• No results found

BrandweerKennisNet voor en door het Brandweerveld

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BrandweerKennisNet voor en door het Brandweerveld"

Copied!
82
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BrandweerKennisNet

voor en door het

Brandweerveld

Een Business Model voor de toekomst

Afstudeerscriptie geschreven in het kader van de opleiding Bedrijfskunde aan de faculteit Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen.

(2)

BrandweerKennisNet

voor en door het

Brandweerveld

Een Business Model voor de toekomst

Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Bedrijfskunde

Organisaties Nibra en de NVBR

Kemperbergerweg 783 6816 RW Arnhem

Project BrandweerKennisNet

Datum Groningen, 22 november 2005

Auteur Nauwal Rian

Studentennummer 1273701

Begeleiding universiteit Ir. J. Slagter

Ir. G. Henstra

Begeleiding Nibra Ir. L. Visser

Begeleiding NVBR Drs. E. Pijnenborg

‘De auteur is verantwoordelijk voor de Inhoud van het afstudeerverslag; het auteursrecht van het afstudeerverslag berust bij de auteur.’

(3)

Management samenvatting

Begin 2003 gaf BZK het Nibra en de NVBR de opdracht een internetsite, genaamd BrandweerKennisNet (BKN) voor het brandweerveld op te zetten. BKN is een site die ten behoeve van vakontwikkeling relevante en actuele informatie/kennis voor en door Brandweermensen, verzamelt, beheert en verspreidt. Voor de ontwikkeling van BKN is een projectteam samengesteld, dat zich tot 2006 bezig houdt met de site. Tegelijk met het projectteam zal ook de ontwikkelsubsidie afkomstig van BZK stoppen.

De Stuurgroep wil na aanleiding van deze ontwikkelingen weten welke aanpassingen BKN moet ondergaan, zodat het als zelfstandige dienst binnen het Nibra en de NVBR kan voort blijven bestaan. Het Business Model van BKN zal zodanig aangepast moeten worden, dat continuïteit voor BKN gerealiseerd kan worden.

De doelstelling van dit onderzoek luidt daarom als volgt:

Het ontwikkelen van concrete aanbevelingen voor de Stuurgroep en het Projectteam van BKN voor het bereiken van continuïteit.

De vraagstelling:

Welke aanpassingen moet het Business Model ondergaan in consistentie met de Business Strategie gericht op continuïteit?

De deelvragen van dit onderzoek zijn aan de hand van een conceptueel model opgesteld. Dit conceptueel model is opgesteld door middel van een vooronderzoek over Business Modellen. Om te komen tot een antwoord op de deelvragen is er gebruik gemaakt van een SWOT-analyse. Uit dit onderzoek komen de volgende thema’s naar voren:

De missie en visie van BKN vanaf 2006

In dit onderzoek wordt de volgende missie voor BKN aanbevolen:

BrandweerKennisNet wil als spin in een web van brandweerinformatie en -kennis het brandweerveld ondersteunen in vakontwikkeling en uniformiteit.

De visie van BKN is afgeleid van de klantwaarde-dimensie. Uit dit onderzoek blijkt dat BKN de klantwaarde Customer Intimacy voor gebruikers nastreeft, maar dat er in werkelijkheid meer Operational Excellence is bereikt. Voor 2006 en verder wordt, in verband met het mee laten betalen van het brandweerveld, aangeraden om Customer Intimacy te realiseren door BKN meer aan te laten sluiten bij de behoeften van gebruikers.

De visie voor BKN luidt als volgt:

BKN wil de internetmediatheek van de gehele brandweerbranche worden, waarop actuele en relevante informatie en kennis van en voor brandweermensen effectief wordt verzameld, beheerd en verspreid.

De beoordeling van klanten met betrekking tot klantwaarde

Uit interviews met gebruikers blijkt dat BKN klantwaarde creëert. Gemiddeld kreeg BKN van de geïnterviewden een 7.

Toch blijkt uit de SWOT-analyse en de interviews dat er verbeteropties zijn, die de klantwaarde en (dus continuïteit van BKN) kunnen vergoten. In grote lijnen zijn dit de volgende opties:

• Het vergoten van de bekendheid, zichtbaarheid en de snelheid van de validatie.

• De effectiviteit en het gebruiksvriendelijkheid vergroten op het gebied van zoekmogelijkheden. • Inspelen op actuele onderwerpen binnen het brandweerveld.

Uit een interview met de stakeholder BZK blijkt dat de klantwaarde van BZK afhankelijk is van de mate van vakkennisverspreiding door BKN. BZK wil namelijk de vakinhoudelijke kennis van het brandweerpersoneel vergroten. In een interview geeft BZK verbeteropties aan de inhoud van BKN. De verbeterpunten ziet BZK als voorwaarde om te blijven investeren in BKN. Verder wil BZK vanaf 2006 een cofinanciering. Op deze manier wil BZK de geïnvesteerde kosten/middelen verlagen.

(4)

De beoordeling van de interne stakeholders met betrekking tot organisatiewaarde

Uit interviews met stuurgroepleden en projectleden blijkt dat het Nibra en de NVBR in grote lijnen tevreden zijn met de resultaten van BKN en dat zij met het project door willen gaan om in de toekomst van alle voordelen van BKN te kunnen profiteren.

Beide organisaties geven aan dat de organisatiewaarde vergroot kan worden door: • De site ook als distributiekanaal van het Nibra te gebruiken.

• De dienst nog beter bij de maatschappelijke functies van de organisaties aan sluiten door het vergroten en verbeteren van kennisverspreiding.

De inkomstenbronnen van BKN vanaf 2006

Sinds de start van het project wordt de site door BZK betaald. BZK heeft echter laten weten vanaf 2006 een cofinanciering te willen.

Uit gesprekken met stuurgroepleden blijkt dat er kans is op het werven van inkomsten via de Raad van Regionale Commandanten. Dit is voor BKN van de beste optie, omdat deze inningmethode administratief het goedkoopst en meest lange termijn gericht is. Daarnaast wordt aanbevolen een subsidie aan BZK te vragen; aangezien BKN aansluit bij de realisatie van het kabinetsbeleid.

Aanbevelingen voor het vergroten van de marktpositie

Uit zowel interviews met gebruikers als uit de webstatistieken komt naar voren dat BKN nog geen internettoegangspoort van het brandweerveld is.

Om de marktpositie van BKN te verbeteren worden de volgende strategische opties aanbevolen: • Het werven van gebruikers onder brandweerstudenten

• Het aanbieden van diensten die ook aansluiten op de behoeftes van het lage personeel, zoals les en leerstof en kennis in beeld en geluid.

Samenwerken met andere sites op gebied van product en doelgroepdifferentiatie. • Richten op de kernactiviteiten van BKN. Dus afbouw rubriek “Vraag en Aanbod”

Aanbevelingen met betrekking tot primaire activiteiten

BKN voert activiteiten uit op het gebied van het verzamelen, beheren en verspreiden van actuele en relevante informatie en kennis. Voor het bereiken van continuïteit worden de volgende aanbevelingen gedaan:

• Het aannemen van uitvoerende medewerkers voor zowel beheer en promotie activiteiten.

• De productiviteit op het gebied van beheer verbeteren door het CMS gebruiksvriendelijker te maken of door middelen vrij te maken voor de aanschaf van een nieuwe CMS.

• De capaciteit op het gebied van validatie verbeteren door sequentieel te valideren en de netwerken te laten valideren.

Aanbevelingen met betrekking tot ondersteunende activiteiten

Omdat BKN een project van het Nibra en de NVBR is, worden de ondersteunende activiteiten door de twee organisaties uitgevoerd. Voordeel hiervan is dat BKN zich op de kernactiviteiten kan richten. Een nadeel is dat de faciliteiten niet specifiek BKN gericht zijn.

Op het gebied van Technologieontwikkeling kan dit problemen geven als BKN een eigen koers wil varen, die buiten de capaciteiten van het Nibra ligt. Bij de ontwikkeling van de technologiestrategie van BKN wordt aanbevolen hiermee rekening te houden.

Bij de projectstructuur van BKN valt op dat er zeven beleidsbepalers zijn en één reguliere uitvoerende persoon is. Door de ondercapaciteit bij de uitvoering blijven er plannen liggen. Er wordt daarom aanbevolen het evenwicht tussen het aantal beleids- en uitvoerende medewerkers te verbeteren.

