• No results found

Het zoeken naar een methode voor het meten van de effectiviteit van een intranet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het zoeken naar een methode voor het meten van de effectiviteit van een intranet "

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het zoeken naar een methode voor het meten van de effectiviteit van een intranet

Bijlagen

Alex Westers

Technische Bedrijfwetenschappen RijksuniversiteitGroningen

Vertis BV Groningen April 2003

(2)

Effectiever VISsen Bijlagen:

1. Oude structuur van Vertis 2. Planning van het onderzoek 3. Uiterlijk Vis

4. Portaal

5. Overzicht gegevens 6. Views per periode 7. Zoekwoorden 8. Views/update

(3)

Effectiever VISsen

Bijlage één: oude structuur Vertis

In de oude structuur had Vertis de organisatie ingericht naar bedrijfsprocessen bij de klant. De grondgedachte was dat de organisatie onafhankelijk moest zijn van de organisatiestructuur van de klanten van Vertis. Dus onafhankelijk van business units, sectoren, matrixorganisaties en divisies. Aangezien de toepassing van IT geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om de bedrijfsprocessen van klanten te verbeteren, zullen altijd functioneel georiënteerde medewerkers van de klant als gesprekspartner optreden. Vertis had en heeft daarom van oudsher functionele kennis en kunde gecombineerd met de kennis van IT, en heeft daartoe de organisatie functioneel (Research & Quality, Productie & Proces, Logistiek, Finance, Personeel & Organisatie, etc.) ingericht. Bij een functionele indeling voegt men alle soortgelijke functies of handelingen bij elkaar in één orgaan (in ’t Veld, 1999).

De functionele groepen beschikten niet alleen over analisten, ontwerpers en programmeurs, maar later ook over sales en pre-sales. Het Rekencentrum vormt van oudsher een aparte groep. De specifieke technische kennis van IT is

gebundeld in de groep Innovation consultancy & support, die daarmee ondersteunend is voor de functionele groepen en voor het Rekencentrum.

In de beginjaren van Vertis vond de besturing van Vertis plaats vanuit een managementteam. Na enkele jaren is overgestapt op een 2-lagen structuur als aansturingsmodel voor de organisatie waarbij het management wordt gevormd door de gezamenlijke BSP’s (Business System Planners). Hiermee werd recht gedaan aan de uitspraak dat Vertis wordt gekenmerkt door een platte organisatie, waarin weinig hiërarchie valt te herkennen en waarin voor alle medewerkers eigen initiatief en eigen verantwoordelijkheid worden aangemoedigd. Daardoor wordt Vertis ook gekenmerkt door het bestaan van veel dwarsverbanden boven

Fig. 2.2 Oude structuur Vertis BV

(4)

Effectiever VISsen de functioneel ingerichte grondvorm, de zogenaamde. informele organisatie of netwerkstructuur. Deze netwerkstructuur is een uitstekende voedingsbodem voor aspecten als eigen initiatief, collegialiteit, zelfwerkzaamheid,

verantwoordelijkheid, betrokkenheid en stelt Vertis in staat om zonder hiërarchische belemmeringen direct te reageren op veranderende omstandigheden: afhankelijk van de ontwikkelingen ontstaan nieuwe

knooppunten van activiteiten en kunnen bestaande knooppunten verdwijnen.

In 1997 werd deze inrichting van de organisatie herbevestigd, onder gelijktijdige stroomlijning van de bestaande groepen en de oprichting van Service

Management als nieuwe groep. Tevens werd in dat jaar de rol van coördinatoren binnen de groepen gelegitimeerd. Eind 2000 is een afzonderlijke groep Sales gevormd.

