1
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
Beschikking
Aanvrager : Reststoffen Centrum Almelo B.V.
Aanvraag : gedeeltelijk intrekking omgevingsvergunning Locatie : Buitenhaven Oostzijde 12 te Almelo
Datum ontvangst aanvraag : 25-07-2012 Datum beschikking : 9 januari 2013
Kenmerk OLO : 516959
Kenmerk : 2013/0005410
Projectnummer : Z-HZ_WABO-2012-00033
2
Colofon
Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 75 00 www.overijssel.nl postbus@overijssel.nl
3
1 GEDEELTELIJK INTREKKEN OMGEVINGSVERGUNNING
1.1 Onderwerp
Gedeputeerde Staten hebben op 25 juli 2012 een verzoek ontvangen van Reststoffen Centrum Almelo B.V. (hierna RCA), Onyxstraat 20 te Hengelo voor het gedeeltelijk intrekken van de omgevingsvergunning (ons kenmerknummer EMT/2003/4389) vanwege beëindiging van de bedrijfsactiviteiten die gerelateerd zijn aan asbesthoudende afvalstoffen.
De vergunde activiteiten betreffen onder meer:
- onderzoek puingranulaten op de aanwezigheid van hechtgebonden asbest;
- het reinigen van hechtgebonden asbesthoudend bouw- en sloopafval en grond;
- het opbulken van gereinigd bouw- en sloopafval;
- onderzoek naar verwerkingsmethoden van hechtgebonden asbest en asbesthoudende materialen.
Het verzoek gaat over Reststoffen Centrum Almelo B.V. voorheen AMHA-Asbest b.v. gelegen aan Buitenhaven Oostzijde 12 te Almelo. De inrichting is kadastraal bekend gemeente Ambt-Almelo, sectie I, nummer 1970.
Het verzoek voor het gedeeltelijk intrekken van de omgevingsvergunning is geregistreerd onder OLO nummer 516959.
1.2 Besluit
Gedeputeerde Staten besluiten, gelet op paragraaf 2.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning met het kenmerk: EMT/2003/4389 die op 21 oktober 2003 aan AMHA-Asbest b.v. gelegen aan de Buitenhaven 12 te Almelo is verleend:
1. voor de volgende activiteiten in te trekken:
- het reinigen van hechtgebonden asbesthoudend bouw- en sloopafval en grond;
- de onderdelen van acceptatieprocedure die gerelateerd zijn aan asbest.
2. de volgende voorschriften in te trekken:
- 4.1.5 onder a, b en c, 4.2.1 onder d en c, 4.2.6, 4.2.7 en 4.3
(proefverwerking met de daaraan gerelateerde voorschriften 4.3.1, 4.3.2, 4.3.3, 4.3.4 en 4.3.5 betreffende goedkeuringsbesluit), 8.4.3 (opslaghoogte asbesthoudend puin en grond.
1.3 Ondertekening
Met vriendelijke groet,
namens Gedeputeerde Staten van Overijssel,
Willem van der Galiën,
teamleider Vergunningverlening
4
1.4 Rechtsmiddelen
Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Daarnaast wordt een kennisgeving gepubliceerd in Huis aan Huis Enschede. Daarna kan binnen zes weken beroep worden aangetekend. Het beroepschrift moet worden ingediend bij de Rechtbank Zwolle-Lelystad, sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn voor het indienen van een beroepschrift. Het indienen van een
beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Hebben u of derde belanghebbenden er belang bij dat deze beschikking ook na afloop van de beroepstermijn niet in werking treedt, dan kan om een voorlopige voorziening worden verzocht bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle- Lelystad, sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. Wanneer binnen de beroepstermijn om een voorlopige voorziening wordt verzocht, treedt de beschikking pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen.
1.5 Verzending
Deze beschikking is verzonden aan de aanvrager.
Een afschrift van deze vergunning is verzonden aan Burgemeester en Wethouders van Almelo Postbus 5100, 7600 GC Almelo.
5
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
Overwegingen
Aanvrager : Reststoffen Centrum Almelo B.V.