(5)

Inhoudsopgave

Management samenvatting... 2

Inhoudsopgave ... 4

Voorwoord ... 7

Inleiding... 8

Hoofdstuk 1 Beschrijving van Nibra, NVBR, BZK en BKN ... 9

1.1 Inleiding ... 9

1.2 Nibra ... 9

1.3 NVBR ... 9

1.4 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ... 10

1.5 BrandweerKennisNet (BKN)... 11

Hoofdstuk 2 Probleemanalyse en onderzoeksaanpak ... 13

2.1 Inleiding ... 13

2.2 Aanleiding tot het onderzoek ... 13

2.3 Probleemhebbers... 14 2.4 Probleemstelling... 14 2.4.1 Doelstelling... 14 2.4.2 Vraagstelling... 14 2.4.3 Randvoorwaarden... 15 2.4.4 Deelvragen... 15 2.4.5 Begrippen... 16 2.5 Methodologische verantwoording... 17 2.5.1 Ballentent... 18 2.5.2 Gegevensbronnen ... 18 2.5.3 Meet- en waarnemingsmethoden... 19 2.5.4 Analyse en rapportage ... 19 2.5.5 Kwaliteitscriteria... 20 2.6 Onderzoeksproces model ... 20 2.7 Planning ... 21

Hoofdstuk 3 Theoretisch kader... 22

3.1 Inleiding ... 22

3.2 Business Model... 22

3.2.1 Definities van Business Modellen ... 22

3.2.2 De waardeketen ... 24

3.2.3 Variabelen van Business Models... 25

3.3 Business Strategie ... 26

3.3.1 Definitie van Business strategie... 26

3.3.2 Methoden van Business strategie ontwikkeling... 26

3.3.3 Stappenplan voor Business strategie ontwikkeling... 27

3.4 Conclusie... 27

Hoofdstuk 4 Het conceptueel model ... 29

4.1 Inleiding ... 29

4.2 Business Model in de vorm van fasesysteem... 29

4.3 Business model in de vorm van aspectsysteem... 30

4.4 Conclusie... 31

Hoofdstuk 5 Analyse externe omgeving ... 32

5.1 Inleiding ... 32

5.2 Macroniveau... 32

5.2.1 Demografische ontwikkelingen ... 32

5.2.2 Economische ontwikkelingen... 33

5.2.3 Sociaal-culturele en politieke ontwikkelingen... 33

5.2.4 Technologische ontwikkelingen ... 34

(6)

5.3 mesoniveau... 35 5.3.1 Inleiding... 35 5.3.2 Potentiële nieuwkomers... 36 5.3.3 Concurrenten/substituten ... 36 5.3.4 Leveranciers... 38 5.3.5 Klanten... 39 5.3.6 Conclusie ... 39 5.4 Substitutenanalyse... 40 5.4.1 Inleiding... 40

5.4.2 vergelijking van het bezoekersaantal tussen substituten... 41

5.4.3 Conclusie ... 41

5.5 Klantenanalyse... 42

5.5.1 Inleiding... 42

5.5.2 Gebruikers van BKN ... 42

5.5.3 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninklijke Relaties als externe stakeholder ... 44

5.5.4 Conclusie ... 46

5.6 Eindconclusie... 47

Hoofdstuk 6 Interne analyse... 48

6.1 Inleiding ... 48

6.2 Wat is de waardepropositie van BKN? ... 48

6.2.1 Klantwaarde... 48

6.2.2 Organisatiewaarde ... 49

6.2.3 Conclusie ... 51

6.3 Voor wie wil BKN waarde creëren? ... 51

6.4 Welke positie en activiteiten vervult BKN in de waardeketen?... 52

6.4.1 Waardeketen ... 52

6.4.2 Resources van BKN... 52

6.4.3 Bekwaamheden van BKN... 53

6.4.4 Competenties ... 53

6.4.5 Conclusie ... 53

6.5 Hoe wil BKN zich in de markt positioneren? ... 54

6.6 Hoe verdient BKN geld?... 55

6.7 Welke strategische keuzes heeft BKN gemaakt of wil BKN maken? ... 57

6.8 Eindconclusie... 58

Hoofdstuk 7 SWOT analyse en keuze strategische opties... 59

7.1 Inleiding ... 59

7.2 Intern strategische context ... 59

7.3 SWOT-analyse... 59

7.4 Missie... 59

7.5 Visie ... 61

7.6 Strategische opties... 62

7.7 Dienst - markt combinatie Strategie... 63

7.8 Conclusie... 63

Hoofdstuk 8 Conclusie en Aanbevelingen ... 65

8.1 Inleiding ... 65

8.2 Wat is de missie en visie van BKN? ... 65

8.3 Hoe beoordelen klanten BKN m.b.t klantwaarde?... 65

8.4 Hoe beoordelen stakeholders BKN m.b.t organisatiewaarde?... 66

8.5 Waar haalt BKN de inkomsten vandaan om kostendekkend te zijn?... 67

8.6 Welke marktpositie heeft BKN? ... 67

8.7 Welke primaire activiteiten voert BKN uit om klantwaarde te creëren? ... 69

8.8 Welke ondersteunende activiteiten voert BKN uit om de primaire activiteiten te ondersteunen? ... 69

8.9 Wat zijn de aanbevelingen voor de toekomst?... 70

(7)

Hoofdstuk 9 Reflectie ... 74

9.1 Inleiding ... 74

9.2 Intern strategische context ... 74

9.3 Vergelijking van de Business Model ontwikkelprocessen... 74

9.4 Vergelijking van de Business modellen... 75

9.5 Conclusie... 77

Hoofdstuk 10 Evaluatie en aanbevelingen voor verder onderzoek... 78

Literatuurlijst ... 79

Begrippen en afkortingenlijst... 81 Bijlage 1...Error! Bookmark not defined. Bijlage 2...Error! Bookmark not defined. Bijlage 3...Error! Bookmark not defined. Bijlage 5...Error! Bookmark not defined. Bijlage 6...Error! Bookmark not defined. Bijlage 7...Error! Bookmark not defined. Bijlage 8...Error! Bookmark not defined. Bijlage 9...Error! Bookmark not defined. Bijlage 10...Error! Bookmark not defined. Bijlage 11...Error! Bookmark not defined. Bijlage 12...Error! Bookmark not defined. Bijlage 13...Error! Bookmark not defined. Bijlage 14...Error! Bookmark not defined. Bijlage 15...Error! Bookmark not defined. Bijlage 16...Error! Bookmark not defined.

(8)

Voorwoord

Deze afstudeerscriptie is geschreven voor de Rijksuniversiteit Groningen, het Nibra en de NVBR in het kader van mijn afstudeeropdracht binnen de richting Business Development van de faculteit Bedrijfskunde.

Net als vele anderen heb ik mijn momenten van twijfel gehad tijdens het uitvoeren van het afstudeeronderzoek. Maar dankzij de hulp van vele mensen ben ik er in geslaagd een afstudeerverslag te schrijven, waarmee ik kan afstuderen.

Dit onderzoek is voortgekomen uit mijn leerzame maar vooral leuke onderzoeksperiode bij het Nibra en de NVBR. In deze stageperiode heb ik veel kennis opgedaan van het reilen en zeilen van de brandweersector.

Verder hebben mijn gezellige collega’s ervoor gezorgd, dat ik elke ochtend met goede zin naar het Nibra ging. Aan het zeiluitje heb ik leuke herinneringen.

Ik wil dan ook mijn begeleiders Leon Visser van het Nibra en Emmy Pijnenborg van de NVBR hartelijk bedanken voor het feit dat zij altijd voor mij klaar stonden.

Ingrid Bouwens wil ik bedanken voor haar gezelschap. Het was erg gezellig.

Tevens wil ik mijn begeleiders van de universiteit dhr. J. Slagter en de dhr. G. Henstra bedanken voor de tijd die zij vrijgemaakt hebben om mij van wijze raad te voorzien. Hierdoor kon dit afstudeeronderzoek met goed resultaat afronden.

Mijn speciale dank gaat uit naar mijn ouders, die mij de mogelijkheid hebben gegeven om te studeren. Bedankt voor jullie steun en toewijding.

Last but not least wil ik mijn vriendinnen bedanken voor hun steun en gezellige studententijd. Ik wens ze dan ook veel succes hun afstudeeronderzoek.

En dan is het nu tijd voor die fantastische baan! Nauwal Rian

(9)

Inleiding

De laatste jaren heeft veiligheid een steeds prominentere plaats in de maatschappij en dus ook het kabinetsbeleid gekregen. Om dit beleid te realiseren, is één van de taken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) het verbeteren van de kwaliteit van het Brandweerpersoneel.

De sector kenmerkt zich namelijk door een grote versnippering van informatie en kennis. Om de informatie en kennis van het brandweerveld bij elkaar te brengen en deze toegankelijk te maken voor brandweermensen, heeft BZK medio 2003 aan het Nibra en de NVBR opdracht gegeven het Project BrandweerKennisNet (BKN) op te starten. BKN is een internetsite die relevante en actuele informatie en kennis uit het brandweerveld verzameld, beheert en verspreidt. Om er achter te komen hoe BKN na projectafloop als zelfstandige dienst kan voort blijven bestaan, heeft de Stuurgroep opdracht voor een afstudeeronderzoek gegeven.

De leeswijzer van dit onderzoeksverslag ziet er als volgt uit:

In hoofdstuk 1 van dit verslag zal voor het verkrijgen van achtergrond informatie de organisaties het Nibra, de NVBR, BZK en het project BKN beschreven worden.

Voor de start van het project hebben het Nibra en de NVBR een ontwikkelsubsidie van 2003 t/m 2005 en een beheersubsidie van 2003 t/m 2007 gekregen.

