• No results found

BIJLAGE 3 BIJ BESLUIT 102323/ 13.BT235

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BIJLAGE 3 BIJ BESLUIT 102323/ 13.BT235"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BIJLAGE 3 BIJ BESLUIT 102323/ 13.BT235

Nummer: 102323/ 13.BT235

Betreft: Beoordeling van een investeringsvoorstel van TenneT B.V. zoals bedoeld in artikel 41b, tweede lid van de Elektriciteitswet 1998. Het betreft de beoordeling van het voorstel Maasvlakte-Westerlee.

1

Inleiding

1. Deze bijlage bevat de beoordeling door de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingautoriteit (hierna: de Raad) van het investeringsvoorstel Maasvlakte-Westerlee (hierna: voorstel) van de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet (hierna: TenneT) op grond van artikel 41b, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet).

2. In deze bijlage legt de Raad vast:

a. of het voorstel wordt goedgekeurd; en

b. indien het voorstel wordt goedgekeurd met welk bedrag de totale inkomsten van TenneT maximaal mogen toenemen ter dekking van de kosten van de hier bedoelde investering. 3. Indien het voorstel wordt goedgekeurd wordt bovendien aangegeven hoe de Raad de kosten voor

deze investering wil opnemen in de reguleringssystematiek van TenneT. 4. De bijlage heeft de volgende inhoud:

a. inleiding;

b. verloop van de procedure; c. juridisch kader;

d. reguleringssystematiek; e. beoordelingscriteria; f. voorstel van TenneT; g. beoordeling voorstel; en h. conclusie beoordeling voorstel.

2

Verloop van de procedure

5. Op 15 mei 2002 heeft de directeur DTe1 aan TenneT per brief, met kenmerk 100939/ 1.B.263,

verzocht voorstellen in te dienen met betrekking tot uitzonderlijke en aanmerkelijke investeringen

1Op 1 juli 2005 is de Wet van 9 december 2004, houdende wijziging van de Mededingingswet in

(2)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

zoals bedoeld in artikel 41b, tweede lid E-wet (hierna: 41b.2-investering). In deze brief van DTe werd uiteengezet aan de hand van welke criteria aanmerkelijke investeringsvoorstellen (hierna:

voorstellen) worden beoordeeld.

6. Op 28 juni 2002 heeft TenneT een voorstel ingediend. Het voorstel betrof de uitvoering van het project “ Randstad 380” . Op 16 juli 2002 is dit voorstel besproken ten kantore van DTe. Het project “ Randstad 380” is toen toegelicht.

7. Op 8 december 2003 heeft DTe een brief (met kenmerk: MR03-523) van TenneT ontvangen waarin TenneT haar verzoek kenbaar maakt voor versnelde behandeling van de investering in de verbinding van de Maasvlakte naar Westerlee in het project Randstad Noord-Zuid. Deze verbinding bestaat uit: a. het realiseren van een nieuwe kabelverbinding onder de nieuwe Waterweg en het Calandkanaal

bestaande uit twee kabelcircuits. Hierdoor wordt de transportcapaciteit per circuit verhoogd van 280 MVA naar 500 MVA; en

b. het verzwaren van de aansluitingen op 150kV in de stations Maasvlakte en Westerlee en het plaatsen van een extra 380/ 150-kV-transformator in het 380kV-station Maasvlakte.

De beoordeling in deze bijlage heeft betrekking op de verbinding van de Maasvlakte naar Westerlee (hierna: Maasvlakte-Westerlee).

8. De directeur DTe heeft Jacobs Consultancy Nederland B.V. (hierna: Jacobs) ingehuurd om een review te doen op het project Randstad Noord Zuid. Het eindrapport van Jacobs is op 31 mei 2004 door de directeur DTe ontvangen. De conclusies van dit rapport zijn op 1 juni 2004 met TenneT besproken. Op 5 juli 2004 is het eindrapport Randstad Nood-Zuid per brief met kenmerk 101688/ 14 aangeboden aan TenneT.

9. Op 3 juni 2004 heeft DTe de budgetaanvraag van TenneT (met kenmerk MR 04-195) voor de verbinding Maasvlakte –Westerlee ontvangen. Naar aanleiding van de budgetaanvraag heeft de directeur DTe Jacobs ingehuurd om een contrabegroting op te stellen.

