met de sociale partners op 11 april 2013 afspraken gemaakt in het Soci- aal Akkoord. In dat kader worden de sociale partners verantwoordelijk voor de realisatie van de zogenoemde Garantiebanen.

De meerwaarde van het sociaal akkoord is dat de sociale partners zich verbon- den hebben aan de doelstelling om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. In het eerder genoemde sociale akkoord stellen werkgevers zich garant (oplopend tot 2026) voor 100.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit omvat mensen die niet zelfstandig het wettelijk minimum- loon (WML) kunnen verdienen en mensen die minimaal het WML verdienen door gebruik te maken van een voorziening op de werkplek (jobcoach). Daar- naast stelt de overheid zich garant voor 25.000 banen voor deze groep door

1De loonkostensubsidie (LKS) is het verschil tussen het wettelijk minimumloon (WML) en de loonwaarde van de werknemer, vermeerderd met de werkgeverslasten. De LKS mag nooit meer zijn dan 70% van het WML. Om de hoogte van de LKS te bepalen wordt een gekwalificeerd loonwaarde-metingssysteem ingezet.

De definitieve keuze van het systeem moet op het niveau van de regio Twente nog bepaald worden. Gedu- rende het dienstverband wordt jaarlijks vastgesteld wat de loonwaarde is en of er nog een LKS wordt verstrekt. Er is geen beperking in de duur van de LKS.

vanaf 2014 gedurende 10 jaar jaarlijks 2.500 extra banen open te stellen voor mensen met een beperking. Deze garantstelling geldt voor alle overheidssecto- ren: rijk, provincies en gemeenten.

Tot eind 2016 moeten er bij de overheid in totaal 7.500 extra banen voor de doelgroep ingevuld zijn. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de cen- trale organisaties van werkgevers en werknemers hebben een indicatieve verde- ling per regio gemaakt. Voor de regio Twente geldt dat in deze periode 275 ba- nen in de overheidssector ingevuld moeten worden.

In het Twentse marktbewerkingsplan is berekend dat 20% hiervan voor rekening komt van de gemeenten in Twente. Dat betekent 56 banen in de periode 2014 t/m 2016. Er zijn is in Twente op dit moment nog geen definitieve verdeling ge- maakt van de taakstelling voor de individuele gemeenten. Aan de hand van het aantal inwoners zou berekend kunnen worden hoeveel dat is voor de individuele Twentse gemeenten. Hieronder hebben we aan de hand van het aantal inwoners uitgerekend hoeveel dat (cumulatief) is voor de 14 Twentse gemeenten en af- zonderlijk (cumulatief) voor de gemeenten Hengelo en Hof van Twente.

Banen-afspraak overheid*

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 Totaal Landelijk 2500 5000 7500 10000 12500 15000 17500 20000 22500 25000 25000 25000 25000 Twente 18,5 37 55,5 74 92,5 111 129,5 148 166,5 185 185 185 185

Hof van

Twente 1,0 2,1 3,1 4,1 5,2 6,2 7,2 8,3 9,3 10,3 10,3 10,3 10,3

Hengelo 2,4 4,8 7,2 9,6 12,0 14,4 16,8 19,2 21,6 24,0 24,0 24,0 24,0

*) De berekening in de tabel is gebaseerd op bevolkingscijfers 2014.

Het bovenstaande is indicatief. Er is een beleidsmatig voornemen om deze taak- stelling als een regionale taakstelling van de arbeidsmarktregio (geleding ge- meenten) te zien.

(12)

1.2 Kwaliteit openbare ruimte en dienstverlening

Openbare ruimte

De overheidszorg voor de fysieke leefomgeving volgt als opdracht uit artikel 21 van de Grondwet en uit internationaalrechtelijke verplichtingen. In artikel 21 staat dat:

De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu.

Deze overheidszorg is onder andere neergelegd bij gemeenten. Gemeenten staan het dichtst bij de burger. Gemeenten dragen zorg voor een veilige en leef- bare woon- en werkomgeving en zijn het eerste loket waar het gaat om voorzie- ningen van de burger. De gemeente heeft het schaalniveau om dit op adequate wijze te kunnen realiseren. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor onder andere wegen, parken, openbare verlichting, openbare gebouwen en sportvelden.

Gebruik centraal

“De openbare ruimte ‘stapt’ u binnen als u de deur uitstapt.” In de openbare ruimte staat het gebruik centraal. De fysieke openbare ruimte is ondersteunend aan de gebruikswaarde/beleving van de plek. De gebruikswaarde wordt bepaald door de gebruiker en door de gemeente. Het volgende schema schetst globaal de rolverdeling.

Beheer en onderhoud openbare ruimte

Het beheren van de openbare ruimte is een samenspel tussen de wensen en verwachtingen van de gebruiker, de functionaliteit en de kwaliteit van het ont- werp, de wijze en intensiteit van het gebruik en de inspanningen van de beheer- der. Beheer is meer dan alleen onderhoud.

Onder beheer verstaan we: “het geheel van maatregelen dat genomen moet worden voor het in stand houden van een voorziening in de openbare ruimte”.