Aanvraag : Deels intrekking omgevingsvergunning Locatie : Buitenhaven Oostzijde 12 te Almelo Datum ontvangst aanvraag : 25 juli 2012
Datum beschikking : 9 januari 2013
Kenmerk OLO : 516959
Kenmerk : 2013/0005410
Projectnummer : Z-HZ_WABO-2012-00033
6
INHOUDSOPGAVE
1 GEDEELTELIJK INTREKKEN OMGEVINGSVERGUNNING ... 3
1.1 Onderwerp 3
1.2 Besluit 3
1.3 Ondertekening en verzending 3
1.4 Rechtsmiddelen 4
1.5 Verzending 4
1 PROCEDURELE ASPECTEN ... 7
1.1 Huidige vergunningsituatie 7
1.2 Intrekkingsverzoek 7
1.3 Bevoegd gezag 7
1.4 Procedureel 7
1.5 Toetsingskader 8
2 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN ... 8
2.1 Milieu overwegingen 8
7
1 PROCEDURELE ASPECTEN
1.1 Huidige vergunningsituatie
Op 21 oktober 2003 is aan AMHA-Asbest te Almelo een omgevingsvergunning (voorheen milieuvergunning) onder kenmerknummer EMT/2003/4389 verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting met onder meer de volgende activiteiten:
- onderzoek puingranulaten op de aanwezigheid van hechtgebonden asbest;
- het reinigen van hechtgebonden asbesthoudend bouw- en sloopafval en grond;
- het opbulken van gereinigd bouw- en sloopafval;
- onderzoek naar verwerkingsmethoden van hechtgebonden asbest en asbesthoudende materialen.
Op 14 mei 2008 is een veranderingsvergunning (ons kenmerknummer 2007/0065485) verleend voor het veranderen van de inrichting voor de volgende activiteiten:
- het plaatsen van een puinbreker;
- het accepteren en reinigen van fysisch vervuilde bouw- en sloopafvalstoffen en grond;
- het aanleggen van een borstelplaats in plaats van een wasstraat bij de ingang van de loods ten behoeve van de opslag van vervuild bouw- en sloopafval en grond;
- het 25 dagen per jaar verwerken (zeven) van afvalstoffen met een mobiele zeefinstallatie.
Op 19 oktober 2011 is er een melding 8.40 Activiteitenbesluit ingediend voor een naamswijziging en wijziging van de rechtspersoon. De naam AMHA-Asbest b.v. is gewijzigd in Reststoffen Centrum Almelo B.V. (hierna RCA) onder een nieuwe eigenaar.
1.2 Intrekkingsverzoek
RCA, gevestigd aan Onyxstraat 20 te Hengelo, heeft via het Omgevingsloket nummer 516959 d.d.
25 juli 2012 de provincie Overijssel verzocht om de omgevingsvergunning ten behoeve van bedrijfsactiviteiten gedeeltelijk in te trekken, aangezien de bedrijfsactiviteiten die gerelateerd zijn aan asbesthoudende afvalstoffen gestopt zijn. Omdat een deel van de huidige vergunning
gerelateerd is aan de acceptatie en verwerking van asbesthoudend afval verzoekt RCA dit deel van de vergunning in te trekken.
De aanvraag hebben wij op 25 juli 2012 ontvangen en is bij ons geregistreerd onder nummer 2012/0189126.
1.3 Bevoegd gezag
Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen of (gedeeltelijk) in te trekken. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de
omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd.
1.4 Procedureel
Aangezien de eerder verleende vergunning tot stand is gekomen met toepassing van de uitgebreide procedure zoals beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo, gelden delen uit deze paragraaf ook voor deze intrekkingsprocedure.
8
Een ieder kan een zienswijze indienen op grond van artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Ten opzichte van de ontwerpvergunning zijn geen wijzigingen aangebracht.
1.5 Toetsingskader
Op grond van artikel 2.33 lid 2 onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kunnen wij als bevoegd gezag een vergunning op verzoek van vergunninghoudster geheel of gedeeltelijk intrekken. In artikel 2.33 lid 3 van de Wabo is bepaald dat voor zover een verzoek van een vergunninghouder tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, het bevoegd gezag de omgevingsvergunning slechts geheel of gedeeltelijk intrekt, indien het belang van de
bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet. Van een dergelijk verzoek is hier sprake.
De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de uitgebreide voorbereidingsprocedure). In het kader van de procedure is getoetst aan artikel 2.33, lid 2 onder b van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht, dat gaat over het intrekken van een omgevingsvergunning.
2 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
2.1 Milieu overwegingen
In het kader van de procedure is getoetst aan de voorschriften die betrekking hebben op de intrekking van de bedrijfsactiviteiten die gerelateerd zijn aan asbesthoudende afvalstoffen.
Voorschrift 4.1.5 Administratie en registratie
Van alle voor bewerking aangeboden vrachten moet ten minste:
a) Een asbestonderzoeksrapport binnen de inrichting aanwezig zijn; Het onderzoek dient op de saneringslocatie uitgevoerd te zijn en het materiaal moet volgens de norm NEN 5897, voor puin, en NEN 5707, voor grond, bemonsterd en door een Sterlab geanalyseerd te zijn;
b) de eerste vracht van een zelfde sloopobject cq. aangeboden partij, aselect, een op de twintig vrachten, worden onderworpen aan een grondige visuele inspectie;
c) de betreffende vracht moet daartoe worden gestort en uitgespreid op een inspectievloer van voldoende grootte.
