• No results found

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2002-I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen natuurkunde 1 havo 2002-I"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beweging op een hellend vlak

12. Oppervlaktemethode: de oppervlakte onder de snelheidsgrafiek tot t = 1,5 s is gelijk aan de ver- plaatsing tot dat moment.

½ @ 0,46 @ 1,5 = 0,35 m

Uit de plaatsgrafiek: s 1,5 = 0,55 - 0,2 = 0,35 m De grafieken kunnen dus met elkaar overeenstemmen.

Raaklijnmethode: De steilheid van de raaklijn aan de plaatsgrafiek op t = 1,5 s:

1,0

))))) = 0,45 m/s 2,5 - 0,3

De snelheid uit de snelheidsgrafiek op t = 1,5 s: 0,46 m/s De grafieken kunnen dus met elkaar overeenstemmen.

13. De snelheidsgrafiek is een rechte schuine stijgende lijn. De beweging is dan eenparig versneld.

)v 0,77

14. a = )) = steilheid van de snelheidsgrafiek = ))) = 0,31 m/s 2

)t 2,5

15. Als de luchtweerstand merkbaar moet worden, dan moet deze relatief t.o.v. de zwaartekracht toenemen.

Beschikbare methoden:

- Groter stuk karton op de achterkant

- Metingen verrichten bij een hogere snelheid (bijvoorbeeld door een veel langere baan te nemen) - Een veel lichter karretje nemen.

 www.havovwo.nl

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2002-I

© havovwo.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daardoor wordt de teller als het ware constant op 0 gezet en krijgt niet de kans te tellen: hij blijft op 0 staan.. Als de uitgangen 2 en 8 voor het eerst gelijktijdig hoog zijn,

Dezelfde stralingsenergie, geabsorbeerd door een kleinere massa leid dus tot een grotere dosis.. De bewering

3p 21 † Leg uit welke van de drie open pijpen A, B of C dezelfde grondtoon heeft als de gesloten

(Bovendien wordt bijna alle " -straling in de dode opperhuid geabsorbeerd en is " -straling alleen (zeer) gevaarlijk bij inwendige besmetting.). 137

[r]

Nynke heeft gelijk: boventonen vervormen de sinusvorm van de (zuivere)

Die steilheid is gelijk aan de versnelling (lees vertraging) welke dus

De tijd die de puls erover doet om de afstand van de sensor naar het voorwerp en weer terug af te leggen, wordt volgens de handleiding gemeten met een onnauwkeurigheid van 1,0