• No results found

Indrukken op een wereldreis

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Indrukken op een wereldreis "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJHEID EN

DEMOCRATIE

Zaterdag 4 Juni 1955 - No. 354

Indrukken op een wereldreis

(Zie pag. 4).

W E EK B L A D V A N D E V 0 L K S P A R TIJ V 0 0 R V R IJ HE I D E N D E M 0 CR A TIE

EDEN OVERWON

nat de Conservatieve Partij in Engeland - die niet zo conservatief is als haar naam zou doen vermoeden - een zo duidelijke stem~

overwinning heeft behaald als verleden Donder~

dag geschiedde, is uit meer dan één oogpunt be~

langwekkend.

Allereerst omdat Churchills terugtreden uit het eerste gelid wel een gebeurtenis van zo grote be~

tekenis was, dat het allerminst verwondering had mogen wekken, wanneer zijn _partij daarvan enig electoraal nadeel zou hebben ondervonden. De befaamde Engelse common sense heeft zich trou~

wens juist ten opzichte van deze fascinerende mens reeds eerder doen gelden. Welke andere democratie zou het bestaan, de algemeen bewon- derde leidsman uit vijf bange oorlogsjaren onmid~

dellijk na de wapenstilstand uit het ministerpresi~

dentschap te verdrijven, waarlijk niet bij gebrek aan eerbied voor zijn persoon maar eenvoudig omdat "men" hem toen - terecht of o.i. ten on~

rechte - niet de aangewezene achtte om ook in de eerste vredesjaren de Britse politiek te leiden?

En welke andere democratie zou een teruggekeer~

de Churchill tien jaar later bij zijn definitieve uit- treding uit de regering zo oprecht huldigen als de Engelse publieke opinie het gedaan heeft?

Hoe het zij: dat zijn partij met Churchills ,,troonsafstand" een man verloor van wiens naam alleen al grote en bezielende invloed op het Britse kiezersvolk uitging, staat wel vast. Dat nu een - bij alle kwaliteiten die men hem geredelijk toekent

- lang niet zo fascinerende figuur als Eden. de conservatieve partij een zetelwinst wist te bezor~

gen, groter dan ze bij mensenheugenis ooit be~

haalde, bewijst meer dan wat anders ook, dat deze partij zich - ook onder Churchills leiding - heeft weten te ontwikkelen tot een partij, die de tekenen des tijds verstaat. Eden zelf ~Jetuigde van een verblijdende aanwinst juist uit de kringen der jeugdige kiezers en ook wat wij langs particuliere weg hiervan vernamen duidt er op, dat de Con- servatieve partij er inderdaad in geslaagd is, grote · groepen der Britse jeugd weer voor zich te inte~

resseren.

Daar moet dadelijk aan toegevoegd worden, dat Labour de wind tegen had, niet alleen tenge~

volge van de stakingsgol~en die juist deze weken weer over het Britse eiland heenslaan en ook niet alleen omdat de jaren waarin de conservatieve

p~rtij weer aan het bewind is over het algemeen goede jaren voor het Engelse volk zijn geweest, maar vooral omdat Labour verscheurd wordt door de rebellie die men Bevanism noemt.

Hier is uiteraard sprake van persoonlijke tegen- stellingen tussen de bedachtzame Attlee en de

minder bedachtzame - in wezen echter veel ge- slepener - Bevan. Maar deze tegenstellingen hebben een zeer principiële ondergrond. En het pleit alweer voor het gezonde verstand der En~

gelse democratie, dat zij hiervoor oog heeft.

Daarom echter ook is deze verkiezingsuitslag voor Labour méér dan een electorale tegenslag, zoals iedere partij die wel een~ te verwerken krijgt. Wij zouden niet zo ver durven gaan als sommigen ook te onzent reeds doen die spreken van een onvermijdelijke scheuring in Labours ge~

lederen. Men kan in de politiek niet zo heel ge~

makkelijk voorspellen wat zelfs op korte termijn onvermijdelijk zal blijken. Maar dit ene is wel ze~

ker: de Britse Labour Party heeft te kampen met interne moeiliJkheden, waarbij het inderdaad om fundamentele begrippen gaat.

M.a.w. Labour verkeert in een crisis. En het proces dier crisis kan door de uitslag der jongste verkiezingen voor het Lagerhuis in sterke mate beïnvloed worden.

Dit is belangrijker dan het feit, dat de verkie-

. zingsuitslag voor Labour nadelig beïnvloed is door de geschillen die zich in eigen boezem voor- doen.

Het Europese socialisme heeft na de oorlog de Britse Labour~party zich veelszins ten voorbeeld gesteld. Met name in ons land werd de gedachte gepropageerd, dat de Partij van de Arbeid in Ne~·

derland een soortgelijk verschijnsel was en een- zelfde positie zou innemen als Labour in Enge- land.

Er doen zich ook in de P.v.d.A. tegenstellingen voor, die in bepaalde figuren belichaamd zijn, maar toch evenals in Engeland van meer dan persoonlijke aard zijn: een voortschrijdend refor~

misme enerzijds tegenover een meer principieel '

socialisme anderzijds.

Dit .zijn tijdsverschijnselen, die als zodanig hun betekenis hebben en waarvan wij de ontwikkeling aan. de to.ekom~t moeten overlaten. Maar daarom is wat de Britse verkiezingen toonden ook op dît · punt zo interessant.

deR.

DE CRISIS

Uit de beschouwing, die onze partijleider de vorige week te dezer plaatse aan de Kabinetscrisis wijd- de, hebben onze lezers kunnen zien dat er ook ten aan- zien van regeringscrises zekere historische analogieën aan te wijzen zijn, maar dat toch elke crisis haar eigen proces doorloopt.

Op het ogenblik waarop wij dit schrijven beraadt het demissionnaire Kabinet zich op de reconstructieplannen door mr Burger in moeizaam overleg met de coalitie- genoten uitgebroed. Dat "moeizame" verwondert ons niet. Het Huurwetje, op welks combinatie met de be- lastingverlagingsvoorstellen de Regering struikelde,

riep immers zoveel tegengestelde bezwaren bij de Ka- mer op, dat er reeds daarom - dU!ll afgezien van de combinatie met de belastingverlaging - veel vinding- rijkheid en veel bereidheid tot geven en nemen moet zijn, willen de regeringspartijen inderdaad tot een hen alle bevredigend compromis geraken. Dan blijft nog voor het Kabinet de moeilijkheid, zijn eigen houding tegenover dit com.rromis te bepalen, wat gezien alweer heel het raam, waarin de regering het "kreupele" huur- wetje beschouwd wil zien, al evenmin een eenvoudige taak is.

