• No results found

Ontwikkeling van een procesbesturing voor oxydatiesloten. Vergelijking van een zuurstof-, een ammonium/zuurstof- en een nitraat/ammonium/zuurstof-regeling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontwikkeling van een procesbesturing voor oxydatiesloten. Vergelijking van een zuurstof-, een ammonium/zuurstof- en een nitraat/ammonium/zuurstof-regeling"

Copied!
46
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kkeling van een procesbestu

voor oxydatiesl

(2)

Stichting Toegepist Onderzoak Witerbeheer

van een procesbesturing voor oxydatiesloten

cing van e e n zuurstof-, e e n ammonium l z u u r s t o f - en e e n a m m o n i u m l z u u r s t o f r e g e l i n g

Arthur van Schendelstraat B16 Postbus 8090,3503 RB Utrecht Telefoon 030 232 11 99 Fax 030 232 17 66

Publicaties en het publicatie- overzicht van de STUWA kunt u uitsluitend bestellen bij:

H~geman Verpakken BV Postbus 281 2700 AC Zoetermeer tel. 079

-

361 11 88

fax 079

-

361 39 27 o.v.v. ISBN- of bestelnummer en een duldelijk afleveradres.

ISBN 90.74476.96.1

(3)

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING 2 ACHTERGROND 3 DOELSTELLING

4 BESCHRUMNG VAN DE RWZI BEEMSTER 5 PROEFOPZET

5.1 Beschrijving van & metingen 5.2 Beschrijving van de regelingen

5.2.1 De piunitofregelig

5.2.2 De ammoniudpiurstofregeIing 5.2.3 De nitraat/ammoniudzuumtofregeIing 5.3 Fasering van het onderroek

5.4 Bemonstering en analyse 5.4.1 B e m o n s t e ~ g 5.4.2 StanJsardanalyses 5.4.3 Procescondities 5.4.4 Bijzondere metingen 5.4.5 On-lie monitoren 6 SIMULATIE

6.1 Inleiding en doelstelling 6.2 Bnschrijving van het model 6.3 Simuiatieresultaten van fase 2 6.4 Simulatieresultaten van fase 3 7 EVALUATIE VAN DE RESULTATEN

7.1 De resultaten van fase 1 7.2 De resultaten van fase 2 7.3 De resultaten van fase 3

7.4 Invloed van de regelingen op het nctief slib en het energieverbruik 7.5 Bedrijfsvoeringsaspecten

7.6 Kosten S CONCLUSIES Bijlage 1:

Bijlage 2:

Bijlage 3:

Bijlage 4:

Bijlage 5:

Bijlage 6:

Bijlage 7:

Bijlage 8:

Bijiage 9:

Bijlage 10:

Bijlage 11:

Overzicht van medewerkenden Processchema van de nvzi Beemster

Dimensioneringsgegevem van de nvzi Beemster Resultaten van de influeatkarakteriffiring Resultaten van de simulatie voor fase 2

Vergelijking van de aangepaste simulaiies van fase 2 met de praktijk Resultaten van de simulaiie voor fase 3

Praktijkresultaten van fase 2 Praktijkresultaten van fase 3 Belasting van de nvzi in fase 3

Resultaten van de N O m J 0 2 - r e g e l i g met gedempt &-signaal

(4)

SAMENVATTING

ia de periode november 1994 tlm november 1996 is door het Hooghcemnisdschep van

Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier het praktijLondermek 'Onhvikkelinz van eea procssbeshlring voor oxydatiesloten: vergelijking van

&

zuurstof-, een a m m a n i u a f - en een niuasnlammonium/~uistofÎegeI~ uitgwced. Dit pmject vond plaats in het Ladsr van het STOWA-pmject 'Regelen van P- en N-verwijderingsproeaasen in de praktijk'-

De doelsteIling van dit odermek is het ontwikkelen van eea proersheghinog voor de zuumt0f- inbreng voor oxydatiedoten op basis van wnventionele

(PI@))

m&- en qeIstr;itegi&, mst

De bepruefde stikstofregelingen zijn zogenaamde Cpaeoderegelingen. Dit houdt in dat de ammonium- of nitrna1/BmmMilumregeling het aiurstofsatpoint bepaald. De nturstofrsgoling shiuri vervolgens de beluchteis aan.

