• No results found

VWO Leerjaar 2 Twello Programma van Toetsing Onderbouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VWO Leerjaar 2 Twello Programma van Toetsing Onderbouw"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VWO

Leerjaar 2

Twello

2019-2020

Programma van Toetsing Onderbouw

(2)

1 Inhoudsopgave

1 Inhoudsopgave ... 2

2 Inleiding ... 3

3 Uitleg PTO ... 4

3.1 Algemeen ... 4

3.2 Regels rondom inhaalmomenten ... 4

4 Overgangsnorm Groene Driehoek klas 2 (2019-2020) ... 4

4.1 Algemene bepalingen ... 4

4.2 De overgangsnormen van klas 2 naar 3 ... 5

4.3 Beperking op de toelating van leerjaar 2 naar 3 ... 5

4.4 Rekenen ... 5

4.5 Bespreekzone ... 6

4.6 Doubleren ... 6

4.7 Afstromen ... 6

4.8 Normen voor het oppakken van het hogere niveau ... 6

4.9 Normen voor het laten vallen van het hogere niveau ... 7

5 Afkortingen van de vakken ... 7

6 Programma van toetsen ... 8

6.1 Nederlands (Ne) ... 8

6.2 Engels (En) ... 9

6.3 Duits (Du) ...10

6.4 Wiskunde (Wi) ...12

6.5 Frans (Fa) ...13

6.6 Rekenen (Re) ...14

6.7 Natuurkunde (Na) ...15

6.8 Techniek (Tn) ...16

6.9 Geschiedenis (Gs)...18

6.10 Aardrijkskunde (Ak) ...20

6.11 Lichamelijke Oefening (Lo) ...21

6.12 Muziek (Mu) ...22

6.13 Beeldende Vorming (Bv) ...24

(3)

2 Inleiding

Beste leerling, geachte ouder(s)/verzorger(s),

Voor je /u ligt het PTO (Programma Toetsing Onderbouw) 2019-2020. In dit PTO staan de toetsen, opdrachten enz. die de leerlingen dit jaar gaat maken.

Voor de leerlingen: het lijkt veel maar je hoeft natuurlijk niet alles tegelijk te doen. Je hebt er een heel schooljaar voor. De bedoeling van een PTO is dat jij maar ook je ouder(s) of verzorger(s) een richtlijn hebben van wat je op het gebied van toetsing dit schooljaar kunt verwachten. Jij en je ouder(s) of verzorger(s) kunnen zo dus altijd zien welke toetsen, opdrachten, werkstukken enz. je in het leerjaar moet doen. Je kunt op deze manier zien wat er nog komen gaat en daardoor beter plannen.

In dit boekje staan de regels die op onze school aan toetsing verbonden zijn.

Bovendien staan per vak alle toetsen netjes opgesomd met daarbij de weging (hoe zwaar telt de toets mee). Ook is ook de toetsvorm terug te vinden. Zo zijn er

bijvoorbeeld theorietoetsen en vaardigheidstoetsen.

Kortom: het is handig om dit PTO goed te bewaren!

Mocht jij of u nog vragen hebben, dan kunnen kan je/kunt u natuurlijk altijd terecht bij de mentor, de docent of de teamleider. Wij hopen dat het een goed en prettig jaar wordt. Veel succes!

Z. Haveman

Teamleider Onderbouw

(4)

3 Uitleg PTO 3.1 Algemeen

Het Programma Toetsing Onderbouw (PTO) is een schematisch overzicht van alle toetsen die bij elk vak gegeven worden om tot een afgewogen, valide rapportcijfer te komen. Het PTO waarborgt dat alle door de overheid aan een bepaalde leerweg gestelde criteria op een evenwichtige manier worden getoetst.

Er zijn veel verschillende manieren om het geleerde te toetsen. In het PTO wordt het

“type toets” aangegeven. Als wij in dit document het woord ‘toets’ of ‘toetsen’

gebruiken, is dit steeds het algemene verzamelwoord voor de vele vormen van toetsing die wij gebruiken.

Een toets heeft een bepaalde weging. Deze weging geeft aan hoe zwaar de toets meetelt in het totale gemiddelde van alle toetsen.

Het PTO wordt steeds voor één jaar vastgesteld, op uiterlijk 1 oktober van het lopende schooljaar.

3.2 Regels rondom inhaalmomenten

Om bevorderd te kunnen worden naar een volgend leerjaar dient een leerling het volledige PTO te hebben afgerond. Als een leerling een toets gemist heeft, moet hij deze zo snel mogelijk moeten inhalen op het eerst volgende inhaalmoment.

We organiseren deze inhaalmomenten in principe buiten de reguliere lessen om op een inhaaluur.

De leerling is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van het aantal gemiste toetsen en het inhalen van deze toetsen. De leerling maakt hiervoor individuele, duidelijke afspraken met de docent.