Onder onderhoud verstaan we: “een maatregel die genomen moet worden en deze omvat uitvoerende taken die gericht zijn op het verlengen van de levens- duur en de uitstraling van de voorziening”.

Kwaliteit van de openbare ruimte

In de nieuwe situatie gaat een groot gedeelte van de dienstverlening en het op peil houden van de openbare ruimte over naar de nieuwe organisatie-eenheid.

Dit vraagt om een goede afstemming en borging van duidelijke afspraken aan beide kanten.

De nieuwe organisatie-eenheid staat voor:

Het realiseren en het in stand houden van de fysieke basis voor het welzijn en de welvaart van de gemeenschap.

Een goed functionerende bovengrondse en ondergrondse hardware. Hierbij hoort een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is.

Het duurzaam realiseren en in stand houden van een gezonde en veilige leefomgeving, infrastructuur en (stedelijke) voorzieningen waar de bewo- ners zich in bewegen en elkaar ontmoeten.

(13)

De nieuwe organisatie-eenheid moet gezien worden als de rentmeester van dit publieke kapitaal dat door vele generaties is opgebouwd. Zodat de gemeenschap en haar bezoekers dit kapitaal optimaal kan benutten.

We streven naar een zo prettig mogelijk leefklimaat waarbij de openbare ruimte en de stedelijke voorzieningen aansluiten op zowel de wensen van de gemeen- schap als op de wettelijke en technische eisen. Ervaring leert dat beide niet altijd gelijk zijn en soms om de voorrang strijden. Het is belangrijk als rentmeester om beide met elkaar te verbinden.

Als uitgangspunt voor de nieuwe organisatie-eenheid gelden zoveel mogelijk de huidige afspraken met het gemeentelijk bestuur en de samenleving. Voor beide gemeentes geldt dat er de laatste jaren veelal beheer op beeld plaatsvindt. Dit gaat via beeldbestekken. Het volgende schema geeft aan hoe het beeld bepaald wordt en welke invloeden van toepassing zijn.

In de nieuwe situatie is het belangrijk om een goede afstemming te heb- ben/houden tussen gemeentes en nieuwe organisatie-eenheid.

Wij streven hierbij het volgende na:

Integrale kwaliteitsbeelden

Eenduidige taal

Basis voor beheerbudgetten (dit kost het)

Gelijksoortige en gelijkwaardige communicatie

Het moet leidend zijn voor de bedrijfsvoering

Dienstverlening

Gemeenten streven naar tevreden burgers, verenigingen en partners voor nu en in de toekomst.

Het is belangrijk om in beeld te brengen wat de samenleving van ons vraagt. De dienstverlening kunnen we vertalen naar een concrete invulling op het gebied van burgerparticipatie, serviceverlening (o.a. klanttevredenheid, afhandeling van meldingen, brieven en telefonische bereikbaarheid) en prestatieafspraken voor beheer en onderhoud. In toenemende mate speelt digitalisering hierbij een be- langrijke rol. Hier willen we met de nieuwe organisatie-eenheid op anticiperen.

Naast hetgeen de samenleving van ons vraagt is het ook van belang om de ver- binding en afstemming met de bestuurders en ambtenaren van de gemeente op een goede wijze vorm te geven. Hierbij gaat het onder andere over bestuurlijke beleids- en uitgangspunten en wensen ten aanzien van dienstverlening aan bur- gers, bedrijven en instellingen.

De onderstaande aspecten werken we in de vervolgfase nader uit:

Vraag vanuit de samenleving. Wat vraagt de samenleving van ons en wat vindt de samenleving belangrijk in onze dienstverlening? Hieruit worden een aantal speerpunten gedestilleerd.

(14)

Burgerparticipatie. Hoe gaan we om met burgerparticipatie? Wat is de rol- verdeling tussen gemeente en organisatie-eenheid op het gebied van bur- gerparticipatie?

Afhandeling meldingen. Zijn er verbeteringen mogelijk van het meldingen- systeem? Het huidige meldingensysteem vormt de basis. Mogelijk zijn er verbeteringen mogelijk voor wat betreft de terugkoppeling. Dit begint bij de wens van de burger ten aanzien van de terugkoppeling. Dit kunnen we wel- licht organiseren door een verdere digitalisering van het systeem. Meldingen moeten ook direct op de juiste plek terecht komen. Een goede afstemming en borging tussen het klantcontactcentrum, waar meldingen binnenkomen en de nieuwe organisatie-eenheid is en blijft van belang.

Inrichting vanuit de zijde van de gemeente. Hoe gaan we om met de regierol van de gemeente en de inrichting aan gemeentezijde (dat wat achter blijft)?

Budget voor acute politieke wensen. Discussies over beschikbare middelen bij politieke urgente items moet zo veel mogelijk voorkomen worden. Hier moet budget voor zijn.

Digitalisering en ICT. Hoe anticiperen we als nieuwe organisatie-eenheid op de digitale overheid en gaan we om met ICT? Dit kan bijvoorbeeld door meer en toegankelijkere informatie te verstrekken via internet en/of apps. Meer

‘open data’ zorgt voor minder werk ten aanzien van de informatievoorzie- ning.