Aangezien de ontwikkelsubsidie in 2005 afloopt en het projectteam eind 2005 ophoudt te bestaan. Is het de vraag hoe BKN in de toekomst voort kan blijven bestaan en zich verder kan ontwikkelen. In dit onderzoek is daarom een Business Model op basis van Business Strategie ontwikkeld die antwoord beoogd te geven op deze vraag.

In hoofdstuk 2 van dit onderzoek wordt de probleemstelling en de onderzoeksaanpak van dit onderzoek beschreven. Bij de probleemstelling valt op dat de deelvragen aan de hand van een conceptueel model zijn opgesteld. Het conceptueel model van dit onderzoek is aan hand van theoretische concepten opgesteld. Deze theoretische concepten worden in hoofdstuk 3 beschreven. In

hoofdstuk 4 wordt vervolgens het conceptueel model opgesteld aan de hand waarvan de deelvragen in

hoofdstuk 2 zijn geformuleerd.

In hoofdstuk 5 van dit verslag wordt er begonnen met het veldwerk. In de hoofdstukken 5 en 6 wordt er een externe en een interne analyse gemaakt aan de hand waarvan de kansen/ bedreigingen en sterktes/zwaktes van BKN worden opgesteld.

Deze kansen/bedreigingen en sterktes/zwaktes worden vervolgend in hoofdstuk 7 in een confrontatiematrix tegen elkaar afgezet. Hieruit komen strategische opties voort.

Deze strategische opties worden gebruikt op de missie, visie en de strategie van BKN voor de toekomst op te stellen. Aan het eind van dit hoofdstuk is duidelijk welke koers BKN in de toekomst moet varen.

In hoofdstuk 8 worden de deelvragen ten slotte beantwoord. Door het beantwoorden van de deelvragen wordt er aangegeven welke aanpassingen het Business Model van BKN moet ondergaan om in de toekomst continuïteit te bereiken. In de conclusie van dit hoofdstuk wordt de hoofdvraag van dit onderzoek beantwoord.

In hoofdstuk 9 wordt de resultaten van de twee methodes van Business Model ontwikkeling met elkaar vergeleken. In dit onderzoek is het Business Model op basis van ontwerp ontwikkeld. De Stuurgroep en het Projectteam van BKN heeft de afgelopen maanden een Business Model op basis van ervaring voor BKN ontwikkeld. In dit hoofdstuk worden de voor en nadelen van deze methoden met elkaar vergeleken.

In hoofdstuk 10 wordt het verslag ten slotte afgesloten met een evaluatie van het conceptueel model en aanbevelingen voor verder onderzoek.

(10)

Hoofdstuk 1 Beschrijving van Nibra, NVBR, BZK en BKN

1.1 Inleiding

Om beter inzicht te krijgen in de achtergronden van dit onderzoek zal in paragraaf 1.2 eerst een beschrijving gegeven worden van het Nederlandse Instituut voor brandweer en Rampenbestrijding(Nibra). In paragraaf 1.3 zal een beschrijving worden gegeven van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). Vervolgens zal er in paragraaf 1.4 een beschrijving van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties volgen en in paragraaf 1.5 zal BrandweerKennisNet (BKN) beschreven worden. Zoals uit de inleiding naar voren is gekomen, zal dit onderzoek betrekking hebben op BrandweerKennisNet. Voor een volledig inzicht in de achtergronden van dit onderzoek zijn ook het Nibra, de NVBR en BZK beschreven. Het Nibra en de NVBR zijn namelijk de oprichters en uitvoerders van het project BKN. BZK wordt beschreven, omdat het de opdrachtgever is van het Nibra en de NVBR voor de oprichting van BKN.

1.2 Nibra

Het Nibra is het kennis- en opleidingscentrum voor brandweer organisaties, GHOR (Geneeskundige hulpverleningsorganisaties) politie, gemeenten en provincies.

Om haar rol te kunnen vervullen, richt het Nibra zich op de vakontwikkeling van het brede terrein van brandweer en rampenbestrijding. Zij is daarbij gericht op de samenwerking tussen alle betrokken hulpverleningsdiensten en kennisorganisaties ten behoeve van de veiligheid in Nederland.

Het Nibra kent de volgende kerntaken: opleiden, oefeningen verzorgen, onderzoeken/ ontwikkelen en informeren. Informeren bestaat uit adviseren, voorlichten, publiceren en uitgeven, congressen en studiedagen organiseren en faciliteren. Al deze taken hebben betrekking op brandweerzorg, crisisbeheersing, crisismanagement en rampenbestrijding.

Het Nibra is een zelfstandig bestuursorgaan voor de uitvoering van Brandweerwet 1985. Een publiekrechtelijke organisatie, ingesteld bij wet zonder deel uit te maken van enig departement. De organisatie vervult wettelijke taken (het verzorgen van de voltijd officiersopleiding) en wettelijk toegestane taken, zoals het verrichten van onderzoek.

Via de officiersopleiding wordt het Nibra grotendeels gefinancierd door toezichthouder BZK. Onderzoek en oefenen bewegen zich op de vrije markt en kennen hierdoor concurrenten. Een voorbeeld van concurrenten zijn delen van TNO in Delft en het Crisis Onderzoek Team (C.O.T) in Den Haag.

Zie bijlage 1 voor de organisatiestructuur Nibra.

Omdat het Nibra één van de oprichters en uitvoerders is van BKN zal deze organisatie in dit onderzoek tot de interne stakeholders worden gerekend.

1.3 NVBR

De Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) is de branchevereniging van en voor de brandweer en rampenbestrijding in Nederland. De branchevereniging is op 1 januari 2002 ontstaan uit een fusie tussen de NVBK (Nederlandse Vakvereniging voor Brandweer Korpsen) en het CCRB (College Commandanten Regionale Brandweer).

De NVBR heeft tot doel het behartigen van de belangen van de brandweer in Nederland in de meest ruime zin. De vereniging tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:

• Meningvormend en opiniërend op te treden ten aanzien van alle vraagstukken die betrekking hebben op de zorg voor brandweer, rampenbestrijding, integrale en fysieke veiligheid;

• Het bieden van een platform voor de uitwisseling van kennis en ervaring;

• Het desgevraagd of op eigen initiatief optreden als adviseur van alle daarvoor in aanmerking komende bestuursorganen, autoriteiten en organisaties;

(11)

• Bijdragen aan het begeleiden en het afstemmen van organisaties die met de uitvoering van de zorg voor brandweer en rampenbestrijding belast zijn;

• Het onderhouden van contacten met haar bestuurlijke en maatschappelijke omgeving, zuster- en aanverwante organisaties op nationaal en internationaal niveau.

Naast het behartigen van belangen werkt het NVBR ook in netwerken aan projecten1 (www.nvbr.nl).

Een Netwerk is een groep van specialisten (uit het brandweerveld) dat zich op brancheniveau op een specifiek beleid- c.q. werkterrein richt met als doel:

• Het uitdragen van visie en opvattingen van de NVBR.

• Het stimuleren van expertisevorming en initiëren van ontwikkelingen. • Het uitwisselen van ervaringen en kennis.

• Als vraagbaak dienen voor het brandweerveld.

Omdat de NVBR samen met het Nibra de oprichter en uitvoerder van BKN is, zal deze organisatie ook als één van de interne stakeholders gezien worden.

1.4 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

In de 18de eeuw heette het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)

het 'departement van inwendige politie en toezicht op de staat van dijken, wegen en wateren van de Bataafse Republiek'. Sinds 1798 is er veel veranderd, maar BZK wordt nog wel het 'moederdepartement' genoemd.

BZK heeft een omvangrijk en veelzijdig takenpakket. Het beslaat terreinen uiteenlopend van de bestuurlijke inrichting van Nederland tot een loopbaanbeleid voor de politie, van de Grondwet tot rampenbestrijding, en van de kwaliteit van de rijksdienst tot de binnenlandse veiligheid. Die taken worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de gemeenten, de provincies en de andere ministeries. Op het gebied van Brandweer voert BZK de volgende activiteiten uit:

• Herijken brandweeronderwijs

• Extra aandacht voor bedrijfsbrandweer • Campagne verbetering imago brandweer

• Andere activiteiten in kader beeldvorming brandweer • Ondersteuning project meer vrouwen bij beroepskorpsen • Bijdragen bij diverse onderzoeken

• Het Project Rampenbeheersing en brandweer Nederlandse Antillen en Aruba • Toezicht op Nibra en NBBe als zelfstandige bestuursorganen

De activiteiten, die BZK op het gebied van de brandweer en rampenbestrijding uitvoert, zijn onder twee directies van de vier directies binnen het Directoraat- Generaal Veiligheid (DGV) ondergebracht. Dit zijn de directie Brandweer en GHOR en de directie van Crisisbeheersing. De directie Brandweer en GHOR staat voor de uitdaging om vanuit de verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het prestatievermogen van de brandweer en GHOR te vergroten. De directie Crisisbeheersing waarborgt aan de hand van het beleidsplan Crisisbeheersing 2004-2007 van het kabinet alle schakels in de veiligheidsketen.