(5)

Effectiever VISsen

Bijlage twee: Planning van het onderzoek

Het project heeft een tijdstermijn besteken van ongeveer zevenentwintig weken van augustus 2002 tot en met april 2003. Het project zal bestaan uit een aantal fasen. Eén en ander is weergegeven in het volgende overzicht:

De eerste fase bestond uit het opzetten van het plan van aanpak (intern bij Vertis cr010 genoemd). Hierna is er een aantal weken onderzoek gedaan. Het

onderzoek had betrekking op het gebied van kennismanagement, daarna op het gebied van methodieken. De meetfase liep over een langere periode en door een gedeelte van de andere fasen heen. De laatste fase was het uitwerken van de gevonden bevindingen. Er was een aantal mijlpalen in het onderzoek. Deze mijlpalen bestonden uit het opleveren van een tussenproduct. Mijlpaal één bestond voor een groot gedeelte uit de opgedane kennis vanuit het literatuur onderzoek. Ook is in dit gedeelte de probleemstelling en planning opgenomen.

Mijlpaal twee bestond uit de resultaten van het onderzoek naar welke methoden (zie doelstelling) geschikt zijn en uit de analyse van het gebruik van VIS. Er is ook gekeken naar eventuele methoden die reeds binnen Vertis aanwezig zijn. Na een analyse van de verschillende alternatieven is gekeken hoe het beste de gekozen methode technisch en organisatorisch ingepast kan worden binnen Vertis.

Mijlpaal drie heeft bestaan uit het opleveren van het eindresultaat. Dit betreft het voor u liggende rapport met de conclusies en aanbevelingen.

Weeknummer 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Omschrijving aantal weken

CR010/plan van aanpak 3

Literatuur onderzoek

KM Algemeen 3

Opdracht specifiek 3

Raamwerk bewerkstelligen 3

Tools

Algem een 3

Binnen Vertis 3

Gebruik 3

Meten

Uitwerken bevindingen 11

Mijlpalen (tussenproducten) 1 2 3

(6)

Effectiever VISsen

Bijlage drie: Uiterlijk VIS

Inlogscherm van VIS

Hoofdscherm VIS

(7)

Effectiever VISsen

Bijlage vier: Portaal

Vis portaal met portlets

(8)

Effectiever VISsen Het zelf aanpassen van een portlet

(9)

Effectiever VISsen

Bijlage vijf: Overzicht gegevens

Monitoring folder

Overzicht: Views per folder

(10)

Effectiever VISsen Overzicht: Views per periode

Overzicht: Nieuwe Items

(11)

Effectiever VISsen Overzicht: Zoekwoorden

(12)

Effectiever VISsen

Bijlage zes: Views per periode

Views per Periode

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000

44 2002 46 2002

48 2002 50 2002

52 2002 2 20

03 4 2

003 6 200

3 8 200

3 10 20

03 12 20

03

Weken

Aantal Views

Periode Aantal views Aantal gebruikers

44 2002 5526 288

45 2002 9658 328

46 2002 11237 340

47 2002 9540 307

48 2002 9842 327

49 2002 11068 345

50 2002 11296 346

51 2002 11509 349

52 2002 3110 195

1 2003 5101 248

2 2003 4929 278

3 2003 8517 352

4 2003 7361 324

5 2003 8093 310

6 2003 6017 312

7 2003 5647 329

8 2003 5574 317

9 2003 4921 295

10 2003 5234 320

11 2003 7369 295

12 2003 7160 303

(13)

Effectiever VISsen Gebruikers per periode

0 50 100 150 200 250 300 350 400

44 2002

46 200 2

48 200 2

50 200 2

52 200 2

2 200 3

4 2003 6 200

3 8 200

3 10 200

3 12 200

3

Weken

Aantal gebruikers

(14)

Effectiever VISsen

Bijlage zeven: Zoekwoorden

In deze bijlage een overzicht van de meest gebruikte zoekwoorden in de periode van week 44 tot en met week 52 van 2002. Op deze woorden is tien of meer keer gezocht in de genoemde periode.