4 Overgangsnorm Groene Driehoek klas 2 (2019-2020) 4.1 Algemene bepalingen

Jaargemiddelde:

Het doorlopend jaargemiddelde is het gewogen gemiddelde van alle meetellende resultaten die voor een bepaald vak tot aan een bepaald moment in het schooljaar zijn behaald. Een jaargemiddelde wordt weergegeven op 2 decimalen.

Eindcijfer:

De eindcijfers van het overgangsrapport worden bepaald door de doorlopende jaargemiddelden voor de verschillende vakken aan het eind van het cursusjaar af te kappen tot één decimaal achter de komma en daarna af te ronden naar hele cijfers.

Voorbeeld 1: een 6,51 wordt na afkappen een 6,5, eindcijfer wordt een 7.

(5)

Voorbeeld 2: een 5,49 wordt na afkappen een 5,4, eindcijfer wordt een 5.

Onvoldoendepunten:

Een 5 als eindcijfer leidt tot 1 onvoldoendepunt

Een cijfer 4 of lager als eindcijfer leidt tot 2 onvoldoendepunten Vakadvies:

Alle leerlingen krijgen naast de cijfers ook voor elk vak een vakadvies.

De volgende adviezen kunnen worden gegeven: V, H/V, H, TL/H, TL, Doubleren, Andere Opleiding.

Voor het geven van de vakadviezen wordt door de docenten gekeken naar motivatie van de leerling, concentratie in de klas, huiswerkattitude, leertaakgerichtheid,

studievaardigheden en zelfvertrouwen bij proefwerken. Daarnaast wordt gekeken naar door de vaksecties geformuleerde vakinhoudelijke criteria.

4.2 De overgangsnormen van klas 2 naar 3

Toelating in leerjaar 3 gaat in eerste instantie op grond van het cijferbeeld en het vakadvies.

In onderstaande tabellen betekent: G – geschikt, T – twijfelachtig, O – ongeschikt.

G T O

Cijferbeeld 0 of 1 onvoldoendepunt

2

onvoldoendepunten

3 of meer onvoldoendepunten Vakadvies 75% of meer

positief

50% of meer, maar minder dan 75%

positief

Minder dan 50%

positief

Toelating volgens:

Toelaten Bespreken Niet toelaten

Cijferbeeld G T G G O T T O O

Vakadvies G G T O G T O T O

4.3 Beperking op de toelating van leerjaar 2 naar 3

De volgende beperking op de toelating van klas 2 naar klas 3 Tl is van toepassing:

Binnen het cluster Nederlands-Rekenen mag de leerling ten hoogste voor één vak onvoldoende eindcijfer behalen. Indien de onvoldoende lager is dan een 4, kan de leerling niet worden bevorderd.

4.4 Rekenen

Het vak Rekenen wordt beoordeeld met een eindcijfer. In leerjaar 1 telt het vak

Rekenen niet mee voor de overgang en wordt er ook geen vakadvies gegeven. In

leerjaar 2 telt het vak Rekenen wel mee voor de overgang en wordt er wel een

vakadvies gegeven.

(6)

4.5 Bespreekzone

Valt een leerling in de “bespreekzone” dan wordt op de overgangsvergadering ook de volgende informatie betrokken bij de overgang:

• De uitslag van een PMTK-test.

• De uitslag van de Saqi.

• De CITO-toetsen.

• Overige gemaakte testen.

• Overige informatie uit het dossier van de leerling.

In de “bespreekzone” is de mening van de meerderheid van de vergadering doorslaggevend. Bij het staken van de stemmen beslist de teamleider.

4.6 Doubleren

Indien een leerling niet kan worden bevorderd, is doubleren in hetzelfde leerjaar mogelijk. Het is niet toegestaan om in hetzelfde leerjaar twee keer te doubleren. Ook is het niet toegestaan om in twee opeenvolgende leerjaren te doubleren. Volgt de leerling een TL-opleiding, dan is de 5 jarennorm van toepassing: de leerling mag maximaal 5 jaar over de TL-opleiding doen.

4.7 Afstromen

Indien een leerling niet kan worden bevorderd naar het volgende leerjaar op hetzelfde niveau is een gerichte bevordering naar het volgende leerjaar van een lager niveau mogelijk.

Daarvoor worden de cijfers van het huidige niveau omgerekend met behulp van de volgende formule:

jaargemiddelde lagere niveau = jaargemiddelde huidige niveau × 0,8 + 2

(hierbij worden de jaargemiddelden afgekapt op 1 decimaal)

Voorbeeld:

Jaargemiddelde huidige niveau op een bepaald vak is 5.46, deze wordt eerst afgekapt naar 5.4.