De directie Brandweer en GHOR wordt vervolgens in verscheidene beleidsafdelingen verdeeld. Één van deze afdelingen is Personeel & Materieel. Deze afdeling houdt zich bezig met het bewaken van de kwaliteit van personeel en materieel voor de regionale brandweer en de GHOR. Het hoofd van deze afdeling is zowel opdrachtgeefster als stuurgroeplid van BrandweerKennisNet. Omdat BZK de opdrachtgever en niet de oprichter en uitvoerder van BKN is, zal de organisatie tot de externe stakeholders gerekend worden.

1 www.nvbr.nl

(12)

1.5 BrandweerKennisNet (BKN)

Geschiedenis

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra) en de Nederlandse Verenging voor Bandweer en Rampenbestrijding (NVBR) opdracht gegeven een landelijk toegankelijke internetsite te bouwen, dat gericht is op het verspreiden van kennis over alle brandweerkorpsen van Nederland.

In juni 2003 werd door de NVBR en Nibra een projectteam opgericht om de opdracht van BZK uit te voeren. In oktober 2003 werd vervolgens een internetsite genaamd BrandweerKennisNet gelanceerd.

De missie van BrandweerKennisNet luidt als volgt2:

• Een kennisnet voor de brandweerbranche om kennis effectief te verzamelen, te beheren en te verspreiden.

• De spin in het web voor relevante en actuele informatie en kennis voor beroepskrachten en vrijwilligers.

De dienst

Om de missie te halen biedt BKN de beroepskrachten en vrijwilligers een internetsite aan. Deze internetsite biedt een internetinfrastructuur om vakkennis van en voor de brandweer door de sector te kunnen verspreiden en uit te wisselen (zie bijlage 2). De dienst BKN is vervolgens in te delen in deeldiensten.

De belangrijkste en grootste dienst is het aanbieden van gevalideerde kennisdocumenten. Deze documenten worden voor en door het brandweerveld geleverd. De documenten worden zowel besloten als openbaar aangeboden. Documenten in het besloten gedeelte zijn alleen toegankelijk voor non-profit medewerkers op het gebied van crisisbeheersing en Rampenbestrijding. Documenten op het openbare gedeelte zijn publiekelijk verkrijgbaar.

Verder zijn de documenten op verschillende manieren op de site te vinden en worden in verschillende kennisgebieden aangeboden.

De kennisgebieden op BKN hebben betrekking op de veiligheidsketen. De veiligheidsketen bestaat uit vijf gebieden: Proactie, Preventie, Preparatie, Repressie en Nazorg( zie begrippenlijst voor uitleg). Dit zijn de gebieden waarbinnen brandweerpersoneel werkzaam is.

Naast kennisdocumenten die binnen de veiligheidsketen vallen, worden er ook documenten aangeboden, die relevant zijn voor medewerkers van het ondersteunende of secundaire proces. Zo zijn er documenten verkrijgbaar over Personeel en Organisatie.

BKN streeft naar een breed dienstenpakket dat voor elk persoon werkzaam in het brandweerveld bereikbaar is.

De kennisdocumenten worden voorzien van een keurmerk. De documenten worden door kennismakelaars van het Nibra en Netwerken van de NVBR beoordeeld op kwaliteit en voorzien van een status/keurmerk.

Naast documenten biedt BKN ook mogelijkheden om: • te discussiëren op het discussieplatform,

• meningen te peilen d.m.v. poll,

• betekenissen van brandweergerelateerde woorden op te zoeken in het brandweerwoordenboek, • links van andere landelijk relevante informatiesites op te zoeken,

• tweedehandse brandweerartikelen te kopen of te verkopen op een digitale marktplaats, • actuele brandweer nieuwsberichten te lezen (gelinkt naar brandweer.nl)

• vertrouwelijke documenten te zoeken en te plaatsen op het besloten deel.

De doelgroep en de markt van BKN

Zoals uit de missie op te maken is, richt BrandweerKennisNet zich vooral op de beroepskrachten en vrijwilligers binnen de brandweer. Er is voor deze doelgroepbenaming gekozen, omdat op deze manier iedereen die werkzaam is in de brandweersector wordt meegenomen als doelgroep.

2 Beleidsplan van BKN eind 2003

(13)

In Nederland zijn 26.893 brandweermensen werkzaam, waarvan 4.841 beroepskrachten en 22.052 vrijwilligers zijn3.

Er zijn geen concurrenten op de markt waarop BKN zich bevindt. Er bestaan wel veel substituten. Binnen de brandweersector zijn er allerlei instanties, die op het Internet brandweergerelateerde informatie aanbieden. BZK bijvoorbeeld heeft minstens vijf sites die onder andere brandweerinformatie aanbieden.

Kennis binnen de brandweersector is versnipperd en veel documenten, geschreven door brandweermensen, circuleren in hun regio.

BrandweerKennisNet is opgezet om de brandweersector een centrale toegang tot vakkennis te geven, zodat documenten door de hele sector verspreid en uitgewisseld kunnen worden. Hierdoor hoeven brandweermensen het wiel niet nog een keer uit te vinden.

In 2005 heeft BKN ongeveer 13000 bezoekers per maand4. Vanaf april 2004 t/m april 2005 jaar heeft

BKN een groeipercentage van 249% gehad. Organisatiesite zoals het Nibra en NVBR kennen 30000 en 20000 bezoekers per maand met groeipercentages van 58% en 25%. Deze sites bestaan echter langer dan BKN. De Nibra site bestaat 6 jaar en de NVBR site bestaat drie jaar.

Projectstructuur

De projectstructuur rondom BKN bestaat zowel uit medewerkers van het Nibra als uit medewerkers van de NVBR.

De BKN organisatie bestaat uit een projectteam en een Stuurgroep. In het projectteam zijn Nibra medewerkers werkzaam, namelijk de projectleider, Kennismakelaars en webmaster. In het projectteam is ook een NVBR medewerker werkzaam. Dit is de Content Manager. Het Projectteam wordt aangestuurd door de Stuurgroep, die bestaat uit personen van het Nibra, NVBR en Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties(BZK). In de onderstaande figuur wordt BKN organisatie weergegeven.

Figuur1.1BKN organisatie

Nibra

• De Projectleider is verantwoordelijk voor het strategische beleid van BrandweerKennisNet. • De kennismakelaar beoordeelt het document en geeft het een status.

• Webmaster verzorgt de technische infrastructuur (de computer, software en de aansluiting op het Internet) en het beheer daarvan.

NVBR

De Content Manager is verantwoordelijk voor de daadwerkelijke inhoud van het informatiesysteem. Zoals eerder vermeld, is dit hoofdstuk bedoeld om de lezer inzicht te geven in de achtergronden van het onderzoek. Het Nibra, de NVBR, BZK en het project BKN zijn beschreven, omdat deze organisaties een belangrijke rol in dit onderzoek spelen.

Dit hoofdstuk dient dan ook als inleiding op het volgende hoofdstuk, waarin de probleemanalyse en de onderzoeksaanpak van onderzoek beschreven worden.

3 www.staline.cbs.nl, 2005 tabel Brandweer: brand, personeel, materieel en kosten 4 webstatistieken, zie bijlage 6

BrandweerKennisNet organisatie NIBRA Projectleider Kennis makelaar NVBR Content manager Webmaster Stuurgroep Nibra BZK NVBR

(14)

Hoofdstuk 2 Probleemanalyse en onderzoeksaanpak

2.1 Inleiding

Dit hoofdstuk geeft een verantwoording voor de opzet en de uitvoering van het afstudeeronderzoek. Om de kwaliteit van dit onderzoek te waarborgen, worden de belangrijkste methodologische beslissingen toegelicht. Hierbij staat centraal wat we te weten willen komen, waarom we dit willen weten en hoe we dat te weten willen komen. In Paragraaf 2.2 zal de aanleiding van tot het onderzoek worden gegeven. Paragraaf 2.3 beschrijft de probleemhebbers. In paragraaf 2.4 zal de probleemstelling van dit onderzoek gegeven worden. De probleemstelling is te verdelen in doelstelling, vraagstelling, deelvragen, randvoorwaarden en begrippen. In paragraaf 2.5 zal de methodologische verantwoording worden uit een worden gezet. Deze zal bestaan uit een verantwoording van de genomen stappen in het onderzoeksproces met betrekking tot de keuze van de gegevensbronnen, meet en waarnemingmethoden en analyse& rapportage. Vervolgens zal er in paragraaf 2.6 een onderzoeksmodel gepresenteerd worden. In paragraaf 2.7 zal het hoofdstuk worden afgesloten met een maandplanning van de onderzoeksactiviteiten.

2.2 Aanleiding tot het onde

rzoek

Begin 2003 gaf BZK het Nibra en de NVBR de opdracht een internetsite voor de brandweermensen op te zetten. Deze internetsite moet relevante en actuele informatie en kennis aan Brandweermensen leveren. Het doel van de site is het ondersteunen van Brandweermensen in hun vakontwikkeling door het toegankelijk maken van informatie en kennis.