Met alle regeliiagen (O2, NH J02 en NOJNH JOZ) is een effluentkwaliteit van 5 h 6 mg N-I1 haalbaar.

Aangezien er geen statistische toets kon worden uitgevoerd, is bij de huidige belasting van de rwzi is niet senduidig aan te geven welke regeling het beste functioneert.

Aangezien de het optimaliseren van regelingen en regelaars in de praktijk vwl tijd kost,

dn

de optimale instellingen bepaald met hehulp van simuiatie. De regeling zijn vervolgens kortdurend in de praktijk geteet. Tussen de praktijkresultaten en de simulatie~esultatea bestoad p~nvankelijk een verschil. Dit werd veroorzaakt door eer, discnpuitie tuesca de met het simuiatiemodel bepaalde regelparameters en de in de PLC gefmplementeerde regelparameters. Nadat dit aangepast was, kwamen de resultaten beter overeen.

(5)

1 INLEIDING

In dit rapport worden de resultaten van he4 pdtijkotidenoelr 'Ontwikkelhg van een proces- beshiring voor oxydatiesloten: vergelijking van een zuurstof-, pmmoniumlzuurstof- en een nitraat/~onium/mumtof-regeling' weergegeven.

Het o n d d is uitgevoerd door het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Holland8 Noorderkwartier en vond plaats in de periode november 1994 Um november 1996.

Het onderwek is begeleid door de STOWA in het kader van het project 'Regelen van P- ea N- venvijderingsproc«isen in & praktijk'. Deze STOWA-begeleidingscommi88ie hmft parallel in we-rkgroepverband meerdere onderzoeken van waterhvaliteitsbeheerders begeleid.

In b~lage l is een overzicht opgenoma met personen die een bijdrage aan het onderzoek hebben geleverd.

In hoofdstuk 2 wordt op de achtergrond van het project ingegaan. De doelstelling van het project wordt beschreven in hoofdsiuk 3. Hoofdstuk 4 geeft een beschrijving van de rwzi Beemster. De proefopzet van het praktijkondemek is weergegeven in hoofdsiuk 5. Hier wordt onder meer ingegaan op de keuze en beschrijving van de regeliing. In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op de simulatie.

De resultaten van het ondenoek zijn weergegeven in hoofdstuk 7. In hoofdstuk 8 wordt afgesloten met conclusies.

(6)

2 ACHTERGROND

Het Hoogheemraadschap heeft het beleid vastgesteld om met ingang van 1995 Mpeitiwelijk U X M 75 46 van de op de fwzips aahgevoetde vrachtrci tosaalfosfaat en atikstof uit bet afvalwaíer te verwijderen.

In het kader van hel STOWA-pmjrct 'Regelen van P- en N-vewijderingsprocessee m de praktijk' is het o n d d van 'Ontwikkeling van EW p r h h r r i n g voar oxydatid0te.n' ais BBa van de participatie-pmjecten gwleMeerd.

Aangezien Uihvatereado Sluizen een groot aantal omlwpr*?adtom beheert, is het onderIwlt afgestemd op de ontwikkeling van een plac*iMtu&g v w r oxydaties1ote.n. De huidigenuW's worden bestuurd op b i s van a i u r s t o f d n g . Vwr h& realiseren van hei P- m N-beleid wordt eea aantal &'s uitgebreid en zal er scherper maten worden gestuurd. Deze uitgebreide nvzi*s zullen in eerste instantie worden bestuurd op basis van zuurstofmeting. Ahankelijk van de resultaten van het onder& zullen an&e regelingen worden geïmplementeerd.

H& onderwek is uitgevoerd op de iwzi Beenster, aangezien deze d representatief is voor esn groot aantal nvzi's in beheer bij Uihvatwende Sluizen.

NPaa dit onderwek, waarin drie regelingen op basis van nspectievelijk 0,. NHJO, en N O & H

J4

worden vergeleken. is er w k ondermek uitgevoerd naar een regeling op b i s van respiromerrie. De resultaten hiervan zijn separaat geraPportemdl

.

(7)

3 DOELSTELLING

De doeisteihg van dit onderzoek is het onîwikkelea van een procssbesturing voor de nuuptof-

i n h g voor oxydatieslokn op basis van conventionele

(PI@))

meet- en regeislrategieëa, met behulp van de on-line meting van ammonium en nitraat.

