• No results found

Het voorstel betreft afschaffing van de zogenoemde prikkelcomponent

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het voorstel betreft afschaffing van de zogenoemde prikkelcomponent"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Netbeheer Nederland

\

Autoriteit Consument & Markt T.a.v. mevr. drs. M. Leijten Postbus 16326

2500 BH DEN HAAG

Netbeheer Nederland Anna van Buerenplein 43 2595 DA Den Haag

Postbus 90608 2509 LP Den Haag 070 205 50 00

secretanaat@netbeheernederland.nl netbeheernederland.nl

Doorkiesnummer 070

Onderwerp

Codewijzigingsvoorstel m.b.t het afschaffen van de prikkelcomponent Kenmerk

BR-2020-1710 Datum 26 maart 2020

Behandeld door

E-mail

@netbeheernederland.nl

Geachte mevrouw Leijten,

Hierbij ontvangt u een voorstel van de gezamenlijke netbeheerders tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998. Het voorstel betreft afschaffing van de zogenoemde prikkelcomponent. De voorgestelde wijzigingen bevinden zich in hoofdstuk 10 van de Netcode elektriciteit.

Aanleiding tot het voorstel

De prikkelcomponent is al geruime tijd een punt van aandacht in het ontwerp van de Nederlandse balanceringsmarkt. Daarbij is de vraag met name of deze component de juiste prikkel op de juiste momenten geeft. Omdat de prikkelcomponent het grootste deel van de tijd gelijk is aan nul, werd tot nog toe geen prioriteit gegeven aan het heroverwegen van de prikkelcomponent.

Begin 2018 is er echter een periode geweest waarin de prikkelcomponent enkele weken ongelijk was aan nul. Dit gebeurde min of meer ten tijde van de stakeholderbijeenkomsten in het kader van de implementatie van artikel 18 van de Verordening (EU) 2017/2195 (GL EB) ter voorbereiding op besluit ACM/UIT/502876 d.d. 20 december 2018. Tijdens die overleggen, specifiek tijdens de stakeholderbij- eenkomst van 20 februari 2018, is ook besproken de prikkelcomponent in een later stadium onder de loep te nemen.

Daarnaast biedt het huidige Europese kader en met name de wijzigingen die de implementatie van de GL EB met zich meebrengen aanleiding enkele aspecten van het Nederlandse balanceringsmodel te heroverwegen, vooral omdat de integratie van markten van balanceringsenergie via internationale platforms effecten hebben die ingebed moeten worden in ons marktmodel. Het nu afschaffen van de prikkelcomponent is een manier om het marktmodel, en daarmee vervolgstappen ter aanpassing hiervan, te vereenvoudigen. Afhankelijk van gemaakte keuzes in de implementatie van het Europees kader zou bij nu handhaven van de prikkelcomponent waarschijnlijk alsnog de noodzaak ontstaan de bepaling ervan te herzien.

Hoofdlijn van het voorstel

Het voorstel bestaat uit een op zichzelf staande inhoudelijke wijziging in de Netcode elektriciteit tot afschaffen van de prikkelcomponent.

IBAN NL51 ABNA 0613001036 BTW-nummer NL8185.25.101.B01 KvK-nummer 09175117

Openbaar

(2)

Kenmerk BR-2020-1710

Datum

26 maart 2020 pagina 2 van 6

Inhoud van het voorstel

Bijlage 1 bij dit voorstel bevat de tekst van de artikelen uit de Netcode elektriciteit, die door het onder- havige voorstel gewijzigd dienen te worden. De gebruikte kleuren hebben de volgende betekenis:

- zwart weergegeven tekst is bestaande, thans geldende codetekst, - rood weergegeven tekst betreft wijzigingen uit het onderhavige voorstel.

Toe te voegen tekst is onderstreept en te verwijderen tekst is doorgehaald.