Om dit te bewerkstelligen is in juni 2003 een projectgroep in het leven geroepen. Dit projectteam houdt zich tot 2006 bezig met het ontwikkelen van een Internetsite genaamd BrandweerKennisNet. Vanaf 2006 houdt het projectteam op te bestaan. BKN zal dan als een zelfstandige dienst in de reguliere activiteiten van het Nibra en de NVBR ingebed moeten worden.

Voor het opzetten van BKN heeft BKN een subsidie van BZK gekregen. Deze subsidie bestaat uit twee delen, namelijk een ontwikkelingssubsidie voor de jaren 2004 en 2005 en een beheersubsidie voor de jaren 2004 t/m 2007.

Als er naar de Product Life Cyle5 gekeken wordt dan is te zien dat BKN zich op dit moment in de

groeifase bevindt. Deze fase kenmerkt zich door de snelste omzetgroei in de levenscyclus van een product/dienst6. Over het algemeen is de markt van een dienst/product in deze fase erg dynamisch. Dit

komt onder andere door het groeiende aantal nieuwe toetreders in de markt. Deze toetreders willen mee profiteren van de winsten en de stijgende marktaandelen van bestaande organisaties.

Om een stijgend marktaandeel en winst te behouden, is het voor bestaande organisaties belangrijk aan incrementele innovaties en product verbeteringen te doen om nog beter aan de behoefte van klanten te kunnen voldoen.

In de Non-profit markt, waarin BKN opereert, is het concurrerend denken7 niet gebruikelijk, toch bestaat de markt uit veel substituten. Voor de continuïteit van BKN is het belangrijk dat BKN zich van deze substituten kan onderscheiden. Innovatie en ontwikkeling zijn daarom ook voor BKN belangrijk om beter bij de behoeftes van gebruikers aan sluiten.

Om verdere ontwikkeling van BKN mogelijk te maken, is er ontwikkelingsgeld voor de jaren vanaf 2006 nodig. Om dit geld beschikbaar te stellen zijn inkomstenbronnen nodig.

Naar aanleiding van het aflopen van het project BKN en het werven van inkomsten voor de verdere ontwikkeling van BKN, wil het Projectteam een toekomstplan aan de Stuurgroep presenteren. In dit toekomstplan zal staan hoe het Projectteam de continuïteit van BKN wil waarborgen. Om inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor het waarborgen van deze continuïteit, hebben de Projectleider(Nibra) en Content Manager (NVBR) een Bedrijfskunde studente aan de Rijksuniversiteit Groningen gevraagd een Business Model voor BKN te ontwikkelen.

5 Baker,1999

6 De snelste groei fase van BKN is af te leiden uit de webstatistieken in bijlage 6, 7 Uit interviews met projectleden

(15)

2.3 Probleemhebbers

Een probleemhebber is diegene die een probleem constateert en een verschil ziet tussen hoe iets is en hoe iets moet zijn8.

In dit onderzoek zijn er verschillende probleemhebbers te onderscheiden.

Allereerst kan het hoofd Personeel & Materieel van ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijk relaties(BZK) gezien worden als probleemhebber. Naast dat ze namens BZK de daadwerkelijke opdrachtgeefster voor BrandweerKennisNet is, volgt zij het landelijke beleid van de Brandweer en wil zij weten wat voor rol BKN in de toekomst in dit beleid zal kunnen vervullen.

Verder zijn er belanghebbenden binnen het Nibra en de NVBR.

Dit zijn tevens opdrachtgevers voor dit onderzoek, namelijk de projectleider (Nibra) en de Content Manager (NVBR) van BKN. De projectleider is verantwoordelijk voor het strategische beleid van BKN en de Content Manager houdt zich vooral bezig met de daadwerkelijke inhoud van BKN. Bij beiden is er onduidelijkheid over welke koers BKN in de toekomst kan varen en hoe het beheersysteem er in de toekomst uit kan zien. De probleemhebbers zouden graag antwoord willen hebben op deze vragen. Om antwoord op deze vragen te kunnen geven zal er een onderzoek gedaan worden. De vraagstukken van de probleemhebbers zullen daarom als input gebruikt worden voor het opstellen van de probleemstelling van dit onderzoek.

2.4 Probleemstelling

Voor de invulling van het onderzoek is het belangrijk dat er een eenduidige en relevante probleemstelling is. Een probleemstelling is een weergave van vragen die men door middel van onderzoek tracht te beantwoorden. De probleemstelling bestaat uit een doelstelling, vraagstelling en randvoorwaarden. Naast dat de probleemstelling eenduidig en relevant moet zijn, hoort de probleemstelling ook onderzoekbaar en doelmatig te zijn9.

2.4.1 Doelstelling

Bij de doelstelling van het onderzoek gaat het om het "waarom" van het onderzoek; dat wil zeggen de weg naar de oplossing of het antwoord waar het uiteindelijk om gaat10. Dit zal dan resulteren in een

"deliverable" aan de opdrachtgever. De doelstelling is geformuleerd in samenspraak met de opdrachtgever.Voor dit onderzoek geldt de volgende doelstelling:

Het ontwikkelen van concrete aanbevelingen voor de Stuurgroep en het Projectteam van BKN voor het bereiken van continuïteit.

2.4.2 Vraagstelling

Onder de vraagstelling wordt het "wat" van het onderzoek bedoeld; dat wil zeggen om de precieze aanduiding van het inzicht dat verkregen moet worden11. Op basis van de doelstelling is de

vraagstelling gedefinieerd. Deze luidt als volgt:

Welke aanpassingen moet het Business Model van BKN ondergaan in consistentie met de Business Strategie gericht op continuïteit?

Voor de definities van begrippen continuïteit, aanpassingen, Business Model en Business Strategie zie begrippenlijst paragraaf 2.4.5

Om antwoord op deze hoofdvraag te krijgen, zal deze hoofdvraag opgedeeld worden in deelvragen. Deze deelvragen zullen worden opgesteld aan de hand van een conceptueel model. Dit conceptueel model zal in hoofdstuk 4 weergegeven worden. Allereerst zal het conceptueel model een fasesysteem en een Business Model weergeven. Omdat in dit onderzoek slechts aspecten van een Business Model

8 De Leeuw, 1996 9 De Leeuw 1996 10 Verschuren,1999 11 Verschuren, 1999

(16)

worden bekeken, zullen deze aspecten in een volgend model op aspectniveau weergegeven worden. Het model op aspectniveau zal ook gebruikt worden voor het formuleren van de deelvragen.

De antwoorden op de deelvragen zullen aan de hand van een praktijkonderzoek verkregen worden.

2.4.3 Randvoorwaarden

Randvoorwaarden zijn te onderscheiden in twee soorten, namelijk productrandvoorwaarden en procesrandvoorwaarden12.

Productrandvoorwaarden houden in de randvoorwaarden voor het onderzoeksproduct, de Business Model. Procesrandvoorwaarden gaan over het onderzoeksproces.

De productrandvoorwaarden:

• Bruikbaarheid, welke is op te delen in deugdelijkheid en relevantie. Met deugdelijkheid wordt bedoeld dat de resultaten van dit onderzoek wetenschappelijk verantwoord zijn, zodat de uitkomsten vertrouwd kunnen worden13. Met relevantie wordt bedoeld dat er aangegeven moet kunnen worden op welk punt en hoe de geproduceerde kennis aansluit bij de kennisbehoefte14.

• Dit onderzoek heeft alleen betrekking op het ontwikkelen van een adviesrapport. Het daadwerkelijk uitvoeren van de adviezen behoort niet tot dit onderzoek.

• Dit onderzoek heeft alleen betrekking op BrandweerKennisNet en op de afdelingen van het Nibra en de NVBR die zich met BKN bezig houden. Daarnaast zal ook de markt van BKN in beschouwing worden genomen.

De procesrandvoorwaarden:

• De voorwaarden die door de faculteit Bedrijfskunde worden gesteld voor het afstudeertraject. Zo wordt er gesteld dat het onderzoek zelfstandig wordt verricht en dat men in staat is samen te werken met de bij het project betrokken personen. Ten tweede moet de onderzoeker in staat zijn om tot een wetenschappelijke methodologische verantwoorde probleemaanpak te komen.

• Verder dient het onderzoek uitgevoerd te worden binnen 6 maanden. Het onderzoekstraject zal van 14 februari 2005 t/m 13 augustus 2005 lopen en zal met een rapportage en een mondelinge presentatie worden afgesloten.

2.4.4 Deelvragen

De deelvragen voor dit onderzoek zijn aan de hand het Conceptueel model (Zie de figuren 4.1 en 4.2 in hoofdstuk 4) opgesteld. Deze modellen zijn aan de hand van een theoretisch kader opgesteld. De theorieën waarop deze modellen gebaseerd zijn worden in hoofdstuk 3 besproken.