10. Per e-mail heeft Jacobs op 9 juni 2004 aan TenneT ten behoeve van de contrabegroting aanvullende vragen gesteld over het voorstel. Op 15 juni 2004 heeft TenneT hier schriftelijk op gereageerd. 11. De contrabegroting voor Maasvlakte - Westerlee heeft de Raad op 1 juli 2004 van Jacobs ontvangen. 12. Op 20 oktober 2004 heeft TenneT in een brief, met kenmerk MR 04-377, aangegeven dat

onderhavig voorstel gelijktijdig met het tarievenvoorstel voor het jaar 2006 wordt ingediend.

(3)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

13. Op 18 juni 2004 heeft de Minister van Economische Zaken ingestemd met de aanwijzing van TenneT als netbeheerder elektriciteit in het verzorgingsgebied van B.V. Transportnet Zuid-Holland. TenneT is door deze aanwijzing, naast beheerder van het landelijk hoogspanningsnet, tevens beheerder van netten met een spanningsniveau van 110 en 150 kV. In dit besluit wordt TenneT als beheerder van netten met een spanningsniveau van 110 en 150 kV aangeduid als TenneT regionaal. 14. Op 22 december 2005 is TenneT met de Raad overeen gekomen dat TenneT het voorstel indient

tegelijkertijd met het tariefvoorstel voor het jaar 2007.

15. Op 3 oktober 2006 heeft TenneT zijn tariefvoorstel voor het jaar 2007 ingediend. In dit tariefvoorstel is opgenomen een verhoging van de tarieven als gevolg van de investering Maasvlakte-Westerlee.

16. Op 1, 6, 29 en 30 november en 10 en 18 december 2006 heeft de Raad een nadere onderbouwing ontvangen van TenneT.

3

Juridisch kader

17. De Raad stelt op grond van artikel 41c van de E-wet de gereguleerde maximum aansluit- en transporttarieven elektriciteit (hierna: tarieven) van netbeheerders vast.

18. Op basis van artikel 41b, eerste lid van de E-wet, dient iedere netbeheerder jaarlijks voor 1 oktober een voorstel in bij de Raad met betrekking tot de tarieven die deze netbeheerder ten hoogste zal berekenen (hierna: jaarlijks tarievenvoorstel).

19. In artikel 41b, tweede lid van de E-wet, is een mogelijkheid opgenomen om bij de vaststelling van de tarieven rekening te houden met een 41b.2 -investering. Dit artikel luidt als volgt:

“ Een netbeheerder kan gelijktijdig met het voorstel, bedoeld in het eerste lid, een voorstel doen voor een tariefverhoging ter dekking van de kosten voor een uitzonderlijke en aanmerkelijke investering, ter uitbreiding van het door de netbeheerder beheerde net.”

20. Netbeheerders kunnen dergelijke voorstellen voor 41b.2-investeringen doen tegelijk met hun tarievenvoorstel.

21. De Raad houdt bij de beoordeling van een voorstel rekening met de wetsgeschiedenis2. Uit de

wetsgeschiedenis blijkt dat het gaat om incidentele, grootschalige investeringen en dat deze investeringen met name voor zullen komen bij netten met een hoog spanningsniveau. Het gaat

2

(4)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

daarbij niet om normale uitbreidingsinvesteringen waarvan de jaarlijkse lasten worden verrekend in de gewone tarieven. De toelichting op artikel 41b, tweede lid van de E-wet luidt als volgt:

“ In het tweede lid is een voorziening opgenomen om bij de vaststelling van de tarieven

rekening te kunnen houden met incidentele, grootschalige investeringen. Dergelijke investeringen kunnen zich met name voordoen bij de netten met een hoog spanningsniveau. Het gaat daarbij nadrukkelijk niet om normale

uitbreidingsinvesteringen waarvan de jaarlijkse lasten van deze investeringen worden verrekend in de “ gewone” tarieven die betreffende netbeheerders hebben voorgesteld. Voor deze uitzonderlijke investeringen kan de netbeheerder door middel van dit lid in het voorstel aangeven dat een verhoging van het tarief nodig is en kan de directeur van de dienst deze verhoging vaststellen.”