Toelichting op het voorstel

De prikkelcomponent is in het verleden ingevoerd met als doel BRP's sterker te 'prikkelen' op het moment dat de kwaliteit van de systeembalans achteruit gaat. De prikkelcomponent wordt door Ten- neT verhoogd op het moment dat over een periode van een week het prestatieniveau als beschreven in de Netcode elektriciteit niet is behaald. In de praktijk zien we dat de prikkelcomponent vrijwel voort- durend gelijk is aan nul. In 2019 was dat in iedere week zo. Op momenten dat de prikkelcomponent ongelijk aan nul is, is dat niet per definitie een reden om aan te nemen dat BRP's hun verantwoorde- lijkheid niet goed vervullen.

Hiermee in contrast staan situaties zoals die van 30 april 2018, waar problemen optraden met de systeembalans als gevolg van de marktsituatie, maar die geen effect hebben op de hoogte van de prikkelcomponent.

Belangrijker is nog dat het effect van de prikkelcomponent te laat komt. Wanneer we uitgaan van het principe dat de vervuiler betaalt, zou deze effect moeten hebben op het moment dat de ongewenste situatie zich voordoet. De prikkelcomponent wordt echter pas in de daarop volgende week verhoogd, waardoor de rekening verdeeld wordt over alle BRP's. Dit punt is extra relevant juist omdat de prikkel- component slechts in zeldzame situaties verhoogd wordt. Juist bij een zeldzame prikkel is het van belang dat deze bij de juiste partijen terecht komt.

Ook is het effect van de prikkelcomponent beperkt. Een verandering met één tot enkele euro's van de onbalansprijs geeft onvoldoende prikkels aan de markt om daadwerkelijk gedrag aan te passen. In de huidige marktsituatie zien we soms voorbeelden waarbij BRP's pas bij een relatief hoge onbalansprijs aanpassingen maken aan hun invoeding of afname. De prikkelcomponent prikkelt daarbij onvoldoen- de. En zelfs al zou de prikkelcomponent hoger zijn, zou deze nog steeds niet op het juiste moment de juiste partijen aansporen.

Alternatieven voor het voorstel Alternatieven voor dit voorstel zijn:

- het in stand houden van de prikkelcomponent zoals hij nu is,

- het aanpassen van de bepaling van de hoogte van de prikkelcomponent, (i e. verhogen)

- het aanpassen van de bepaling van de momenten wanneer de prikkelcomponent wordt toegepast.

Het in stand houden van de prikkelcomponent wordt niet als efficiënt gezien, om de redenen zoals beschreven onder de bovenstaande toelichting tot afschaffing ervan.

Aanpassing van de prikkelcomponent biedt wat ons betreft evenmin perspectief. Zoals aangegeven onder de toelichting, biedt de prikkelcomponent niet voldoende prikkel om daadwerkelijk meetbare effecten te hebben op de balanskwaliteit. Om een dergelijk effect te bewerkstelligen zou de hoogte van de prikkelcomponent naar boven aangepast moeten worden. Het bepalen van de juiste hoogte is daarbij geen triviale vraag.

Verhoging van de prikkelcomponent zou daarnaast ook niet voldoende zijn deze zinvol te maken. De momenten waarop de prikkelcomponent ongelijk aan nul is, komen niet overeen met de momenten waarop een prikkel het hardste nodig is, te weten in gevallen van schaarste. Om een nuttige prikkel te bewerkstelligen zou het tijdstip van toepassing van de prikkelcomponent aangepast moeten worden, enerzijds door het effect direct merkbaar te laten zijn, dus niet in de week die volgt op de onwenselijke situatie, en anderzijds door de duur van het effect te laten passen bij de periode waarin de prikkel nodig is, wat niet standaard een week is.

Een combinatie van ingrijpende aanpassingen zouden dus nodig moeten zijn om de prikkelcomponent in de huidige markt om te vormen tot een effectief middel. Met dergelijke aanpassingen zou de prik-

(3)

\

Kenmerk BR-2020-1710

Datum

26 maart 2020 pagina 3 van 6

kelcomponent niet langer fungeren als prikkelcomponent zoals in eerste instantie bedoeld was, maar meer de vorm aannemen van een schaarstecomponent. Dat is meer te vergelijken met het afschaffen van de prikkelcomponent zoals wij die kennen en het invoeren van een nieuw middel om de markt te prikkelen.