Deze modellen vormen het conceptueel model voor dit onderzoek. Een conceptueel model is een eenvoudige weergave van de werkelijkheid, dat wordt opgesteld aan de hand van theorieën en concepten uit (in dit geval) de Bedrijfskunde15.

1. Wat is de missie en visie van BKN?

Omdat voor non-profit organisaties het halen van de missie en de visie belangrijke doelen zijn voor voortbestaan van een organisatie (de missie en de visie bepalen de koers van een Business Model16), wordt hierover een onderzoeksvraag geformuleerd. In deze onderzoeksvraag zal missie

van BKN worden verdeeld in organisatiewaarde en klantwaarde. Aan de hand van deze deelvraag zal worden gekeken welke organisatie- en klantwaarde BKN nastreeft en voor welke doelgroepen.

2. Hoe beoordelen klanten BKN met betrekking tot klantwaarde?

Aan de hand van deze deelvraag zal worden vastgesteld of BrandweerKennisNet klantwaarde creëert en of klanten er ook gebruik van maken of willen maken. Verder wordt er ook gekeken er serviceverbeteringen nodig zijn en zo ja welke?

3. Hoe beoordelen stakeholders BKN met betrekking tot organisatiewaarde?

12 De Leeuw, 1996 13 De Leeuw,1996 14 De Leeuw, 1996 15 De Leeuw, 2000

(17)

Deze vraag zal vaststellen hoe stakeholders BKN beoordelen ten aanzien van het vervullen van hun belangen.

4. Waar haalt BKN de inkomsten vandaan om kostendekkend te zijn?

Deze deelvraag heeft betrekking op het economische niveau van een Business Model en moet antwoord geven op waar BKN in de huidige situatie inkomsten vandaan haalt en waar BKN na 2006 inkomsten vandaan kan halen. De resultaten van deze deelvraag zullen vervolgens gebruikt worden voor het beantwoorden van deelvraag 8, namelijk het geven van aanbevelingen voor het aanpassen van het Business Model van BKN om continuïteit te kunnen bereiken.

5. Welke marktpositie heeft BKN?

Deze vraag heeft betrekking op het strategische niveau van het Business model van BKN. Deze deelvraag moet antwoord gegeven of BKN de gewenste marktpositie heeft en welke koers BKN vaart om de gewenste marktpositie te bereiken. De resultaten van deze deelvraag zal vervolgens gebruikt worden voor het beantwoorden van deelvraag 8.

6. Welke primaire activiteiten voert BKN uit om klantwaarde te creëren?

Deze deelvraag heeft betrekking op het operationele niveau van een Business Model. Aan de hand van deze vraag zal antwoord worden gegeven op welke primaire activiteiten17 BKN uitvoert om

klantwaarde te creëren. Ook zal gekeken worden wat de bronnen en kerncompetenties van BKN zijn om deze activiteiten te realiseren. Ook de resultaten van deze deelvraag zullen gebruikt worden voor het beantwoorden van deelvraag 8.

7. Welke ondersteunende activiteiten voert BKN uit om de primaire activiteiten te ondersteunen?

Deze deelvraag heeft betrekking op het operationele niveau van Business model, maar gaat in tegenstelling tot deelvraag 6 in op de ondersteunende activiteiten. Deze deelvraag moet inzicht geven in hoe de primaire activiteiten van BKN ondersteund worden in het bereiken van continuïteit. De resultaten van deze deelvraag zullen gebruikt worden voor het beantwoorden van deelvraag 8.

8. Wat zijn de aanbevelingen voor de toekomst?

Deze deelvraag gaat in op de aanbevelingen van dit onderzoek voor het realiseren van continuïteit. In deze deelvraag moet naar voren komen welke aanpassingen het Business Model van BKN moet ondergaan op het gebied van het creëren van klantwaarde en organisatiewaarde, het bereiken kostendekking na 2006, en het realiseren van een effectieve primaire en ondersteunend proces voor het bereiken van continuïteit.

2.4.5 Begrippen

Voor dit onderzoek zal gebruik worden gemaakt van stipulatieve definities. Kenmerkend voor stipulatieve definities is dat noch waarheid noch een gangbaar woordgebruik maatgevend is voor de adequaatheid ervan zoals dat normaliter het geval is met definities. Wat telt is de bruikbaarheid en de begrenzing van de gekozen omschrijving18

Aanpassingen: het wijzigen van een huidige ongewenste situatie in een gewenste situatie die nodig is om continuïteit te bereiken. Op strategisch, operationeel en economisch niveau19.

Business Model: een model bestaande uit drie niveau’s die laten zien hoe BKN van plan is geld te verdienen(economisch niveau), hoe BKN aan de hand van interne processen en activiteiten waarde voor stakeholders creëert (operationeel niveau) en wat de strategische koers van BKN is(strategisch niveau).

17 Met primaire activiteiten worden activiteiten bedoeld, die door Porter zijn geformuleerd (zie hoofdstuk 4). 18 Verschuren, 1999; p.90

(18)

Business Strategie: de beoogde wijze van positioneren in de markt en de beoogde fundamentele werkwijze van BKN.

Continuïteit: is afhankelijk van de mate waarin BKN klantwaarde en organisatiewaarde voor stakeholders creëert en de mate waarin BKN kostendekkende is.

Externe stakeholders: Hieronder worden BZK en gebruikers van BKN verstaan. Interne stakeholders: Nibra, NVBR zijn belanghebbenden van BrandweerKennisNet. Klanten: Dit zijn de gebruikers van BKN en de opdrachtgever BZK

Klantwaarde: door de klant toegekende waarde in verhouding tot door de klant toegekende opofferingen

Marktpositie: positie met betrekking tot de beheersing van de markt. Aantal brandweermensen dat BKN bezoekt en de mate waarin zij BKN bezoeken om actuele en relevante informatie en kennis te brengen en/of te halen (in vergelijking tot andere brandweergerelateerde sites

Missie: te verdelen in de organisatiewaarde en de klantwaarde houdt in de bestaansreden of fundamentele doelstelling van de organisatie.

Non-profitorganisatie: Private organisatie of verzelfstandigde publieke organisatie die semi-publieke, professionele diensten levert en grotendeels wordt bekostigd uit publieke middelen.

Organisatiewaarde: de voordelen die het Nibra en de NVBR hebben voor het aanbieden van BKN minus de geïnvesteerde kosten die het Nibra en de NVBR moeten doen om BKN aan te kunnen bieden.

Primaire activiteiten: hieronder worden de activiteiten bedoeld, die waarde aan producten/diensten toevoegen.

Ondersteunende activiteiten: hieronder worden die activiteiten bedoeld, die de primaire activiteiten ondersteunen. Deze activiteiten voegen niet direct waarde aan het product of de dienst toe.

Toekomst: de tijd die nog moet komen. In dit onderzoek beslaat deze tijd een periode van 3jaar. Beginnend vanaf januari 2006.

Visie: wordt afgeleid van de missie en is een standpunt over de gewenste toekomstige staat van de organisatie

2.5 Methodologische verantwoording

In deze paragraaf zal een beschrijving worden gegeven van de methodologische verantwoording. Allereerst zal ingegaan worden op het onderzoeksproces. Hierbij zal de ballentent20 gebruikt worden.

Met betrekking tot deze ballentent zal er een beschrijving volgen van de gegevensbronnen, meet- en waarnemingsmethoden, data analyse methoden, de rapportage van het onderzoek. Daarna zullen de kwaliteitscriteria voor wetenschappelijk onderzoek behandeld worden. Vervolgens zal het onderzoeksmodel opgesteld worden. Deze paragraaf zal afgesloten worden met een maandplanning van de onderzoeksactiviteiten.

20 De Leeuw, 1996

(19)

2.5.1 Ballentent

Figuur2.1 De ballentent van onderzoek

In deze paragraaf zal het onderzoeksproces aan de hand van de ballentent21 beschreven worden. De

ballentent (zie figuur 2.1) is een hulpmiddel bij de keuzes die de hoofdlijnen van de onderzoeksaanpak vastleggen.

Zoals uit de bovenstaande figuur te zien is, zijn de ballen van de ballentent aan elkaar gerelateerd. De beslissingen moeten daarom ook in samenhang genomen worden.

In een onderzoek moeten er beslissingen worden genomen over de volgende aspecten: • Probleemstelling: Wat de onderzoeker te weten wil komen en waarom(zie paragraaf 2.4).

• Theoretische begrippen: Welke theoretische begrippen (concepten) een rol spelen in het kader van deze probleemstelling en welke invalshoeken, modellen en visie gehanteerd worden en waarom (zie begrippenlijst, theoretisch kader in hoofdstuk 3 en conceptueel model in hoofdstuk 4).

• Gegevensbronnen: Waar de gegevens vandaan worden gehaald. Dit zal in paragraaf 2.5.3 behandeld worden.

• Meet- en waarnemingsbronnen: hoe gegevens en andere informatie uit de gegevensbronnen gehaald worden. Dit zal in paragraaf 2.5.4 behandeld worden.

Analyse en rapportage: hoe de verkregen gegevens geanalyseerd worden en in welke vorm de resultaten ter beschikking van de belangstellenden zullen komen. Dit zal in paragraaf.2.5.5 behandeld worden.