Wie als wij oplossing van de Kabinetscrisis in 's lands belang een zaak van dringende urgentie acht, kan slechts hopen, dat het beraad tot resultaat moge ·leiden.

Dat resultaat zullen wij op zijn mérites hebben te be- oordelen, zodra het concreet voor ons ligt.

Vooralsnog kunnen wij het niet anders dan aldus zien: de Regering heeft haar positie zeker niet ver- sterkt door de koppigheid waarvan zij bij de behande- ling van huur- en belastingvoorstellen blijk gaf. En deze koppigheid was op zichzelf al geen teken van kracht, veeleer van het tegendeel.

Zwakte van regeringsbeleid is intussen niet aan het Kabinet alleen te wijten, zoals ook voor de crisis van dit ogenblik de schuld niet alleen op het Kabinet rust.

Het compromis waarop de partijen elkander vonden

die dit Kabinet tot aanzijn riepen is er een minstens even belangrijke oorzaak van. En er is o.i. reden te vrezen, dat ook het compromis dat de heer Burger thans nastreeft, weinig meer dan een lapmiddel is om de regeringspartijen in staat te stellen nog wat met dit Kabinet door te sukkelen.

"Elseviers Weekblad" heeft een aantal vooraanstaan- de politici - onder wie van onze fractie de heren Oud, Van Leeuwen en Korthals-gevraagd hun opinie over de KabinetscrisiS> in 't kort samen te vatten. Mr Van Leeuwen behaalde het kortheidsrecord, door in twee- maal vier regels de meest practische oplossing te stellen tegenover de meest principiële.

De meest practische noemde hij: ,,Een Kabinet in samenstelling niet veel verschUlend van het huidige, doet tot aan de komende verkiezingen de zaken af en schippert tussen de controversen door".

De meest principiële: "De op de achtergrond van de huidige impasse staande controverse inzake de huur- belasting worde centraal gesteld en nitgevochten".

Wij hebben· uit hetgeen tot dusver gepubliceerd werd aangaande mr Burgers pogingen niet de indruk gekre- gen, dat het kwestieuze punt uitgevochten zal zijn, wanneer het huidige Kabinet gecontinueerd wordt op grondslag van het compromis, waartoe men thans schijnt te neigen.

In f',en van zijn eerste betogen naar aanleiding van de Kabinetscrisis zeide de heer . Romme, dat het nu niet mocht gaan om krammen en lijmen, maar om hélen.

Dit was mooi gezegd, zoals de heer Romme zo vaak mooie dingen zegt. Hij zal, vertrouwen wij, het Neder- landse volk óók wel duidelijk kunnen maken, of er in deze weken gekramd en gelijmd, dan wel geheeld is.

Wij houden het vooralsnog op het eerste.

Waarmee nog niet gezegd is, dàt het Kabinet-Drees terugkeert, gelijk het was of gereconstrueerd.

deR.

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 4 ,JUNI ISSS PAG. 2

Eerste l{amer principiëel terughoudend *

bij behandeling begroting van Overzeese Rijksdelen

Het drama van het Algemeen Burgerlijk Pensioenjonds

De grote" gebeurtenissen in de Tweede Kamer namen onze ruimte de Jaat8te

;weken geheel in beslag. Thans kunnen wij onze blik echter weer richten op hetgeen in de Eerste Kamer werd verricht.

Bedoelde wet beoogt immers niet de vaststelling van een in onderling over- leg tussen Suriname en Nederland ge- troffen onderlinge regeling, doch een machtiging aan de Regering om op basis van het Tienjarenplan tot het in de wet genoemde bedrag en op de wijze, daarin omschreven, bij te dragen in de kosten, welke aan de uitvoering van dit plan zijn verbonden.

Daartoe behoort dan in de eerste plaats de behandeling v - de begroting van Overzeese Rijksdelen voor 1955.

Deze kon in een middag- en avondvergadering gemakkelijk worden algehandeld.

Dat was een gevolg van twee omstandigheden.

Ten aanzien van de zaken betreffende Nieuw-Guinea was in het senioren- eonvent der Kamer afgesproken, dat die niet bij deze gelegenheid zouden worden ter sprake gebracht, doch bij de begrotingen van dat gebiedsdeel en het wets- entwerp tot bevestiging van het Besluit. Bewindaregeling Nieuw-Guinea.

Het criterium volgens het Statuut is, of een regeling al dan niet overzee geldt.

Sprekend over de staatsrechtelijke ver- houdingen had prof. Molenaar ook de 6de al van artikel 11 van het Statuut ter sprake gebracht, waarin is vastge- steld, dat de Regering van Suriname, resp. van de Ned. Antillen kan aange- ven, welke aangelegenheden van het Ko- ninkrijk, behalve die, in bedoeld artikel genoemd, haar land raken.

Er was echter nog een tweede, gewichtiger reden voor deze sobere begro~

behandeling.

Het was de eerste maal, dat deze begroting in een der Kamers werd behandeld aa de totstandkoming van de nieuwe rechtsorde voor het Koninkrijk.

En terecht ging de Kam~r thans. uit van de gedachte, dat een belangrijke mate van terughoudendheid diende te worden in acht genomen ten aanzien van de

·binnenlandse aangelegenheden van Suriname en de N ederla.ndse Antillen en in het bijzonder wanneer he11 gaat om de bestuursvoering in deze landen.

Een eventuele verklaring in deze zin, zo zei minister Kernkamp, heeft nog geen regeling bij Rijkswet ten gevolge.

Ook prof. Molenaar, onze V.V.D.- woordvoerder bij deze begrotingsbehan- deling, bracht dit laatste in herinnering.

De aanhef van ons voorlopig verslag - zo zei hij - geeft voldoende weer, dat deze Kamer beseft, dat de nieuwe rechtsorde voor het Koninkrijk, die op 15 December 1954 door H.M. de Koningin werd bevèstigd en op 29 December d.a.v.

plechtig is afgekondigd, belangrijke ge- volgen heeft met betrekking tot de be- handeling van de zaken, Suriname en de Ned. Antillen betreffende.