Jaargemiddelde lagere niveau = 5.4 x 0.8 + 2 = 6.32. Dit wordt afgekapt naar cijfer 6.3, en dat wordt weer afgerond naar eindcijfer 6.

Bevordering naar het lagere niveau geschiedt op basis van de omgerekende eindcijfers in combinatie met de vakadviezen volgens de overgangstabel.

In alle voorkomende gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist de teamleider.

4.8 Normen voor het oppakken van het hogere niveau

In klas 2 kan een leerling op elk moment, maar tot uiterlijk het eerste schriftelijke rapport, het hogere niveau oppakken.

Een leerling in klas 2 kan het hogere niveau oppakken als de leerling aan de

volgende drie voorwaarden voldoet:

(7)

• Het jaargemiddelde over alle vakken is minstens 7.50. Daarbij geldt dat één vak een jaargemiddelde mag hebben tussen 5.00 en 6.00, de overige vakken hebben een jaargemiddelde van 6.00 of hoger.

• Het totaal van de jaargemiddelden op de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde en Rekenen is minstens 27.00.

• Binnen het cluster Nederlands, Engels en Wiskunde is maximaal één vak lager dan 7.00. Binnen dit cluster is geen enkel vak lager dan 6.00

Opmerking 1:

Wordt voldaan aan alle voorwaarden om het hogere niveau op te pakken, maar het jaargemiddelde over alle vakken ligt tussen 7.40 tot en met 7.50, dan wordt de leerling (schriftelijk) in bespreking gebracht. Het hogere niveau kan dan opgepakt worden als 75% of meer docenten positief adviseren.

Opmerking 2:

Bij het omrekenen van de cijfers van het huidige niveau naar het hogere niveau worden alle tot nu toe behaalde cijfers op het huidige niveau omgerekend met behulp van de formule: cijfer hogere niveau = (cijfer huidige niveau – 2) : 0,8.

4.9 Normen voor het laten vallen van het hogere niveau

De teamleider kan op elk moment beslissen of doorgaan op het hogere niveau gewenst blijft. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

- Eén onvoldoendepunt op het huidige niveau betekent bespreken in team, waarna advies wordt uitgebracht aan ouder(s) en leerling. Daarbij wordt de volgende informatie betrokken:

• De uitslag van gemaakte testen (bvb. PMTK, Saqi, CITO-toetsen, etc.)

• Overige informatie uit het dossier.

- Twee of meer onvoldoendepunten op het huidige niveau betekent verplicht het hogere niveau laten vallen.

In alle voorkomende gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist de teamleider.

5 Afkortingen van de vakken

Hieronder zijn de gebruikte afkortingen met betrekking tot de verschillende vakken verklaard

Ne Nederlands Gs Geschiedenis

En Engels Ak Aardrijkskunde

Wi Wiskunde Tn Techniek

Re Rekenen Bv Beeldende Vorming

Fa Frans Mu Muziek

Lo Lichamelijke Opvoeding Na Natuurkunde

(8)

6 Programma van toetsen 6.1 Nederlands (Ne)

Periode 1 Stofaanduiding Afkorting toets

Soort toets

Wegin g

Opmerkingen

september SO Lezen H1 SO1 SO 1 Leerstof Lezen H1

oktober Proefwerk H1 PW1 PW 2 Leerstof H1

november SO Spelling H1 en H2

SO2 SO 1 Leerstof Spelling H1 en H2

Proefwerk H2 PW2 PW 2 Leerstof H2 (Spelling niet) december SO Grammatica

Zinsdelen H1, H2 en H3

SO3 SO 1 Leerstof Grammatica

Zinsdelen H1, H2 en H3 Periode 2 Stofaanduiding Afkorting

toets

Soort toets

Wegin g

Opmerkingen

januari Proefwerk H3 PW3 PW 2 Leerstof H3 (Grammatica

Zinsdelen niet)

januari Boekverslag WS1 WS 2 Verslag van een

zelfgekozen boek (niveau 2/3)

www.lezenvoordelijst.nl februari SO Woordsoorten SO4 SO 1 Leerstof Woordsoorten H1

t/m H4

maart Proefwerk H4 PW4 PW 3 Leerstof H4 (Woordsoorten

niet)

maart/april Spreekbeurt MO1 MO 2 Mondelinge toets

april SO Spelling H1 t/m H5

SO5 SO 1 Leerstof Spelling H1 t/m

H5

mei Proefwerk H5 PW 5 PW 3 Leerstof H5 (Spelling niet)

juni Proefwerk Lezen H1 t/m H5

PW6 PW 3 Eindtoets Lezen over

theorie Lezen H1 t/m H5

2019/2020 SO overig SO6 SO 1 Vrije opdracht docent

2019/2020 SO overig SO7 SO 1 Vrije opdracht docent

2019/2020 SO overig SO8 SO 1 Vrije opdracht docent

2019/2020 SO overig SO9 SO 1 Vrije opdracht docent

Toelichting Codes Opmerking

PW = Proefwerk WS = Werkstuk

SO = Schriftelijke Overhoring MO = Mondelinge Overhoring PO = Praktische Opdracht

Leerlingen worden bij iedere schriftelijke toets Nederlands beoordeeld op het onderdeel spellen en formuleren

(9)

6.2 Engels (En)

NB: Omdat we starten met een nieuwe methode, kan het PTO aangepast worden in de loop van het schooljaar.

