Huishoudelijk reglement ERB.
Versie 15 april 2020
Algemene bepalingen
Artikel 1
a. Waar in dit reglement wordt gesproken van het Bestuur, wordt bedoeld het bestuur van de Eindhovense Reddingsbrigade.
b. Waar in dit reglement wordt gesproken van de ERB en/of brigade, wordt bedoeld de Eindhovense Reddingsbrigade.
Artikel 2
Op nationaal niveau is de ERB aangesloten bij:
a. De Koninklijke Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen.
Op lokaal niveau bij:
b. De Eindhovense Sportraad.
Organisatie
Artikel 3
Ten behoeve van het brigadewerk kan het Bestuur ERB een aantal commissies instellen, die eventueel onderverdeeld zijn in subcommissies.
Leden, junioren en begunstigers
(Statuten art. 5 sub. 3)Artikel 4
a. Om toe te treden tot de ERB meldt men zich aan via de ERB-website of aan de balie in het zwembad tijdens de verenigingsavonden. (Statuten art. 7 sub. 1)
b. Bij de aanmelding dient men een inschrijfformulier volledig in te vullen.
Artikel 5
a. Het bestuur beslist over de toelating. (Statuten art. 7 sub. 1)
b. Het bestuur kan voorwaarden voor toelating van cursisten, leden en begunstigers stellen.
Artikel 6
a. Het lidmaatschap is van kracht na voldoening van de contributie.
b. Het lid betaalt de voorgeschreven contributie door automatische afschrijving (tekent daartoe een
machtiging) of maakt de contributie via bank het voorgeschreven (onder a genoemde bedrag) over naar de penningmeester.
c. In het eerste jaar van lidmaatschap kan uitsluitend via machtiging betaald worden.
d. Het lid is verplicht eventuele adreswijzigingen onmiddellijk aan de secretaris te melden. (Statuten art. 6 sub.
2)
e. Een lid kan de statuten en het Huishoudelijk reglement op de website inzien.
Het bestuur
Artikel 7
Het bestuur wordt gevormd door:
a. Een voorzitter en een vice-voorzitter.
b. Een secretaris en een tweede secretaris.
c. Een penningmeester en een tweede penningmeester.
Artikel 8
a. Een bestuurslid kan, zo nodig, meer dan één functie in het bestuur waarnemen.
b. De taken van het bestuur worden, voor zover de bestuursleden niet in functie worden gekozen, over de overige bestuursleden in onderling overleg verdeeld.
c. Elk bestuurslid is voor de onder zijn berusting zijnde bescheiden en bezittingen van de ERB persoonlijk aansprakelijk.
Artikel 9
a. De voorzitter geeft in het algemeen leiding aan de activiteiten van het bestuur.
b. Deze leidt de vergaderingen.
c. Deze stelt daarin de orde van de vergadering vast, tenzij op de algemene- of buitengewone algemene vergadering, de algemene vergadering anders beslist.
d. Deze heeft het recht de beraadslagingen te sluiten, wanneer deze meent, dat de vergadering voldoende is ingelicht, doch is verplicht die weer te heropenen, zodra één derde van het stemmental, dat op die vergadering kan worden uitgebracht, het verlangen daartoe kenbaar maakt.
e. De vice-voorzitter neemt bij ontstentenis van de voorzitter diens functie waar. Deze treedt, zolang die waarneming duurt, in alle rechten en plichten van de voorzitter.
f. Zijn zowel de voorzitter als de vice-voorzitter verhinderd, dan kiezen de overige bestuursleden uit hun midden een voorzitter voor de duur van de ontstentenis. (Statuten art. 18 sub. 10)
Artikel 10
De secretaris is belast met:
a. Het voeren van de briefwisseling, waarvan kopie wordt gehouden.
b. Het voorbereiden en uitschrijven van vergaderingen en bijeenkomsten, alsmede het samenstellen van de agenda daarvoor. (Statuten art. 13 sub.14)
c. De zorg voor de notulering van vergaderingen.
d. Het samenstellen van een jaarverslag.
e. Het bijhouden van de ledenstand.
f. Het ordenen en bijhouden van het archief.
g. De tweede secretaris neemt bij ontstentenis van de secretaris diens werkzaamheden over.
h. Het bestuur kan deeltaken van de secretaris aan de tweede secretaris of een ambtelijk secretaris opdragen.