Hij kondigde dan ook aan, dat zijn fractie - zoals mr. Kropman vóór hem namens de K.V.P.-fractie tot uitdrukking had gebracht - zich bij de behandeling van deze en de volgende begrotingen van Overzeese Rijksdelen de grootst mo- gelijke zelfbeperking zou opleggen.

Dit zeggende, rees uiteraard de vraag, welke onderwerpen zich nu w è l lenen voor een bespreking in de Staten-Gene- raaL

De minister had geschreven, dat, ruim gezien, in de Staten-Generaal onderwerp van bespreking kunnen zijn de aangele-

genheden van het Koninkrijk en onder- werpen, welke de samenwerking van de verschillende Rijksdelen betreffen.

Onze woordvoerder was het daarmede eens, maar hij wilde toch een vraag stel- len omtrent hetgeen de minister daarop had laten volgen, n.l. dat hij er geen be- zwaar in kan zien, "dat in daartoe ge- eigende gevallen de Nederlandse Rege- ring het initiatief neemt".

Prof. Molenaar bracht dit deze eerste maal ter sprake, omdat hier in de vraag:

waar is de grens tussen een suggestie en 11\.anneer ontaardt deze in het zich be- moeien met interne aangelegenheden van de beide Rijksdelen. een gevaar aanwe- zig is.

Minister Kernkamp meende, in ant- woord hierop, dat een algemene formu- le. waaruit de grens tussen suggestie en bemoeienis met interne zaken duidelijk zou blijken, moeilijk te geven is; die grens zal slechts in concrete gevallen zijn aan te geven.

Prof. Molenaar zei ook te betreuren, dat Suriname nog enige tijd op financiële rrteun van Nederland zal zijn aangewe- zen.

Het heeft echter óók zijn goede zijde, omdat daardoor een goede gelegenheid voor Nederland geboden wordt om te bewijzen, wat het onder samenwerking in Rijksverband in moeilijke omstandig- heden verstaat.

Hij betreurde echter toch de noodzaak van diè hulp, omdat het vanzelf spreekt, dat, wanneer men financiële hulp ver- leent, men voor een juiste besteding van dat geld voorwaarden stelt.

Onze geestverwant kon zich zeer wel verenigen met de drie voorwaarden, wel- ke de Regering had opgesomd met het verstrekken van f 171 millioen met be- trekking tot het tienjarenplan.

Wel echter merkte hij op, dat men wat d~ landbouw, de veeteelt en ook de bos- bouw betreft het experimentele stadium nog niet teboven is.

In dit verband vroeg de heer Mole- naar naar de verstrekking van verant- woorde praktijkresultaten van een proef- bedrijf en hetzelfde zou van belang zijn voor een veebedrijf buiten de onmiddel-

PROF. MOLENAAR . . . zelfbeperking ...•

lijke omgeving van Paramaribo en voor een houtconcessie.

Staatsrechtelijke verhoudingen

M

inister Kernkamp bevestigde des- gevraagd, dat goedkeuring van de met Suriname gemaakte afspraak zal ge- schieden bij een "gewone wet"; de vraag of op grond van het bepaalde bij art. 38 van het Statuut ook een "Rijkswet" mo- gelijk zou zijn, beantwoordde de minis- ter in dit geval ontkennend.

Het betekent alleen, dat alsdan de Ge- volmachtigde Minister bij het overleg wordt betrokken en ook aan de beraad- slagingen in de Ministerraad .over dat onderwerp deelneemt.

Prof. Molenaar wijdde voorts nog enige f">eschouwingen aan de positie van die ,.Gevolmachtigde Minister".

De bewindsman gaf daarbiJ toe, dat het accent nu eens zal vallen op diens ministersfunctie (d.w.z. diens lidmaat- schap van de Raad van Ministers van het Koninkrijk, als vertegenwoordiger van zijn land) - en dan weer op diens optreden als woordvoerder van de Sta- ten.

In het algemeen echter . - minister Kernkamp kon hier met prof. Molenar.r instemmen - zal de ministersfunctie praevaleren en derhalve kon de bewinds- man ook begrip hebben voor de mening van onze geestverwant, dat de "Gevol- machtigde Minister" als zodanig in . de Kamers dient te worden tegemoet ge- treden.

Prof. Molenaar kreeg ook de stellige verzekering van de minister, dat zal wor- den vastgehouden aan het enig juiste standpunt, dat thans, na de totstandko- ming van 't Statuut, geen berichtgeving meer wordt en kàn worden gedaan als bedoeld in art. 73e van het Handvest d~r

Verenigde Naties. Zij was trouwens on- der de interimregeling reeds gestaakt.

Een ander punt, dat het internationale recht raakt, is de vertegenwoordiging van de Overzeese Rijksdelen in de Inter- nationale Arbeidsconferentie.

Prof. Molenaar toonde aan, dat op grond van de feitelijke verhoudingen en van de historie van het Statuut der In- ternationale Arbeidsorganisatie ziclh

DEZE BURGER

heelt vorige week opzettelijle verstele doen gaan en wijselijk gezwegen, omdat hij op geen enkele wijze invloed wilde uitoefenen op de kabinetsformatie. Ik · meende er goed aan te doen de heer Burger ongestoord en in alle stilte aan het werk te laten,. zonder hem op te schrikken door onnodig geraas. Ik kèn mijn verantwoordelijkheid.

Maar nu ik dit schrijf is het Dinsdag, de dag na Pinksteren en al Jean er (vanzelf) nog van alles gebeuren op het zo dynamische en wisselvailige terrein der politiek vooraleer dit pareltje van mijn geest zijn plaats vindt in het glanzende snoer uwer dagen, het lijkt nu V<ii'l z6 Ie zullen worden dat hetzelfde kabinet met het etiket "gereconstrueerd' in de vaderlandse mooie kamer komt te staan. Beter geschoolden in de landspolitiek dan ik zullen u wel uitleggen wat dat betekent, maar IK heb er vrede mee. Ik ben net als die oude oud-generaal in Den Haag: ik kan mij mijn leven zonder Witte niet

·meer "I'Oorstellen.

Tenslotte is een mens maar een mens en een mens wen t aan zijn omge- ving en aan zijn kameraadjes. Als ze een kabinet waar je z6 lang tegen aangekeken hebt ineens weghalen, wordt dat maar een dooie plek. Ze m6gen het reconstrueren als ze het maar terugbrengen. Zo'n nieuw meubel is 66k maar niks.

