Ding Dong
1. Er ontstaat bij wisselstroom weliswaar een wisselend magneetveld in de spoel, maar het ijzer wordt zowel door een zuid- als een noordpool aangetrokken. Het maakt dus niets uit.
2. Bij de grondtoon zit tussen de twee (vaste) knooppunten P en Q precies een halve golflengte:
½ 8 = 7,5 cm ! 8 = 15 cm Met v = f @ 8 volgt v = 392 @ 0,15 = 59 m/s
3. Een lagere klank dus een lagere frequentie bij dezelfde golflengte.
Met v = f @ 8 moet de voortplantingssnelheid in de dunne staaf dus kleiner zijn.
4. mg @ )h = P @ t
12 @ 10 – 3@ 9,81 @ 25 @ 10 – 3 = 0 @ 0,25 @ 6 @ t met 0 = rendement = 0,04
12 @ 10 – 3 @ 9,81 @ 25 @ 10 – 3
t = ))))))))))))))))))) = 5 @ 10 – 2 s 0,25 @ 6 @ 0,04
5. Bereken eerst de veerconstante: F = c @ u m @ g = c @ u
12 @ 10 – 3@ 9,81 = c @ 4 @ 10 – 3 ! c = 29,4 N/m
T 2 m
c 2 12 10
29,4 0,13 s
= π = π ⋅ −3 =
www.havovwo.nl
Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2006-II
© havovwo.nl