Overweging
RCA is gestopt met de asbesthoudende afvalstoffen. Er vindt geen acceptatie en verwerking van asbest meer plaats waardoor er ook geen administratie en registratie meer plaatsvindt ten aanzien van deze afvalstroom.
Voorschrift 4.2.1. (Opslag en afvoer)
De volgende afvalstoffen moeten naar aard en verwerkingsmogelijkheid gescheiden worden opgeslagen:
d. asbesthoudend puin;
e. asbesthoudende grond;
l. hechtgebonden asbest;
Overweging
Er vindt geen acceptatie en verwerking van asbest meer plaats. Opslag en afvoer deze afvalstroom vindt niet meer plaats. Voor de overige afvalstromen blijft dit voorschrift gelden.
9
Voorschrift 4.2.6 (Opslag en afvoer)
Uitgaande gereinigde stromen dienen te worden onderzocht conform de geldende NEN 5897 of NEN 5707.
Overweging
Deze norm beschrijft een methode voor de bepaling van het gehalte aan asbest in: - onbewerkt bouw- en sloopafval; - bewerkt bouw- en sloopafval; - recyclinggranulaat. De voorgeschreven werkwijze is geschikt voor het bepalen van het gehalte aan asbest, onafhankelijk van de vraag in welke vorm het asbest aanwezig is. In de normen worden verschillende methoden aangereikt voor het uitvoeren van handhaving- en verificatieonderzoek. De normen zijn niet primair gericht op productiecontrole van recyclinggranulaat; hiervoor wordt verwezen naar BRL 2506
(certificatieregeling voor recyclinggranulaten). Dit voorschrift kan worden ingetrokken omdat de in de voorgenomen situatie geen asbesthoudende afvalstoffen meer worden geaccepteerd.
Voorschrift 4.2.7 (Opslag en afvoer)
De vergunninghoudster dient voor aanvang van de bedrijfsactiviteiten ten behoeve van ongebroken puin en reststromen een bemonsteringsprotocol opstellen en ter beoordeling voorleggen aan Gedeputeerde Staten.
Overweging
Voor niet gebroken puingranulaat en de andere reststromen die met asbest verontreinigd zijn is dit voorschrift opgenomen in de vergunning. Nu uit vooracceptatie blijkt dat de asbesthoudende afvalstromen niet meer worden geaccepteerd kan dit voorschrift worden ingetrokken. Hiervoor in de plaats is de acceptatieprocedure en A&V beleid aangepast (projectnummer 072012).
Voorschrift 4.3.1 - 4.3.5 (Proefverwerking)
Vergunninghoudster mag bij wijze van proef bij het sorteren van hechtgebonden asbest uit
aangeboden hechtgebonden asbesthoudende partijen alternatieve technieken toepassen, welke niet in de aanvraag zijn beschreven, mits, voordat deze techniek wordt toegepast, hiervoor schriftelijk toestemming is verleend door Gedeputeerde Staten.
Overweging
RCA is volledig gestopt met de bedrijfsactiviteiten die te maken hebben met acceptatie en verwerking van asbest. De voorschriften 4.3.1, 4.3.2, 4.3.3 en 4.3.3 (proefverwerking), 4.3.4 en 4.3.5 (goedkeuringsbesluit) zijn onlosmakelijk met dit voorschrift verbonden. De voorschriften 4.3.1 tot en met 4.3.5. kunnen daarom in zijn geheel worden ingetrokken.
Voorschrift 8.4.3 (opslaghoogte asbesthoudend puin en grond)
De opslag van asbesthoudend puin en grond mag een maximale hoogte hebben van 3 meter boven het maaiveld.
Overweging
RCA is volledig gestopt met de bedrijfsactiviteiten die te maken heeft met acceptatie en verwerking van asbest en hiermee is ook de opslag van asbesthoudend puin en grond gestopt.
Conclusie
De activiteiten die de milieuvergunning vereisen ten aanzien van de bedrijfsactiviteiten met asbest zijn volledig gestopt en zullen ook niet meer opgestart worden. Aangezien het verzoek uitsluitend strekt tot het beëindigen van het gebruik van reeds vergunde activiteiten, verzet het belang van de bescherming van het milieu zich niet tegen deze intrekking.
Wij zijn van mening dat het belang van het milieu niet wordt geschaad met het deels intrekking van deze vergunning.
Gelet op artikel 2.33, lid 2 onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kan de omgevingsvergunning deels ingetrokken worden.