De doelstelling van dit ondermek sluit, om de volgende redenen, aan bij de doelstelling van het STOWA-project:

het betreft een voor de Nederlandse situatie representatieve nvzi (carrousel);

i er worden o n - h e monitoren voor ammonium en nitraat toegepast;

de nieuw te ontwikkelen procesregeling(en) worden vergeleken met de huidige p- regelig (op basis van murstofmeting).

(8)

4 BESCIIlUJVING VAN DE RWZI BEEMSTER

De ontwerpcapaciteit van de rwzi Beemster bedraagi na de uitbreiding in 1992 96.300 i.e. (op basis van 54 g BZV). De hydraulische capaciteit van de rwzi bedraagt 3600 m31uur. Het afval- water wordt aangevoerd via verschillende persleidingen, die vlak voor de rwzi worden samen- gevoegd tot &n persleiding. Het effluent wordt geloosd op het Noordhollandsch Kanaai.

In bijlage 2 is een processchema van de nvzi Beemster weergegeven.

De waterlijn bestaat uit een carrousel met een onbeluchis wlwtor. Voor de fosfaatvenVijdeM@

wordt ijzer(1I)sulfaat gedoseerd in de c a r r o u d

f

I

De bestaande rwzi is in 1992 uitgebreid met extra beluchtingscapaciteit.

De ontwerpslibbelasting van de rwzi is 0,071 kg BZVlfig &.dag). De effluenteisen staan vermeid in rabel I.

m:

Ovazieht van de lozingseisen v w r de nvzi Brrmster

De slihlijn bestaat uit een drietal gravitatie-indikkers en huw. ontwateringscentnfuges. Hier wordt het slib ontwaterd tot circa 22 % drogc-stof. Sinds eind 1995 wordt het ontwaterde slib afgevoerd naar de slibdrooginstallatie in Beverwijk.

In bijlage 3 zijn de belangrijkste dimensionenngsgegevens van de rwu weergegeven.

De rwzi wordt door middel van een PLC met kldschermbesturing geregeld.

(9)

5 PROEFOPZET

5.1 Beschrijving van de metingen

Ten behoeve van de verschillende regelingen wordt op een drietal plaatsen in de c d cmtinu het ammonium- en nitraatgehalte gemeteu. Daarnaast wordt op &I plaats he& Iruirstof- gebalte gemeten. Infiguur I zijn de verschillende meetpunten weergegeven.

Meetpunteu van de analysers en de zuurstofmeter

De continumetingen worden uitgevoerd met apparatuur van Skalar. De uitgangssignalen wordm naar de PLC van de rwzi gestuurd en worden als kwartiergemiddeldewaarden vastgelegd in dataloggers.

In de praktijk is voor de regelingen alleen gebmik gemaakt van de analysegeg- van he&

mzctpunt bij de afloop naar de nabzzinktanks.

5.2 Beschrijving van de regelingen

Infiguur 2 is hei. regelschema van de zuuratofregelmg weergegeven.

-2: Schema van de zuurstofregeling

In de carrousel wordt het zuumtofgehaite gemeten. Dit zuurstofgehaite wordt vergeleken met he&

ingestelde zuumtofsstpoint. Aiñankelijk van het verschil hisseri gemeten waarde ea setpoint en PfhanLelijk van de snelheid waarmee dit vewhil verandert. stuurt de PI-regelaar

caa

uitgangs-

(10)

signaal van O tot 100% naar de heluchters. Afhankelijk van de grootte van dit signaal worden of meerdere heluchters in- of uitglisehakeld.

De beluchting hestaat uit twee blowers, waarvan de lucht wordt verdeeld over de beide buitens&

benen van de carrousel (zie ookfiguur l ) , en uit drie puntbeluchters. Zowel de blowen als de puntbluchters zijn niet in toerental regelbaar.

Infiguur 3 is het regdschema van de ammniumlzuurstofregeling weergegeven.

Figuur 3: Schema van de ammoniumlzuumtofregeling

De regeling is een m g m a m d e cascaderegding. Dit houdt in dat de zuurstofregeling de bluchters blijft aansturen, maar dat het zuurstofsetpoint wordt bepaald door de ammonium- regeling.