Communicatie en ontwikkeling

Medewerkers zijn ons ‘visitekaartje’. Een goede dienstverlening staat of valt uiteindelijk vaak met de individuele medewerker. Tijdig, voldoende en op de juiste manier communiceren is hierbij erg belangrijk. We hebben mensen nodig die de verbinding kunnen leggen en deze duurzaam in stand kunnen houden. Dat geldt voor contacten met burgers, gemeenteambtenaren, bestuurders en met collega’s. In de huidige situatie zien we dat een aantal onderlinge relaties erg goed zijn. Ook zijn er voorbeelden van onderlinge relaties die minder goed zijn.

Voor beide situaties geldt dat zaken en afspraken voldoende geborgd en formeel vastgelegd moeten worden. Zowel aan de kant van de nieuwe organisatie- eenheid als aan de kant van de gemeente.

We zullen moeten nadenken over de ‘vakman van de toekomst’. Hoe ziet die er uit en hoe kunnen we het benodigde vakmanschap en communicatieve vaardig- heden ontwikkelen en borgen?

Een gedeelte van het huidige personeelsbestand gaat mensen met een achter- stand tot de arbeidsmarkt begeleiden. De mensen die gaan begeleiden moeten daar in ontwikkeld worden. Tegelijkertijd zullen andere medewerkers moeten leren wat dienstverlening behelst en wat daar bij komt kijken. Daar wordt nu al op geanticipeerd. Medewerkers krijgen trainingen, worden uitgewisseld of lopen stage.

Op sommige vlakken (bijvoorbeeld wijkbestekken) werken we al jarenlang sa- men. Er is al veel kennis en ervaring bij sommige medewerkers. Deze kennis en ervaring kan nog beter en vaker gedeeld worden.

Naast hetgeen de samenleving van ons vraagt is het ook van belang om de ver- binding en afstemming met bestuurders en ambtenaren van de gemeenten op een goede wijze vorm te geven. Hierbij gaat het onder andere over bestuurlijke beleids- en uitgangpunten en wensen ten aanzien van dienstverlening aan indi- viduele burgers, bedrijven en instellingen.

(15)

2. Vertaling naar Samen Verder

De vertaling van de genoemde ontwikkelingen, het beleid en de regel- geving komen hieronder aan de orde. Eerst gaan we in op de missie voor Samen Verder en daarna op de doelen op het gebied van partici- patie en dienstverlening.

2.1 Missie en visie

De nieuwe organisatie-eenheid bundelt de organisatieonderdelen van de ge- meente Hengelo, gemeente Hof van Twente en SWB Midden Twente tot één geheel voor wat betreft het beheer en onderhoud van de (openbare) ruimte.

Deze nieuwe organisatie-eenheid is een professionele en flexibele organisatie- eenheid voor beheer en onderhoud die participatie hoog in het vaandel heeft staan. De missie van de organisatie-eenheid is:

Kwalitatief beheer en onderhoud waarbij we een meerwaarde creëren door mensen in hun kracht te zetten.

In de bijbehorende visie geven we aan hoe de beheer organisatie er over een aantal jaren voor wil staan. De visie die de nieuwe organisatie-eenheid daarbij heeft, is:

“Onze partners zijn tevreden over het beheer en onderhoud. Wij (blij- ven) werken aan de tevredenheid van onze partners en van de burgers.

Binnen het nieuwe bedrijf heeft vakmanschap een belangrijke plek. Wij houden de vakkennis en kunde op peil en ontwikkelen deze verder. Het is verder vanzelfsprekend dat wij mensen in hun kracht zetten. Wij zijn daarbij een belangrijk schakel in de totale keten van instroom, ontwik- keling en uitstroom van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt die binnenkomen zijn al voorbereid op het werken binnen de nieuwe organisatie-eenheid.

Binnen de organisatie-eenheid krijgen ze de kans om verder door te ontwikkelen en hun eigen kracht te versterken. Voor een aantal men- sen, die deze ontwikkeling hebben doorgemaakt, is doorstroming intern en extern mogelijk. Daarnaast betrekken wij bewoners c.q. bedrijven en instellingen, en faciliteren hen bij het beheer en onderhoud. Daar waar mogelijk worden burgers betrokken bij (buurt)beheer in de openbare ruimte. Buurtinitiatieven worden ondersteund. Deze initiatieven moe- ten dan wel gedragen worden door bewoners, bedrijven of instellingen.

De nieuwe organisatie-eenheid faciliteert waar mogelijk op aangeven van de gemeente."

In de missie en visie komt de synergie naar voren. De (openbare) ruimte wordt op een goede wijze beheerd en onderhouden. In de nieuw te vormen organisa- tie-eenheid is ruimte en plek voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Verder geeft de organisatie de ruimte om burgers en instellingen zelf een deel van de (openbare) ruimte te laten beheren en onderhouden. De concrete meet- bare doelstellingen op het gebied van participatie en beheer en onderhoud ge- ven we hier onder weer.