De eventuele invoering van een schaarstecomponent is een discussie die onafhankelijk gevoerd zou moeten worden van de vraag of de prikkelcomponent moet blijven bestaan en onafhankelijk is van de redenen om de prikkelcomponent af te schaffen. Aanpassing van de prikkelcomponent wordt daarom niet als valide alternatief beschouwd ten opzichte van afschaffing. Mogelijk zal in de toekomst alsnog een discussie over invoering van een schaarstecomponent worden gevoerd.

Samenhang met andere codewijzigingsdossiers

Er is geen sprake van samenhang met andere momenteel lopende codewijzigingsdossiers.

Toetsing aan artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998

Dit codewijzigingsvoorstel draagt bij aan de belangen genoemd in de onderdelen b (doelmatig functio- neren van de elektriciteitsvoorziening) en d (doelmatig handelen van afnemers) van artikel 36, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998.

Gevolgde procedure

Het voorstel is vastgesteld als voorstel van de gezamenlijke netbeheerders, als bedoeld in artikel 32 van de Elektriciteitswet 1998, door de Taakgroep Regulering van de vereniging Netbeheer Nederland op 30 januari 2020.

Het overleg met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt, als bedoeld in artikel 33 van de Elektriciteitswet 1998, heeft plaatsgevonden in de bijeenkomst van het Gebruikers- platform elektriciteits- en gasnetten, gehouden op 5 maart 2020. Het op dit voorstel betrekking heb- bende deel van het verslag van deze bijeenkomst is als bijlage bijgevoegd. Het voornoemde overleg gaf geen aanleiding het voorstel aan te passen.

Besluitvorming en inwerkingtreding

Dit voorstel heeft geringe impact op betrokken partijen, en is relatief eenvoudig door te voeren. Met het oog op de Europese ontwikkelingen en wijzigingen die naar aanleiding daarvan verwacht kunnen worden, willen we daarom verzoeken het voorstel zo snel mogelijk in werking te laten treden.

Uiteraard zijn wij desgewenst graag bereid tot een nadere toelichting op het voorstel. U kunt daartoe contact opnemen met de heer van ons bureau (gegevens zie briefhoofd) of met de

heer van TenneT @tennet.eu).

Met vriendelijke groet,

André Jurjus

directeur Netbeheer Nederland

(4)

Bijlage 1 Codeteksten met voorgestelde wijzigingen

Kenmerk Datum

BR-2020-1710 26 maart 2020 pagina 4 van 6

(15-11-1999) besluit 99-005 [17-02-2009] besluit 102466/23 (12-05-2016) besluit 2016/202151

[15-11-1999] besluit 99-005 (01-01-2001) besluit 00-127 Besluit 100950/23, /47, /65 (26-10-2005) besluit 102055/5 (27-02-2009) besluit 102466/23 (10-06-2015) besluit 2015/202163 (08-12-2015) besluit 2015/207065 (12-05-2016) besluit 2016/202152 - lid 1 was Systeemcode art 3.9.1 (22-12-2018) besluit ACM/UIT/503723 [01-02-2019] besluit ACM/UIT/502876 [1007-2019] besluit ACM/Ut T/509776 (2603-2020) voorstel BR-20201710

[15-11-1999] besluit 99005 [0101-2001] besluit 00127 [26-102005] besluit 102055/5 [1402-2012] besluit 103951 [01-08-2013] besluit 103834/122 (1006-2015) besluit 2015/202163 - lid 1 was Systeemcode art 3.9.2 - lid 2 was Systeemcode art 3.9.3 - lid 3 was Systeemcode art 3.9.4 - lid 4 was Systeemcode art 3.9.5 - lid 5 was Systeemcode art 3.9.6 (22-12-2018) besluit ACM/UIT/503723 [0102-2019] besluit ACM/UIT/502876 [1007-2019] besluit ACM/UI T/509776 [26-03-2020] voorstel BR-2020-1710

