• No results found

Eindexamen 2007 economie: Adam wie?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen 2007 economie: Adam wie?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Eindexamen 2007 economie

van Damme, E.E.C.

Published in:

Economisch Statistische Berichten

Publication date:

2007

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

van Damme, E. E. C. (2007). Eindexamen 2007 economie: Adam wie? Economisch Statistische Berichten,

92(4512), 380-380.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

E

ric Vt1n nt1mm~

-'

c cc' .'..cc

gebruikt wordt. Het is sowieso onnatuurlijk om waarde van productie aan welvaart te relateren. Verwarring alom dus. Als de theoretische basis niet helder is, moet het in de praktijk wel misgaan. En inderdaad, dat doet het in het examen economie 1,2 van dit jaar ook. In opgave vier, "De prijs van stilte", de leukste van het stel, wordt de leerling de vraag gesteld: "Bereken welke waarde de andere negatieve externe effecten (tabel 2) minimaal moeten hebben indien sluiting van de lucht-haven zou leiden tot een stijging van de welvaart in ruime zin." Tabel twee is hieronder, in vereenvoudigde vorm, weergegeven. De bedragen zijn in miljarden euro's. Het antwoord is?

Waarde negatieve externe effecten geluid 6,132 Waarde overige negatieve externe effecten ... Waarde positieve externe effecten 0,6 Toegevoegde waarde luchthaven plus toeleveranciers 7,3 Winst luchthaven 0,8

Volgens het correctievoorschrift is het juiste antwoord 1,768. Als u een ander antwoord heeft, heeft u waar-schijnlijk de winst dubbel geteld. Dom! Maar het voor-beeldantwoord "het verlies aan welvaart bij sluiting is 7,9" is net zo dom. Het enige juiste antwoord is dat in tabel twee zowel appels als peren voorkomen en dat de belangrijkste appel ontbreekt, m.a.w. dat de vraag onzin is. Terug naar Adam Smith. In Boek IV, Hoofdstuk VIII (Conclusion of the Mercantile System) van The Wealth of Nations vatte hij zijn boodschap, de echte kern, nog eens kort samen: "Consumption is the sole end and pur-pose of all production; and the interest of the producer ought to be attended to only so far as it may be neces-sary for promoting that of the consumer. The maxim is so perfectly self-evident that it would be absurd to attempt to prove it. But in the mercantile system, the interest of the consumer is almost constantly sacrificed to that of the producer, and it seems to consider pro-duction, and not consumption as the ultimate end and object of all industry and commerce." Waar is de con-sument in tabel twee? De tabel bevat alleen de waarde van productie, en de (negatieve) waarde van geluids-consumptie. De belangrijkste bate van een luchthaven,

het consumentensurplus, de behoefte tot reizen die op deze manier efficiënt bevredigd kan worden, ontbreekt. De impliciete doelstelling voor economisch beleid die de examen makers hanteren is mercantilisme gematigd door negatieve externe effecten. We zijn 231 jaar verder en hebben het nog steeds niet begrepen. Adam Smith

draait zich om in zijn graf. De vlag kan beter halfstok. Op veel plaatsen hangen de vlaggen weer uit: de

resul-taten van de eindexamens van de middelbare school zijn bekend. Ook dit jaar weer een recordaantal klachten van scholieren, o.a. over de geluidsoverlast veroorzaakt door de brandweer die naast de examenzaal een oefening hield. Geen klachten over de opgave over geluidsoverlast op het examen economie 1,2 voor het VWO. Ook dit jaar was economie geen struikelblok. Als men het examen-programma economie voor het VWO bekijkt, stijgt de waardering voor de scholier van nu. Het programma (zie www.eindexamen.nl) telt dertig bladzijden, op letter-grootte zeven. De leerlingen moeten kennis hebben van zeventien domeinen van de economie, en ze moeten maar liefst 88 eindtermen beheersen. Alles heeft een schaduwzijde: gaat een dergelijke breedte niet ten koste van de diepgang? Leert een scholier wel denken als een econoom? Wordt hem of haar wel de basis, de echte kern, van het vakgebied bijgebracht? De basis? Volgens

mij is dat Adam Smith en zijn antwoord op de vraag: wat bepaalt de nationale welvaart? De internationale economie is op het eindexamen VWO Economie 1,2 (zie http://www2.cito.nl/vo/ex2007/700025-1-0290.

pdf) prima vertegenwoordigd. Twee van de zeven vragen hadden ook reeds Smith's aandacht: gevolgen van een minimumprijs voor landbouwproducten boven de even-wichtsprijs en de welvaartswinst die door liberalisering van de handel in landbouwproducten bereikt kan wor-den. Op het eerste gezicht zit het dus wel snor. De leer-ling past de gedachtegang van Adam Smith toe, zonder dat diens naam genoemd wordt. Maar leert de leerling eigenlijk wel wat welvaart is?

Het begrip welvaart komt in het examenprogramma zestien keer voor, maar alleen in eindterm 53 wordt impliciet iets dat lijkt op een definitie gegeven. Daar staat dat de leerling moet weten:

."De beperkte betekenis van het nationaal product voor de meting en vergelijking van welvaart (infor-mele productie, externe effecten, personele inko-mensverdeling, bevolkingsomvang, prijsniveau); .Het onderscheid tussen productiegroei (welvaart in

enge zin) en welvaartsgroei (groei van de behoef-tebevrediging, welvaart in ruime zin); het begrip economische groei in de zin van welvaartsgroei".

Klaarblijkelijk moet de leerling het verschil kennen tussen welvaart in enge zin (gerelateerd aan productie) en welvaart in ruime zin (de mate waarin de behoeften bevredigd worden). Dit zijn natuurlijk begripsmatig twee heel verschillende dingen, en het is op zijn minst verwarrend als daarvoor hetzelfde begrip welvaart

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Oxigen heeft voor dit type zuurstofmasker een zodanige technische voorsprong opgebouwd dat het bedrijf zich op beide markten gedraagt als een monopolist.. In een bepaald jaar

2p 18 Geef twee verklaringen voor de stelling dat de EU-protectie bij suiker nadelig is voor Braziliaanse suikerproducenten. 2p 19 Geef twee verklaringen voor de stelling dat

Die lage inflatie werd volgens het CBS veroorzaakt door de conjuncturele situatie waarin de Nederlandse economie zich in 2004 bevond en door de ontwikkeling van de koers van de

In mei 2004 meldde het Amerikaanse ministerie van Handel dat de Amerikaanse buitenlandse handel in die maand het grootste tekort ooit liet zien.. Begin juni begon de wisselkoers van

− Een antwoord waaruit blijkt dat kleine (buurt)supermarkten de concurrentie niet aankunnen en verdwijnen waardoor bepaalde groepen consumenten zoals bejaarden in de problemen

Een antwoord waaruit blijkt dat de vraag niet volkomen prijsinelastisch is / aanbieders de heffing niet volledig doorberekenen. 21 maximumscore 2

Een antwoord waaruit blijkt dat de genoemde maatregelen leiden tot lagere belastingontvangsten maar dat de economische groei gepaard gaat met zodanig hogere inkomens / bestedingen

Een antwoord waaruit blijkt dat de toename van de welvaart door de afgenomen negatieve effecten volgens de burgemeester groter is dan / volgens het gemeenteraadslid kleiner is dan