(16)

2.2. Doelen participatie

Op het gebied van de participatie hanteert de nieuwe organisatie concreet de volgende doelen en normen:

Aantal arbeidsplekken organisatie-eenheid in het kader van Participatiewet:

 Minimaal bij start: 11

 Minimaal tot 2024: 49

Taakstelling gemeente Hof van Twente en gemeente Hengelo conform verta- ling sociaal akkoord tot 2024 (zie paragraaf 1.1.): 34,3.

Conclusie: met de nieuwe organisatie-eenheid geven we volledig invulling aan de (vertaalde) taakstelling op grond van het sociaal akkoord. De ver- wachting is overigens dat we nog meer banen kunnen creëren door jobcar- ving en invulling van extra toekomstig natuurlijk verloop.

Binnen de organisatie-eenheid zijn medewerkers werkzaam met een sociale werkvoorziening dienstverband (de huidige WSW’ers). De organisatie zal ook medewerkers kennen vanuit de Participatiewet. De doorsnede van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt zal daarmee in de organisatie-eenheid be- staan uit WSW’ers, WWB’ers, Wajongers en medewerkers die ingezet worden op werkervaringsplaatsen, stages en participatiebanen. Al deze medewerkers zullen moeten voldoen aan een aantal minimale vereisten, te weten werknemersvaar- digheden, VCA en enige vakinhoudelijke vaardigheden.

De cijfers over deze medewerkers die een achterstand tot de arbeidsmarkt heb- ben houdt de organisatie-eenheid bij en geeft de organisatie-eenheid periodiek door via de managementrapportages aan de gemeenten.

2.3. Doelen beheer en onderhoud

Op het gebied van de dienstverlening en kwaliteit beheer en onderhoud is het van belang dat we de normen gaan formuleren voor de nieuwe organisatie- eenheid. Hier onder hebben we enkele mogelijke normen weergegeven. In de volgende fase maken we deze concreet in overleg met de gemeenten.

Doelen en normen:

Snelheid:

 Afhandelen klachten en meldingen.

 Afhandelen brieven.

Bereikbaarheid:

 Telefonische bereikbaarheid.

Beoordelingscijfers tevredenheid:

 Tevredenheid burger over afhandeling klachten.

 Tevredenheid burgers bij faciliteren van participatieprojecten door or- ganisatie-eenheid.

 Tevredenheid gemeenten en partners.

Kwaliteit beheer en onderhoud:

 Conform normen en criteria beheerplannen en programma’s overheid (o.a. kwaliteitsniveaus volgens (C)IBOR).

(17)

De jaarlijkse cijfers voor wat betreft de snelheid van het afhandelen van klachten en meldingen komen uit het digitale systeem voor afhandeling van meldingen.

De tevredenheid van de gemeenten en de burgers kunnen we bijvoorbeeld me- ten via enquêtes. De kwaliteit van het beheer en onderhoud kunnen we onder andere meten via schouwen.

Om een beeld te geven van het te beheren en onderhouden areaal van de ge- meenten Hengelo en Hof van Twente:

Te onderhouden arealen Hengelo Hof van Twente

Grasvelden 3.389.652 3.121.418 m2

Heesters, hagen (houtachtig) 412.663 632.093 m2

Bodembedekkers, vaste planten (kruidachtig) 101.174 1.075 m2

Overig groen 2.104.745 57.107 m2

Bomen 36.137 33.314 st

Sportvelden 37 35 st

Begraaf-/gedenkparken 3 4 st

Asfaltverharding 1.833.523 1.489.212 m2

Elementverharding 2.607.810 1.180.228 m2

Betonverharding 120.469 1.326 m2

Overige verharding 123.901 456.202 m2

Riolering 689.180 776.060 m2

Speelvoorzieningen 1.511 811 st

Openbare verlichting 20.200 6.000 st

Afvalbakken 1.474 226 st

Zitbanken 791 120 st

(18)

Onze opzet van de organisatie-eenheid

Deel 2 | Opzet organisatie-eenheid

In het tweede deel van dit rapport gaan we in op hoe we het willen vormgeven. De hoofdlijn van de opzet van de nieuwe organisatie-eenheid komt aan de orde. Eerst gaan we in op de organisatie.

Daarna volgen de personele, juridische, financiële en huisvestingsfacetten van de organisatie- eenheid. Tot slot zetten wij de conclusies en aanbevelingen op een rij.

(19)

1. Organisatie

In dit hoofdstuk gaan we eerst in op richting voor de nieuwe organisa- tie-eenheid. Hierbij komen de identiteit en de kernwaarden aan de or- de. Daarna geven we taken van de organisatie-eenheid weer. Hierbij gaan we in op de taken op het gebied van beheer en onderhoud en arbeidsontwikkeling. De aard van de relatie met de gemeente komt daarna aan de orde. Tenslotte gaan we in op de cultuuraspecten.