22. Op vragen vanuit de Tweede Kamer werd verder geantwoord:

“ Voor de vaststelling van de tarieven wordt uitgegaan van de tarieven van de voorgaande periode. Deze mogen toenemen met de ontwikkeling van de inflatie, gecorrigeerd met een efficiencyfactor (cpi-x). Vanuit de elektriciteitsbedrijven is erop gewezen dat deze systematiek onvoldoende ruimte biedt om de kosten van investeringen die het normale

investeringsniveau te boven gaan in de tarieven mee te nemen. Dit kan een rem op investeringen zijn die noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld uit

oogpunt van voorzieningszekerheid. (…). Hoewel uniformiteit een belangrijk

uitgangspunt is bij de vaststelling van de tarieven dient voor dit soort uitzonderlijke en aanmerkelijke investeringen ruimte te zijn in de tarieven. De directeur van de DTe bepaalt welke investeringen hiervoor in aanmerking komen”3.

23. De begrippen uitzonderlijk, aanmerkelijk en de zinsnede ter uitbreiding van het net, zijn niet eenduidig en behoeven nadere specificatie. Aangezien de bevoegdheid om de tarieven vast te stellen, blijkens artikel 41c van de E-wet, uitsluitend aan de Raad toekomt, rust op de Raad tevens de verplichting nadere invulling te geven aan de beoordelingsruimte die voornoemde begrippen en zinsnede laten

24. Indien de Raad bij de vaststelling van de tarieven rekening houdt met één of meerdere 41b.2-investering(en) zal de Raad eerst twee stappen moeten doorlopen. De Raad dient aan te geven: a. of een voorstel voor een 41b.2-investering wordt goedgekeurd of afgekeurd; en

b. hoe hij het door de netbeheerder ingediende tarievenvoorstel zal beoordelen.

25. Het voorstel dient te voldoen aan de beoordelingscriteria zoals weergegeven in randnummers 32 tot en met 37. Indien de Raad van oordeel is dat het voorstel aan één of meer van deze criteria niet

3

(5)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

voldoet, wordt het voorstel niet gehonoreerd4. Toetsen aan de overige criteria kan dan achterwege

blijven. Indien de Raad het voorstel niet kan beoordelen omdat hij, ook nadat gelegenheid is gegeven om het voorstel aan te vullen, niet beschikt over juiste en volledige informatie, zal de Raad het voorstel niet in behandeling nemen.

26. In onderhavige bijlage stelt de Raad de beoordeling van het voorstel zoals bedoeld in randnummer 24 sub a vast.

4

Reguleringssystematiek

27. De regulering van TenneT is vastgelegd in het methodebesluit van 5 september 2006 met kenmerk 102135-46 (hierna: methodebesluit)5. In het methodebesluit is neergelegd dat TenneT op basis van

omzet wordt gereguleerd, wat inhoudt dat de totale inkomsten van TenneT onafhankelijk zijn van het volume aan getransporteerde elektriciteit over het landelijk hoogspanningsnet.

28. De benutting van het landelijk hoogspanningsnet hangt voornamelijk af van de groei van de vraag naar elektriciteit, de hoeveelheid elektriciteit die wordt uitgewisseld met het buitenland en de inzet van productiecapaciteit die is aangesloten op het landelijk hoogspanningsnet. De benutting van het landelijk hoogspanningsnet kan sterk fluctueren, zonder bijbehorende verandering van de kosten. Toepassing van omzetregulering voorkomt dat TenneT hierdoor verliezen of juist overwinsten behaalt. Tevens is het mogelijk dat TenneT, in zijn rol als marktfacilitator, in uitbreiding van het landelijke hoogspanningsnet dient te investeren zonder dat daar een groei van het getransporteerd volume tegenover staat.

29. TenneT ontvangt een vergoeding voor het beheer, onderhoud en de vervanging van de bestaande hoeveelheid activa. Deze vergoeding is onafhankelijk van de hoeveelheid getransporteerde elektriciteit over het landelijk hoogspanningsnet. Om de hoogte van de vergoeding te bepalen dienen de efficiënte kosten voor het beheer, onderhoud en de vervanging van de activa te worden bepaald. De efficiënte kosten worden mede bepaald aan de hand van een internationale vergelijking van het kostenniveau van beheerders van landelijke hoogspanningsnetten.