In de carrousel wordt het ammoniumyzhalte gemeten. Dit wordt vergeleken n>et het ingestelde ammoniumsetpoint. Aniankelijk van het verschil îussen gemeten waarde en setpoint en

afhankelijk van de snelheid waarmee het verschil verandert, stuurt de PI-regelaar een waarde van tussen O en 100% uit. Deze uitgangswaarde van de ammoniumregelaar bepaalt het zuurstof- setpoint. Dit &point kan met W u l p vw een limiter worden hegrend tussen twee waarden. De inparagralf5.2.1 b h r e v e n zuurstofregelig stuust vervolgens de heluchters aan.

Infiguur 4 is het regelschema van de nitraatlammoniumlzuurstofregeling weergegeven.

Ficuur 4: Schema van de nitr~tlammoniumlzuurstofregeling

(11)

Ook &ze regeling is een &eregeling. Hierbij bepaalt het nitraatgehalte he4 ammonium- setpoint, & ammoniumregeling bepaalt het zuurstofsetpoint en de zuurstofregeling stuurt &

In de carrousel wordt het nitraatgehalte gemeten. Als het nitraatgebalte boven een bepaalde waarde ligt, wordt het ammoniumsetpoint met een in te stellen w a r d e verhoogd. Ab het nitraat- gehalte onder een in te stellen waarule ligt, wordt het ammoniumsetpoint verlaagd. Indien he4 nitraatgehalte tussen de minimum en maximum w a d e . ligt, wordt het &u-int

ingesteld op de. gemiddelde waarde tussen het minimum en maximum s m m o n i w i n t . Vervolgens functiorieeri de regeling verder als de eerder beschreven ammoniuml~~1rstof- regelimg.

Fasering van het onderzoek

He4 onderzoek is uitgevoerd in drie fasen. In fase 1 zijn geúurende eeu periode van vier mpatidm

de drie regelingen in de praktijk geoptimaliseerd en met ellraar vergeleken. In fase 2 zijn mst behulp van simulatie de optimale instellingen van de regelingen en regelaars bepaald, en zijn de regeling kori in de praktijk heproefd. In fase 3 zijn de regelingen opnieuw gcsimuleard sn in de praktijk getest.

fn tube1 2 zijn de fasen in de tijd aangegeven.

tbc 2 mi 1995 llm aupunu11995

tbc 3 mi 1996 llm navcmkr 1996

w:

Overzicht van de verschillende fasm

Bemonstering en analyse

Infiguur 5 is aangegeven welke stromen tijdens het onderzoek zijn bemonsterd en wek type monster dit betreft.

Figuur 5: Overzicht van de verschilltmde monsterpunten

(12)

De b e m o n s t e ~ g van de rwzi Beemster g a h i r d t overeakomstig hot Nationaal Standaard Programma. Dit houdt in een bzmonsterinrinpfnquentie van eenmaal per week.

In tabel 3 is aangegeven welke analyses in Ja verschillende monsters zijn uitgevoerd.

czv

X X

X X

NHrN X

ümpgrlosle b t r t d d u b n X X

chloride X X

drno.mil X x

glatirril X X

SVL X

m:

Overzicht van de verschiliende analyses

De analyses zijn allo uiigevozrd d w r het laboratorium van Uitwaterende Sluizen.

Tevens is hot actief slib vrijwel maandelijks microscopisch ondznocht.

5.4.3

Proccscottdifirs

In tabel 4 is een globaal overzicht gegeven van de procescondities in hei beluchtingscircuit van

de nvai Beemster over de jaren 1992 tlm 1995.

i

J a s dmg~stufydidte SVI truiperutuur dibiedlijd

w)

( u ~ I I ~ ) PC) ~ d u ~ e ~ )

l992 4.9 94 16.0 17.6

1993 4.0 l07 16.3 14.1

1994 4.0 93 16.1 11.3

1995 3.8 97 17.1 11.3

T

*

: Jaargumi<ldzlde gegevens m o r hei Pctiaf slib

(13)

In tabel S is Je gemiddelde belasting van de nvzi in 1995 weergegeven.

i.c. i 136 g TZV 124.805 78 %

BZV Rddael 4.211 81%

a:

Gemiddelde belasting van de nvW in 1995

Karakterisering van het influent

Voor de STOWA-begel6idingsw>rnMssie is, uiwel voor dit STOWA-project als in het STOWA- project waarin de regeling met de respiratiemeting werd beproefd, een uitgangspunt geweest, dat de regelingen zouden worden ggeptitimaliseerd met behulp van simulatie volgens IAWQ-model no. 1. Een voordeel hiervan is het behalen van tijdwinst, doordat het instellen van regelingen en regelaars in Je praktijk veel tijd kost. Hiertoe. is het influent van de rwzi Beemster in het voo jaar van 1995 driemaal intensief bemonsterd. Het verloop van het debiet, CZV- en N- gehalte over de dag is bepaald. Hiertoe zijn elke twee uur monsters genomen. Vervolgens zijn de fracties totaal-, bezinkbaar-, colloïdaal- en opgelost CZV en N*Idslil bepaald. Deze gegwens zijn gebruikt voor kalibratie van het model. DHV heeft vervolgens nut dit gekalibreerde model de

%regelig, de NHJOrregeSig en de NO,lNHJO,-regeling geoptimaliseerd.

De meetresultaten van de influentkdtensering staan weergegeven in bu&ge 4.

De simulatieresultaten staan weergegeven in hoofdstuk 6.

Verhoogde frequentie van het routinepakket

Tijdens het kortdurend testen van de regrlingen is de bemonsteringsfrequentie tijdelijk verhoogd tot vijf maal per week.

Met o n - h e apparatuur van Skalar is op een drietal plaatsen in het beluchtingscircuit

(seM)wntinu het ammonium- en nitraatgehalte colorimetrisch gemeten (ziefiguur 2). Van deze matingen zijn kwartiergemiddelde waarden opgeslagen in een datalogger. Verder is ook em aantal gegevens uit de PLC van de nvzi (mals debiet, kWh e.d.) in de datalogger opgeslagen.

(14)

6 SIMULATIE

6 1 Inleiding en doelstelling

Op veraak van de STOWPt-begeleidings~oapmissie rijn de procesregeiingen -g met het d e i SIMBA. Het doel *m de simulatie is het bepalen van de optimale setpoint8 v i a da regelingen en het bepalen van Je wf?kirmilv insteiluigen :en de regelaar. De geoptimsUseade pigdiagm wodes uewolgens in de prtrktijk gatwtst.

6.3

Beschrijvthg van het model

V a ~ r dr, simuiatie is g e b ~ i k gemiakt van dd dmuliliie-omgeving SM%. De nvll Bee- b door DHV gemodrtllwrd. gekaiibrewd en gev@liJr*:rd. Dit ie godmian aan de hand v- gegeveas uit de ~rijfsvoeringshanJ1ciJing WU Beemstcr

-

juni 1994 - m analyseswitaten natigeleverd door Uitwatarende Sluim. Ikrwulkten van de intluontkarakterkiap zijn weergegeven in b&Ií3@ 4.

Uit &zegegmms zijn de voor het mode1 bcmdígde parainetas hberekeud.

De inflwitgegevens veJTobntkn

wn

groie variatie. Rij de oalibmtie ven het modd is uitgegaan ven gewogen g&*IrEden.

6.3 Smulatietesultaten van fase

2

h

f m 2 zijn d e regeliingen geoptininlkd die in fase 1 ui depraktijk zijn beproefd. Hieibij is d Je sshakdvolgordz van J e bcluehtw~~ mals die in de praktijk werd gebrdkî. aangebaidm.

Ia tabal 6 is de &&e1volgorJ+ wwpgeven. De percentages die hier staan mgegwen, hcbbcn betrekking op de uitsturing wan Ja PI-rebdmr, zoals W r e v e n in hoofdstuk J.

(15)

VM de regelaar VM van de re&w VM

blaucr l 5%

m%

bbwcr I

+

p.b. 3

+

p.b. 1 40% 55 %

blower I

+

p.b. 3

+

p.b. I

+

blower2 60%

blower 1

+

o.b. 3

+

o.b. I

+

blower 2

+

o.b. 2 98%

p & ! & :

Schakelvolgorde van de bclucliters (fase 2)

De drie regelingen zijn voor een periode van vijf dagen gesimuleerd. De simulatieresultaien van de laatste dag en de optimale instellingen van de regeling en regelaar zijn weergegeven in b$age 5.

De regelimgen zijn vervolgens kortdurend in de praktijk gekst (zie hiervoor hoofdstuk 7).