# Zoekwoord Aantal keer gezocht Gemiddeld resultaat

1 Bea 80 4

2 Slabak 41 8.12

3 Cdm 35 24.43

4 Beoordeling 33 14.88

5 Cv 33 14

6 Capaciteitsoverleg 27 6.11

7 c-grade 22 43.64

8 Headstart 18 16.33

9 Watergroep 17 2.82

10 Capaciteit 16 18.38

11 Isca 16 8

12 Rfc 16 21.69

13 Referentie 16 15.81

14 Ace 15 26

15 Arbeidsvoorwaarden 14 2.79 16 Eindejaarsfeest 13 5.54 17 Referentietraject 13 0

18 Wifo 13 18.62

19 vergaderruimtes annuleren 13 5.77

20 Care 12 17.83

21 Salaris 12 5.75

22 Citrix 11 2

23 Familiedag 11 14

24 Scannen 11 2

25 Kerst 11 17.55

26 cr010 11 10

27 bi 10 247.5

28 socoh 10 0

29 thuiswerken 10 11

30 virus 10 4

31 trefpunt 10 2.4

32 telefoon 10 26.7

33 forum 10 12.4

34 desktop 10 5.3

(15)

Effectiever VISsen

Bijlage acht: Views/update

Oktober 2002

Aantal nieuwe items Aantal folders Totaal aantal views Gemiddeld aantal views per folder

1 28 1584 56,57

2 12 170 14,17

3 1 13 13

4 3 71 23,67

6 1 250 250

10 2 32 16

16 1 10 10

38 1 227 227

Correlatiecoëfficiënt 0,520771436

Covariantie 570,06125

November 2002

Aantal nieuwe items Aantal folders Totaal aantal views Gemiddeld aantal views per folder

1 66 1849 28,02

2 20 2098 104,9

3 9 1567 174,11

4 5 349 69,8

5 5 680 136

6 2 109 54,5

7 1 50 50

9 2 305 152,5

19 1 59 59

33 1 21063 21063

Correlatiecoëfficiënt 0,856415612

Covariantie 50513,1563

(16)

Effectiever VISsen

December2002

Aantal nieuwe items Aantal folders Totaal aantal views Gemiddeld aantal views per folder

1 81 1252 15,46

2 29 1191 41,07

3 11 243 22,09

4 1 14 14

5 2 159 79,5

7 1 814 814

10 1 309 309

13 2 951 475,5

27 1 20935 20935

Correlatiecoëfficiënt 0,890554556 Covariantie 44354,10111

(17)

Effectiever VISsen

Januari 2003

Aantal nieuwe items Aantal folders Totaal aantal views Gemiddeld aantal views per folder

1 72 2250 31,25

2 35 1473 42,09

3 13 376 28,92

4 4 320 80

5 5 236 47,2

6 3 182 60,67

7 4 558 139,5

8 2 103 51,5

9 3 188 62,67

11 1 87 87

12 1 176 176

13 1 1 1

32 1 284 284

42 1 1 1

45 1 15983 15983

51 1 368 368

Correlatiecoëfficiënt 0,481277634 Covariantie 29977,50797

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is onduidelijk in hoeverre de soort zich op eigen kracht via het Rijn-Main-Donaukanaal (met meer dan 20 sluiscom- plexen) heeft verspreid of is uitgezet in het stroomgebied van

Trefwoorden Nationaal Landschap, kennisuitwisseling, kennis op maat, communicatie, implementatie, beleidsondersteunend onderzoek, gebiedsgericht beleid, uitvoering Nota

De hoeveelheid organische stof in de vergister is ook te verhogen door organische co-producten aan de mest toe te voegen en dit mengsel te laten vergisten.. Deze zogenaamde

In contrast to chapter 2 of the Monitor of Well-being & the Sustainable Development Goals, in Chapter 4 of the Monitor of Well-being (SDG 17) this indicator is interpreted as

Binnen elk rechtsgebied wordt er vervolgens een hiërarchie aangebracht tussen hogere en lagere regels en tussen de hoogste rechter en lagere rechters.. Een wet gaat boven

Het Hof heeft Nederland gevraagd nader toe te lichten welk strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt aan personen die zich in de situatie van betrokkene bevinden,

In this study we focused on government interventions in cereal markets in four East African countries (Ethiopia, Kenya, Tanzania and Uganda) in the context of high international

De medewerker van het Zorginstituut geeft aan dat er wel verschillen tussen beide middelen zijn in ongunstige effecten, maar dat die verschillen geen reden zijn om het ene middel