30. De Raad past outputsturing toe: de Raad streeft ernaar zo weinig mogelijk in te grijpen in de specifieke beslissingen van het management. De Raad geeft een prikkel aan TenneT om doelmatig te opereren. Deze prikkel komt tot stand doordat de tarieven gebaseerd zijn op de efficiënte kosten. Om het gereguleerde winstniveau te blijven behalen draagt TenneT zelf de verantwoordelijkheid haar kosten in lijn te brengen met de door de Raad vastgestelde efficiënte kosten. Gedurende een reguleringsperiode kan TenneT haar kosten ook onder deze efficiënte kosten brengen. Dit leidt dan tot extra winst voor TenneT.

4 In dit geval wordt een afkeurend besluit genomen.

(6)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

31. De beoordeling van een aanmerkelijk investeringsvoorstel vormt een uitzondering op de in het vorige randnummer genoemde outputsturing. In geval van beoordeling van een aanmerkelijke investering beoordeelt de Raad namelijk een individuele investeringsbeslissing van TenneT op basis van de criteria die zijn neergelegd in de wet en uitgewerkt in de randnummers 32 tot en met 37. Naast beoordeling van de criteria aanmerkelijk, uitzonderlijk en uitbreiding net wordt het voorstel onder meer ook beoordeeld op kostenefficiëntie. Deze beoordeling vindt plaats voordat de investeringskosten in de tarieven worden verwerkt (ex-ante beoordeling). Een beoordeling van de efficiëntie van deze specifieke investering achteraf (ex-post) is daarmee niet noodzakelijk. De afschrijvingskosten van een (goedgekeurde) aanmerkelijke investering liggen daarmee gedurende de economische levensduur vast6.

5

Beoordelingscriteria

32. De Raad beoordeelt een voorstel aan de hand van de volgende criteria: 1. het voorstel dient aanmerkelijk te zijn; en

2. het voorstel dient uitzonderlijk te zijn; en

3. het voorstel dient ter uitbreiding van een net te zijn.

33. Indien een voorstel uit meerdere investeringen bestaat beoordeelt de Raad of de betreffende investeringen onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. De Raad acht een betreffende investering onlosmakelijk met andere investeringen verbonden als andere investeringen geen waarde hebben indien de betreffende investering niet wordt gedaan.

34. De Raad acht een voorstel aanmerkelijk indien sprake is van een grootschalige investering voor TenneT. Bij de beoordeling van een voorstel kunnen onder andere de volgende aspecten een rol spelen:

1. de relatie tussen het investeringsbeslag en de totale activa van TenneT; en

2. de verhouding van de desbetreffende investering tot investeringen in het verleden en tot het normale investeringspatroon; en

3. invloed van het voorstel op het kostenniveau van TenneT; en 4. de kosten van de financiering van het voorstel.

35. De Raad acht een voorstel uitzonderlijk indien:

1. het voorstel niet op basis van bedrijfseconomische gronden kan worden gedaan; en

2. het voorstel noodzakelijk is als gevolg van wet- en regelgeving, dan wel als gevolg van besluiten van de Raad, dan wel als er sprake is van force majeure.

36. De Raad acht een voorstel ter uitbreiding van het net indien:

(7)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1. het voorstel ter uitbreiding van de capaciteit van het net dient; en/ of 2. het voorstel ter uitbreiding van de totale lengte van het net dient.

37. De Raad beoordeelt of een voorstel voldoet aan de bovengenoemde criteria. Indien de Raad van oordeel is dat het voorstel voldoet aan de bovengenoemde criteria wordt tevens beoordeeld of het voorstel voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 41b, eerste lid sub a. tot en met sub d. van de E-wet.

6

Voorstel van TenneT

38. Het voorstel Maasvlakte-Westerlee maakt deel uit van het project Randstad 380. Doel van het project is het veilig stellen van de leveringszekerheid in de regio’s Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. De beslissing om te investeren in een 380 kV-oplossing voor de regio’s Noord en Zuid Holland wordt door TenneT vergeleken met een drietal alternatieven, te weten (i) niet investeren, (ii) contracteren van productievermogen en (iii) investeren in het verzwaren van het 150 kV net. Met behulp van zeven criteria worden de vier mogelijkheden gewogen. De criteria omvatten onder meer de bijdrage aan de leveringszekerheid en de investeringskosten. Investeren in een 380 kV-oplossing wordt als meest geschikt gekenmerkt.