TOELICHTING CODES SO= Schriftelijke overhoring

TT=theorietoets

PO=praktijkopdracht / vaardigheidstoets OPMERKINGEN

Rapportcijfer komt tot stand op basis van voortschrijdend gemiddelde TOETSEN

PERIODE STOFAANDUIDING

EXAME NEENH EID

SOORT TOETS

WEGIN

G OPMERKINGEN september Starter Unit – Eyes Open

Welcome - Think

SO 1 Eyes Open/ Think

oktober Eindtoets Unit 1 TT 2 Eyes Open/ Think

november Eindtoets Unit 2 TT 2 Eyes Open/ Think

december Leesboekje 1 in Flexuur PO 1 SO

januari Eindtoets Unit 3 TT 2 Eyes Open/ Think (indien

toets afgenomen na 1e rapport: weging 3x)

Dec/jan Sterke werkwoorden SO 2 Eyes Open / Think

Januari Leestoets 1-2 (3?) PO 2 Eyes Open / Think

februari Luistertoets 1-2-3 PO 2 Eyes Open / Think

maart Eindtoets Unit 4 TT 3 Eyes Open / Think

april Eindtoets Unit 5 TT 3 Eyes Open / Think

mei Eindtoets Unit 6 TT 3 Eyes Open / Think

juni Leesboekje 2 in Flexuur PO 2 SO

Juni Eindtoets Unit 7 TT 3 Eyes Open / Think

Juni Schrijftoets (optioneel) SO 2 SO

Juni/juli Eindtoets Unit 8 (optioneel) 3 Eyes Open / Think Einde

schooljaar

Leestoets in de proefwerkweek

PO 2 Eyes Open / Think

Hele schooljaar

SO’s over leerwerk SO 1 Eyes Open / Think

(10)

6.3 Duits (Du)

Periode 1 stofaanduiding Afkorting toets

Soort toets

Weging opmerkingen September Kapitel 1 – Teil 1 – G SO1K1 SO 1

Kapitel 1 – Teil 1 – L SO2K1 SO 1 Oktober Kapitel 1 – Teil 1 –

GLR

TK1T1 Pw 2

Kapitel 1 – Teil 2 – GL

SO3K1 SO 1

November Kapitel 1 – Teil 2 – GLR

TK1T2 Pw 2

Kapitel 2 – Teil 1 – GL

SOK2 SO 1

December Kapitel 2 – Teil 1 – GLR

TK2T1 Pw 2

Januari Kapitel 2 – Teil 2 – GLR

TK2T2 Pw 2

Periode 2 stofaanduiding Afkorting toets

Soort toets

Weging opmerkingen Februari Kapitel 3 – Teil 1 –

GL

SOK3 SO 1

Maart Kapitel 3 – Teil 2 – GLR

TK3T2 Pw 3

April Kapitel 4 – Teil 1 – GL

SOK4 SO 1

Mei Kapitel 4 – Teil 2 – GLR

TK4T2 Pw 3

Leestoets 1 Leto1 Pw 2

Luistertoets 1 Luto1 Pw 2

Juni Kapitel 5 – Teil 1 – GLR

SOK5 SO 2

Kapitel 5/6 SO56 SO 2

Leestoets 2 Leto2 Pw 2

Overige toetsen OT1 SO 1

(11)

Overige toetsen OT2 SO 1

Overige toetsen OT3 SO 1

Stofaanduiding:

G = Grammatik L = Lernlisten R = Redemittel

(12)

6.4 Wiskunde (Wi)

periode 1

korte omschrijving Omschrijving stof Afkorting Toets

Soort toets

Weging

sept H1: Rekenen met letters

Herleiden, haakjes

wegwerken, merkwaardige producten, herleiden van breuken, wetenschappelijke notatie, herleiden van machten

PW1 PW 2

okt/nov H2: Vlakke meetkunde

Afstanden, middelloodlijn, bissectrice, stellingen over middelloodlijn en bissectrice, zwaartelijn, hoogtelijn, oppervlakte driehoek en vierhoek