Politiek ben ik in de oppositie tegen mijnheer Drees, maar ik zei tocl} al dat een mens maar een mens is? En zó gemakkelijk is het niet, op mijn leef- tijd nog een nieuwe vader te krijgen.

Zodat ik maar hoop dat het, zoals het er nu, Dinsdag na Pinksteren, uitzie!, ook inderdaad zal w o r den.

En dat u Zondag, in de Bosjes van Pex en Vrèe, Vader Drees zult tegen- komen met in zijn grote, goede hand het handje van DEZE BURGER.

hier geen probleem voordoet: voor de Overzeese Rijksdelen komt geen a.part,e vertegenwoordiging in aanmerking.

Wenselijk zou het z.i. echter zijn, dat Nederland, telkenS' wanneer de Over- zeese Rijksdelen daarop prijs blijken te stellen, aan de vier afgevaardigden tri- partite vertegenwoordigers der Rijks- delen toevoegt.

Tevens zou hij het gewenst achten, dat, wanneer het onderwerp daartoe zou leiden, de gedelegeerden de verte- genwoordigers van Suriname en de An- tillen als "suppléants" zouden laten optreden. Ook hier bleek minister Kern..

kamp het zeer eens met onze geest- verwant.

De voorlichting

Evenals andere afgevaardigden wijd- de prof. Molenaar aandacht aan de voorlichting.

In dit verband kon hij ptededelen, dat zijn fractie één ding bijzonder ter harte gaat, n.l. dat onze jeugd op de scholen meer dan tot dusverre geschiedde zo le- vendig en intens mogelijk wordt voor- gelicht over de Overzeese Rijksdelen.

In dit verband vestigde hij (mevrouw Foranier-De Wit deed dat in de Tweede Kamer) de aandàoht op het werk van de Vereniging "Oost en West".

Deze zoekt nieuwe wegen om de voor- lichting over tropische en subtropische gebieden (en dus ook over onze Over- zeese Rijksdelen) op een zodanige wijze te geven, dat deze ook de belangstelling van de jongeren opwekt.

Zij heeft .daarom JJaaz orgaan .,Jon- geren kijken de wereld in" uitgebreid èn de uitgave bovendien verfraaid door het opnemen van een groter aantal foto's en door het gebruik van betere kwali- teit papier.

De vereniging staat daardoor voor een tekort van f 10.000. Sedert 11 Octo- ber 1954 ligt nu bij de minister een ver- zoek om het te verwachten tekort van f 10.000 op te vangen en bovendien - dit zal bij een suppletoire begroting moeten geschieden - het subsidie ad f 20.000 met f 10.000 te verhogen.

Het stelde prof. Molenaar ernstig te- leur, dat hierover nu nog steeds geen beslissing was genomen. Waarom moet die beslissing zo lang worden uitge- steld?

Zóu de minister, wanneer dit op be- zwaren bij de minister van Financiên mocht stuiten, deze zaak niet in het Kabinet ter sprake willen brengen?

MINISTER KERNKAMP ... toezeggingen ...

Gelukkig kon minister Kernkamp en wij vermelden dit tot slot - de ver- zekering geven, dat bedoelde beslissing thans inderdaad op zeer korte tennijn kan worden tegemoet gezien. "Men heeft wel eens enige weerstanden te overwinnen", zo voegde hij daar veel- betekenend aan toe.

(Vervo}l op paa. 4)

(3)

..

· VBIIIIEID l!lN DEM(lCRATIE

*

CJ.Gn,

WEEK tot WEEK *

West-Duitse souvereiniteit en haar gevolgen

Aan het begin van de vorige maand is de

West~Duitse Bondsrepubliek een souve~

reine mogendheid geworden. Dit betekent, dat zij dus haar bestaan als onafhankelijke natie is be- gonnen.

Het behoeft wel geen uitvoerig betoog, dat hieruit _verstrekkende gevolgen kunnen voort- vloeien. Dit geldt niet alleen met betrekking tot de West~Duitse binnenlandse aangelegenheden, maat ook ten aanzien van de verhouding ten opzichte van het buitenland.

Een wel zeer merkwaardige situatie is in dit opzicht o.m. ontstaan door het feit, dat de voor~

malige geallieerde bezettingstroepen in West~

Duitsland blijven gelegerd. M.a.w. de voormalige geallieerde bezettingstroepen zijn nu "gasten" ge~

worden, waarover West~Duitsland thans vrijelijk zijn gezag kan laten gelden.

Deze bezettingstroepen - ongeveer 600.000 man sterk - blijven overigens op verzoek van de regering van Bonn zelf, in Duitsland als NATO~

verdedigingstroepen.

Dit neemt evenwel niet weg, dat de verhouding van West~Duitsland tot deze troepen en omge~

keerd wel radicaal is gewijzigd en het lijkt ons geenszins ondenkbaar, dat zich hier moeilijkheden kunnen voordoen als gevolg van verschillende psychologische oorzaken.

Immers, om het populair uit te drukken: de bordjes zijn volkomen verhangen. De bezetter dicteert niet meer, doch is onderworpen aan het gezag van het gebied, waarover hij vroeger de

lakens uitdeelde. -

Het geallieerde militaire personeel verliest alle bezettingsrechten, privileges en onschendbaarheid en zal voortaan onderworpen zijn aan de Duitse burgerlijke rechtspraak.

' Het zou beslist onverstandig zijn, in dit opzicht de klok te willen terugzetten, doch dat deze nieu~

we situatie geheel en al zonder enige wrijvingen zal verlopen, lijkt ons wel wat optimistisch he~

schouwd.

Pluim voor

de Wereldomroep (I)

Meermalen hebhen wij in deze kolommen de belangen van de Stichting "Radio Nederland Wereldomroep" bepleit.

Vooral toen het ging om de vervulling van haar wens om haar zenderoutillage te kunnen uitbrei~

den en versterken.

Immers, het werk van de Wereldomroep is niet alleen van onschatbare waarde voor onze landge~

noten in den vreemde, doch ook voor de uitbrei~

ding en versteviging van onze nationale goodwill in het buitenland.

Hoe de Wereldomroep haar taak om aan de naam en de betekenis van Nederland in de wereld bekendheid te geven volbrengt, is wel duidelijk gebleken uit haar jaarverslag, waaraan wij op deze plaats enkele bijzonderheden willen ont~

lenen.