Hierbij werd een verschil geconstateerd nisswi de praktijk en de simulatie. Er bleek een

discrepantie te zijn tussen de met het simulatiemodel bepaalde regelparameters, en de in de PLC geimplementwrde regel~>araineters. Vervolgens zijn met de gewijzigde instellingen de simulaties nogmaals uitgevoerd voor de NHd0,-regeling en de OTregeling. De simulatieresulaten kwamen hierbij goed overeen met de praktijkwaarden. De raultaten hiervan zijn weergegeva in

bijlage 6.

Aangezien de schakelvolgorde van de beluchters en de plaats van de zuurstofmeting (onderin hei meetbereik) niet optimaal waren, is in fase. 3 de regeling opnieuw gesimuleerd.

6.4

Simulatieresultaten van fase 3

Fase. 3 heeft geleid tot een andere schakelvolgorde van de beluchters. Deze schakelvolgorde is bepaald door het uitvoeren van statische berekeningen. Hierbij is bepaald bij welke schakel- vo~gorde de laagste debietgewogen N~-concentratie wordt bzhaald, wanneer hei influentdehiet met kleine stappen (1.000 B 2000 m3/dag) toeneemt. De op deze wijze bepaalde schakelvolgorde is in tabel 7 weergegeven.

uit bi een uiehlriiy aoo bij een uilstudug van de welilSr VM v a de r o ~ e l a a r VM

bbwcr I altijd un aitijd un

p - - - - -p

blower 1

+

blower 2

+

p.b. 1 3 7 3 % 50%

blower I

+

b l w c r 2

+

o.b. I

+

o.b. 3 50% 75 %

@.b.

-

puntbcluchter)

m:

Optiniale schakelvolgorde van de bclucliters (fase 3)

De uitstu~gspercrntages zijn bepaald door simulaties me4 een constant influentdebiet, waarbij per schakeling bij een bepaalde uitsturingsstapgrooüe de directe invloed van de beluchting op de zuurstofconcentratie is bekeken.

(16)

4

Door middel van de eerder genoemde statische berekeningen is ook de optimale plaats van de I zuumtofmeter vastgesteld. Voor elk (statisch) ingangsdebiet wordt de zuurstoffo~ccntnitie in d&

verschillende compartimenten in het c o m p u t e d e l bepaald. rekening houdend met de optimale schakelvolgorde van de beluchters. Op deze wijzekan de invloed van de schakelvolgorde op de zuurstofconfentratie op elke locatie in het beluchtingscircuit worden vastgestzld. Op locaties waar de zuurstofconcentratie. bij een bepaald debiel, gedurende langere tijd ioi (bijna) O mg11

&t, dimt @n zuurstofmeter te worden geplaatst. Daarnaast moet ten gevolge van het bijschakelen van blowerslbrluchters de zuurstofcmcentratie ter plekke van de zuurstofmeter voldoende toenemen.

De met deze methode vastgestelde optimale locaiie van de zuurstofmeter bevindt zich in wmpafthent 12 (zieflguur 6). De simulatie liet echter zien dat de ammoniurn/zuurstof- regeling, bij een lage temperatuur, een groot deel van de dag het maximum zuursLofsetpoint väö 2 mgA uitstuurt, terwijl e r dan ook 2 mg11 wordt gemetm. Hierdoor is & zuurstofmbreag niel meer te regelen, aangezien er g g a vverschil is meetwaarde en setpoint. Om deze reden is besloten de zuurstofineter in wmpartuii<tnt 13 te plaatsen (zieJiguur 6). Dit resulteert in een iagere gemeten zuurstofconcentratie, aangezien de zuurstofmeter verder van de blowers is verwijderd.

Me4 behulp van de optimale schakelvolgorde van de brluchters en de optimale plaats van de zuurstofmeter zijn vervolgens VbOr de drie mgelingen de optimale instellingm bepaald. De resultaten hiervan zijn weergegeven in bijlnge 7. In tabel 8 zijn (lz debietgewogen gemiddelde effluentconcentraties voor de drie regelingen weergegeven. De simulaties zijn uitgevoerd bij een temperatuur van l7

T.

'

ds w m van NHrN en NO,-N

-8: Debictgcwogcn e~ue~itcoriceiilr;iiics van de drie gcsiiiiulecrde regelingen

(17)

u

LO'Z €9 LL'O sug#sw-zJ

(3J mntarsd-4 (Iflm) ,--N NxON N'IIN -m

N3LVL7flS3'tI 3a NVA 3ILVíïIVA3 L

(18)
(19)
(20)

8 CONCLUSIES

Uit de resultaten blijkt dat hef regrlm van de beluchting van een oxy&tiesloot op basis van de drie bepmfdr regelingen gaid moaelijk is. Er is wn N-gehalte haalbaar van 5 B 6 mgil.