PW2 PW 2

nov/dec H3: Lineaire formules en vergelijkingen

Lineaire formules, formule van een lijn opstellen, som- en verschilgrafieken,

balansmethode, vergelijkingen oplossen, vergelijkingen toepassen

PW3 PW 2

dec/jan H4: De stelling van Pythagoras

Wortels, rechthoekige

driehoeken, zijden berekenen in rechthoekige driehoeken, stelling van Pythagoras toepassen, doorsneden, Pythagoras in de ruimte, stellingen in rechthoekige driehoeken

PW4 PW 2

periode 2

korte omschrijving Omschrijving stof Afkorting Toets

Soort toets

Weging

feb H5: Kwadraten en wortels

De formule y = ax2+b, wortels herleiden, rekenen met wortels, wortelformules, de vergelijking x2=c, soorten getallen

PW5 PW 3

mrt H6: Procenten en diagrammen

Rekenen met procenten, diagrammen, histogram, steel- bladdiagram, gemiddelde, modus, mediaan, tellen en kansen

PW6 PW 3

apr H7: Kwadratische vergelijkingen

Eigenschappen van getallen, buiten haakjes brengen, product-som-methode, kwadratische vergelijkingen

PW7 PW 3

mei H8: Vergroten en verkleinen

inhoud prisma, piramide en kegel, vergroten en verkleinen, oppervlakte bij vergroten, inhoud bij vergroten

PW8 PW 3

(13)

6.5 Frans (Fa)

PTO klas 2 HV/VV+

Periode 1

Stofaanduiding Afkorting

toets

Soort toets Weging Opmerkingen

Voca/grammatica Chap. 1 SO1 SO 1

Kennistoets Chap. 1 KT1 Proefwerk 2

Voca/grammatica Chap. 2 SO2 SO 1

Kennistoets Chap. 2 KT2 Proefwerk 2

Vaardigheidstoets Chap. 1+2 VT12 Vaardigheidstoets 1

Voca/grammatica Chap. 3 SO3 SO 1

Kennistoets Chap. 3 KT3 Proefwerk 2

Praktische opdracht Chap. 4 PO4 PO 1

Periode 2

Stofaanduiding Afkorting

toets

Soort toets Weging Opmerkingen

Voca/grammatica Chap. 5 SO5 SO 1

Kennistoets Chap. 5 KT5 Proefwerk 3

Vaardigheidstoets Chap. 3+5 VT35 Vaardigheidstoets 2

Voca/grammatica Chap. 6 SO6 SO 1

Kennistoets Chap. 6 KT6 Proefwerk 3

Voca/grammatica Chap. 7 SO7 SO 1

Kennistoets Chap. 7 KT7 Proefwerk 3

Vaardigheidstoets Chap. 6+7 VT67 Vaardigheidstoets 2

Praktische opdracht Chap. 8 PO8 PO 1

Extra opdrachten PO18 PO 1 Hele jaar door,

verzamelkolom max. 6 cijfers

Opmerking: per hoofdstuk kan een extra SO worden gegeven.

(14)

6.6 Rekenen (Re)

Stofaanduiding Afkorting toets

Soort toets

Wegin g

Opmerkingen Blok 1 Getallen en

cijfers

PW 1 PW 1

Blok 2 Breuken, procenten en verhoudingen

PW 2 PW 1

Blok 3 Lengte, inhoud en oppervlakte

PW 3 PW 1

Toelichting Codes Opmerking

PW = proefwerk In tegenstelling tot leerjaar 1 wordt aan het eind van leerjaar 2 wel vakadviezen gegeven voor het vak Rekenen. Ook telt Rekenen nu mee voor de bevordering naar leerjaar 3

(15)

6.7 Natuurkunde (Na)

Periode 1

stofaanduiding Afkorting toets

Soort toets

Weging opmerkingen

H 2.3 en 2.4 SOH2 SO 1 Volume/massa/dichtheid

H2 PWH2 PW 2

H3 PWH3 PW 2 Water

H4 PWH4 PW 2 Lucht

Periode 2

stofaanduiding Afkorting toets

Soort toets

Weging opmerkingen Februari

H 5.3 en 5.4 SOH5 SO 1 Elektriciteit

H5 PWH5 PW 2 Elektriciteit

H6 PWH6 PW 2 Bewegingen

H6 Practicumverslag PRAV Verslag 1 Bewegingen

H7 PWH7 PW 2 Geluid

H8 PWH8 PW 2 Licht

Practicumtoets PRTO Practicum 1 Alle hoofdstukken

(16)

6.8 Techniek (Tn)

PERIODE STOFAANDUIDING

TOETS AFKORTING

SOORT

TOETS WEGING OPMERKINGEN

5 weken Periode 1

Pr1 Tek1 Opdr1

T1

PO PO TO

combi

1 1

+/-1

1

Machientje van niks Isometrisch tekenen klas 2

4.1 t/m 4.3

5 weken Periode 2

Pr2 Tek2 Opdr2

T2

PO PO TO

combi

1 1

+/-1

1

Lamp met beeldende vorming

Verslag duurzame energie

5.1 t/m 5.4

5 weken Periode 3

Pr3

Tek3 Opdr3

T3

PO

PO TO

combi

1 1

+/-1

1

Wedstrijd

ontwerpen+maken gemotoriseerd voertuig

Ontwerptekening Presentatie

(17)