Artikel 11
a. Het bestuur kan bepalen dat bescheiden van belangrijke aard zowel door de voorzitter als door de secretaris worden ondertekend.
b. Het verslag van bestuursvergadering wordt in de eerstvolgende bestuursvergadering door het zittende bestuur vastgesteld.
c. De notulen van de jaarvergadering worden onmiddellijk na goedkeuring getekend door het gehele bestuur.
Artikel 12
a. De penningmeester beheert de geldmiddelen, eigendommen en bezittingen van de ERB.
b. Deze houdt een inventarisstaat bij.
c. Deze draagt zorg voor de inning van de aan de ERB verschuldigde bedragen en voor het doen van de uitgaven.
d. Deze zorgt voor een doelmatige boekhouding met betrekking tot de inkomsten en uitgaven van de ERB en sluit jaarlijks de boekhouding per 31 december af.
e. Deze is verplicht aan het bestuur alle gewenste inlichtingen omtrent diens beheer te verstrekken en desgevraagd aan de leden van het dagelijks bestuur inzage van de boeken toe te staan.
f. Deze legt schriftelijk rekening en verantwoording af van het gevoerde beleid door middel van een rekening van baten en lasten en een balans.
g. Deze stelt de begroting voor het volgende boekjaar samen.
h. De in de twee voorgaande alinea's vermelde stukken dienen op een zodanig tijdstip gereed te zijn dat deze op de bestuursvergadering voorafgaande aan de uitnodiging voor de algemene ledenvergadering
besproken kunnen worden.
i. De begroting wordt door en in de algemene ledenvergadering vastgesteld.
Artikel 13
De commissarissen zijn de overige bestuursleden behulpzaam bij hun werkzaamheden, zulks op een door het bestuur te bepalen wijze.
Artikel 14
Wanneer een bestuurslid, commissielid of functionaris aftreedt, is deze verplicht de onder zijn beheer zijnde stukken en bezittingen van de ERB binnen veertien dagen aan een door het bestuur aan te wijzen persoon over te dragen.
Artikel 15
Tot de taak van het gehele bestuur behoort:
a. De algemene leiding in de ERB. en alle werkzaamheden welke daaruit voortvloeien, onder andere een nauwlettend toezicht op de naleving van de statuten, reglementen en andere regelingen en besluiten.
b. Het uitvoeren van de besluiten van de algemene vergaderingen.
c. Het aanvragen van subsidies.
d. Het beoordelen van verzoeken en bijdragen voor bepaalde evenementen.
e. Het benoemen en ontslaan van leden van commissies en functionarissen, voor zover niet aan de algemene vergadering voorbehouden.
Dagelijks bestuur
Artikel 16
Voorzitter, secretaris en penningmeester vormen het dagelijks bestuur. (Statuten artikel 13, sub 15)
Artikel 17
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor:
a. Een juiste afwikkeling van de lopende zaken.
b. Het nemen van beslissingen in zaken met een spoedeisend karakter, met dien verstande dat dergelijke beslissingen op de eerstvolgende bestuursvergadering ter goedkeuring worden voorgelegd.
Commissies
Artikel 18 (Statuten art. 17)
Er zijn permanente en niet-permanente commissies.
Artikel 19
Permanente commissies zijn:
a. Kascommissie. (Statuten art. 16)
b. Technische Commissie. (Statuten art. 17 sub. 2) Artikel 20
Niet permanente commissies kunnen door de Algemene Ledenvergadering of het bestuur worden benoemd. Zij worden belast met een speciale opdracht en zijn ontbonden na het vervullen van die opdracht.
Artikel 21
Kascommissie. (Zie Statuten Artikel 16.)
Artikel 22
De Technische Commissie bestaat uit: voorzitter, secretaris, uurleiders en één afgevaardigde van elke commissie en subcommissie behoudens de kascommissie. Deze leden worden benoemd door het bestuur eventueel op voordracht van de Technische Commissie.