In 1954 ontving de Wereldomroep in totaal 19774 reacties van luisteraars uit diverse delen van de wereld. Daarbij dient men te bedenken.

dat het percentage luisteraars, dat werkelijk · schrijft zeer gering is, waarmee wij willen zeggen, dat de Wereldomroep een aantal ontvangers he~

reikt, dat vele en vele malen groter is.

Het gaat hier niet alleen om uitzendingen in 't Nederlands voor Nederlands sprekende luiste~

raars in het buitenland, doch vooral om de eau~

serieën -en reportages in de vreemde talen, door de vaste buitenlandse leden van de staf der Stich~

ting en door gast~reporters en sprekers.

Zo werd het buitenland o.m. ingelicht over onze bloembollenteelt en over de Nederlanders als onderzoekets op verschillende gebieden.

Maandelijks worden economische overzichten in het Engels en het Spaans gehouden. Daarbij kwamen o.m. aan de orde de Nederlandse Heide~

maatschappij, onze scheepsbouw, haringvangst, de opening van de luchtlijn- Amsterdam-Lima, het handelsverdrag met Argentinië, onze econo~

mische betrekkingen met Mexico, tewaterlatingen, enz.

De sprinkhanenplaag in Marokko was aanlei~

ding voor een Arabische reportage over onze in~

sectenverdelgingsmiddelen, daarnaast vulden o.a.

de Utrechtse Jaarbeurs, de tewaterlating van de ,,Willem Barendsz 11", het werk aan de Velser tunnel, de mechanisatie bij de P.T.T., de nieuwe rayonindustrie in Emmen, de scheepsbouw, zuivel- industrie, hoogovens en breedbandfabrieken en een klankbeeld "De nomaden van de grote water~

wegen" over de binnenscheepvaart, de Arabische zendtijd van de Wereldomroep.

Pluim voor

de Wereldomroep (11)

Z

oals wij reeds eerder opmerkten, de reacties op deze uitzendingen bleven niet uit. Het is misschien wel aardig hier enige van deze reacties te publiceren:

"Ik moet U zeggen, dat ik vroeger geheel on~

wetend was betreffende Nederland, want ik dacht dat het een zeer achterlijk land was en dat het geen beschaving had, omdat het ook geen propaganda maakte.

Nu weet ik echter, dat het een goede plaats onder de Europese landen inneemt wegens zijn cultuur en techniek - en dit dank ik aan uw uit~

zendingen," schreef een Arabische luisteraar uit Kir doek.

Uit Santiago (Chili) kwam in hoffelijk Spaans het volgende: "Voordat ik naar uw programma's luisterde en de bulletins ontving, wist ik maar heel weinig omtrent Nederland, zoals het werke~

lijk is.

Tegenwoordig kan ik, dank zij uw werk, met trots zeggen, dat ik het haast in al zijn vormen ken, en in bijeenkomsten met vrienden heb ik over uw land gesproken.

Ik heb hun verteld van uw economische voor~

uitgang en van uw prestaties op staatkundig en cultureel gebied. Kort gezegd: ik ben de beste propagandist geworden van uw mooi en geliefd land."

En hoewel volgens het aloude gezegde het licht uit het Oosten komt, schreef een luisteraar uit La Manouba, Tunesië - blijkbaar zeer onder de in~

druk van de "verlichtende" invloed van zekere Nederlandse industrie - zeer zakelijk: .,Wilt U mij catalogi en alle mogelijke informaties zenden over moderne methoden van verlichting, met de prijzen van ieder artikel afzonderlijk?"

Wij herhalen: de Wereldomroep verdient een pluim. Wij kunnen met recht trots zijn op het door haar verrichte werk, dat voor het aanzien van onze natie van zulk een grote betekenis is.

Gelukkig horen wij de laatste tijd geen klach~

ten meer, dat de overheid ten aanzien van de Wereldomroep nogal aan de zuinige kant is. Dit zou waarlijk een zuinigheid zijn, die de wijsheid bedriegt.

"Inspiratie voor allen"

o e E 55 - een manifestatie van wat de hardwerkende Nederlanders presteren moge in de huidige wereld dienen als een in~

spiratie voor allen."

"Als de jeugd van Nederland er aan twijfelt wat het zeggen wil zich een weg te banen van de vernietiging naar de welvaart, dan kan zij op de tentoonstelling terecht."

Aldus oordeelt de "New York Herald Tribu~

ne" over àe energietentoonstelling te Rotterdam.

Wij kunnen ons over dit gunstige oordeel van een van de grootste Amerikaanse dagbladen met recht verheugep. en wij mogen er een beetje trots op zijn ook.

Om de eenheid in de verzetsbeweging (I)

Û p het zeer onlangs te Valkenburg gehouden congres van de Nationale Federatieve Raad van het voormalig verzet is de verhouding van deze raad tot de andere organisaties van het verzet aan de orde geweest, waarbij de wenselijk~

beid werd geuit om te komen tot een zo groot mogelijke binding van allen, die in de bezettings~

tijd schouder aan schouder hebben gestaan.

De voorzitter, het Tweede Kamerlid, de heer G. Ritmeester, heeft op dit congres woorden ge~

sproken, die ons uit het hart zijn gegrepen.

Terecht betoogde hij, dat een bespreking op

I .JUNI 1855 - PAG. I

hoog niveau tussen de contraterende verenigingen gewenst is.

In het bestuur is geen homogeniteit, maar hoe • men daar ook denkt, voor alles moet gaan het belang van de N.F.R. en de illegaliteit in haar geheel.

Zij zijn geweest de strijders voor de vrijheid, aldus de heer Ritmeester en zij zullen blijven de strijders voor de vrijheid, voor het behoud van de democratie en het recht in Nederland.

De strijd moet gezamenlijk worden gevoerd ea niet onderling.

Het is te hopen, dat deze woorden niet z;ija misverstaan. De gebrachte offers en de gelopea risico's, zijn waarlijk te groot geweest dan dat verdeeldheid blijvend een stempel op het Neder ..

Iandse voormalige verzet zou mogen drukken.

Om de eenheid in de verzetsbeweging

(11)

T

ijdens genoemd congres werd eveneens het woord gevoerd door mr dr Houben die o.m. het navolgende zeide:

"Men kan zich afvragen of wij het geschenk der vrijheid in de zin waarin ons deze werd over~

geleverd, aanvaard hebben.