TOELICHTING CODES

PO = Praktische Opdrachten TO = Theoretische opdrachten

CIJFERS

Aan het einde van de periode wordt het (tot dan toe) gemaakte werk ingeleverd en krijgen leerlingen voor de onderdelen van deze periode apart een cijfer. De opdrachten worden niet becijferd maar hier krijgt de leerling één pluspunt of een minpunt voor. Het T-cijfer dat in SOM komt te staan is het gemiddelde van de twee deelcijfers en het pluspunt of minpunt voor de gemaakte opdrachten over één periode.

Als het werk niet af is aan het einde van de periode wordt dit WEL becijferd. Alleen in het geval van ziekte en/of geldige redenen voor absentie wordt hier bij het cijfer rekening mee gehouden.

PERSOONLIJKE PROJECTEN (als vervanging van één of meerdere periode(s))

Wanneer één of meerdere leerlingen met een goed idee komen voor een extra project, dan kunnen ze dit uitvoeren tijdens de reguliere technieklessen. Dit cijfer vervangt dan een gedeelte van het reguliere programma.

De eisen voor dit extra project worden aangegeven door de lesgevende docent.

Cijfer wordt gebaseerd op het gemaakte werkplan en de uitvoering van het project.

Wanneer één of meerdere leerlingen hier niet met voldoende inzet aan werken wordt dit project stopgezet en gaat/gaan zij verder met het reguliere programma.

(18)

6.9 Geschiedenis (Gs)

Methode: Feniks, geschiedenis voor de onderbouw & e.a.m.

TOETSEN

PERIODE LEERSTOF/ OPDRACHT/

HANDELING

TOETS AFKORTING

TIJD

(min) TOETSWEGING TOETSSOORT september

-oktober

Les- en

leerstofvoorbereiding:

Hoofdstuk 2 §1 t/m 3

SO1 25 1x SO

oktober - november

Proefwerk De Opstand:

Hoofdstuk 2

+ Herhaling Kenmerkende Aspecten (KA’s) tijdvak 5

PW1 50 2x PW

november - december

Les- en

leerstofvoorbereiding:

Hoofdstuk 3 §1 t/m 3

SO2 25 1x SO

december - januari

Proefwerk Gouden Eeuw:

Hoofdstuk 3

+ Herhaling KA’s tijdvak 5 en 6

PW2 50 2x PW

januari - maart

Les- en

leerstofvoorbereiding:

Hoofdstuk 4 §1 t/m 3

SO3 25 1x SO

maart - april

Proefwerk Verlichting en Revolutie:

PW3 50 2x PW

(19)

NB1: Vaardigheden en Kenmerkende Aspecten worden in proefwerken telkens herhaald, óók van voorgaande jaren!

NB2: slechts in incidentele gevallen én na overleg met de sectie kunnen eventueel herkansingen gegeven worden.

Hoofdstuk 4

+ Herhaling KA’s tijdvak 5 t/m 7

april - mei

Les- en

leerstofvoorbereiding:

Hoofdstuk 5 §1 t/m 3

SO4 25 1x SO

mei - juni

Proefwerk Industriële Revolutie:

Hoofdstuk 5

+ Herhaling KA’s tijdvak 5 t/m 8

PW4 50 2x PW

TOELICHTING CODES SO

PW

Schriftelijke overhoring Proefwerk

(20)

6.10 Aardrijkskunde (Ak)

Stofaanduiding Afkorting toets Soort toets

Weging Opmerkingen Les- en

leerstofvoorbereiding H1

SO1 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H1

PW1 PW 2x

Les- en

leerstofvoorbereiding H2

SO2 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H2

PW2 PW 2x

Les- en

leerstofvoorbereiding H3

SO3 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H3

PW3 PW 2x

Topografie West-Europa plaatsen

TOWEa SO 1x

Topografie W-Europa overig

TOWEb SO 1x

Project Europa Eur WS 2x

Stofaanduiding Afkorting toets Soort toets

Weging Opmerkingen Les- en

leerstofvoorbereiding H4

SO4 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H4

PW4 PW 2x

Les- en

leerstofvoorbereiding H6

SO5 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H6

PW5 PW 2x

Les- en

leerstofvoorbereiding H7

SO6 SO 1x

Les- en

leerstofvoorbereiding H7

PW6 PW 2x

Topografie Noord- Nederland

TONN SO 1x

Topografie Zuid- Nederland

TOZN SO 1x

(21)