1.1 De richting van de organisatie-eenheid

In deel 1 van dit rapport hebben we aangegeven dat het de missie van de organi- satie-eenheid is om kwalitatief beheer en onderhoud uit te voeren waarbij we een meerwaarde creëren door mensen in hun kracht te zetten. De missie geeft samen met de identiteit en de belangrijkste kernwaarden richting aan het han- delen van de nieuwe organisatie-eenheid.

Identiteit

Uit de missie leiden we de eigenheid van de organisatie-eenheid af. Deze identi- teit staat hieronder:

“De identiteit van de organisatie is ‘een professionele en flexibele organisatie-eenheid voor beheer en onderhoud,

waarbij participatie hoog in het vaandel staat”

Kernwaarden

Van de missie en visie kunnen de belangrijkste kernwaarden worden afgeleid.

Deze kernwaarden geven aan wat belangrijk is in het dagelijks handelen van de (medewerkers van) de organisatie-eenheid.

De volgende (kern)waarden staan centraal:

 Flexibel: hierbij gaat het onder andere over klantgerichtheid en brede inzetbaarheid. De nieuwe organisatie-eenheid kan zich makkelijk aanpassen aan veranderende regelgeving, maatschappelijke en marktontwikkelingen.

 Kwaliteit: hierbij gaat het onder andere over de kwaliteit van het werk, het product en de organisatie (cultuuraspecten als leiderschap, eigenaarschap, vertrouwen, vitaliteit, efficiency).

 Ontwikkeling: wij willen mensen in hun kracht zetten door onder an- dere opleiding, coaching en door werkervaring op te laten doen. Voor de nieuwe organisatie is de ontwikkeling van vakmanschap een be- langrijk doel.

 Plezier en samenwerken: wij streven er naar dat mensen met plezier naar hun werk gaan en met plezier hun werk doen. Vanuit de filoso- fie dat tevreden en gemotiveerde mensen bepalend zijn voor de kracht van en samenwerking in de organisatie en de kwaliteit van het product.”

(20)

1.2 De taken van de organisatie-eenheid

In de missie en visie zitten twee pijlers; namelijk beheer en onderhoud en parti- cipatie. Hier onder gaan we eerst in op de taken op het gebied van beheer en onderhoud. Daarna gaan we voor wat betreft de pijler participatie in op de taken op het gebied van de arbeidsontwikkeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Taken beheer en onderhoud

Een uitgangspunt bij de bestuurlijke opdracht is dat andere partijen in de toe- komst gemakkelijk aan moeten kunnen haken. Verder is flexibiliteit één van de kernwaarden. Dit betekent dat verschillende partijen zelf bepalen wat ze inbren- gen en in welk tempo ze dat inbrengen.

De meeste taken op het gebied van uitvoering beheer en onderhoud gaan naar de nieuwe organisatie-eenheid. De uitvoeringstaken op het gebied van uitvoe- ring beheer en onderhoud omvatten de beheer- en onderhoudstaken op het gebied van groen, netheid, wegen, waterhuishouding en riolering, terreinele-

menten en sportaccommodaties. De Hof van Twente doet een aantal taken pas over als de beheerplannen gereed zijn of op het moment dat bepaalde contrac- ten zijn afgelopen. Bepaalde werkzaamheden op het gebied van het onderhoud van wegen (zoals asfaltprogramma), openbare verlichting en vastgoed gaan van- uit Hof van Twente niet mee. Werkzaamheden waar een krediet aan verbonden is blijven vooralsnog bij de gemeente Hof van Twente. Verder gaan de werk- zaamheden op het gebied van groenuitgifte van beide gemeenten niet mee.

Mogelijk stoten de gemeenten in de toekomst nog meer uitvoerende taken op het gebied van beheer en onderhoud af. Zij hebben dan de intentie om deze onder te brengen bij de nieuwe organisatie-eenheid.

De regietaken over deze werkvelden blijven bij de gemeenten. Deze taken om- vatten o.a. het opstellen en vaststellen van financiële en beleidskaders, het be- palen en vaststellen van kwaliteitsniveaus, het toetsen of de organisatie-eenheid aan de kwaliteitsniveaus voldoet en het op- en vaststellen van meerjarenpro- gramma’s. Hiermee kan de gemeente haar regie blijven voeren over het beheer en onderhoud.

De nieuwe organisatie-eenheid verricht de uitvoerende werkzaamheden in be- heer en onderhoud. De organisatie-eenheid zal het werk binnen de gestelde kaders zo effectief en efficiënt mogelijk uitvoeren. Daarbij levert de organisatie- eenheid als belangrijke partner input en advies aan gemeenten voor o.a. beleid, kwaliteitsniveau, financiële kaders en meerjarenprogramma’s.

Een wisselwerking tussen organisatie-eenheid en gemeenten en partnerschap is van groot belang. Zo levert de organisatie-eenheid inbreng bij projecten van ontwerp tot uitvoeringsfase en dragen gemeenten nieuw werk op een goede wijze over aan de organisatie-eenheid. De organisatie-eenheid houdt toezicht op eigen en uitbesteed werk door onder andere het uitvoeren kwaliteitstoetsingen.

