Vraag nr. 223 van 29 mei 2000
van de heer CARL DECALUWE
Aquafin – Incidentenanalyse
De opdracht van Aquafin bestaat erin ons afvalwa-ter te zuiveren binnen de door de overheid vastge-stelde effluentnormen.
Het gebeurt dat er "verdacht" afvalwater in de zui-veringsinstallaties toekomt dat niet gemakkelijk te zuiveren is. In andere gevallen gebeurt het dat door een defect aan een of andere installatie het effluent onvoldoende gezuiverd opnieuw in de ontvangen-de waterloop wordt gepompt.
Aquafin moet deze incidenten melden bij de over-h e i d , die dan de nodige maatregelen dient te n e m e n . In 1999 werden 232 incidenten gemeld, waarvan 120 een ernstige ecologische impact had-den.
Aquafin voerde een incidentenanalyse uit om her-haling te vermijden.
1. Wat zijn de resultaten van deze incidentenanalyse ? 2. Welke acties werden ter verbetering opgestart ? 3. Hoe werd opgetreden tegen de incidenten die
werden veroorzaakt door externe lozers ?
Antwoord
1. In 1999 werden er inderdaad 232 incidenten ge-meld aan het Vlaams Gewest.
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de incidenten in 1999 (bron : m a a n-delijks overleg Aquafin-Vlaams Gewest 29.01.00).
Er wordt in deze analyse een onderscheid ge-maakt naar oorzaak van het incident (defect p o m p s t a t i o n , defect RW Z I , externe lozers, w a-teroverlast, ...) en naar gevolgen (Eco-impact).
Incidenten met een Eco-impact
Oorzaak Aantal % op totaal Aantal % op totaal
aantal incidenten aantal incidenten
Gepland onderhoud 3 1.3 1 0.4
Geplande werken 28 12.1 12 5.2
Defect PS (intern) 3 1.3 3 1.3
Defect RWZI (intern) 35 15.1 16 6.9
Andere (intern) 1 0.4 1 0.4
Externe lozer 116 50 52 22.4
Wateroverlast 17 7.3 12 5.2
Defect PS (extern) 5 2.2 5 2.2
Defect RWZI (extern) 5 2.2 3 1.3
Andere (extern) 19 8.2 13 5.6
Totaal 232 100.0 118 50.9
N.v.d.r.
PS : pompstation
Er dient opgemerkt te worden dat de incidenten met een ecologische impact nog verder kunnen worden opgesplitst in verschillende klassen (ernstige impact, zeer ernstige impact, m a t i g e impact, ...).
2. In het verleden bestond er een werkgroep die door het kabinet van de toenmalige minister van Leefmilieu en Tewerkstelling werd bijeen-g e r o e p e n . In deze werkbijeen-groep zetelden vertebijeen-gen- vertegen-woordigers van de afdeling Milieu-inspectie en de afdeling Milieuvergunningen van de admini-stratie Milieu-, N a t u u r- , Land- en Wa t e r b e h e e r ( A m i n a l ) , de Vlaamse Milieumaatschappij ( V M M ) , de NV Aquafin en het kabinet. In deze werkgroep werden enkel de bedrijfslozingen be-h a n d e l d . C o n c e p t f o u t e n , c o n s t r u c t i e f o u t e n , i n-terne defecten en eventuele foutieve exploitatie werden niet behandeld. Als gevolg hiervan von-den er in enkele bedrijven inspecties door de Milieu-inspectie plaats. In een aantal gevallen werd de problematiek hierdoor opgelost en vonden er bijgevolg geen herhalingen plaats van het indicent in kwestie.
In 1999 werd deze werkgroep niet meer samen-geroepen.
In navolging van het regeerakkoord en mijn be-leidsnota heeft de Vlaamse Milieumaatschappij een nota voorbereid aangaande de opvolging van de A q u a f i n - o p e r a t i e. In deze nota is ook een luik "incidentenmeldingen" opgenomen. Hierin wordt voorgesteld de vroegere werk-groep nieuw leven in te blazen, met de opmer-king dat niet enkel de incidenten die te wijten zijn aan externe lozers zullen worden bespro-k e n , maar dat de agenda oobespro-k zal worden uitge-breid met andere incidentenmeldingen (onder andere conceptfouten, niet-optimale bedrijfs-voering, ...).
3. In het verleden vonden er, zoals hierboven reeds vermeld, ingevolge de activiteiten van de werkgroep acties plaats van de Milieu-inspectie. In geval van een lozing door externen kan de NV Aquafin de hulp inroepen van de afdeling M i l i e u - i n s p e c t i e. Er zijn dan twee mogelijkhe-den.
– Ingeval de NV Aquafin de verantwoordelij-ke voor een storting niet kan aanwijzen of geen vermoeden heeft, beperkt de inspectie zich in principe tot het terrein van de RW Z I en de nabije omgeving. Er worden visuele vaststellingen gedaan. Zo nodig worden
monsters genomen van zowel influent als ef-fluent en bij het labo afgegeven voor analy-se.
Indien de toezichthoudende ambtenaar op basis van de visuele vaststellingen en/of op basis van de analyseresultaten besluit dat er een overtreding is (geweest), wordt een pro-ces-verbaal tegen onbekenden opgemaakt. – Ingeval de NV Aquafin de
verantwoordelij-ke voor een storing kan aanwijzen of een voldoende onderbouwde verdenking heeft, zal naast voorgaande actie eveneens worden opgetreden ter hoogte van de overtreding. Zo nodig zal ook hier een proces-verbaal worden opgemaakt.