• No results found

DE DIRECTEUR VAN DE DIENST UITVOERING EN TOEZICHT ENERGIE, (hierna te noemen: de directeur DTe) aan ene zijde, en 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DE DIRECTEUR VAN DE DIENST UITVOERING EN TOEZICHT ENERGIE, (hierna te noemen: de directeur DTe) aan ene zijde, en 2"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Concept - 0000000 - xx -

Http://nmaprisma.minez.nl/Produktie/NMa/rfc/rfcepo.nsf/0/4465C1CCD990971DC1256DE200564CF1/$f OVEREENKOMST TUSSEN DE DIRECTEUR DTE EN DE AANDEELHOUDERS VAN DE NETBEHEERDERS EN VERGUNNINGHOUDERS GAS

PARTIJEN

1. DE DIRECTEUR VAN DE DIENST UITVOERING EN TOEZICHT ENERGIE, (hierna te noemen: de directeur DTe)

aan ene zijde, en

2. COGAS FACILITAIR B.V., te dezen vertegenwoordigd door D. Schiphorst, en 3. DELTA N.V., te dezen vertegenwoordigd door D. Luteijn, en

4. N.V. ENECO, te dezen vertegenwoordigd door J.B.M. Ten Berge, en ENECO ENERGIE INFRA UTRECHT N.V., te dezen vertegenwoordigd door J.B.M. ten Berge, en

5. RWE HAARLEMMERMEERGAS N.V., te dezen vertegenwoordigd door F.Th. van der Riet, en

6. MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNALE GASDISTRIBUTIE "INTERGAS"

HOLDING, te dezen vertegenwoordigd door J. Roos, en

7. N.V. NUTSDEELNEMINGEN MAASTRICHT, te dezen vertegenwoordigd door J.H.

van de Water, en

8. N.V. NRE HOLDING, te dezen vertegenwoordigd door P.J. Dijkstra, en 9. N.V. NUON, te dezen vertegenwoordigd door L.M.J. van Halderen, en 10. RWE OBRAGAS N.V.., te dezen vertegenwoordigd door D.N. Vlugt, en 11. N.V. ONS ENERGIE, te dezen vertegenwoordigd door H. Eikenbroek, en 12. N.V. RENDO HOLDING, te dezen vertegenwoordigd door R.P.B.J. Woldring, en 13. ESSENT N.V., te dezen vertegenwoordigd door M.A.M. Boersma, en

14. WESTLAND ENERGIE BEHEER B.V., te dezen vertegenwoordigd door C. Tromp, (hierna te noemen: de Aandeelhouders)

aan andere zijde,

NEMEN IN AANMERKING

A. De directeur DTe en de Aandeelhouders (hierna te noemen: “Partijen”) zijn over en weer bekend met de uitspraak van het College van Beroep voor het

bedrijfsleven (hierna: CBB) van 13 november 2002, waarin het CBB de x- factorbesluiten op grond van artikel 41 Elektriciteitswet 1998 vernietigde op de grond dat de directeur DTe op grond van artikel 41 Elektriciteitswet één uniforme x-factor dient vast te stellen en hem niet toestaat per Netbeheerder een

afzonderlijke x-factor te bepalen.

(2)

B. Bij besluit van 29 augustus 2001 (met kenmerk: 100350/149), zoals gewijzigd bij besluit van 12 juli 2002 (met kenmerk: 100801/160) heeft de directeur DTe op grond van artikel 80 Gaswet de x-factoren voor de netbeheerders gas vastgesteld voor de periode 2002-2003. Tegen dit besluit is door een aantal netbeheerders gas bezwaar aangetekend. Op die bezwaren dient nog te worden beslist. In het licht van de onder A genoemde uitspraak van het CBB zal de directeur DTe dit besluit dienen te herroepen en met betrekking tot de periode 2002-2004 (de eerste reguleringsperiode) alsnog één uniforme x-factor dienen vast te stellen.

C. Hangende de bezwaarschriftprocedures tegen het x-factorbesluit van 29 augustus 2001, zoals gewijzigd bij besluit van 12 juli 2002, heeft een groot aantal

netbeheerders gas eveneens bezwaar aangetekend tegen de besluiten tot vaststelling van de transporttarieven gas op grond van artikel 80, eerste lid, Gaswet met betrekking tot het kalenderjaar 2002.