Er kan worden gesteld daI bij de huidige belasting de drie regelingen voldoen.

Aangezien de regelingen naar aanleiding van de simulatie in de praktijk kortdurend zijn beproefd (om temperatuurverschil uit te sluiten), is, gezien h& beperkt aantal meehvaanlen, statistische vergelijking van de gegevens niet inv vol. Hierdoor is er bij de huidige belasting van de

Nvw

geen voorkeur vaor een bepauldr regeling aan te gaven.

In fase 1 waren de regdingen niet o p t i m l ingesteld. In fase 2 en 3 zijn daarom door middel van simulatie de optimale instellingen hepauld. De simulatieresultaten van faie 2 spoorden nid met de praktijk, door ern discrepantie tussen de met het simulatiemodd bepaalde regelparametem en de in de PLC geïmplemontwrde regelparameters. Na aanpassing hiervan in fase 3 zijn de regelingen opnieuw in de praktijk beproefd. De praktijkresultaten kwamen nu beter overeen met de simulatieresultaten.

Mogelijke verklaringen voor de afwijkingen zijn:

-

in de praktijk is ern hoger droge-sttofgehalte gehanteerd dan bij de simulatie;

-

de retourslibregeling was in de praktijk anders ingesteld dan in het modd;

-

de procestemperatuur was in de praktijk hoger.

Demping van het Oz-signaal geeft een aanmerkelijk st&je&re regeling. Het heeft echter geen verbetering van de effluentkwaliteit tot gevolg.

Geen van de regelingen toonde een meethaar effect op de slihproductie, slibvolume-index en slibsamenstelling.

Er kon g e n effmt op het enetgieverhmik worden sangdoond.

(21)
(22)

Overzicht van medewerkenden

AM het project is door de volgende personen van h u Hoogbeemraadachap van Uitw&e Sluizen in Hollands Noorderkwartier meegewerkt:

ing. J.W. van Dijk (projectleider)

-

t~?~hnoloog ir. S.B. Gaastra

-

m i o r technoloog

I. ûudhuis

-

procesbegeleider

H. van Ruitenbeek

-

procesbegeleider d e w e r k e r s nvzi Beemter

Het onderzoek is begeleid door de STOWA Begeleidingscommissie 'Regelen van P- m N- venvijdaringsproc(?ssen in de praktijk' (STOWAl432.004). De leden van de begeleidiigs- commissie zijn:

dipl. ing. G. Both (voorzitter) (Zuiveringschap Amstel en Gooiland) ir. R.J. van der Kuij (DHV Water BV)

ir. H.F. van der Roest (DHV Water BV)

ir. P.C. Stamperius (STOWA)

ir. W. Weremeus Buning (Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden)

Tevens zijn door deze begeleidingscommissie memdere onderzoeken van woter-

kwaiiteitsbeheerdenr begeleid in een werkgroep. Behalve de leden van de begeleidingscommissie zijn de leden van de w&kgroep de volgende personen:

ir. F.T. van Breukelen (Hoogheemraadschap van Schieland)

ing. J. Jonk (Hoogheemraadschap West-Brab~t)

ir. A.W.A. de Man (Zuiveringsschap Limburg) ir. C.A. Uijtedinde (Provincie Utmht)

ing. E. Vermulst (RWA Amsterdam)

ir. T.M.G. Peeters (Hoogheemraadschap van SchielPad)

(23)
(24)

(ma) IA!J.~VJ I W l S

utdwodqp mpaSu1

8.21 OSS1 OEPL

€1'1 I M ' O 2.1

ss

968 92s

z

OLE E

8 C SCUI

(25)

11s l a -4s

n4 SIS 1st In

M W 111 1'0

(26)
(27)
(28)
(29)

--

I

I

G%-

I

(d) ZO ~ I U S I S U ~ ~ apuo!ucdwd

IFO ZW

I

E-0

ZW P!S'E:CÇ'Z:Z (%N ivodm1 l d ! u n n v

IIBW

+z

CON u a t u n d ~ w =

P!W= apr-

% I ~ ~ O I ~ H N I C O N

'qui O t (1) 2 0 amsuojonsr%liu!