Netcode elektriciteit

( ) Artikel 10.1

1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. opregelen: het leveren van elektrische energie aan de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet uit het door die netbeheerder ten behoeve van de systeembalans ingezette regelvermogen, reservevermogen en noodvermogen;

b. afregelen: het leveren van elektrische energie door de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet aan de beheerders van het door die netbeheerder ten behoeve van de systeembalans ingezette regelvermogen, reservevermogen en noodver- mogen:

c. prijs voor opregelen: de prijs per kWh, bepaald per onbalansverrekeningsperiode, overeenkomend met de hoogste biedprijs als bedoeld in artikel 10.38 van het ingezette regel- en reservevermogen voor opregelen of, indien deze hoger is, de prijs voor ingezet noodvermogen voor opregelen tijdens een toestand van inzet noodvermogen opregelen:

d. prijs voor afregelen: de prijs per kWh, bepaald per onbalansverrekeningsperiode, overeenkomend met de laagste biedprijs als bedoeld in artikel 10.38 van het ingezette regel- en reservevermogen voor afregelen of, indien deze lager is, de prijs voor ingezet noodvermogen voor afregelen tijdens een toestand van inzet noodvermogen afregelen. Deze prijs kan negatief zijn;

e. [vervallen! prikkelcomponent: een bedrag per kWh als omschreven in artikel 10.31;

f. regeltoestand: een parameter waarmee de gevraagde regelactie aan leveranciers van regelvermogen en het verloop daarvan gedurende een onbalansverrekeningsperiode wordt geïdentificeerd. Deze parameter wordt door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vastgesteld volgens artikel 10.29;

g. balans-delta: de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te publiceren som van de door de frequentiere- geling gevraagde reactie aan leveranciers van regelvermogen;

h. middenprijs: het gemiddelde van de prijs per kWh, bepaald per onbalansverrekeningsperiode, van de laagste bieding voor opregelen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de prijs per kWh, bepaald per onbalansverrekenings- periode, van de hoogste bieding voor afregelen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

i. prijs voor ingezet noodvermogen: de prijs die tot stand komt door middel van twee berekeningsmethodes, één voor oprege- len en één voor afregelen. Deze prijs wordt door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bepaald volgens arti- kel 10.39 achtste en negende lid.

2. Het in Verordening (EU) 2017/2195 (GL EB) en in dit hoofdstuk gebruikte begrip balanceringsverantwoordelijkheid omvat de- zelfde verantwoordelijkheid als bedoeld met het in artikel 1, eerste lid, onderdeel o, van de Elektriciteitswet 1998 gedefinieerde begrip programmaverantwoordelijkheid.

3. De voorwaarden uit dit hoofdstuk zijn van toepassing, ongeacht de systeemtoestand van het elektriciteitsvoorzieningssysteem.

( ) Artikel 10.30

1. De in artikel 10.25, eerste lid, onderdeel c, bedoelde onbalans wordt met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verrekend tegen een prijs per kWh, hierna te noemen de onbalansprijs.

2. De in het eerste lid bedoelde onbalansprijs bedraagt in een onbalansverrekeningsperiode waarin de regeltoestand -1 is:

a. indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van afnemen van elektrische energie wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor afregelen vermeerderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

b. indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van invoeden van elektrische energie wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor afregelen verminderd met de prikkelcomponent. In dit ge- val betaalt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de BRP.

3. De in het eerste lid bedoelde onbalansprijs bedraagt in een onbalansverrekeningsperiode waarin de regeltoestand +1 is:

a. indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van afnemen van elektrische energie wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor opregelen vermeerderd met do prikkelcomponent. In dit geval betaalt de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

b. indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van invoeden van elektrische energie wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor opregelen verminderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de BRP.

4. De in het eerste lid bedoelde onbalansprijs bedraagt in een onbalansverrekeningsperiode waarin de regeltoestand 2 is:

a. indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van afnemen van elektrische energie en de mid- denprijs hoger is dan de prijs voor opregelen, wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de middenprijs vermeerderd met deprikkclcomponcnt. In dit geval betaalt de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

b. indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van invoeden van elektrische energie en de mid- denprijs lager is dan de prijs voor afregelen, wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de middenprijs verminderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de BRP;

c. indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van afnemen van elektrische energie en de mid- denprijs niet hoger is dan de prijs voor opregelen, wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor opregelen vermeerderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

d. indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van invoeden van elektrische energie en de mid- denprijs niet lager is dan de prijs voor afregelen, wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor afregelen verminderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de BRP.