Met bescheiden trots mogen wij na tien jaar van heftig ploeteren en werken vaststel;en dat onze uiterlijke armoede in welvaart verkeerd is, maar daarbij dient men zich dan evenzeer af te vragen hoe het met ons innerlijk gesteld is, of wij nog in het bezit zijn van die beg1nselvastheid, die hulpvaardigheid, die liefde tot de evenmens en van die eenvoud," aldus de heer Houben.

Het is te betreuren, dat deze vraag na tien jaar bevrijding nog moet worden gesteld. Maar de vraag is treffend juist en het kan goed zijn, dat wij ons over die vraag ernstig bezinnen.

Alarmsignalen voor de kleine bedrijven

D

e directie van de Herstelbank heeft op- nieuw haar ongerustheid geuit over de moèilij.ke positie, waarin de kleine en middelgrote bedrijven zich bevinden in verband met het aan;..

trekken van nieuw kapitaal.

,.De beperkte kring van vennoten," aldus wordt opgemerkt, ,.is veelal niet in staat meer kapitaal te verschaffen, mede als gevolg van de hoge belas~

tingen. Het gevolg is, dat ondernemingen vaak - ondanks de uitzonderlijke hoogconjunctuur - hun bedrijf niet kunnen ontplooien."

.. Deze gang van zaken," aldus vervolgt de di- rectie van de Herstelbank, ,.kan, indten de con•

junctuur een teruggang zou vertonen wel eens gevolgen voor de natiomile welvaart hebben, die ernstiger kunnen zijn dan men thans vermoedt.

De aangekondigde belastingverlaging zal ·aan een aantal ondernemingen op den duur enig soe~

laas bieden maar zal andere toch geen uitkomst schenken."

Deze klacht staat overigens niet op zich zelf.

Op een jubileumbijeenkomst ter gelegenheid van het zestig~jarig bestaan van het Nederlandse Instituut Voor Accountants, die onlangs in het Kurhaus te Scheveningen werd gehouden, heeft dr H. M. Hirschfeld zich in soortgelijke zin uit~

gelaten. .

Hij waarschuwde met nadruk tegen het gevaar, dat door de steeds groeiende taak van de over- heid de particuliere kapitaalvorming in het ge~

drang dreigt te komen. waardoor het bedrijfsle- ven niet meer over voldoende middelen beschikt om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen, met alle ernstige consequenties voor onze wel~

vaart van dien.

Wanneer de overheid de door haar benodigde middelen te sterk langs de weg van de belastingen int en zij uit belastinggelden investeert, dan heeft de particuliere spaarder minder bewegingsvrijheid in de besteding van de gelden, die hij niet voor consumptie nodig heeft. Hij houdt tevens minder beschikbaar voor investeringen in de risicodra~

gende particuliere sector.

Welnu, deze waarschuwingen spreken voor zich zelf wel een heel duidelijke taal.

Wij moeten tenslotte in een impasse komen als wordt voortgegaan met de belangrijke bronnen van onze welvaart blijvend te hoog te belasten.

Het gevaar van het slachten van de kip met de gouden eieren is nog steeds aanwezig. Tegen dit gevaar moet worden opgetreden, wil onze natio- nale economie niet voor onaangename verrrassin~

gen komen te staan •

(4)

VRUIIEID EN DEMOCBATII!l I .JUNI HmJ -PAO. &

Indrukken op een wereldreis

Een .bezoek aan de hoofdstad van Californië- andere zeden, maar dezelfde vraagstukken

Van mevrouw dr M. Hartgerink-Koomans uit Groningen ontvingen wij weer een brief, ditmaal uit Californië,

De hoofdstad van de staat Californië Is niet San Francisco, maar Sacramento, een tachtig mijl het binnenland in.

Aan de rand van een prachtig park ligt, omringd door gazons en bomen, het

;Kapitool.

Als vele regeringsgebouwen iD. de Verenigde Staten is het gebouwd naar het model van •s lands vergaderzaal in Washington en daarnaar ook genoemd.

, Onder-de koepel is de centrale hal, versierd: beneden met muurschilderingen die volgens het bijschrift de voomitgang der menselijke beschaving in beeld moeten brengen, zoals die valt waa~ te nemen in de geschiedenis van Californië; versierd ter hoogte van de eerste verdieping met al de verschillende vlaggen, die in de Joop dier korte geschiedenis over de staat (of delen daarvan) hebben gewapperd.

Alles heeft hier uitvoerige bijschriften; hoe zou de gewone ,man het anders kun- nen begrijpen? Dit is immers het huis van het volk!

Dat blijkt uit allerlei dingen: uit de ruimte en de technische J:tulpmiddelen, die de pers ten dienste staan, uit het bordje tegenover de hoofdingang: "The governor invites you to visit him in his office 8lt one o'clock" - ja zeker; de gouverneur van de staat - , uit de ruime publieke tribunes in de vergaderzalen van Senaat en Assembly.

Van laatstgenoemde woonde ik e.:m tijdlang de vevgadering bij. Het beeld versobilde niet veel van dat der Tweede Kamer: ook hier op ca honderd afge- vaardigden maar twee of drie vrouwen.

Wel zaten er een paar achter de groene tafel, maar niet als minister of staatssecretaris - eerder misschien als secretaresse.

Hier in de Verenigde Staten - zoals trouwens ook in andere "jonge" landen - krijgt men wel eens de indruk, dat de gelijkheid der seksen des te makke- lijker werd aanvaard, omdat over de ongelijkwaardigheid geen verschil van mening bestaat. Zo argeloos constateert , hi<•r ook de zelfstandige vrouw, dat natuurlijk aan de man de eerste plaats toekomt.

Korte spreektijd

Vervelen deed ik mij bij die vergade- ring niet; er zat schot in - de spreek·

tijd was niet meer dan vijf minuten -

•Vervolg van pag. 2)

Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds

Het heeft maar een haa1 gescheeld of onze V.V.D.-fractie in de Eerste Kamer en die van de A.R. zouden heb- ben gestemd tegen de begroting van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds voor 1955.

Slechts een belangrijke toezegging van minister Be·el, dat de Commissie- Van Poelje thans vóór 1 Juli een inte- rim-rapport zal indienen, heeft deze fracties daarvan weerhouden.

Het was niet de eerste maal, dat prof.

Molenaar over dit onderwerp sprak;

juist daarom wilde hij nu eindelijk wel eens daden zien.