39. Het onderhavige voorstel heeft specifiek betrekking op het veilig stellen van de leveringszekerheid in het Zuid-Hollandse net. Uitbreiding van het landelijke hoogspanningsnet is volgens TenneT

noodzakelijk omdat sprake is van sterke ontwikkeling van de vraag naar elektriciteit in de regio Den Haag/ Westland. TenneT baseert zich hierbij op een onderzoek van Syens Energy7, dat in opdracht

van TenneT onderzoek heeft gedaan naar de ontwikkeling van de vraag naar elektriciteit in het Westland.

40. Onderhavig voorstel heeft betrekking op het realiseren van een 380 kV kabelverbinding onder de nieuwe Waterweg en het Calandkanaal bestaande uit twee kabelcircuits. De transportcapaciteit per circuit wordt uitgebreid van 280 MVA naar 500 MVA bij 150 kV. Tevens worden de 150 kV

aansluitingen van de stations Maasvlakte en Westerlee verzwaard en een transformator geplaatst in het 380 kV station Maasvlakte. De verbinding tussen Maasvlakte en Westerlee wordt in ieder geval tot 2009 op 150 kV bedreven.

41. De verbinding is in augustus 2005 in gebruik genomen. De investeringskosten van het voorstel bedragen EUR 20.252.935. De verwachte efficiënte jaarlijkse operationele kosten aan het begin van de levensduur van de investering bedragen 1,1 procent van het investeringsbedrag. Gegeven bovenstaande is TenneT van mening dat sprake is van een aanmerkelijke investering.

(8)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

7

Beoordeling voorstel

42. In onderstaande randnummers gaat de Raad afzonderlijk in op de beoordeling van de criteria waaraan een voorstel dient te voldoen.

Aanmerkelijk

43. De Raad heeft bij de beoordeling van het criterium aanmerkelijk gekeken naar de verhouding van de investering tot recente investeringen in het verleden en tot het normale investeringspatroon in de activa die worden aangewend voor het uitvoeren van activiteiten zoals omschreven in artikel 16 van de E-wet (hierna: gestandaardiseerde activa). Daarnaast beziet de Raad met name de hoogte van de investering in relatie tot de waarde van het transportnet van TenneT (hierna: gestandaardiseerde activawaarde ).

44. De investeringen in de afgelopen jaren bedroegen:

Jaar Investeringsbedrag (in miljoenen EUR)

2001 {vertrouwelijk} 2002 {vertrouwelijk} 2003 {vertrouwelijk} 2004 {vertrouwelijk} 2005 {vertrouwelijk} Gemiddeld 11,6

Tabel 1: investeringen TenneT in de periode 2001 tot en met 2005 (exclusief voorstel).

45. De Raad merkt op dat de investering Maasvlakte-Westerlee beduidend hoger is dan de gemiddelde jaarlijkse investeringen in de afgelopen vijf jaar (het recente investeringsniveau). De Raad

constateert dat het voorstel ongeveer 168 procent van het gemiddelde jaarlijkse investeringsbedrag in de jaren 2001 tot en met 20058 bedraagt. Indien rekening wordt gehouden met het voorstel is in

2005 sprake van een investeringsniveau dat het recente niveau ver te boven gaat.

46. Omdat investeringen niet per definitie gelijkmatig over de tijd plaatsvinden, er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een piek in de investeringen gedurende één of enkele jaren, is het ook van belang om tevens te beoordelen in hoeverre het voorstel groot is ten opzichte van de (gemiddelde) jaarlijkse investeringen over de lange termijn (50 jaar). De gemiddelde jaarlijkse investeringen worden gerepresenteerd door de hoogte van de gereguleerde afschrijvingen van TenneT. De

(9)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

gereguleerde afschrijvingen van TenneT bedroegen in 2005 EUR 39,6 miljoen9. Daarmee bedraagt

het voorstel ongeveer 49 procent van het gemiddelde jaarlijkse investeringsbedrag.

47. De gestandaardiseerde activawaarde van TenneT ultimo 2005 bedroeg ongeveer EUR 792 miljoen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd. De gestandaardiseerde activawaarde 2000 bedroeg ongeveer EUR 807 miljoen en is verhoogd met de investeringen in artikel 16 activa en verlaagd met de afschrijvingen van artikel 16 activa in de jaren 2001, 2002, 2003 2004 en 2005. De

gestandaardiseerde activawaarde ultimo 2005 wordt door de investering met ongeveer 2,5 procent verhoogd.