Artikel 23
a. Onder de Technische Commissie vallen subcommissies die door het bestuur benoemd worden b. Tevens vallen onder de Technische Commissie de uurleiders, en mogelijk adviseurs
Technische commissie
Artikel 24
Tot de taak van de Technische Commissie behoort in het algemeen en voor zover niet liggend op het terrein van het bestuur van de ERB:
a. Het bijdragen tot vorming van technisch kader.
b. Het adviseren omtrent benoeming kaderleden.
c. Het organiseren van wedstrijden, prestatietochten en bewakingen.
d. Het bevorderen van jeugdactiviteiten.
e. Het samenwerken met de in de regio werkzame brigades op technisch gebied.
f. Het houden van technisch organisatorische bijeenkomsten
g. Het opstellen wensen t.a.v. de begroting en het uitbrengen van een jaarverslag.
h. Het bestuur al of niet op verzoek te adviseren in technische zaken.
i. Het bevorderen van een goede communicatie met en tussen de commissies, werkzaam op technisch gebied.
j. Het regelen en leiden van opleidingen en examens.
k. Het uitvoeren of doen uitvoeren van door het bestuur verstrekte opdrachten.
I. Het indienen van voorstellen met betrekking tot nieuwe activiteiten voor het komende jaar en van de daarbij behorende begrotingen bij het bestuur,
m. Het bestuur ontvangt van elke vergadering/bijeenkomst van de commissies een agenda, alsmede een verslag.
Artikel 25
a. De uurleiders van de betreffende zwembaden zijn verantwoordelijk voor de gang van zaken in de zwembaden tijdens onze verenigingsavonden.
b. Zij onderhouden het contact tijdens de verenigingsavonden tussen junioren en ouders en met cursisten en leden..
c. Zij dragen zorg voor presentie- en vorderingslijsten.
d. Zij zorgen dat kandidaten voordat ze aangemeld worden voor een examen gescreend worden.
Artikel 26
a. De subcommissies vallende onder de TC benoemen uit hun midden een secretaris. Van elke vergadering van een commissie wordt tijdig kennis gegeven aan het bestuur en de TC.
b. De secretaris van elke subcommissie zorgt voor het opmaken van de verslagen, waarvan een afschrift wordt gezonden aan het bestuur en de TC.
c. In de uitvoering van hun taak zijn de subcommissies te allen tijde verantwoording verschuldigd aan het bestuur en de TC.
d. Bij tussentijds aftreden van een subcommissielid vult het bestuur de ontstane vacature in overleg met de TC en de desbetreffende subcommissie aan.
Artikel 27
Wordt een subcommissie ontbonden, dan levert de secretaris van die subcommissie alle tot die subcommissie behorende bescheiden binnen veertien dagen behoorlijk in orde in bij de secretaris van de vereniging.
Kaderleden
Artikel 28
Leden die actief werkzaam zijn in de verenigingsorganisatie kunnen door het bestuur benoemd worden tot kaderleden en hebben vrijstelling van betaling van contributie.
Artikel 29
Verlenging van het kaderlidmaatschap wordt jaarlijks bezien op de laatst te houden bestuursvergadering van het lopend verenigingsjaar. De verlenging is van kracht na bevestiging in het bestuursverslag. Wordt tot niet
verlenging besloten wordt dit aan het betreffende kaderlid met opgave van reden medegedeeld.
Artikel 30
Bij het beëindigen van het kaderlidmaatschap worden de eigendommen van de vereniging ingeleverd.
Artikel 31
Kaderleden worden onderscheiden in:
a. Bestuur. (Statuten art. 13)
b. Functionarissen (dit zijn leden die buiten de instructie om, werkzaam zijn in de verenigingsorganisatie en als zodanig door het bestuur zijn benoemd).
c. Instructeurs(trices) (dit zijn leden die belast met de opleiding, als zodanig door het bestuur benoemd).
Artikel 32
Om voor een voordracht als instructeur in aanmerking te komen, moet de betrokkenen in het bezit zijn van een diploma dat bekwaamheid in het lesgeven aantoont. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken.
Artikel 33 Voordracht:
De voordracht als kaderlid wordt opgesteld door de Technische Commissie. De personen die voorgedragen worden moeten minstens een jaar meelopen als aspirant-kaderlid. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Een aspirant-kaderlid is vrijgesteld van het betalen van de verenigingscontributie, maar betaalt nog wel een bijdrage in de bondscontributie.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 34
Dit reglement kan alleen worden gewijzigd op en door een algemene ledenvergadering.
Artikel 35
Dit reglement treedt in werking op het tijdstip van aanneming door de Algemene Ledenvergadering, waarmede alle vroegere reglementen vervallen. Aldus vastgesteld door de Algemene ledenvergadering van 15 april 2020.
Alle voorgaande versie komen te vervallen Het bestuur