Daarnaast is er toezicht door de organisatie-eenheid op werken waarvoor een vergunning is verleend. De organisatie-eenheid verricht ook aanbestedingen en kwaliteitstoetsingen. Onderdelen van de Planning- en control(P&C)-cyclus zoals

(21)

onder andere de beleidsbegroting, managementrapportages en het jaarverslag worden op elkaar afgestemd. Hiervoor zijn ook ‘verbindingsschakels nodig in functies en die verantwoordelijk zijn voor dit proces’. Tevens is het de bedoeling om de Plan-Do-Check-Act-cyclus van de organisatie-eenheid en gemeenten op elkaar aan te sluiten.

De precieze taken die vanuit de gemeenten en SWB worden ondergebracht in de nieuwe organisatie-eenheid zijn hier onder weergegeven. Het voorstel is om het takenpakket publiekrechtelijk te verankeren als waarborg voor een duurzame uitvoering.

Taken beheer en onderhoud Hengelo Hof van

Twente SWB Groen

(C)IBOR groenonderhoud

Groen stedelijk niveau (o.a. boomonderhoud, sport-

parken) √ 1)

Renovatie, omvorming en snoeien bomen buitenge-

bied √ 1)

Lijkbezorging (o.a. begraaf- en gedenkparken)

Groenuitgifte X X -

Netheid

Netheid, honden, zwerfvuil √ 1)

Bladcampagne, onkruid op verharding √ 1)

Schoonhouden wegen stedelijk √ 3)

Schoonhouden markt

Taken beheer en onderhoud Hengelo Hof van

Twente SWB Wegen

Onderhoud wegen stedelijk (incl. gladheidsbestrij-

ding) √ / X 2)

Wegen wijkniveau/straatmeubilair -

Groot onderhoud en asfalt X -

Waterhuishouding en riolering

Waterlopen overig √ 1) -

Riolering, pompgemalen √ 3) -

Terreinelementen

Openbare verlichting X -

Spelen onderhoud, keuring -

Verkeersmaatregelen uitvoering -

Openbare toiletten - -

Gebouwen en accommodaties

Onderhoud en beheer vastgoed √ 1) X

Onderhoud sporthallen en sportparken √ 1) -

Overige accommodaties - -

Faciliteiten

Bedrijfsbureau -

Materieeldienst (tractie en gereedschappen)

Dienstverlening en vraaggericht werken

(22)

Taken beheer en onderhoud Hengelo Hof van

Twente SWB

Klantcontactcentrum X X X

Contacten met bewoners- en belangenorganisaties

Service / afhandeling meldingen

Toelichting op gebruikte verwijzingen:

Deze taak gaat over naar de organisatie-eenheid.

X Deze taak behoort bij de desbetreffende organisatie, maar gaat niet over.

- Geen huidige taak van de betreffende organisatie.

1) Deze taken gaan over na gereed komen van meerjarige beheerplannen. De werkzaam- heden die direct mee kunnen zijn in de bijlage aangegeven.

2) Het groot onderhoud van asfalt gaat niet mee. Bepaalde werkzaamheden kunnen wel direct mee en externe opdrachten kunnen mee zodra meerjarige beheerplannen gereed zijn. Bij de Hof van Twente vallen hier ook zandwegen en bermen buitengebied onder.

3) Bepaalde werkzaamheden zijn nu weggezet via contracten bij derden. Indien de con- tracten aflopen dan kunnen deze taken over.

In het bovenstaande schema is de hoofdlijn weergegeven. Een schema met meer details hebben wij in de bijlage weergegeven.

Naast dat het personeel overgaat dat direct betrokken is bij de uitvoering van de werkzaamheden op het gebied van beheer en onderhoud, gaan ook de bijbeho- rende budgetten (voor zover aangegeven in het bovenstaande schema) mee over.

Taken arbeidsontwikkeling

De nieuwe organisatie-eenheid, de gemeenten en SWB Midden Twente zijn sterk verweven met elkaar. In het ketenproces van instroom, ontwikkeling en uitstroom vervullen elk een specifieke rol.

De nieuwe organisatie-eenheid vervult een belangrijke rol bij de (vaktechnische) ontwikkeling en uitstroom van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen bij de nieuwe organisatie- eenheid geplaatst worden via stage, detachering, participatiebaan etc. De ge- meenten vervullen bij elk stadium de rol van regievoerder. De diagnostiserings- en trajectplantraject wordt verzorgd door SWB Midden Twente, zo ook de bege- leiding van individuele arbeidsontwikkelingtrajecten en bemiddeling op vacatu- res. SWB Midden Twente verzorgt ook de intake van cliënten voor de gemeente Hof van Twente. Het Werkplein zorgt voor de vacatures voor de uitstroom.

Het ketenproces van arbeidsontwikkelproces kent vier stadia:

1) Instroom: de fase om een beeld te krijgen van de cliënt en deze te vertalen in een gerichte opdrachtformulering toegespitst op de cliënt.

a. Intake en scan: een cliënt meldt zich aan bij de gemeente waarna een in- take en scan van de cliënt plaatsvindt.

b. Opdrachtformulering: al naar gelang de intake en scan wordt een op- drachtformulering opgesteld.