G'@ (d) ZO ~IYBIIUM alauo!uodwd

\PO t-0 ~rr~u%!unns

'"W Oil (1) P~~ liutrimo~a!&u!

I (d) 'HN a l ~ ~ ~ ~ u o a alauoyodwd

(30)

( B ~ P ) !I P!

SE 6'PE 8 W L'PE 9 ' E S'PE P'PE E'PE Z 1'PE

l ! ! ! ! ! ! ! ! !

- - - I - - - L - - - L - - - ~ - - - l - - - I - - - ~ - - - J - - - 2 - - -

- - - L - _ - i i i L - _ i i - i L L L L L L L L L L L L L L L L L L L L L , - - - A - - - ~ - - - J - - -

(31)
(32)

S

6'P

8 3 L'P 9'P S'P P'P €'P Z'* 1'P

r - - - l I

-i\-.;

n---n---+5-

I l I I

(33)

S

6'9 QY L'P 9'P ci'P VV E'P Z'P C'P P

(34)

r

I(

l

I

I",

1

p

l:,

beluchting

O d N

O

J

1-

P

- -

4

... ...

...

...

O

N

- -

...

...

... .... ...

P

-

w

_ . ... ...

_ I ;

P

v o o u :

* - b P P P

* U N - :

%

o

.-.

in - -

- - - .

- - - -

O

m -

-

P

-

U &

O

-

w

-

- - -

d

(35)

effl. (rngA)

N P m

.

.

r.:

. . .

.:. ..;..

l : . . : I : . . : I : :

. .

1: : ...

I :

.

. :

I ,

,

l

beluchting

o d

O N

a

... ...

...

O

- ... p

d . d

...

...

...

P

- -

P

N N

...

...

P

- -

P

w 0

...

...

...

O : O

i- 7 i

- -

- - - .

P

- F

P

VI

.

UI

_ - - - ~

L P

0 2

U P ,

? i (

l

i

p

f

0 u u u :

= W U V ' i m w L :

-

o p

w - : (D

- - - _

_ - - -

A d

retp. 0 2 (rngll)

O d

(36)
(37)
(38)

N-EON

- - -

N-VHN

-

5661 I9.'Mm

L I I I O 1 6 8 L 9 5 P

(39)

N-EON

- - -

N-DliN

-

5661 ~mrMrn

61 81 L I 91 S I PI EI Z1 11

(40)

0'0

r0

i

O'l

i

SI

B

O'Z

S

N-CON

- - -

N-WN

-

SM I ~wnam

9~ n

n n n

IZ oz 61 SI

(41)

N-EON

- - -

NTHN

-

w-hcrr %-*Z % w 1 -LI 9ahr)l

(42)

J ooi

(43)

N-EON

- - -

N-RHN

-

9&Wo gadrcm

*

%-dyp 96dr-I0 9ádiaK S6nreC

(44)
(45)
(46)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u bellen met het secretariaat longgeneeskunde. Locatie

Is uw kind jonger dan 1 jaar dan wordt de zuurstof verwarmd en bevochtigd door een apparaat.. Dit apparaat op wieltjes komt naast het bed van uw kind

Zuurstoftekort veroorzaakt echter niet altijd kortademigheid en kortademigheid wordt niet altijd minder door extra zuurstof.. De patiënt merkt zuurstoftekort ook niet

Het management control systeem (MSC) moet zorgen voor de verbinding tussen de doelstellingen van de organisatie ener- zijds en het gedrag in de praktijk anderzijds en is als zodanig

Als u de zuurstof overdag niet altijd nodig heeft, is het verstandig om, vooral tijdens inspanning, zoals het wassen en aankleden ook zuurstof te gebruiken.. Ook tijdens het slapen

Daarom zal de bestaande vermindering van de patronale bijdragen voor de lage lonen worden versterkt, in de diepte, door voor de allerlaagste lonen (deze onder of net bo- ven

Inademing door de neus heeft een aantal voordelen ten opzichte van inademing door de mond. • De lucht kan gezuiverd

van grafeen voorspelt een slimme plant spant insecten voor Zijn karretje piek vossen leert doMMe coMputers Menselijke taal Waarom het Zo goed met nederland gaat..