2.5.2 Gegevensbronnen

In deze paragraaf is aangegeven welke gegevensbronnen geraadpleegd zijn om de gewenste informatie te krijgen.

Documenten

De (faculteit) bibliotheek is veelvuldig geraadpleegd voor boeken, rapporten en tijdschriften.Daarnaast zijn secundaire bronnen geraadpleegd, zoals verslagen en vergaderingnotulen van BKN.

Media

Het Internet is regelmatig geraadpleegd voor artikelen over theoretische concepten die voor het onderzoek gebruikt zijn. Verder zijn de sites van BrandweerKennisNet, Nibra, BZK en NVBR regelmatig geraadpleegd worden. Ook het intranet van het Nibra is regelmatig voor informatie bezocht.

Het "Veld"

De gegevensbronnen uit het veld zijn klanten en projectleden, stuurgroepleden, oprichters en directeuren van de twee organisaties.

21 De Leeuw, 1996 Probleemstelling Meet- waarneming methoden Analysemethoden Theoretische concepten Gegevensbronnen

(20)

2.5.3 Meet- en waarnemingsmethoden

Na te hebben beantwoord uit welke bronnen de gegevens verzameld zijn, wordt in deze paragraaf aangegeven op welke manier informatie uit de gegevensbronnen is gemeten en waargenomen. In dit onderzoek zal gebruik worden gemaakt van bestaande gegevens(dit zijn de gegevens bronnen documenten en media), diepte interviews en waarnemingen.

Bestaande gegevens

In het algemeen laten zich vijf fasen onderscheiden bij het gebruik van bestaande gegevens als data-verzamelingsmethode. In elke fase dient een onderzoeker zich een aantal vragen te stellen. De vijf fasen en bijbehorende vragen voor het gebruik van bestaande gegevens als dataverzamelingmethode22:

• Het verkrijgen van toegang. Welke gegevens hebben we nodig? In hoeverre zijn ze relevant? Waar zijn ze te vinden? Wie moet benaderd worden om toegang te krijgen?

• Het controleren van de authenticiteit. Zijn de gegevens betrouwbaar? Zijn het primaire gegevens(uit de eerste hand)? Is het bekend wie de documenten heeft opgesteld, is de datum en plaats vast te stellen?

• Het begrijpen van de gegevens. In welk verband moeten de gegevens worden geplaatst? Hoe moeten zij worden begrepen? In hoeverre dragen zij bij aan bestaande kennis? Hoe kunnen zij met andere gegevens gecombineerd worden?

• Het analyseren van gegevens. Hoe komen we van loutere beschrijvingen tot interpretatie van de gegevens? Hoe relateren we de selectieve en individuele interpretatie van de gebeurtenissen aan de empirische werkelijkheid?

• Het gebruiken van gegevens. Hoe kunnen politiek gevoelige gegevens worden gebruikt? Hoe moeten dergelijke gegevens worden verwerkt in een rapport?

Diepte interviews

Verder zijn er diepte interviews gehouden om informatie bij klanten en interne stakeholders te verzamelen. De diepte-interviews zijn vooral gehouden om 'hoe' en 'waarom' vragen beantwoord te krijgen. Door gebruik te maken van open vragen is het de bedoeling om geïnterviewden de ruimte te geven om allerlei zaken naar voren te brengen wat veel inzicht kan bewerkstelligen bij de ondervrager. Bovendien biedt het de mogelijkheid om de motivatie achter de stelling te horen.

Waarnemingen

Ten slotte is er ook informatie ingewonnen door middel van waarnemingen. De waarnemingen vonden onder andere plaats doordat de onderzoeker gedurende zes maanden zelf aanwezig was in de

organisatie. Ook was de onderzoeker regelmatig aanwezig bij vergaderingen en presentaties van projectleden om inzicht te krijgen in de activiteiten en ervaringen van projectleden, stuurgroepleden en gebruikers.

2.5.4 Analyse en rapportage

De verwerking en analyse van het verkregen materiaal moeten leiden tot een deugdelijk en relevant materiaal. De resultaten van de gegevensbronnen moeten zo geselecteerd, geanalyseerd en gerapporteerd zijn dat bruikbare resultaten te voorschijn komen. De mate van betrouwbaarheid en validiteit zijn hierbij belangrijke begrippen23.

De concepten uit de literatuur zijn gebruikt om gegevens uit de diepte interviews, documenten en waarnemingen te categoriseren, interpreteren en te analyseren. Het conceptueel model dient hierbij als bril om naar de werkelijkheid te beschrijven en te analyseren.

Er zijn verschillende manieren om resultaten van een onderzoek te rapporteren. In dit onderzoek vindt de rapportage plaatsvinden door een schriftelijke rapportage en een mondelinge presentatie. Door de mondelinge presentatie zal de hoofdgedachte van het onderzoek onder de aandacht worden gebracht en in de juiste context worden geplaatst, terwijl de aanbevelingen worden toegelicht.

22Braster,2000

(21)

2.5.5 Kwaliteitscriteria

Om een onderzoek wetenschappelijk uit voeren, moet er voldaan worden aan kwaliteitscriteria24, namelijk aan controleerbaarheid, construct validiteit, interne validiteit, externe validiteit,

betrouwbaarheid, valide argumentatie, bruikbaarheid en efficiëntie. Zie bijlage 3 voor dit punt.

2.6 Onderzoeksproces model

In dit onderzoeksproces model wordt een globaal overzicht gegeven van de verschillende stappen, die ondernomen gaan worden om de doelstelling te bereiken.

Figuur: 2.2 onderzoekproces model

Het model, zie bovenstaande figuur, bestaat uit het opstellen van een probleemstelling en onderzoeksaanpak. Het conceptueel model en deelvragen zijn aan de hand van het vooronderzoek opgesteld. Dit vooronderzoek bestond uit een literatuuronderzoek over business modellen. Vervolgens is er een plan van aanpak opgesteld voor het beantwoorden van de deelvragen.

Om een Business model voor de toekomst te ontwerpen en om dus antwoordt te geven op de deelvragen, is het belangrijk te weten welke koers BKN in de toekomst wil gaan. Het strategische 24 Braster, 2000 Praktijkonderzoek Literatuur onderzoek Probleemstelling en onderzoeksaanpak Vooronderzoek Business modellen

Concepten over Business strategie

Diepte

interviews Documenten Waar- nemingen

SWOT-analyse

Business Strategie op basis van ontwerp

Business Strategie op basis van ervaring

Vergelijken van de verschillende Business strategie ontwikkelingsmethode

Opstellen van Business model BKN door deelvragen te beantwoorden.

(22)

niveau van het Business Model komt hierin naar voren. Aangezien de business strategie voor BKN nog niet bekend is, is besloten om een Business strategie op te stellen. Het ontwikkelen van de Business Strategie zal op twee manieren gebeuren. Een strategie op basis van ontwerp en een strategie op basis van ervaring. In dit onderzoek zal de strategie op basis van ontwerp aan de hand van een SWOT-analyse worden opgesteld25. Voor het opstellen van de SWOT- analyse zal gebruik worden

gemaakt van drie soorten bronnen: interne en externe documenten, diepte interviews en waarnemingen.

Nadat beide strategie ontwikkelingsmethoden zijn beschreven, zal het Business Model op basis van ontwerp ontwikkeld worden door het beantwoorden van de deelvragen van dit onderzoek. Vervolgens zal dit Business Model vergeleken worden met het Business Model dat door de Stuurgroep ontwikkeld is. Dit onderzoek zal afsluiten met een conclusie en aanbevelingen.

2.7 Planning

De beschikbare tijd voor deze activiteiten is zes maanden. Naar aanleiding hiervan is de maandplanning als volgt uitkomen te zien. De waarnemingen staan niet in de planning; ze zijn gedurende zes maanden tussen door gebeurd.

In de planning worden de periodes voor de activiteiten vermeld. Verder is er bij de activiteiten ook aangegeven welke kennisproducten er gemaakt zijn. Elk kennisproduct is aan het eind van de periode geleverd.

Maand activiteiten

14 februari 2005 t/m 25 februari 2005 onderzoek context • probleemstelling • onderzoeksaanpak

1 maart 2005 t/m 1 april 2005 afmaken van onderzoeksaanpak • bestaande gegevens uitzoeken • theoretisch kader

4 april 2005 t/m 20 mei 2005 opstellen van diepte interviews met klanten en stakeholders en projectleden • doen van interviews met klanten

stakeholders en projectleden • uitwerken van de interviews • database

23-mei 2005 t/m 24 juni 2005 externe analyse af

27 juni 2005 t/m 1 juli 2005 interne analyse af en Swot-analyse,

4 juli 2005 t/m 22augustus 2005 Business strategy en Business model opstellen

concept verslag maken en inleveren 23 augustus 2005 t/m 3 november 2005 definitief verslag maken

Tabel 2.1: gerealiseerde onderzoeksplanning

25Slagter, J.en van der Waals,Technology based Business Development Acceleration, In Supplement Field Course Business Development,

(23)

Hoofdstuk 3 Theoretisch kader

3.1 Inleiding

In het theoretische kader zal naar voren komen welke theoretische begrippen en concepten een rol spelen bij het beantwoorden van de hoofdvraag. Hierbij zal naar voren komen welke theoretische invalshoeken en modellen gehanteerd worden. Dit hoofdstuk geeft de bril aan, waarmee naar de werkelijkheid gekeken wordt.