5. De in het eerste lid bedoelde onbalansprijs voor een BRP bedraagt in een onbalansverrekeningsperiode waarin de regeltoestand 0 is:

a. indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van afnemen van elektrische energie wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP de middenprijs vermeerderd met de prikkelcompenent. In dit geval betaalt de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

b. indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van invoeden van elektrische energie wordt de

(5)

Bijlage 1 Codeteksten met voorgestelde wijzigingen

Kenmerk BR-2020-1710

Datum

26 maart 2020 pagina 5 van 6

onbalansprijs voor de desbetreffende BRP de middenprijs verminderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de net- beheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de BRP.

[15-11-1999] besluit 99-005 [01-01-2001] besluit 00-127 [01-07-2005] besluit P_500042/4 [27-02-2009] besluit 102466/23 [08-10-2014] besluit 2014/205117 [01-01-2015] besluit 2014/206886 [18-12-2015] besluit 2015/207581 [12-05-2016] besluit 2016/202152 - lid 1 zat in Systeemcode art 3.9.8 - lid 5 was Systeemcode at 3.9.9 - lid 6,7,8 was Systeemcode art. 3.9.10 [22-12-2018] besluit ACMAJIT/503723 [01-02-2019] besluit ACMAJIT/502876 [10-07-2019] besluit ACMAJIT/509776 [26-03-2020] voorstel BR-2020-1710

Artikel 10.31

—De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet publiceert de actuele hoogte van de prikkelcomponent op zijn website.

2r.—De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet past de hoogte van de prikkelcomponent iedere woensdag om 00:00 uur aan op de volgende wijze;

—indien het prestatieniveau van de referentieperiode, zijnde 1 juli 1999 tot en met 31 december 2000, behaald is in de voor- gaande week, lopend van 00:00 uur ep maandag tot 23:59 uw op zondag, stelt hij de prikkekomponent gelijk aan € 0,- per

&—indien het prestatieniveau van de referentieperiode niet behaald is in de voorgaande week, lopend van 00:00 uur op maan- dag tot 23:59 uur op zondag, verhoogt hij de prikkelcomponent met € 1,- per MWh^ndien de prikkelcomponent in de voor- gaande week gelijk was aan € 0,- per MWh, en met € 2,- per MWh indien de prikkelcomponent ff) de voorgaande week gro- ter was dan € 0,- per MWh.

^—Het in het tweede lid bedoelde prestatieniveau is behaald indien aan de volgende condities is voldaan:

a.—het aantal niet-beoogde energie-uitwisselingen over 5 minuten dat per week, omgerekend naar MW, groter dan 300 MW respectievelijk kleiner dan -/-300 MW is, bedraagt minder dan 40;

&—de gemiddelde niet-beoogde energie-uitwisseling over S minuten per week, omgerekend naar MW, groter is dan -/- 20 MW én kleiner is dan 20 MW.

4—Indien het prestatieniveau niet is gehaald ten gevolge van aantoonbare externe invloeden, past de netbeheerder van het lande- lijke hoogspanningsnet geen prikkelcomponent toe.

De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verrekent, via zijn transportafhankelijk verbruikerstarief als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Tarievencode elektriciteit, in het jaar volgend op het jaar van verrekening van het in een kalenderjaar voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet resulterende saldo van de verrekeningen van:

a. onbalans met BRP’s;

b. de kosten met BSPs voor de geactiveerde middelen als bedoeld in artikel 9.20, eerste lid, onderdeel a, met uitzondering van de kosten voor regel-, reserve- en noodvermogen als bedoeld in artikel 3.2.2a, onderdeel a, van de Tarievencode elektriciteit;

c. het onbalansnettingproces.