6.11 Lichamelijke Oefening (Lo)

Stofaanduiding Afkorting toets

Soort toets

Wegin g

Opmerkingen Spel:

Doelspelen Netspelen Terugslag Spelen

Pr1 PO 1

Atletiek:

Lopen Springen Werpen

Pr2 PO 1

Turnen:

Springen Zwaaien

Pr3 PO 1

Bewegen op muziek Pr4 PO 1 presentatie

Zelfverdediging Pr5 PO 1

Toets Handbal SO1 SO 1 Spelregels en tactiek

Toets Basketbal SO2 SO 1 Spelregels en tactiek Toets Volleybal SO3 SO 1 Spelregels en tactiek

Toets Softbal SO4 SO 1 Spelregels en tactiek

Vakgebonden criteria:

Inzet, zelfstandig werken,

samenwerken, kleding

Pr6 PO 1

Toelichting Codes Opmerking

PO = Praktijk SO = Schriftelijk

De praktijkonderdelen en toetsen zijn verplicht.

Het zijn handelingsdelen. Deze moeten worden afgesloten met een voldoende.

Indien een onderdeel niet voldoende is afgesloten, dan dient dit alsnog afgesloten te worden. Uiteraard wordt er rekening gehouden met bijzondere omstandigheden,

ziekte/blessures. In overleg met de docent wordt dan naar een oplossing gezocht. Een vervangende opdracht behoort tot de mogelijkheden.

Weersomstandigheden kunnen het programma beïnvloeden, evenals de beschikbaarheid van accommodaties.

(22)

6.12 Muziek (Mu)

In de onderbouw krijgen alle Brugklassen en alle tweede klassen (op dit moment) 1 uur per week muziek aangeboden.

Daarnaast is muziek ook een van de keuzemogelijkheden bij de flexuren.

Alle leerlingen in de onderbouw worden op de volgende onderdelen getoetst (waarbij het cijfer medebepaald wordt door de klasgenoten, zie toelichting Ad 10).

1) Iedere leerling zal worden beoordeeld op de wijze van presentatie van een spreekbeurt.

2) Iedere leerling zal worden beoordeeld op de wijze van het zingen voor de klas.

3) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het vervaardigen en bespelen van een instrument.

4) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het schrijven van een muziekstuk.

5) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het bespelen van een 6-delig drumstel.

6) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het schrijven van een muzikaal fantasieverhaal.

7) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het vervaardigen van kleurencover voor een CD.

8) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het samen kunnen werken in een groep.

9) Iedere leerling zal worden beoordeeld op het eigen aandeel tijdens de lessen.

Toelichtingen:

Ad 1: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) HOE VERTEL JE? (Spreek je grotendeels uit het hoofd, kijk je regelmatig om je heen?) b) WAT VERTEL JE? (Vertel je grotendeels bekende informatie, is je verhaal boeiend en

interessant genoeg om te volgen?)

c) HOE LANG VERTEL JE? (De spreekbeurt moet 2 minuten duren, waarna je de spreekbeurt moet gaan afronden. Is je spreekbeurt korter dan 2 minuten dan wordt het cijfer met 1 punt verlaagd)

Ad 2: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) HOE VERKOOP JE JE LIED? (denk bijvoorbeeld aan een pruik, of een dansje (presentatie).

b) WAT ZING JE? (moeilijkheidsgraad, het mag geen rap zijn).

c) HOE ZUIVER ZING JE? (muzikaliteit).

Iedereen die voor dit onderdeel een 9,5 of een 10 scoort mag meedoen met “het Grote Songfestival van de Groene Driehoek”)

Ad 3: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) Originaliteit van het instrument

b) Presentatie tijdens het beschrijven van de ontwikkeling van dat instrument c) Muzikaliteit tijdens bespelen van het instrument.

Ad 4: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) Originaliteit bij het bedenken van een nog niet bestaande muzieknotatie voor 3 toonhoogtes b) Muzikaal correcte weergave van het eigen geschreven muziekstuk.

Ad 5: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) Uitleg van de muzieknotatie en de namen van de ritmes.

b) Muzikaal correcte weergave van de oefening uit het boek.

c) Improvisatiegedeelte, dat helemaal zelf mag worden ingevuld.

(23)

Ad 6: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) Lengte van het verhaal (tussen een halve en een hele A-4 pagina) b) Fantasie in het verhaal

c) Voordracht van het verhaal d) Layout van het verhaal

Ad 7: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) Aandacht die is besteed aan het ontwerp.

b) Is het een bruikbaar vierkant ontwerp voor een CD hoesje?

Ad 8: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) De wijze waarop de leerling samen met zijn groep aan de opdrachten van een TOP-2000 lied heeft gewerkt.

b) De wijze waarop de leerling samen met zijn groep het TOP-2000 lied hebben meegezongen en of meegedanst.