48. Door de kapitaalkosten en operationele kosten die voortvloeien uit onderhavig investeringsvoorstel wordt het jaarlijkse kostenniveau van TenneT met ongeveer 1,9 procent substantieel verhoogd10.

49. Op basis van bovenstaande is de Raad van mening dat de investering voldoet aan het criterium aanmerkelijk. De Raad merkt op dat sprake is van een grootschalige investering voor TenneT.

Uitzonderlijk

50. Voor de beoordeling van een 41b.2 investering wordt aansluiting gezocht bij de

reguleringssystematiek van TenneT. Zoals weergegeven in randnummer 27 wordt TenneT op basis van omzet gereguleerd. TenneT ontvangt een vergoeding voor het beheer, onderhoud en de vervanging van de bestaande hoeveelheid activa. Deze vergoeding is onafhankelijk van de hoeveelheid getransporteerde elektriciteit over het landelijke hoogspanningsnet.

51. Omzetregulering houdt in dat TenneT eventuele extra inkomsten door groei in getransporteerd volume niet behoudt. Zodoende kan TenneT investeringen niet automatisch uit inkomstengroei financieren. Hiermee is onderhavige uitbreidingsinvestering bedrijfseconomisch onrendabel. Vanwege de grootschaligheid van de investering is het noodzakelijk dat de totale inkomsten van TenneT al gedurende de reguleringsperiode worden verhoogd om de kosten van noodzakelijke uitbreidingen van het netwerk te kunnen terugverdienen.

52. Verder is het voorstel noodzakelijk als gevolg van wet- en regelgeving. Het voorstel is nodig om zorg te dragen voor het veilig stellen van de leveringszekerheid in het Zuid-Hollandse net door de transportcapaciteit uit te breiden. Daarmee valt het voorstel onder de door TenneT op basis van artikel 16 van de E-wet uit te voeren taken.

Uitbreiding net

9 Zie Bijlage A bij het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge artikel

41a, eerste lid, sub a van de Elektriciteitswet 1998 voor de periode 2007 tot en met 2010 voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, TenneT TSO B.V., met kenmerk 102137-6 (www.dte.nl).

10 Het huidige (gereguleerde) kostenniveau van TenneT is neergelegd in Bijlage A bij het besluit tot vaststelling van de korting ter

(10)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

53. Voorts heeft de Raad vastgesteld dat de voorgestelde 41b.2-investering een financiering betreft van een uitbreiding van het net als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub i E-wet. Het betreft een uitbreiding van de totale lengte en capaciteit van het door TenneT beheerde net.

54. Tevens heeft de Raad beoordeeld of het voorstel voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 41b, eerste lid sub a. tot en met sub d. van de E-wet. De Raad heeft getoetst of het voorstel het belang van het doelmatig functioneren van de elektriciteitsvoorziening dient, door te beoordelen of de investering noodzakelijk is om de leveringszekerheid te garanderen. Tevens is beoordeeld of doelmatig (kostenefficiënt) is geïnvesteerd.

Leveringszekerheid

55. Jacobs Consultancy Nederland (hierna: Jacobs) heeft het project Randstad 380, waar onderhavig voorstel deel van uit maakt, beoordeeld op nut en noodzaak van het project. Tevens heeft Jacobs de hoogte van de geraamde investeringen beoordeeld en een evaluatie gemaakt van de projectkeuze ten opzichte van alternatieven. Jacobs concludeert dat, om de leveringszekerheid in het

verzorgingsgebied in Zuid Holland voor de middellange termijn zeker te stellen, de verbinding tussen Maasvlakte en Westerlee dient te worden verzwaard. De transportcapaciteit per circuit dient te worden verhoogd van 280 MVA naar 500 MVA. In het Randstad 380 project is opgenomen de verbinding Maasvlakte - Westerlee in de toekomst op te waarderen van 150 kV naar 380 kV. 56. Om dubbele investeringen te voorkomen wordt de kabelverbinding onder de nieuwe Waterweg en

het Calandkanaal de komende jaren bedreven op 150 kV, maar nu reeds geschikt gemaakt voor 380 kV. Hierdoor wordt voorkomen dat de afnemer betaalt voor onnodige investeringen, zoals het dubbel leggen van deze kabelverbinding. Door de verbinding nu reeds geschikt te maken voor 380 kV wordt een investering van ongeveer EUR 6,1 miljoen in een 150 kV oplossing voor de korte termijn vermeden11.