2) Ontwikkeling: de fase waarin de cliënt een arbeidsontwikkeling doormaakt.

a. Diagnose: er vindt een diagnose van de cliënt plaats om te bepalen wat de interesses, competenties en vaardigheden zijn.

b. Arbeidsontwikkeling: al naar gelang de uitkomst van de diagnose wordt de cliënt in een arbeidsontwikkeltraject geplaatst.

(23)

3) Uitstroom:

a. Bemiddeling en plaatsing: als de arbeidsontwikkeling goed verloopt en de cliënt zogezegd ‘bemiddelbaar is, wordt gezocht naar we een pas- sende vacature en wordt de cliënt aldaar geplaatst. Ook het UWV kan bij een re-integratie een rol spelen. Zij geven ondersteuning door proef- plaatsingen mogelijk te maken, een mobiliteitsbonus te geven, een mo- gelijk ondersteuning door een jobscoach, een aanvulling op het inkomen of een starterskrediet als iemand als zelfstandige wil gaan werken.

b. Duurzame plaatsing: voor de cliënt wordt een reguliere arbeidsplek ge- vonden.

4) Participatiebaan: De fase waarin de cliënt is uitontwikkeld, maar niet door- stroomt naar regulier betaald werk. De cliënt blijft binnen de nieuwe orga- nisatie-eenheid actief met behoud van uitkering. Een participatiebaan kan worden beschouwd als een vorm van sociale activering en is voor een be- paalde periode. De gemeente Hof van Twente kent participatiebanen, de gemeente Hengelo maakt nog geen gebruik van participatiebanen.

Bij een (door)ontwikkeling en uitstroom kunnen het Uitvoeringsinstituut Werk- nemersverzekeringen (UWV) of het Werkplein Twente ook een rol spelen. Het UWV zorgt voor een deskundige en efficiënte uitvoering van de werknemersver- zekeringen, zoals de WW, WIA, WAO, WAZ, Wazo en Ziektewet. Daarnaast biedt het UWV arbeidsmarkt- en gegevensdiensten. Het Werkplein is een samenwer- kingsverband tussen het UWV en de Twentse gemeenten. Dit samenwerkingsve- band probeert om mensen met een WW-uitkering, bijstandsuitkering of arbeids- handicap aan een passende baan te helpen. Bij het UWV kunnen hulpmiddelen, vergoedingen en ondersteuning bij het werk worden aangevraagd . Het UWV geeft ondersteuning door proefplaatsingen mogelijk te maken, een mobiliteits- bonus te geven, een jobcoach, een aanvulling op het inkomen of een starters- krediet als iemand als zelfstandige wil gaan werken.

De nieuwe organisatie-eenheid gaat een belangrijke rol vervullen in de (door)ontwikkeling en uitstroom van mensen met een afstand tot de arbeids- markt. Hierbij zijn de volgende scenario’s denkbaar:

1) Een cliënt blijkt uit de intake over voldoende basisvaardigheden te beschik- ken en kan gelijk doorstromen naar de nieuwe organisatie-eenheid voor verdere (vaktechnische) arbeidsontwikkeling. Vandaar wordt toegewerkt aan uitstroom naar een reguliere arbeidsplek bij externe partijen.

2) Uit de intake blijkt dat een cliënt nog de nodige basisvaardigheden zich moet ontwikkelen. De cliënt wordt allereerst geplaatst op de instapafdeling van SWB (GroenTuin) voor basisontwikkeling. Bij geschiktheid kan de cliënt bij de nieuwe organisatie-eenheid worden geplaatst voor verdere (vaktechni- sche) ontwikkeling en kan worden toegewerkt naar reguliere uitstroom. Dit traject loopt door totdat de cliënt bemiddelbaar is voor de regulier betaald werk.

(24)

3) Bij de nieuwe organisatie-eenheid is door bijvoorbeeld natuurlijk verloop een vacante arbeidsplek beschikbaar. Cliënten die bemiddelbaar zijn, kun- nen solliciteren naar deze reguliere arbeidsplek. De cliënt kan zo een plek krijgen in de organisatie-eenheid.

4) In de nieuwe organisatie-eenheid blijkt dat een cliënt nadere ontwikkeling nodig heeft. De organisatie-eenheid kan een beroep doen op de expertise van SWB, zoals o.a. aanwezig bij de GroenTuin. Bij voldoende geschiktheid kan de cliënt weer terugstromen naar de organisatie-eenheid.

Uit deze scenario’s blijkt een grote verwevenheid tussen de gemeenten, SWB Midden Twente en de nieuwe organisatie-eenheid. In het proces van instroom, ontwikkeling en uitstroom vervullen alle drie partners een rol in elk stadium. Het Werkplein ondersteunt daarbij met het vinden van passende vacatures. De ge- meenten vervullen bij elk stadium sowieso de rol van regievoerder.