Ad 9: Bij dit onderdeel wordt op het volgende gelet:

a) De wijze waarop de leerling zelf tijdens de les heeft meegewerkt aan alle opdrachten en vragen.

b) De wijze waarop de leerling zelf tijdens de les heeft meegezongen en/of meegedanst tijdens de ten gehore gebrachte muziekstukken.

Ad 10: Alle leerlingen geven elkaar ook hun eigen beoordelingen dat samen met het cijfer van de docent het uiteindelijke cijfer gaat bepalen.

Alle leerlingen hebben de mogelijkheid om één van de opdrachten te weigeren, zonder dat die opdracht hoeft te worden ingehaald. (Dat heeft te maken met het feit dat sommige leerlingen het op die leeftijd heel moeilijk vinden om met alle ogen van de klasgenoten op zich gericht een lied voor de klas door een microfoon te zingen, of een spreekbeurt te moeten houden of zich te presenteren met een muziekinstrument.)

Men mag dan de zogenaamde joker inleveren (pagina 93 brugklasboek of pagina 193 van het Tweede Klasboek). Daarmee vervalt dan de opdracht en dus ook de toetsing.

Mocht een leerling echter toch alle opdrachten hebben volbracht, dan zal die leerling aan het einde van het schooljaar worden beloond met een extra cijfer 10 in de cijferlijst.

De opdrachten 1 t/m 8 worden gewogen met de waarde 1.

Opdracht 9 wordt gewogen met de waarde 2.

(24)

6.13 Beeldende Vorming (Bv)

PERIODE STOFAANDUIDING

TOETS AFKORTING

SOORT

TOETS WEGING OPMERKINGEN

September- November

Periode 1 Beeldaspect;

Vorm en Kleur

Praktische Opdrachten

Toets Begrippen klas 1*

PO1

T1

PO

TT

2

1*

Per blok zijn er minimaal 2 en max 5 PO ’s. De docent stelt vast welk aantal haalbaar en verplicht is. Dit kan per klas en incidenteel per leerling verschillen.

Het gemiddelde cijfer van de PO ’s wordt in SOM gezet.

November - februari

Periode 2 Beeldaspect;

Ruimte en perspectief

Praktische Opdrachten

Toets blok 2

Presentatie portfolio*

PO2

T2

PO4

PO

TT

PO

2

1

1*

Beeldaspecten en thema’s kunnen wisselen of

verschil-len onder invloed van de behandelde stof in jaar 1.

*

(digitaal) Portfolio wordt in blok 2 en/of blok 3

gecontroleerd.

(25)

maart – juni / juli

Periode 3 Beeldaspect;

Compositie

Praktische Opdrachten

Toets Blok 3

Presentatie portfolio*

Vrij werk*

PO3

T3

PO5

PO6

PO

TT

PO

PO

2

1

1*

1*

*

(digitaal) Portfolio wordt in blok 2 en/of blok 3

gecontroleerd.

*

Vrij en extra werk kan meetellen met een cijfer mits de leerling alle door de docent verplicht gestelde

PO’ s heeft ingeleverd.

TOELICHTING CODES

PO = Praktische Opdrachten TT = Theoretische Toets

* weegt mee als er een cijfer staat;

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Proefwerken worden minimaal twee weken van tevoren opgegeven (zowel mondeling als in magister).. • Proefwerken moeten binnen twee weken nagekeken en met de klas

Alle leerlingen in de onderbouw worden op de volgende onderdelen getoetst (waarbij het cijfer medebepaald wordt door de klasgenoten, zie toelichting Ad 10). 1)

Ook is er zo gelijkheid in toetsing en onderwijsprogramma bij parallelgroepen, zijn doorlopende leerlijnen beter zichtbaar en is het voor loot-leerlingen duidelijker welke toetsen er

Om tot goede resultaten te komen, is het belangrijk dat je proactief handelt, precies weet wat voor de volgende toets geleerd moet worden en je huiswerk goed leert plannen..

Indien het gemiddelde niet een geheel getal is, wordt dit getal afgerond naar het dichtst bijgelegen geheel getal, waarbij een getal van 50 of meer achter de komma naar boven

Als sectie willen wij komend schooljaar gaan richten op een goed en duidelijk toets beleid, dit is een jaar lang hard werken, maar daarna hopen we een goede en duidelijke toets

Daarnaast kunnen er ook nog handelingsdelen (H) zijn, waaraan voldaan moet worden.. Met name de weging van de inzet. Die telt voor de helft mee. Als voorbeeld: 1Kader heeft nu 4

Stofaanduiding Toetsvorm Gewicht Opmerkingen 101 Woordenschat (woordenlijst) en. grammatica