57. Wanneer de verbinding Maasvlakte – Westerlee dient te worden bedreven op 380 kV hangt in belangrijke mate af van de ontwikkeling van de vraag naar elektriciteit in de regio Den

Haag/ Westland. Hierbij speelt de ontwikkeling van de vraag naar elektriciteit in het Westland, gevoed door de vraagontwikkeling in de tuinbouw, een belangrijke rol. Zoals in randnummer 39 neergelegd heeft Syens Energy in opdracht van TenneT een onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de vraag naar elektriciteit in het Westland. Jacobs concludeert in een review12 op het onderzoek

van Syens Energy dat de prognose van de vraag naar elektriciteit in het Westland goed is

onderbouwd, maar er rekening dient te worden gehouden met lagere groei. In geval van lagere groei kan de opwaardering van de verbinding Maasvlakte-Westerlee van 150 kV naar 380 kV later

plaatsvinden dan 2009. De kosten om de verbinding Maasvlakte-Westerlee op te waarderen naar 380 kV maken geen deel uit van het onderhavige voorstel van TenneT. De opwaardering van deze verbinding naar 380 kV wordt door TenneT in een later stadium door middel van een separaat voorstel ingebracht. Op basis van bovenstaande concludeert de Raad dat het maatschappelijk nut van de investering is aangetoond.

(11)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

58. Op basis van bovenstaande concludeert de Raad dat het voorstel noodzakelijk is om de leveringszekerheid te waarborgen.

Kostenefficiëntie

59. Om de mate van efficiëntie van de investering te bepalen heeft Jacobs in opdracht van de Raad de hoogte van de het door TenneT opgestelde budget van de investeringskosten van de verbinding Maasvlakte-Westerlee geverifieerd. Het budget bedroeg EUR 21.460.000. In zijn rapport “ verificatie van de investeringen van het 380 kV traject Maasvlakte-Westerlee concludeert Jacobs dat het door Jacobs begrote investeringsbedrag (EUR 20.900.000) niet significant verschilt van het door TenneT begrote investeringsbedrag13. Het gerealiseerde investeringsbedrag is echter lager en bedraagt EUR

20.252.935. Op basis van bovenstaande concludeert de Raad dat de investering kostenefficiënt is neergelegd.

60. De jaarlijkse operationele kosten aan het begin van de levensduur van onderhavige investering worden ingeschat op 1,1 procent van het investeringsbedrag. De toegestane inkomsten van TenneT worden verhoogd met dit bedrag. Bij het vaststellen van de korting ter bevordering van een

doelmatige bedrijfsvoering (de x-factor) zoals neergelegd in artikel 41b, eerste lid van de E-wet, houdt de Raad rekening met de werkelijke operationele kosten die uit de investering voortvloeien. Een eventueel verschil tussen verwachte en werkelijke (efficiënte) operationele kosten wordt door middel van de x-factor weggenomen.

8

Conclusie beoordeling voorstel

61. Gelet op de beoordeling van het voorstel tot het doen van een aanmerkelijke investering, zoals bedoeld in artikel 41b, tweede lid van de E-wet, luidt de conclusie als volgt:

De Raad stemt in met het voorstel van TenneT.

62. Als gevolg van de aanmerkelijke investering worden de totale inkomsten van TenneT voor het jaar 2007 verhoogd. Aangezien de investering in augustus 2005 is geactiveerd (in gebruik genomen), worden de vermogenskosten en afschrijvingskosten voor het jaar 2005 vergoed over vier maanden (september tot en met december 2005). De verhoging van de toegestane inkomsten voor het jaar 2007 bestaat tevens uit een vergoeding voor vermogenskosten, afschrijvingskosten en de operationele kosten voor de onderhavige investering voor de jaren 2006 en 2007.

63. De investering wordt afgeschreven conform de voor TenneT vastgestelde afschrijvingstermijnen14.

Zoals neergelegd in randnummer 31 liggen de jaarlijkse afschrijvingskosten van een aanmerkelijke investering vast, maar worden deze kosten in de derde reguleringsperiode conform de systematiek zoals beschreven in het geldende methodebesluit voor TenneT aangepast voor inflatie.

(12)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

64. De jaarlijkse vermogenskosten die voortvloeien uit het voorstel worden berekend door het resterende geïnvesteerde kapitaal (investeringskosten minus afschrijvingen) te vermenigvuldigen met de voor TenneT in het methodebesluit vastgestelde reële WACC15.