D. Op 19 augustus 2003 is de "wet van 3 juli 2003 tot wijziging van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector in verband met de financiering van de

tegemoetkoming aan de elektriciteitsproductiesector uit de algemene middelen en van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet omwille van de correctie van enkele tariefbepalingen alsmede in verband met een tijdelijk verbod van privatisering van netbedrijven" (Stb. 316) in werking getreden. Die wet (de "Wet Wijziging OEPS") verlengt de bevoegdheid van de directeur DTe tot vaststelling van de x-factoren ex artikel 80 Gaswet tot tenminste 1 januari 2012. De Wet Wijziging OEPS voorziet daarnaast in een wijziging van artikel 80 Gaswet. In tegenstelling tot het oude artikel 80 Gaswet legt artikel 80 (nieuw) vast dat de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering telkens wordt vastgelegd voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar en dat de directeur DTe bevoegd is om x- factoren vast te stellen die per netbeheerder kunnen verschillen (lid 3). Op grond van artikel 80, tweede lid, Gaswet (nieuw) heeft de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering mede tot doel om een rendement te bewerkstellingen dat in ieder geval niet hoger is dan in het economisch verkeer gebruikelijk en om de gelijkwaardigheid in de doelmatigheid van de bedrijfsvoering van de

netbeheerders te bevorderen. Bovendien bepaalt artikel 80, vierde lid, Gaswet (nieuw) dat de directeur DTe eerst een besluit neemt waarin de methode tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering wordt bepaald (het methodebesluit). Verder bepaalt artikel 80, vijfde lid, Gaswet (nieuw) dat in tariefbesluiten correcties ten aanzien van voorgaande kalenderjaren kunnen worden verwerkt.

E. Naar aanleiding van de ontstane situatie, hebben tussen de directeur DTe en de netbeheerders gas verkennende gesprekken plaatsgehad met betrekking tot de regulering van de netbeheerders gas. Deze gesprekken waren erop gericht om

(3)

bewerkstelligen van de eerste reguleringsperiode, en anderzijds op voorhand zekerheid te verkrijgen omtrent enkele aspecten van de regulering en de

tariefsontwikkeling in de tweede reguleringsperiode (2005-2007), waaronder het niveau van het gelijke speelveld per 2007.

F. De afspraken die tijdens die gesprekken zijn gemaakt en die betrekking hebben op de wijze waarop de directeur DTe invulling zal geven aan artikel 80 Gaswet, zijn neergelegd in een overeenkomst die op 3 november 2003 tussen de directeur DTe en de Netbeheerders is gesloten. Partijen hebben – onder meer –

overeenstemming bereikt over de afwikkeling van de eerste reguleringsperiode, het zogeheten gelijke speelveld per einde 2007, de wijze waarop de tarieven c.q.

de toegestane omzetten van de Netbeheerders de komende jaren naar dat gelijke speelveld zullen bewegen, alsmede de wijze waarop de maatstaf wordt bepaald en het achteraf meten van de daadwerkelijk gerealiseerde productiviteitsverandering.

Verder is in het kader van deze overeenkomst als uitgangspunt genomen het principe dat tarieven gebaseerd zijn op kosten. Daarbij wordt bepaald dat de Netbeheerders geen rechtsmiddelen zullen instellen tegen de ter uitvoering van genoemde afspraken door de directeur DTe te nemen besluiten, indien en voor zover zij met die afspraken in overeenstemming zijn.

G. De Aandeelhouders onderschrijven en ondersteunen de afspraken tussen de directeur DTe en de Netbeheerders, hetgeen zij door ondertekening van deze overeenkomst tot uiting willen brengen.

H. Mede met het oog op de belangen van derden zullen Partijen deze overeenkomst in al haar onderdelen openbaar maken.

KOMEN OVEREEN

1. Toezeggingen van de Aandeelhouders

1.1 De Aandeelhouders zijn bekend met de overeenkomst die op 3 november 2003 is gesloten tussen de directeur DTe en de Netbeheerders. Een kopie van deze overeenkomst is als Bijlage 1 aan deze overeenkomst gehecht.

1.2 De Aandeelhouders onderschrijven de tussen de directeur DTe en de Netbeheerders gemaakte afspraken, zoals neergelegd in de in het eerste lid bedoelde overeenkomst en zullen, binnen de grenzen van artikel 7 Gaswet, al het nodige doen of nalaten teneinde de directeur DTe en de Netbeheerders in staat te stellen hun verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst na te komen.