In dit onderzoek zal een Business Model ontwikkeld worden voor BKN. Naar aanleiding hiervan zullen in paragraaf 3.2 theoretische concepten met betrekking tot Business Modellen beschreven worden. Door middel van deze theoretische concepten is in hoofdstuk 4 een conceptueel model opgesteld. Met dit conceptueel model zijn de deelvragen in paragraaf 2.4.4 opgesteld.

In het onderzoeksproces model(paragraaf 2.6) komt naar voren dat het Business Model aan de hand van een Business strategie ontwikkeld wordt. Naar aanleiding hiervan zullen in paragraaf 3.3 theorieën behandeld worden, die betrekking hebben op het ontwikkelen van een Business Strategie.

3.2 Business Model

In deze paragraaf wordt allereerst begonnen met het definiëren van de het begrip Business Model. Aangezien de term “waardecreatie” een grote rol speelt binnen de definitie van een Business Model zal vervolgens de relatie tussen een Business Model en de waardeketen van Porter beschreven. De waardeketen van Porter wordt beschreven, omdat deze theorie betrekking heeft op activiteiten die een organisatie uitvoert om waarde te creëren en omdat er onderscheid in de activiteiten wordt gemaakt26.

Vervolgens wordt er ingegaan op de variabelen, waaruit een Business Model bestaat. Tot slot worden deze variabelen voor dit onderzoek zodanig aangepast dat ze ook van toepassing zijn voor een non-profit Business Model. Aan de hand van de concepten over Business modellen zal er in het volgende hoofdstuk een conceptueel model worden opgesteld, die de relevante variabelen voor het bereiken van continuïteit van BKN aangeeft.

3.2.1 Definities van Business Modellen

Er is geen algemeen geaccepteerde definitie van een Business model. In de literatuur wordt een Business Model meestal gezien als een architectuur, een ontwerp, een patroon, een plan, een methode, een aanname of een stelling27.

Voorbeelden van Business model definities zijn:

• "The Value creation priorities of the firm with respect to the utilization of both internal and external resources for the purpose of creating value for and with the customers" (Nossella e.a28).

• "The particular business concept (or way of doing Business) as reflected by the business's core value proposition(s) for customers; its configurated value network to provide that value, consisting of own strategic capabilities as well as other (e.g. outsourcers/ allianced) value networks; and its continued sustainability to reinvent itself and satisfy the multiple objectives of its various stakeholders"(Voelpel e.a.29).

• Een Business model beantwoordt de vraag: wie is de klant en waar hecht de klant waarde aan? Wat belangrijker is, een business model helpt met beantwoorden van de onderliggende economische logica, dat uitlegt hoe waarde aan klanten geleverd kan worden tegen bijbehorende kosten(Chung e.a30).

26Besanko, Dranove en shanley, 2000; p. 404-405

27 Morris, e.a., In Journal of Business Resarch 58 (2005), p. 726 28 In Technovation 25(2005); p.852).

29 In European Management Journal 23 (2005), nr.1; p.40). 30 In International Journal of Production Economics 87(2004) p. 267

(24)

In het artikel van Hayes en Finnegan worden verschillende definities gegeven, namelijk31:

• Een business model is een mengsel van drie stromingen: De waardestroming,

opbrengstenstroming en de logistieke stroming. De waardestroming betreft de waardepropositie voor kopers, verkopers en de marktmakelaars. De opbrengstenstroming gaat over hoe een organisatie geld verdient en de logistieke stroming legt vast hoe allerlei zaken met betrekking tot de waardeketen de desbetreffende organisatie beïnvloeden (Mahadevan, 2000).

• Architecture for product, service and information flows", incorporating a description of the sources of revenue, the actors involved their roles, and the benefits to them (Timmers, 1999). In een onderzoek naar de inhoud van sleutelwoorden in 30 Business Models definities werden door Morris e.a. drie algemene categorieën geïdentificeerd32. Deze categorieën definiëren een Business

Model op drie niveaus namelijk op:

• Economisch niveau. Het Business model laat zien hoe een bedrijf geld gaat verdienen en hoe het van plan is winstgevend te blijven in de toekomst.

• Operationeel niveau. Op dit niveau ligt de focus op interne processen en het ontwerp van een infrastructuur dat waardecreatie door de onderneming mogelijk moet maken.

• Strategisch niveau. Dit niveau legt de nadruk op de algehele richting van een onderneming, namelijk welke marktpositionering, groei mogelijkheden en interactie tussen andere organisaties gekozen gaan worden.

Gekeken naar de bovenstaande definities, kan er geconcludeerd worden dat de definities passen binnen de bovenstaande categorieën van Morris. Deze niveaus worden daarom ook als uitgangspunt genomen voor het opstellen van de definitie van het Business Model van BKN.

Wel komen in de andere definities de aspecten: waardecreatie voor en met klanten, het aanwenden van externe bronnen en het tevreden stellen van stakeholders meer naar voren. In dit onderzoek zal de nadruk ook op deze begrippen liggen.

Het Business Model van BKN wordt als volgt gedefinieerd: een model bestaande uit drie niveau’s die laten zien hoe BKN van plan is geld te verdienen(economisch niveau), hoe BKN aan de hand van interne processen en activiteiten waarde voor stakeholders creëert (operationeel niveau) en wat de strategische koers van BKN is(strategisch niveau).

Zoals eerder vermeld kan een Business Model op verschillende manieren gezien worden. In dit onderzoek zal het Business Model vanuit twee perspectieven gezien worden. Allereerst zal het Business Model van BKN als conceptueel model voor dit onderzoek gebruikt wordt. Aangezien een conceptueel model gebruikt wordt voor het beschrijven en analyseren van de werkelijkheid, zal het Business Model gezien worden als “aanname” over de werkelijkheid. Het Business Model wordt als referentiekader gebruikt voor de diagnose van het onderzoek.

De term diagnose omvat alle activiteiten die gericht zijn op het verkrijgen van een helder startpunt voor het (her)ontwerp of verbetermaatregelen33. De diagnose van dit onderzoek is te typeren als een

algemene brede diagnose met voorafgaand probleemsignaal en met een expliciet referentiemodel. • Met algemeen wordt bedoeld dat de gehele projectorganisatie onder de loep wordt genomen. • Met breed wordt bedoeld dat naast problemen ook de oorzaken worden opgespoord.

• Met voorafgaand probleemsignaal wordt bedoeld dat er actoren zijn die vraagstukken hebben met (aspecten) van hun werkelijkheid. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Stuurgroep en het Projectteam.

• Met expliciet referentie model wordt het Business model bedoeld dat gebruikt is voor de beeldvorming van de werkelijkheid voor dit onderzoek.

Om de doelstelling van het onderzoek te bereiken, namelijk het ontwikkelen van concrete aanbevelingen voor de Stuurgroep en het projectteam voor het bereiken van continuïteit, wordt het Business Model als middel gebruikt voor het opstellen van deze adviezen en aanbevelingen. Vanuit dit gezichtpunt kan het Business model ook als “plan/methode” om continuïteit te bereiken gezien worden.

31

Hayes J. and P. Finnegan, in European Journal of Operational Research 160 (2005), p. 366

32 Morris, M., M. Schindehutte en J. Allen, In Journal of Business Research 58 (2005); p. 726-727 33 De Leeuw, 2000; 299

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de solvabiliteitsratio tussen de solvabiliteitsratio's ligt als vastgesteld in de bovenstaande tabel, wordt de waarde van g i lineair geïnterpoleerd aan de hand van de

(b) de middelen om de identiteit te verifiëren van de personen, of hun vertegenwoordigers, die de bijkantoren registreren.. De lidstaten kunnen, in het kader van

(c) derden, met instemming van de betrokken fuserende vennootschappen. De lidstaten zorgen ervoor dat elke fuserende vennootschap de in lid 1 van dit artikel bedoelde deelnemers in

(b) niet gebonden aan het volume en/of de waarde van de namens de cliënten verrichte transacties. Elke operationele regeling voor de inning van de onderzoeksvergoeding

(b) zij geven de cliënt op een duurzame drager kennis van de uitvoering van de order, en wel zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk de eerste werkdag na

8 Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni

(i) de totale jaarlijkse bruto-inkomsten uit beleggingsdiensten en - activiteiten van de beleggingsonderneming bedragen minder dan 30 miljoen EUR. Voor de toepassing

575/2013 door [Verordening (EU)---/----[VBO]] kan, zodra deze van kracht wordt, beleggingsondernemingen in beeld brengen die al actief zijn op basis van een overeenkomstig Richtlijn