Vraag nr. 116 van 10 maart 1999
van de heer JACKY MAES
Werelderfgoed – West-Vlaamse frontstreek
De overeenkomst inzake bescherming van het cul- tureel en natuurlijk erfgoed van de wereld werd door de Unesco (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization) op 16 novem- ber 1972 goedgekeurd en trad in werking op 17 de- cember 1975. Zowat 140 lidstaten hebben deze in- ternationale conventie inmiddels geratificeerd. De federale staat België ratificeerde deze overeen- komst als laatste staat van de Europese Unie op 24 juli 1996 ; ze trad in werking op 24 oktober 1996.
Voordien had de Vlaamse Raad deze Unesco-con- ventie reeds bij decreet aangenomen op 1 juni 1994.
Opdat een monument kan worden opgenomen op de lijst van het Werelderfgoed, dient een uitgebreid dossier, uit een indicatieve lijst, te worden inge- diend bij de Unesco. Op 28 januari 1997 besliste de Vlaamse regering om vier reeksen monumenten te laten opnemen op de Belgische indicatieve lijst, met prioriteit voor de Vlaamse begijnhoven. Hier- bij is de adviserende Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen uitgegaan van het feit dat het monument een dusdanige intrinsieke waarde moet hebben, dat het een plaats verdient in een internationale waardering. Deze kandidaturen zouden verder worden voorbereid en zouden wor- den ingediend bij de Unesco.
Naast deze eerste vier monumenten genoot ook de West-Vlaamse frontstreek, meer bepaald de oor- logskerkhoven, een bijzondere waardering van de leden van de Commissie met het oog op een voor- dracht voor het Unesco-wereldpatrimonium. Dit Vlaamse fenomeen uit de Westhoek kan, vanwege zijn uitzonderlijke universele waarde, een originele bijdrage leveren tot het wereldpatrimonium.
Heeft de minister reeds initiatieven genomen om de West-Vlaamse frontstreek, meer bepaald de oorlogskerkhoven, te laten opnemen op de indica- tieve lijst van werelderfgoed ?
Antwoord
Er zal voorlopig geen initiatief worden genomen om de West-Vlaamse frontstreek op te nemen op de indicatieve lijst van voor te dragen sites om door de Unesco te worden erkend als werelderf- goed.
De indicatieve lijst bevat immers nog een aantal mogelijke voorstellen die eerst zullen worden uit- gewerkt.
Ondertussen werden de Vlaamse begijnhoven er- kend als werelderfgoed en is de voordracht van de Vlaamse belforten in onderzoek bij de Unesco.
Momenteel is het dossier voor "de binnenstad van Brugge" in voorbereiding om te worden voorge- dragen.
Nadien volgen nog de "Kuip van Gent" en de Onze-Lieve-Vrouwkathedraal en het stadhuis van Antwerpen. Deze sites komen reeds voor op de in- dicatieve lijst die werd opgesteld op advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen.
Bij een volgende aanvulling van de indicatieve lijst zal de opname van de West-Vlaamse frontstreek wel met aandacht worden overwogen.