(4)

1.3 Voor zover de Aandeelhouders tevens vergunninghouder zijn in de zin van artikel 22 Gaswet, tonen zij zich bereid en zullen zij overgaan tot intrekking van de in de Bijlage 2 bij deze overeenkomst opgesomde procedures. Voor zover de Aandeelhouders niet tevens vergunninghouder zijn in de zin van artikel 22 Gaswet, tonen zij zich bereid en zeggen zij toe het ertoe te leiden dat de vergunninghouder, waarvan zij de Aandeelhouder zijn de in de Bijlage 2 bij deze overeenkomst opgesomde procedures intrekt.

1.4 Daargelaten het feit dat de Aandeelhouders naar het oordeel van de directeur DTe in bestuursrechtelijke zin geen belanghebbende zijn bij de – tot de Netbeheerders – gerichte besluiten als bedoeld in de artikelen 2.1 t/m 2.5 van de in het eerste lid bedoelde

overeenkomst, zijn de artikelen 3.1 en 3.3 van die overeenkomst van overeenkomstige toepassing op de Aandeelhouders.

2. Aansprakelijkheid

2.1 Een Aandeelhouder zal de Staat der Nederlanden niet aansprakelijk stellen voor schade als gevolg van in het verleden genomen besluiten op grond van artikel 80 Gaswet, zoals opgesomd in Bijlage 2, indien en voor zover de directeur DTe ten aanzien van die Netbeheerder met betrekking tot het kalenderjaar 2004 een Tariefbesluit Eerste Reguleringsperiode Netbeheerders Gas neemt dat in overeenstemming is met de

overeengekomen regeling, zoals neergelegd in bijlage 1 bij de als Bijlage 1 aangehechte overeenkomst en dit besluit formele rechtskracht heeft verkregen.

2.2 Deze bepaling kan – en zal - door de Aandeelhouders niet worden opgevat als een erkenning van aansprakelijkheid door de directeur DTe.

2.3 Deze bepaling behoudt zijn gelding ook na beëindiging of ontbinding van de overeenkomst of indien zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 3.3. van de als Bijlage 1

aangehechte overeenkomst.

3. Vertrouwelijkheid en openbaarheid

3.1 Partijen stemmen ermee in dat deze overeenkomst in al haar onderdelen openbaar wordt gemaakt. De openbaarmaking zal door de directeur DTe worden verzorgd.

3.2 Tenzij een wettelijke openbaarmakingsverplichting de directeur DTe tot eerdere

openbaarmaking van deze overeenkomst verplicht, of indien Partijen gezamenlijk (d.w.z.

unaniem) tot eerdere openbaarmaking besluiten, zal de directeur DTe deze overeenkomst openbaar maken gelijktijdig met de bekendmaking van het eerste (ontwerp-)besluit dat overeenkomstig artikel 2 van de als Bijlage 1 aangehechte overeenkomst wordt genomen.

(5)

4.1 De onderhavige overeenkomst bevat alle afspraken tussen Partijen ter zake van de toepassing van artikel 80 Gaswet (zowel vóór als na inwerkingtreding van de wet van 3 juli 2003 (Stb. 2003, 316) met betrekking tot de kalenderjaren 2002 t/m. 2007. Deze overeenkomst treedt aldus in de plaats van:

a. alle individuele of collectieve toezeggingen met betrekking tot het onderwerp van deze overeenkomst die in het verleden door de directeur DTe ten aanzien van de

Netbeheerder(s) of hun Aandeelhouders zijn gedaan, en

b. alle individuele of collectieve afspraken die de directeur DTe met betrekking tot het onderwerp van deze overeenkomst in het verleden met de Netbeheerder(s) of hun Aandeelhouders heeft gemaakt.

4.2 Partijen zullen ter zake van de in deze overeenkomst geregelde onderwerpen geen nadere afspraken van welke aard ook maken.

5. Slotbepaling

5.1 De bijlagen bij deze overeenkomst maken integraal onderdeel uit van deze overeenkomst.

Dit betekent dat – onverminderd het bepaalde in artikel 2.7 van de als Bijlage 1

aangehechte overeenkomst - deze bijlagen niet zullen worden gewijzigd, behoudens voor zover alle partijen bij deze overeenkomst daartoe gezamenlijk mochten besluiten.

5.2 Onverminderd het bepaalde in artikel 11, tweede en vijfde lid, artikel 12, tweede lid en artikel 14, eerste lid van bijlage 1 van de als Bijlage 1 aangehechte overeenkomst binden partijen zich door het aangaan van deze overeenkomst op geen enkele wijze ten aanzien van de derde reguleringsperiode (de jaren na 2007) en willen zij niet geacht worden op voorhand enig standpunt te hebben prijsgegeven ten aanzien van de in de derde reguleringsperiode te hanteren reguleringssystematiek.