6— Indien onbalans het gevolg is van een gebeurtenis in het net of van ingrijpen van een netbeheerder, zullen BRP's gecompen- seerd worden voor de betaalde prikkelcomponent.

Enkele voorbeelden van dergelijke gebeurtenissen zijfn

a. automatische afschakeling van belasting als bedoeld ir> artikel 9.20, eerste lid, of handmatige afschakeling w opdracht van ée netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet als bedoeld in artikel 9.22, eerste tot en met zesde lid;

&—wijziging van de afname of invoeding op verzoek van een netbeheerder als bedoeld in artikel 9:2, derde ltd;

e—(gedeeltelijke) onderbreking van de transportdienst.

7- ,—De in het zesde lid bedoelde compensatie wordt verstrekt door de netbeheerder

—die voor de afschakeling verantwoordelijk is;

&—die een wijziging van de afname of in voeding heeft verzocht; of

&—De compensatie vindt slechts plaats voor dat deel van de onbalans dat door de afschakeling of de onderbreking is veroorzaakt en indien de hierdoor veroorzaakte onbalans voor alle BRP's gezamenlijk tenminste 1000 MWh bedraagt.

( )

(6)

Bijlage 2 Relevant deel van het verslag van de bijeenkomst van het Gebruikersplatform elektrici- teits- en gasnetten, gehouden op 5 maart 2020

Kenmerk Datum

BR-2020-1710 26 maart 2020 pagina 6 van 6

Voorzitter Secretaris Aanwezig

Afwezig

Namens de representatieve organisaties:

VEMW:

E-NL:

VA:

Holland Solar:

NWEA:

Energie Samen:

Namens een representatief deel van de partijen dat zich bezighoudt met leveren, transporteren en meten van energie:

NEDU: ,

Namens de gezamenlijke netbeheerders:

NBNL:

TenneT:

GOGEN, Consumentenbond, FME-CWN, NOGEPA, NVDE, UNETO-VNI, VEDEK, Vereniging Eigen Huis, VGGP, VGN, VMNED, VNCI, VNO-NCWen VOEG

( )

5. Codewijzigingsvoorstel afschaffen prikkelcomponent (D2020-10262) TenneT geeft een toelichting VEMW gaat akkoord met het voorstel en vraagt of er al zicht is op een tijdspad bij de schaarstecomponent. TenneT zet uiteen dat wanneer je een prikkelcomponent zou willen behouden, je meer naar een schaarstecomponent zou moeten kijken Terwijl het voorstel nu juist is om de prikkelcomponent af te schaf- fen. Een schaarstecomponent is dan ook niet nodig.

De voorzitter concludeert dat de vergadering er unaniem mee akkoord gaat om het voorstel met de voorgestelde aanpassingen naar de ACM te sturen.

( )

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wetenschapssymposium: Carmen Horjus wint 'artikel van het jaar' Op het 7e Rijnstate Wetenschaps- en innovatiesymposium, dat op 6 juli plaatsvond, heeft MDL-arts Carmen Horjus de

Aan Stichting Expertisecenter Onderwijszorg Bonaire wordt aanvullende subsidie verstrekt voor de inzet van extra orthopedagogen op de scholen, het opstarten

Indien de planmatige begeleiding en ondersteuning als verplichting is opgelegd, vergoedt het verantwoordelijk bestuursorgaan de kosten voor de planmatige begeleiding en ondersteuning

De coffeeshophouder ontdoet zich van de hennep of hasjiesj die op grond van artikel 7, tweede lid, ten behoeve van de beoordeling door klanten onverzegeld in de coffeeshop

Naast deze verplichtingen zal de AFM nadere regels vaststellen, waarin onder andere wordt vastgelegd wanneer de informatie adequaat is en de keuze weloverwogen, wanneer

burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen

Omdat artikel 13 lid 4 Zvw niet toestaat dat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wordt gedifferentieerd naar de financiële draagkracht van de individuele verzekerde, zal

artikel 9 van het Warmtebesluit, genoegzaam heeft aangetoond te beschikken over de vereiste organisatorische, financiële en technische kwaliteiten voor een goede uitvoering van