Het vorige jaar had hij er aan herin- nerd, dat in December 1953 de tiende wetenschappelijke . balans, weergevende de toestand per 31 December 1949, was verschenen en deze balans wees een te- kort aan van ... 2~ milliard gulden! Dit betekent, dat genoemd bedrag voor de volledige dekking van pensioenaanspra- ken nodig was, maar ontbrak.

Nu schrijft artikel 24 van de Pen- sioenwet 1922 voor, dat bij de wet voor- zieningen moeten worden getroffen, waartoe de wetenschappelijke balans

aanleiding geeft. .

Maar - aldus onze geestverwant - de Regering tre·kt zich intussen noch van het milliardentekort, .noch van ar- tikel 24 van de Pensioenwet iets aan.

Wat hem zeer verbaasde, was, dat in de kringen van de ambtenaren deze zaak onvoldoende aandacht trekt, niet alleen hierom, wijl de Staat zich ver- oorlooft te doen wat hij onder g-een be- ding van een particuliere maatschappij / zou dulden - daartegen waarschuwt en waalrt de Wet op de le·vensverzekering - maar ook omdat op de duur zoals hij het zag, de ambtenaren het ki~d van de rekening worden. Daarom ook achtte hij zich verplicht om andermaal de alarmklok te luiden.

Minister Beel had ten onrechte enige twijfel uitgesproken over de waarde van de becijferingen der balanscommissie en toen de Kamer een wijziging van de Pensioenwet behandelde, inhoudende de cumulatiebepeTking, ontkende de minis- ter, dat er een noodtoestand zou zijn.

en bij de behandeling van het onderha·

vige wetsontwerp hoorde ik allerlei be- kende klanken.

Het betrof de voorwaarden voor de erkenning van vakverenigingen.

De strekking - als ik het goed heb begrepen - was om in de grote Vak- verbonden de invloed te keren, die mo- gelijk van werkgeverszijde zou kunnen worden uitgeoefend door middel van lichamen min of meer als onze perso- nee·lSIVerenigingen.

.,Verenigingen, die van werkgevers- zijde steun genieten of genoten hebben, horen niet thuis in de vakvereniging"

zeiden de voorstanders.

.,Dit vermoordt de kleine, zelfstandi- ge vakverenigingen ten gerieve van de C.I.O. en enkele groten" was de rede- nering der oppositie. _

Waarschijnlijk houdt de erkenning van een vakvereniging in Amerika niet , . , precies hetzelfde in als bij ons, maar hoe de grote vakverenigingen aan klei- nere zelfstandige groepen het leven niet

Prof.' Molenaar had op dit alles ern- stige critiek en hij kon zich daarvoor mede beroepen op artikelen in verzeke- ringa-vakbladen van de verzekerings- deskundi•ge dr Van Hoorn.

Maar ondanks dat ontkennen, van die noodtoestand, erkende de niinister het vorige jaar toch reeds, dat waarschijn- lijk nog wel met een toeneming van het tekort met 2 milliard gillden moet wor- den gerekend, bij een te·kort, dat al 2~

milliard bedraagt. Prof. Thierry schatte deze toeneming zelfs op 3 milHard!

Dit speelde zich verleden jaar af. De minister wilde maar wachten tot het definitieve rapport van de Commissie- Van Poelje bij hem was binnengekomen.

PROF. HELLEMA

•... .. instemming ..••••

Op 12 Januari 1954 verwachtte de mi- nister, dat dit met ruim een jaar het geval zou zijn.

Dat had er dus nu al hoog en breed moeten zijn, maar thans viel in de schriftelijke stukken te lezen, . dat de minister het verslag pas tegen het einde van dit jaar tegemoet ziet.

Prof. Molenaar ging op dit alles diep , in en na hem sloot prof. Hellema (A.R.)

zich daar volledig bij aan.

Hij becritiseerde daavbij ook scherp, dat belegging van het fonds herhaalde- lijk ondergeschikt wordt gemaakt aan de belangen van de schatkist.

Ofschoon wij hier te maken hebben met een rechtspersoonlijkheid bezittend fonds, heeft, naar de mening van spre-, ker, de directie van dit fonds eigenlijk niets te vertellen.

gunnen, dáár weet men ooi. in NedeP..

land van mee te praten.

Er waren veel mensen op de tribune<;

maar niet om het bijzondere belang van dit wetje. Voor een groot deel bestond het publiek uit een paar klassen van Midde!bare Scholen, die hier met het werk van de volksvertegenwoordiging , kennis maakten.

Permanente tentoonstelling

Na afloop van de vergadering vond ik hen weer in de corridor van de bene·

denverdieping, waar een permanent&

tentoonstelling is ingericht.

Ieder der naar ik meen, twee en twintig provincies, waaruit de Staat Californië bestaat, heeft daar een V·i·

trine om zich als het ware aan het vollt te kunnen voorstellen. Daavbij was men naar zeer verschillende opvattingen te werk gegaan.

Sommige provincies hadden zich be- paald tot schema's en foto's, andere vertoonden hun producten in natura; de bergprovincies van de Rcoky Mountains drukt·en hun eigenaardigheid treffend uit in een soort reliëf; de provincie Ala.

mada zocht het in het actuele en ver- toonde niet anders dan haar Cutter

Copie t1oor deze ntbrie7c te zendcm ftCICif':

Mejulfr. Joh. B. Spring.,..

Alexander•waae lf, H44rlem.

Laboratorium, één der inrichtingen, waar Saik's Polio-vaccin, - twee we•

ken geleden voor algemeen gebruik vrij- gegeven - zal worden aangemaakt.

Al zijn de vraagstukken, die ter sprake komen on. niet zo vreemd, dit Kapitool is toch wèl anders dan het Haagse Binnenhof.

M. H.-K.

Utrechtse Provinciale dag op 13 Juni a.s.

Op deze bijeenkomst op Maandag 13 Juni a.s., beginnend om 12 uur in Hotel het Statewapen te Breukelen, zijn alle V.V.D.-vrouwen uit de Centrale Utrecht of omgeving hartelijk welkom.

Spreken zal o.a.. de heer Korthals over "De betekenis van de Benelux" en er zal ook een forum zijn.

Nadere inlichtingen en aanmeldingen bij mevr. mr E. Veder-Smit, Ruysdael- laan 9, Huis ter Heide. ,

BLYDENSTEIN & Co. N.V.

ENSCHEDE

SPINNERIJ, WEVERIJ, BLEKERIJ & VERVERIJ Fabrikanten van Katoenen & Rayon manufacturen

De Regering mag, zo meende hij, thans geen dag en geen nacht langer wachten met althans enige orde op de zaken van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds te stellen, omdat met elke dag wachten het tekort groter wordt.