Tussen het domein Sociale Zaken van de gemeenten Hengelo, Borne en Hof van Twente en SWB zijn afspraken gemaakt over verantwoordelijkheden in het re- integratieproces. Deze afspraken zijn van belang bij het inzetten van bijstandsge- rechtigden in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte.

Ten opzichte van de huidige uitvoeringsafdelingen van de gemeente Hengelo en Hof van Twente komt er in de nieuwe organisatie-eenheid hiermee de dimensie bij, namelijk die van arbeidsontwikkeling. Voor het huidige cluster Groen & Bui- ten van SWB is arbeidsontwikkeling en het vaktechnische beheer en onderhoud gecombineerd.

Taken arbeidsontwikkeling Gemeente

Organisatie- eenheid GR SWB

SWB Werkplein

Regievoering arbeidsontwikkeling

Screening en intake Hof van

Twente

Intake Hengelo en Borne

Diagnosticeren en trajectplan

Voortraject werknemersvaardig-

heden

Doorontwikkeling vakinhoudelijk

beheer en onderhoud

Snuffelstages

Begeleiding arbeidsontwikkeling

gericht op vaktechniek

Begeleiding arbeidsontwikke- ling/jobcoach gericht op arbeids- ontwikkeling

Bemiddeling en plaatsing op

vacatures

(25)

Taken van de organisatie-eenheid

Een bestuurlijk uitgangspunt is dat partijen in de toekomst gemakkelijk aan moeten kunnen haken. Flexibiliteit is één van de kernwaarden. Dit be- tekent dat partijen een verschillende inbreng aan taken kunnen hebben.

De regietaken blijven bij de gemeenten. Deze taken omvatten o.a. het op- stellen en vaststellen van financiële en beleidskaders, het bepalen en vast- stellen van kwaliteitsniveaus en het op- en vaststellen van meerjarenpro- gramma’s.

De meeste taken op het gebied van uitvoering beheer en onderhoud gaan naar de nieuwe organisatie-eenheid. De uitvoeringstaken op het ge- bied van uitvoering beheer en onderhoud omvatten de beheer- en onder- houdstaken op het gebied van groen, netheid, wegen, waterhuishouding en riolering, terreinelementen en sportaccommodaties. Daarnaast zijn er taken op het gebied van dienstverlening en vraaggericht werken, zoals onder andere het afhandelen van meldingen. De Hof van Twente doet een aantal taken pas over als de beheerplannen gereed zijn of op het moment dat bepaalde contracten zijn afgelopen. Bepaalde werkzaamheden op het gebied van het onderhoud van wegen (o.a. asfaltprogramma), openbare verlichting en vastgoed gaan vanuit de Hof niet mee. Verder gaan de werkzaamheden op het gebied van groenuitgifte niet mee.

De nieuwe organisatie-eenheid, de gemeenten en SWB Midden Twente zijn sterk verweven met elkaar. De taken op gebied van arbeidsontwik- keling op het gebied van instroom, ontwikkeling en uitstroom zijn sterk met elkaar verbonden en vervullen elk een aanvullende rol in elk stadi- um. De nieuwe organisatie-eenheid gaat een rol vervullen in de (vak- technische) ontwikkeling en uitstroom van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen bij de nieuwe organisatie-eenheid geplaatst worden via stage, detache- ring, participatiebaan etc. De gemeenten vervullen bij elk stadium de rol van regievoerder. De diagnostiserings- en trajectplantraject wordt ver- zorgd door SWB Midden Twente, zo ook de begeleiding van individuele arbeidsontwikkelingtrajecten en bemiddeling op vacatures. SWB Midden Twente verzorgt ook de intake van cliënten voor de gemeente Hof van Twente.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hierbij zal de visie, methodiek, praktische zorgverlening en financiering van de zorg zoals die door de stichting is vast gelegd, uitgangspunt van overleg zijn. Concreet betekent

In deze begroting is rekening gehouden met de brief van de gemeente Bergen, pagina 41, waar expliciet namens de regiogemeenten wordt aangegeven dat er een daling op de eigen

Geïnteresseerde melkveehouders kunnen zich voor deelname aan het project ‘Gezonde Partners’ aanmelden door een mail te sturen naar gezondepartners@outlook.com.. Meer informatie

We willen niet meer vertellen wat goed voor een dorp of wijk is maar veel meer in kunnen spelen op de initiatieven die lokaal zelf

Veel ondernemers, vooral in het midden- en kleinbedrijf, hebben al een jaar lang niet kunnen doen waar ze zo vreselijk goed in zijn.. Een idee omzetten in iets tastbaars,

Mariëlle Bothof (49) en Mirjam Broekhuizen (34) vormen samen de nieuwe directie van huisartsenorganisatie Medicamus in Harderwijk.. De benoeming van half juli kwam een paar maanden

Doel van het programma is te zorgen dat ODRU voldoende robuust is om haar taken voor de deelnemende gemeenten uit te voeren en dat groei, door overdracht van taken, op een

Onderwerpen die alleen van toepassing zijn op één gemeente, casusbesprekingen en/of die zaken die expliciet los staan van andere onderwerpen in het sociaal domein, worden nog in