6. Ondertekening van en toetreding tot de overeenkomst

6.1 Deze overeenkomst zal ter tekening worden voorgelegd aan alle Aandeelhouders en treedt direct na ondertekening in werking.

6.2 De Aandeelhouders die reeds partij zijn bij deze overeenkomst zullen de overige

Aandeelhouders in de gelegenheid stellen ook in een later stadium toe te treden tot deze overeenkomst.

(6)

7. ONDERTEKENING

Datum: 3 november 2003 Plaats: Den Haag

A. DE DIRECTEUR DTE

DE DIRECTEUR VAN DE DIENST UITVOERING EN TOEZICHT ENERGIE

G.J.L. Zijl

B. DE AANDEELHOUDERS

COGAS FACILITAIR B.V.,

D. Schiphorst

DELTA N.V.

D. Luteijn

N.V. ENECO

J.B.M. Ten Berge

(7)

J.B.M. Ten Berge

RWE HAARLEMMERMEERGAS N.V.

F.Th. van der Riet

Namens RWE Haarlemmermeergas N.V. wordt deze overeenkomst ondertekend onder de opschortende voorwaarde van interne finale instemming door de verantwoordelijke organen. Deze instemming of het uitblijven daarvan zal uiterlijk zes weken na ondertekening ter kennis van DTe worden gebracht.

Indien niet binnen die termijn van instemming is gebleken, zal RWE

Haarlemmermeergas N.V. tot nader order geen partij zijn bij de overeenkomst.

Mocht zij na het verstrijken van die termijn alsnog tot de overeenkomst willen toetreden dan is op haar de procedure van artikel 6 van deze overeenkomst van toepassing.

MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNALE GASDISTRIBUTIE "INTERGAS" HOLDING

J. Roos

N.V. NUTSDEELNEMINGEN MAASTRICHT

J.H. van de Water

N.V. NRE HOLDING

P.J. Dijkstra

(8)

N.V. NUON

L.M.J. van Halderen

RWE OBRAGAS N.V.

D.N. Vlugt

Namens RWE Obragas N.V. wordt deze overeenkomst ondertekend onder de opschortende voorwaarde van interne finale instemming door de

verantwoordelijke organen. Deze instemming of het uitblijven daarvan zal uiterlijk zes weken na ondertekening ter kennis van DTe worden gebracht.

Indien niet binnen die termijn van instemming is gebleken, zal RWE Obragas N.V.

tot nader order geen partij zijn bij de overeenkomst. Mocht zij na het verstrijken van die termijn alsnog tot de overeenkomst willen toetreden dan is op haar de procedure van artikel 6 van deze overeenkomst van toepassing.

N.V. ONS ENERGIE

H. Eikenbroek

N.V. RENDO HOLDING

R.P.B.J. Woldring

(9)

M.A.M. Boersma

WESTLAND ENERGIE BEHEER B.V.

C. TROMP

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een erkenning ITK als bedoeld in het eerste lid wordt verleend onder de voorwaarde dat de kwaliteitszorg uiterlijk twee jaar na de datum waarop de erkenning ITK in werking

Onder vervanging van de punt aan het einde van artikel 7, tweede lid, onderdeel f, door een puntkomma wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:a. leden van

Aan artikel 3, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Hierbij wordt in ieder geval invulling gegeven aan het recht van de werknemer om onbereikbaar te zijn om arbeid te

De bedoeling van het besluit is om de procedure voor vaststelling van gebiedsspecifiek beleid te versnellen, waarmee eerder rekening kan worden gehouden met

als niet alle van toepassing zijnde maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik als bedoeld in artikel 3.84, vijfde lid, zijn getroffen: een beschrijving van de

In afwijking van artikel 3, eerste lid, voert een ander dan degene die een bevolkingsonderzoek door of vanwege de rijksoverheid aanbiedt of verricht en die het in artikel 2,

De ambtenaren van de Autoriteit Consument en Markt, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt, zijn bevoegd om voor het toezicht op

Gemeentewet 229 Grafrechten Kern Vlist: Opgenomen in de ‘Tarieventabel behorend bij de verordening lijkbezorgingsrechten’ – hoofdstuk 4, artikelen 4.2.1, 4.2.2 en 4.2.3