65. De vergoeding voor de operationele kosten wordt gebaseerd op de verwachte (efficiënte)

operationele kosten voor 200716. De toegestane inkomsten van TenneT worden verhoogd met dit

bedrag. Bij het vaststellen van de korting ter bevordering van een doelmatige bedrijfsvoering (de x-factor) zoals neergelegd in artikel 41b, eerste lid van de E-wet, houdt de Raad rekening met de werkelijke (efficiënte) operationele kosten die uit de investering voortvloeien. Tevens worden de totale inkomsten van TenneT in het jaar 2007 éénmalig verhoogd met de verwachte (efficiënte) operationele kosten 2006.

66. Het bedrag waarmee de totale inkomsten van TenneT in het jaar 2007 worden verhoogd als gevolg van de aanmerkelijke investering Maasvlakte-Westerlee wordt verminderd met de vergoeding die TenneT dient te ontvangen van TenneT regionaal. Reden voor deze vergoeding is als volgt:

aangezien de verbinding Maasvlakte-Westerlee ook nu reeds bestaat middels een 150 kV verbinding in beheer van TenneT regionaal krijgt TenneT regionaal via haar tariefinkomsten een vergoeding voor te maken kosten op deze verbinding. Omdat het investeringsvoorstel ertoe leidt dat TenneT regionaal geen kosten meer behoeft te maken voor de verbinding dient zij een vergoeding te betalen aan TenneT. Anders zouden de afnemers immers dubbel betalen voor de verbinding Maasvlakte-Westerlee en zou TenneT regionaal een voordeel verkrijgen. De voor onderhavig tariefbesluit relevante vergoeding bestaat uit vermogenskosten en afschrijvingskosten over de periode september 2005 tot en met december 2005, 2006 en 2007.

67. Het bedrag waarmee de totale inkomsten van TenneT in het jaar 2007 worden verhoogd als gevolg van de aanmerkelijke investering Maasvlakte-Westerlee bedraagt EUR 3.683.586. In onderstaande tabel is dit bedrag uiteen gezet in verschillende kostencategorieën.

Kostencategorie Bedrag (in EUR)

Kapitaalkosten17 4.501.552 Operationele kosten 465.972 Bijdrage TenneT regionaal - 1.283.929 Totaal 3.683.58618

Tabel 2: verhoging totale inkomsten TenneT voor het jaar 2007 als gevolg van onderhavige aanmerkelijke investering.

15 In de derde reguleringsperiode bedraagt de WACC 5,4%.

16 De operationele kosten die voortvloeien uit onderhavige investering zijn beïnvloedbaar en vallen conform methodebesluit in de

categorie operationele kosten deel twee.

17 De kapitaalkosten omvatten zowel afschrijvingskosten als vermogenskosten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

TenneT stelt in haar tweede zienswijze dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) ACM niet volgt in haar betoog dat het gebruikte model in STENA2012 robuust

Vervolgens past ACM de wettelijke formule toe op deze begininkomsten 2016 (exclusief inkoopkosten transport) en telt daar vervolgens de geschatte inkoopkosten transport in

Vervolgens past ACM de wettelijke formule toe op deze begininkomsten 2016 (exclusief inkoopkosten transport) en telt daar vervolgens de geschatte inkoopkosten transport in

Vervolgens past ACM de wettelijke formule toe op deze begininkomsten 2016 (exclusief inkoopkosten transport) en telt daar vervolgens de geschatte inkoopkosten transport in

Vervolgens past ACM de wettelijke formule toe op deze begininkomsten 2016 (exclusief inkoopkosten transport) en telt daar vervolgens de geschatte inkoopkosten transport in

Op basis van de wettelijke formule zoals opgenomen in randnummer 12 de x- en q- factoren zoals opgenomen in randnummer 16 en de cpi zoals opgenomen in randnummer 17 stelt ACM

Op basis van de wettelijke formule zoals opgenomen in randnummer 12 de x- en q- factoren zoals opgenomen in randnummer 16 en de cpi zoals opgenomen in randnummer 17 stelt ACM

Op basis van de wettelijke formule zoals opgenomen in randnummer 12 de x- en q- factoren zoals opgenomen in randnummer 16 en de cpi zoals opgenomen in randnummer 17 stelt ACM