De activa zijn nu al niet meer voldoen- de om de reeds ingegane pensioenen en verder in uitzicht gestelde premievrije aanspraken te honoreren.

Het feit, dat het nu aanwezige kapitaal niet voldoende is om er, samen met de interesten, de reeds toegekende pensioe- nen tot het einde toe mee te betalen, be- tekent, dat al hetgeen door en voor de

thans nog in actieve dienst zijnden is gestort, ten behoeve van anderen is ge- bruikt, zodat, wanneer zij zelf aan de beurt van pensioen komen, hetzelfde geld nog eens opnieuw tevoorschijn moet wor- den gebracht, maar dan tevens het dub- bele bedrag er bij, omdat de gelegenheid heeft ontbroken, van het verschuldigde

geld rente te trekken.

Onze geestverwant wilde daarom met klem betogen, dat hoe eerder de Staat begint met gedeelten van het ontstane tekort aan het fonds uit te keren, ten- einde het zijn normale functie te laten verrichten, hoe beter het is.

De minister, zo zei onze geestverwant, kan mij straks tegemoet voeren, dat hij overweegt tot een gans ander financie- ringsstelsel over te gaan.

Betreft dit een geheel of gedeeltelijk overgaan op een omslagstelsel, dan is de kans groot, dat de betrokkenen in de loop der jaren meer premie dan nu zullen moeten opbrengen, want de nu bestaan- de schuld zal ook bij een omslagstelsel op de lange duur betaald moeten wordèn.

Aan het einde van zijn betoog stelde prof. Molenaar in uitzicht, dat hij zich wellicht verplicht zou gevoellm, ditmaal een hoofdelijke stemming over de begro- ting van dit pensioenfonds te vragen.

In zijn antwoord meende minister Beel er o,a. ernstig bezwaar tegen te moeten maken, dat prof. Molenaar het had voor- gesteld, alsof de Regering zich van dat tekort en van de verplichtingen die zij ex artikel 24 van de Pensioenwet heeft, niets had aangetrokken.

Minister Beel stelde daar tegenover:

"Ook al is er nog geen concreet voorstel ter tafel, dat neemt niet weg, dat de Re- gering al in 1949 het vraagstuk aan een Staatscommissie heeft toevertrouwd".

Daarbij werd ook gedacht - en zo

heeft de comm1ss1e het ook begrepen - aan het vraagstuk van de dekking der pensioenlasten.

Hij moest er bezwaar tegen maken, dat

"men de kwestie van de dekking en de financiële kwestie los maakt van de pen- sioenen zelf".

Prof. Molenaar kon er bij de repliek echter op wijzen, dat die opdracht aan een Staatseomissie heel mooi was, maar dat zijn bezwaar was, dat de Regering in afwachting van het rapport niet alleen geen definitieve beslissing nam, maar geen enkele, dus ook geen voorlopige, voorziening heeft getroffen, met het ge- volg, dat de financiële toestand van het fonds, juist door het accumuleren van rente op rente, steeds ongunstiger wordt.

De minister had o.a. ook nog opge- merkt, dat men bij het aanschouwen van de ongunstige toestand van het Pensioen- fonds niet te ver mocht gaan bij het ver- gelijken met de levensverzekeringsmaat- schappijen.

Prof. Molenaar gaf dit de minister gaarne toe, maar de vergelijking gaat in zoverre toch wel op, dat men ook in de Pensioenwet 1922, door de instelling van het kapitaaldekkingsstelsel, de toe te ken- nen pensioenen onder alle omstandighe- den veilig heeft willen stellen. In dit op- zicht staat het Algemeen Burgerlijk Pen- sioenfonds op dezelfde lijn als de levens- verzekeringsmaatschappijen. ,

Ondertussen: de minister deelde thans mede, dat hij zich opnieuw met de voor- zitter van de Staatscommissie in verbin- ding had gesteld en hem gevraagd had of het mogelijk was, dat de Staatscom- missie bij wijze van interimrapport haar uiteindelijk oordeel over de financiering van het Pensioenfonds nog op een vroe- ger tijdstip zou kunnen uitbrengen.

Hierop had hij de toezegging gekregen, dat vóór 1 Juli het rapport kon worden verwacht.

En daar de minister daaraan de toezeg- ging verbond, dat hij alles wilde doen om na 1 Juli zo spoedig mogelijk nadere opening van zaken te geven, wilde prof.

Molenaar de minister dat ene jaar er nu maar bij geven. "Dan zullen wij" - zo voegde hij daaraan toe - "het volgende jaar, als de termijn van 1 Juli ruim- schoots gepasseerd is, te meer aanleiding hebben om het resultaat van wat de mi- nister ons heeft toegezegd te bezien en on• doftnitiovo oofil"l Vit to 'P'Ok~".A.

J

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kan ik nu met de heren Mastwijk en Anker afspreken dat wij, als deze motie wordt aangenomen, eerst zullen kijken of wij dit doel kunnen bereiken door goede contractuele afspraken

Kleur de woorden: de eve-naar = blauw de kreefts-keer-kring = rood de steen-boks-keer-kring = groen.

Wij als raadsleden een presentatie op 7 oktober jl hebben gekregen waarin werd toegelicht dat er, zoals aangegeven in de tekstuele toelichting op pagina 13 van de begroting, een

De middenberm tussen het Julianaplein en de Olmenlaan zodanig wordt ingericht dat er een bredere stoep ontstaat en meer ruimte voor alle verkeersdeelnemers;.. De bomenrij en

het verbod om rechtsaf te slaan (vanaf Nieuwe ’s-Gravenlandseweg/spoorwegovergang naar de Vlietlaan ) te schrappen uit het definitieve ontwerp van de herinrichting van de

Het wegprofiel zodanig te optimaliseren dat er meer ruimte ontstaat voor de breedte van de parkeervakken aan de spoorzijde, waarmee in- en uitstappen veiliger wordt;. En gaat over

De feesten gaan in ieder geval terug naar begin negentiende eeuw, dan wordt er voor het eerst over geschreven. De traditie wordt op het ene eiland strenger bewaakt dan op het

Nooit eerder was een orthodoxe patri- arch aanwezig op de intronisa- tie van een paus en al zeker niet na het Oosters Schisma in 1054, de scheuring tussen de